Oral history en
archiefinstellingen:
twee onderzoeken
Door de wettelijke taak die de meeste archiefinstellingen uit
voeren, ligt van oudsher het zwaartepunt van hun aandacht bij
archiefdocumenten en minder bij de opname van collecties.
Een aantal archieven is echter gestart met de vorming en de
verwerving van oral history-collecties door projecten te initiëren
en uit te voeren. Renate Bloks, masterstudent Geschiedenis aan
de Radboud Universiteit van Nijmegen, en Yvonne van Haagen,
masterstudent Archiefwetenschap aan de Universiteit van
Amsterdam, deden allebei een onderzoek naar oral history
bij archiefinstellingen.
Wat is oral history?
Oral history legt de geschiedenis vast door het
houden van interviews met mensen over hun
leven of over bijzondere gebeurtenissen die zij
hebben meegemaakt. Foto van het Engelse
Country Dance Oral History Project (foto Nancy
Blank).
In de meeste literatuur wordt oral
history als een onderzoeksmethode
gedefinieerd, het is "het houden van
interviews met mensen over hun
leven of over bijzondere gebeurtenis
sen die zij hebben meegemaakt".
Termen als levensgeschiedenissen,
zelfreflecties, persoonlijke verhalen,
mondelinge biografieën, memoires
en testamenten worden veelal door
elkaar gebruikt wanneer men spreekt
over het eindresultaat van een inter
view. In veel oral history-projecten
staat een bepaalde bevolkingsgroep
centraal, zoals immigranten, vrouwen
of boeren. Daarnaast zijn er meer
thematisch ingedeelde projecten: het
Stadsarchief van Almere bijvoorbeeld
organiseert jaarlijkse kortlopende
projecten die aansluiten bij het thema
van de Week van de Geschiedenis.
Renate Bloks schreef een rapport
naar aanleiding van haar stage bij het
Stadsarchief in Oss. Haar doel was
inzicht te geven in de mate waarin
oral history-projecten in Noord-Brabant
tot stand komen, welke nieuwe tech
nieken van invloed zijn op oral history
en welke richtlijnen er zijn voor een
gedegen interview. Yvonne van Haa-
gen schreef haar masterscriptie over
de vraag waarom archiefinstellingen
oral history-collecties opnemen en hoe
zij oral history-projecten vormgeven.
Zij bestudeerde vijf oral history-
projecten (cases) in Nederland, het
Verenigd Koninkrijk en de Verenigde
Staten. De problemen en mogelijkhe
den die daarbij aan het licht kwamen,
vormden de basis van een aanbeve-
lingenlijst, die als best practice-lijst
dient voor toekomstige projecten bij
archiefinstellingen. De dames aan het
woord.
nummer 1 2010 19