van het aantal
inch
Bij het maken van een foto is een aantal
zaken van belang. Goed belichten, een juiste
contrastoverdracht en goed scherpstellen zijn
onmiskenbaar de belangrijkste criteria waaraan
voldaan moet worden voordat een opname voor
conservering of substitutie gemaakt kan wor
den. Analoog werkte dit zo en digitaal is het niet
anders. Ook andere factoren spelen een rol, zoals:
de kwaliteit van de lens en voor analoge fotogra
fie het formaat van het negatief.1 Het formaat
van het negatief is van belang voor de mate van
detaillering. Een groot negatief biedt meer moge
lijkheid voor detaillering dan een klein negatief.
Digitaal kan je - heel voorzichtig en met uitslui
ting van digitale compactcamera's2 - hetzelfde
zeggen: meer pixels per inch biedt meer moge
lijkheden tot detaillering dan minder pixels per
inch.
Met het aantal pixels per inch wordt hori
zontaal en verticaal aangegeven met hoeveel
pixels een digitale opname wordt gemaakt. Pixels
zijn lichtgevoelige punten waarop een beeld kan
worden vastgelegd. Met het aantal pixels per
inch wordt dus de grootte van een raamwerk
SCANNER SFR OEC #2
PN: OA-62-SFR-P-RP
beschreven waarmee een opname gemaakt kan
worden. Met 300 ppi wordt een raamwerk van
300 bij 300 beeldpunten per inch bedoeld.3 Het
aantal pixels per inch zegt echter niets over de
scherpte die een beeld heeft, maar geeft aan hoe
scherp, of hoe groot, de mate van detaillering in
het gunstigste geval kan zijn. De detaillering, de
scherpte, kan immers nooit groter zijn dan het
aantal beschikbare beeldpunten van het raam
werk waarmee een opname wordt gemaakt.
Voor het bepalen van de theoretisch maxi
maal haalbare scherpte wordt gebruikgemaakt
van het aantal pixels per inch en de Nyquist
Theorie. Simpel gezegd komt de Nyquist Theorie
neer op de stelling dat voor het waarnemen van
1 punt minimaal 2 punten nodig zijn. Voor het
waarnemen van 2 punten zijn dus minimaal
4 punten nodig. Een raamwerk van 300 x 300
pixels per inch betekent 118,11 x 118,11 pixels
per cm. In millimeters zijn dit 11,81 x 11,81
pixels. Dat betekent dat we per strekkende milli
meter beschikken over 11,81 beeldpunten. Als
we dit aantal delen door 2, dan hebben we het
maximale aantal punten per strekkende mm
dat we kunnen waarnemen volgens de Nyquist
Theorie. Het maximaal aantal punten dat we
9 m rnwm w- PU II üt'
kunnen waarnemen met 11,81 punten per mm
is dus 11,81/2 5,905. Dit geldt zowel horizon
taal als verticaal. We kunnen dus spreken van lij-
nenparen per mm die we kunnen waarnemen in
plaats van punten per mm. Met het digitaliseren
met 300 ppi is het theoretisch maximaal haal
bare scheidend vermogen dus 5,9 lijnenpaar per
mm.4 De vraag is nu: wordt deze scherpte van
5,91 p/mm ook echt in de opname gehaald en
met hoeveel ppi is de opname eigenlijk gemaakt?
Is er eigenlijk wel scherpgesteld?
Het licht dat op de pixels valt, komt door
een lens de camera of scanner binnen. De kwali
teit van de lens, zoals glassoort, coating en con
structie heeft veel invloed op de scherpte van
het beeld. Ook de mate van scherpstelling en
het diafragma waarmee de opname is gemaakt
zijn bepalend voor de scherpte. De scherpte, of
kwaliteit van detaillering, is dus in eerste plaats
afhankelijk van de kwaliteit van de lens. Het aan
tal pixels per inch moet dan ook enkel gezien
worden als een theoretische benadering van een
mogelijk haalbare scherpte, of mate van detail
lering. Iemand kan immers een opname maken
met 1200 ppi zonder scherp te stellen, of zelfs
zonder een lens op de camera te zetten.
