Beeldmateriaal als bron vooronderzoek naar tradities f Volkscultuur in archieven thema tradities en archieven Een grote vooruitgang van de laat ste jaren is dat veel materiaal dat voor de historicus of etnoloog van belang is, goed is ontsloten via gedigitaliseerde beeld banken. Gelukkig is er bij de archieven ook steeds meer aandacht gekomen voor onderwerpen uit de sfeer van het dagelijks leven. De betreffende foto's zijn meestal te vinden in de rubriek 'maatschappelijk leven'. Hiervoor hebben ook lokale his torici veel belangstelling. Zij zijn vooral op zoek naar de geschiedenis van tradities uit hun eigen woonplaats. Aan wat voor materiaal heeft de amateur-historicus of de etnoloog precies behoefte? Hoe kan het archief tegemoetkomen aan zijn of haar verlangens? Onderzoek naar tradities of volkscul tuur geschiedt meestal langs thematische lijnen. De onderzoeker is bijvoorbeeld geïnteresseerd in levenslooprituelen rondom geboorte, huwelijk of dood. Of hij wil weten hoe een religieuze proces sie of een bepaald paasgebruik er in zijn gemeente uitzag. In de beeldbanken zal hij willen zoeken op trefwoord, maar ook op plaatsnaam en tijdsaanduiding. Een mooi voorbeeld van een beeldbank is de Beeldbank Noord-Holland, waarbij ook vele Noord-Hollandse archieven zich hebben aangesloten. Een onderzoeker op zoek naar de geschiedenis van bijvoor beeld de kermis in zijn woonplaats kan er veel van zijn gading vinden, al is de spreiding over de verschillende gemeen ten nog wat onevenwichtig. Aantrekkelijk is wel dat ook verschillende historische verenigingen hun fotocollecties op deze manier aanbieden. De stichting Historisch Oost-Knollendam blijkt bijvoorbeeld te beschikken over enkele prachtige foto's van ringsteken op de kermis in Oost- Knollendam. Het maakt in één oogopslag duidelijk dat de dorpskermis van vóór de Tweede Wereldoorlog nog niet de moder ne attractiekermis was. Ringsteken vorm de toen nog een vast bestanddeel van veel dorpskermissen. Voor de onderzoeker is het heel belangrijk dat de foto goed gedateerd is en dat er ook informatie is over wat precies op de foto is afgebeeld. Hij is op zoek naar contextinformatie, die hij nodig heeft om de afbeelding zo goed mogelijk te duiden. Wat dat betreft is de informatie die de stichting Historisch Oud-Knollendam biedt nog heel behoor lijk. De foto is namelijk gedateerd als 1930, met als begeleidende informatie: "Al jaar en dag is op elke zondag van de kermis in augustus ringsteken met paard en wagen." De onderzoeker weet nu ook meteen dat de kermis altijd in augustus was. Het tekstje vervolgt met: "Medio 1930. Koetsier Maarten Frikkee, links staat politieman Popke Koopmans en de heer Wesseling." Het maakt duidelijk dat binnen de historische verenigingen veel kennis is over lokale historische gebrui ken. De gemeentearchieven bieden wat dat betreft vaak minder. Een voorbeeld is het Gemeentearchief van Zaanstad. De kermisfoto's waarover dit archief beschikt moeten soms nuttige contextinforma tie missen. Bij één van de kermisfoto's uit dit archief staat bijvoorbeeld niet meer dan: "Zaandam Kermis. Kermis zie: Encyclopedie van de Zaanstreek, blz. 395- 396." Het is voor archieven ondoenlijk om veel meer informatie te bieden. Voor diepgravend onderzoek is geen tijd, het is al heel wat dat Zaanstad een verwijzing geeft naar een naslagwerk, dat ongetwij feld ook in het archief raadpleegbaar is. Dergelijke naslagwerken geven context informatie op een wat algemener niveau. Historische verenigingen zijn vaak ster ker in de details, zeker waar het gaat om het thuisbrengen van de afgebeelde per sonen. Een ruimer perspectief, bijvoor beeld een vergelijking met kermissen in andere gemeenten, ontbreekt vaak echter in de gegevens van de historische vereni gingen, gefixeerd als zij zijn op de eigen woonplaats. Als de foto's niet vergezeld gaan van een nadere datering, dan is het dateren van de foto's vaak een heidens karwei. Soms biedt de foto zelf informatie. Als een foto op karton is geplakt, dan is bijvoorbeeld aan de dikte van het karton te zien uit welke periode hij stamt. Na 1870 wordt dat dikker dan in de periode ervoor. Vanaf 1860 verschijnt de naam van de fotograaf op de voorkant. Meer indirect is soms iets af te lezen aan de kleding van de gepor- tretteerden of aan de plek waar de foto is gemaakt. Als het gaat om tradities en ritue len, dan zijn met name de publieksfees- ten buitenshuis goed vertegenwoordigd. Tradities binnenshuis, zoals het uitbla zen van kaarsjes op een taart tijdens een kinderverjaardag, zijn in de archieven veel minder aanwezig. Wat dat betreft zou ik er voor willen pleiten dat archieven ook familiealbums met snapshots gaan verza melen. Familiealbums bieden immers een waardevolle inkijk in het gezinsleven van vroeger tijd. Ook hier dient de onderzoe ker zich overigens bewust te zijn dat ook in de familiealbums vaak de nadruk ligt op hoogtijdagen. Het échte gewone en alledaagse is ook hier maar weinig op de foto gezet. Typische oude volksgebruiken als venstervrijen en het aanzeggen van de dood werden aan het begin van de vorige eeuw veelvuldig op de foto gezet door volkskundigen uit die tijd. Het voorbeeld van het venstervrijen is illustratief. In een tijd met wat striktere huwelijksmores