m r?
De RHC's nader bekeken
Kenne we hier ook online gamen?
Digitalisering leidt tot andere bezoekers, de gewone studiezaal zal niet meer
standaard zijn
interim-managers een paar potten pindakaas
op de boterham verdienden. Het lukte ook
niet overal om rijks- en gemeentearchief
samen te laten gaan. Dan werd een andere
partner gezocht, zoals in Friesland of in
Noord-Brabant. Het rijksarchief in Zuid
Holland bleef in het algemeen rijksarchief,
vrijwel onherkenbaar door enkele reorga
nisaties.
De RHC-vorming vond ook navolging bij
gemeenten die niet het voorrecht genoten
provinciehoofdstad te zijn. Het archief voor
Eindhoven en omgeving noemt zich nu
RHCe (subtiel de kleine letter 'e'). Andere
regionale diensten profileren zich in een
breder cultureel verband, zoals het historisch
centrum Het Markiezenhof (Bergen op Zoom),
erfgoedcentrum DiEP (Dordrecht; hier zit een
raadselachtige kleine letter 'i' midden in het
woord, waaraan geloof ik geen bijzondere
betekenis gehecht hoeft te worden), Erfgoed
Delft, het erfgoedcentrum voor Leeuwarden
(de gemeentelijke tegenhanger van Tresoar),
of CODA, waarin het gemeentearchief Apel
doorn is opgegaan - een naam die bijna even
raadselachtig is als de Heerlense Rijckheyt.
De namen van de provinciale RHC's zijn
gevarieerd. Rechttoe rechtaan zijn Groninger
archieven, Het Utrechts Archief, Drents
Archief, Gelders Archief, Noord-Hollands
Archief en Zeeuws Archief. In Zwolle heet
het Historisch Centrum Overijssel, Noord
Brabant heeft het BHIC (Brabants Historisch
Informatie Centrum) en Limburg het Regio
naal Historisch Centrum Limburg. Dit laatste
centrum moet niet verward worden met het
Sociaal Historisch Centrum voor Limburg. Een
hele mooie is: 'Flevoland boven water'.
Nog gevarieerder dan de namen zijn de
websites. Er zijn er geen twee gelijk en lang
niet alle melden duidelijk wat de organisatie
is, of welke taken ze heeft. Bij sommige is
het zelfs zoeken naar de collectie, zo vol is
de homepagina van activiteiten.
RHC's zijn bestuurlijk interessant omdat Rijk,
provincie (niet altijd) en gemeente gemeen
schappelijke regelingen vormen. De collectie
bestaat uit gemeentelijke, provinciale, rijks-
en particuliere archieven. Dat maakt het
ingewikkeld.
De bezorgdheid voor rijksarchivalia in provinci
ale depots deden destijds De Stuers besluiten
het archiefbeheer bij het Rijk onder te brengen,
ook dat van provinciale bestanden. Nu de klok
tot op zekere hoogte wordt teruggedraaid rijst
de vraag in hoeverre het Rijk gaat toezien op
het beheer. Ten tijde van De Stuers was de
oude Algemene Rijksarchivaris Van den Bergh
met geen stok Den Haag uit te krijgen om de
provincies te bezoeken. Zelfs de jongere en dy
namischer Van Riemsdijk, die Van den Bergh in
1887 was opgevolgd, was terughoudend op dit
punt. De discussie over de inventarisatieplan
nen die de rijksarchivarissen moesten opstellen,
vond vooral schriftelijk plaats.3 De tegenwoordi
ge Algemene Rijksarchivaris is zeker reislustiger,
maar zal zich niet als een inspecteur willen zien
die de belangen en rechten van het Rijk verde
digt. De Stuers en Van Riemsdijk deden dat wel.
Bij de bruikleengeving van de oude rechterlijke
archieven pluisde Van Riemsdijk zorgvuldig
oude inventarissen na om te zien of er in 1811
geen bescheiden bij de gemeente waren ach
tergebleven die zijns inziens tot het rechterlijk
archief behoorden. De eigendomskwestie
moest eerst goed geregeld zijn. Een medewer
ker van het algemeen rijksarchief inspecteerde
de bewaarplaats. De ontvangende gemeente
verplichtte zich een inventaris te maken, die
vervolgens door de Algemene Rijksarchivaris
persoonlijk werd gecontroleerd. Hij schroomde
er niet voor om in geval van twijfel stukken
naar Den Haag te laten sturen.4
De duidelijke structuur is dus uit het archiefbe-
stel verdwenen. Of dat erg is, zal de tijd leren.
Schaalvergroting is nodig om de hierboven
genoemde problemen het hoofd te kunnen
bieden. De teloorgang van een organisatorisch
s
nummer 1 2010 15