Bij microverfilming wordt de scherpte visueel
vastgesteld met behulp van een microscoop
en scherpte-testkaarten. Digitaal stellen we de
scherpte vast met software. Deze software is
gebaseerd op het meten van de contrastovergang
tussen twee grijswaarden, zowel horizontaal
en verticaal op pixelniveau. Deze meting heet
Modulation Transfer Function (MTF)5 of Spatial
Frequency Response (SFR). In vakliteratuur wor
den beide aanduidingen gebruikt. Deze meting
is vrij complex, maar kan wel eenvoudig worden
toegepast door het opnemen van een scherpte-
testkaart6 en door het laten analyseren van de
opname van de scherpte-testkaart door soft
ware.7 Deze software geeft veel informatie over
de scherpte en het werkelijke aantal pixels per
inch.
Het werkelijke aantal pixels, horizontaal en verti
caal, is voor camera's en sommige typen scanners
fysiek begrensd door het aantal pixels horizon
taal en verticaal op de sensor.8 Naast deze fysieke
maatvoering kan het aantal pixels per inch met
software, bijvoorbeeld Photoshop, worden aan
gepast. Ook kan de software die door de scan
ner of camera gebruikt wordt, het aantal pixels
Lees verder op pagina 17
14
15
digitaliseringen informatisering
Door Hans van Dormolen
Het aantal pixels per inch (ppi) is voor veel mensen
nog steeds een eerste houvast bij het formuleren
van richtlijnen digitalisering. Bij het bepalen van
het aantal ppi of dots per inch (dpi) worden formules
gebruikt die vanuit historisch oogpunt informatief en
interessant zijn, maar die in de huidige wereld van
massadigitalisering verouderd en achterhaald zijn.
Het aantal pixels per inch zegt niets over de kwali
teit van een beeld, maar geeft aan hoe scherp een
beeld in het beste geval kan zijn. Dit artikel is een
pleidooi voor het basisprincipe van de Richtlijnen
Preservation Imaging Metamorfoze: 'meten is
weten!' Metamorfoze is het nationale conserverings
programma van de Koninklijk Bibliotheek en het
Nationaal Archief. Met dit artikel probeer ik enig licht
te werpen op de verwarring die ik over het aantal ppi
in richtlijnen digitaliseringen in publicaties voorbij
zie komen.
Echte scherpte
Dit artikel is de derde bijdrage in een korte
serie over kwaliteitseisen aan het scannen.
Guido Dorssers en Johan Kerver schreven in het
oktobernummer over de betekenis van kleur
in scans. In november schreven Ingmar Koch
en Jorien Weterings, naar aanleiding van een
expertbijeenkomst, over de eisen die aan de
vervanging van archiefbescheiden gesteld moe
ten worden, door alle archiefdiensten.
APPLIED
IIVMGE -=^
lOC appi'cl n-'Oy*
2003.2005. APPLIED IMAGE, loc All R^ht» Reserved Rev 1 02
Scherpte-testkaart QA-62-SFR-P-RP.Tiff ongecomprimeerd, 300
ppi, 8 bit, Adobe RGB 1998, bestandsgrootte 3,23 MB. MTF meting:
299,6 ppi II ,8 pixels /mm), scherpte (10% MTF) horizontaal 5,67
lp/mm en verticaal 5,67 lp/mm, sampling efficiency horizontaal 96%
en verticaal 96%.
Theoretische scherpte
Scherpte-testkaart QA-62-SFR-P-RP.Tiff ongecomprimeerd,
300 ppi, 8 bit, Adobe RGB 1998, bestandsgrootte 3,23 MB.
MTF meting: 301,1 ppi I 1,9 pixels mm), scherpte 10% MTF)
horizontaal 0,58 lp/mm en verticaal 0,57 lp/mm, sampling efficiency
horizontaal 9,8% en verticaal 9,6%.
Eerst scherpstellen
Scherpte-testkaart QA-62-SFR-P-RP.Tiff ongecomprimeerd, 300 ppi,
8 bit, Adobe RGB 1998, bestandsgrootte 3,23 MB. MTF meting:
300 ppi (I 1,8 pixels/mm), scherpte (10% MTF) horizontaal 1,03 lp/
mm en verticaal 5,35 lp/mm, sampling efficiency horizontaal 17,45%
en verticaal 90,67%.
Scherptemeting
archievenblad
december 2009
december 2009
archievenblad