dan nu was het uiteraard niet geoorloofd om al voor het huwelijk seksuele omgang te hebben met het andere geslacht. Tegelijk wilde je natuurlijk geen kat in de zak kopen. Venstervrijen was dan een uit komst: in het geniep klom je door het raam van je aanstaande geliefde, om het vrijen alvast eens uit te proberen. Het is natuurlijk heel opmerkelijk dat van dit intieme gebruik, dat per definitie in het geheim moest gebeuren, foto's zijn over geleverd. Dergelijke foto's zijn dan ook in scène gezet door de volkskundigen zelf. Een bekende volkskundige als D.J. van der Ven (1891-1973) maakte zelfs film opnames van deze en andere gebruiken voor zijn documentaire films uit de jaren twintig en dertig over folkloristische gebruiken. Van der Ven zette daarbij de gebruiken in scène op een manier zoals hij dacht dat het 'vroeger' geweest moest zijn. Het voorbeeld maakt duidelijk dat je ook dit soort contextinformatie goed in kaart moet brengen. Wie was de fotograaf? Met welk doel maakte hij zijn foto's? Fotografeerde hij spontane voorvallen uit het dagelijks leven of was hij op zoek naar typisch oude gebruiken die hij des noods zelf in scène zette? Gaf hij niet een geïdealiseerde voorstelling van zoals het vroeger geweest moet zijn? Bekend is dat documentaire fotografen die het traditi onele boerenleven op het platteland in beeld wilden brengen, aan de boer vroe gen om zo oud mogelijke kleren aan te trekken en al te moderne voorwerpen uit het interieur te verwijderen. Deze fotogra fen waren zelfs niet te beroerd om voor de foto oude voorwerpen mee te nemen, om zo het 'authentieke' beeld te versterken. Ze namen bijvoorbeeld zelf tinnen bor den of een gietijzeren waterketel mee, om het tafereeltje maar zo pittoresk mogelijk te maken. De onderzoeker nu, die wil weten hoe het boereninterieur er toen uit zag, kan zo geheel op het verkeerde been worden gezet. Deze fotografen documen teerden niet de feitelijke toestand, maar schiepen in hun foto's een geïdealiseerd 'traditioneel' beeld van 'vroeger'... Archieven hebben een bijzondere verantwoordelijkheid om foto's te verza melen van het dagelijks leven. Dit kan door oude foto's te verzamelen, waarbij de contextinformatie altijd zo nauwkeu rig mogelijk genoteerd dient te worden. Archieven kunnen ook opdracht geven om hedendaagse tradities in beeld te brengen. Dit kan natuurlijk door een pro fessionele fotograaf daartoe opdrachten te geven, maar in deze tijd van interac tieve media zijn ook andere mogelijkhe den denkbaar. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur bedacht ooit het pro ject FotoMonument 2000, waarbij we via een publiciteitscampagne zoveel mogelijk Nederlanders probeerden aan te zetten foto's van hun dagelijks leven te maken. Het aantal inzendingen was over weldigend. In een tijd dat bijna iedere Nederlander kan beschikken over één of meer digitale camera's kan in betrekkelijk korte tijd een enorm archief van digitale foto's worden aangelegd. Niets ontsnapt meer aan het oog van de camera. 34 35 m Door Albert van der Zeijden Als je onderzoek doet naar tradities, dan kan je een beroep doen op een breed scala aan bronnen. Maar omdat het bij tradities vaak gaat over rituelen in actie is beeldmateriaal een heel bijzondere bron. De onderzoeker naar traditie en volkscultuur wil heel precies weten hoe het ritueel er in het verleden uit zag, hoe het ritueel in de praktijk in zijn werk ging. Film, foto of ander beeldmateriaal zijn dan een onmisbare bron. Thematische lijnen Contextinformatie Foto van het vieren van Palmpasen in de Noordoostpolder, afkomstig uit de fotocollectie van Nieuw Land te Lelystad, fotograaf J. Potuyt. Intieme momenten In scène gezet In scène gezette beelden van venstervrijen in Staphorst, gemaakt door de volkskundige D.J.van derVen (1891-1973). Dialect in Stadsarchief en Athenaeum- bibliotheek Deventer Sinds het voorjaar van 2009 staat het persoonlijke archief van de Deventer schrij ver Herman Korteling (1898-1994) in het Geheugen van Nederland. In dit twee meter strekkende archief bevindt zich een groot aantal documenten met betrekking tot het Deventer dialect en andere streektalen. Korteling schreef zelf vaak in het Dèventers en was in de jaren vijftig een van de oprich ters van de Nedersaksische Schrieversbond. Hij correspondeerde met alle grote dialect schrijvers uit Overijssel, Gelderland en Groningen, zoals Dingeldein, Krosenbrink, professor Entjes en Johanna van Buren. Zijn archief is een nog nauwelijks onderzochte goudmijn voor iedereen die zich bezighoudt met het Nedersaksisch (Ton Dijksterhuis). De Modersprake is up pad en niks sel höör weerholden! Brochure van de 'Bund van Sassische Schrieverskringen in N.O.-Nederland en aangren send Nederdüütsland', 1956 (coll. Stadsarchief en Athen- aeumbibliotheek Deventer). Hedendaagse documentaire fotografie Albert van der Zeijden is wetenschappelijk medewerker bij het Nederlands Centrum voor Volkscultuur in Utrecht. Voor meer informatie zie: Albert van der Zeijden, Visuele cultuur. Fotografie als historische bron en als medium voor etnologisch onderzoek (Nederlands Centrum voor Volkscultuur: Utrecht 2004). archievenblad september 2009 september 2009 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2009 | | pagina 17