24 I
iPiniEiopinn
Mederland controleland
Archiefdiensten en de Wet
bevoegdheden vorderen gegevens
en Kinddossier, en het inzetten van mid
delen van gegevensuitwisseling voor bij
voorbeeld het stroomlijnen van de afgifte
van vergunningen voor bouwen, wonen,
monumenten, ruimte, natuur en milieu
(omgevingsvergunning, WABO) of in
het kader van het 'regelen' van het open
baar vervoer (OV-chip). Het registreren
en samenbrengen van gegevens waar
bij, bedoeld of onbedoeld, de Staat meer
Bovendien, zo is te lezen in de 'Memorie
van Toelichting', betreft deze wet ook
"het vorderen van medewerking aan het
ontsleutelen van versleutelde gegevens".'1
Ofwel: het verlenen van medewerking aan
opsporingsautoriteiten om gegevens zo
ter beschikking te stellen dat deze autori
teiten ze kunnen gebruiken. De gevraagde
verstrekking moet echter wel binnen het
bereik liggen van de normale activitei-
Een van de redenen om gegevens
over het gedrag van mensen te willen vor
deren, is de bestrijding van misdaad. De
Wet bevoegdheden vorderen gegevens is
om die reden ingebed in het complex van
het strafrecht. Een strafrecht dat zich lijkt
uit te dijen in het universum van de Staat
als controlestaat. Formuleerde de wetge
ving 'vroeger' de vordering van gegevens
in algemene termen, na 9/11 is de wet
gever steeds specifieker in haar bedoelin
gen. Van gegevens in het algemeen naar
specifieke gegevensverzamelingen; van
de al lang bestaande melding ongebruike
lijke transacties in de financiële sector, tot
recente ontwikkelingen op het gebied van
het vastleggen en bewaren van verkeers-
en locatiegegevens door telecommuni
catiebedrijven, internetproviders, vlieg
tuigmaatschappijen, et cetera. Daarnaast
zijn er regels rondom complexe keten
informatiesystemen, waarin gegevens uit
basisregistraties worden gekoppeld met
'dossiers' als het EPD, Strafrechtdossier
en meer grip krijgt op de samenleving;
unieke identificaties als verbindende
factor, zoals het burgerservicenummer,
IP-adres, telefoonnummer, kenteken en
vluchtnummer.
De Wet bevoegdheden vorderen
gegevens is als entiteit niet terug te vin
den in de wetgeving, omdat de inhoud
van de wet is opgenomen in het Wetboek
van Strafvordering, en wel in de artike
len 126nc t/m 126uh.2 Het Wetboek van
Strafvordering regelt in deze dat "identifi
cerende gegevens" - zoals naam, adres,
woonplaats, geslacht en administratieve
kenmerken - kunnen worden gevorderd
(eerste categorie); daarnaast "ook andere
dan identificerende gegevens" (tweede
categorie) en tot slot zelfs "gevoelige gege
vens" in de zin van de Wet bescherming
persoonsgegevens (derde categorie).3
ten van de dienst en "geen onevenredige
inspanning" vergen.5
Voor archiefdiensten, althans in het kader
van dit artikel, gelden alleen gegevens van
de eerste categorie.6 Er is dus sprake van vor-
Van belang is dat gegevens die
kunnen worden gevorderd, op een of
andere wijze zijn vastgelegd, geregi
streerd, geadministreerd.
dering van gegevens over bezoekers, bezoek,
raadpleging en het gebruik van respectieve
lijk archiefdiensten en van archiefstukken,
maar ook van bijvoorbeeld "toekomstige
gegevens", gegevens die "op het moment
van de vordering nog niet door de derde
[lees: de archiefdienst, HW] zijn verwerkt"
[onderstreping, HW].7
Van belang is dat gegevens die kunnen wor
den gevorderd, op een of andere wijze zijn
vastgelegd, geregistreerd, geadministreerd.
De 'Memorie van Toelichting' stelt dat de
verplichting van overleggen van gegevens
op basis van een vordering geldt "indien
derden (personen, instanties en bedrijven)
beschikken over deze gegevens".8 De vorde
ring van gegevens kan, onder voorwaarden
en afhankelijk van de vorm van de regi
stratie of administratie, vorm krijgen door
inbeslagname van de dragers (documenten,
boeken, ordners) waarop de gegevens zijn
vastgelegd.9
Dit betekent dat indien de te vorderen gege
vens aanwezig zijn, er ook gevolg dient te
worden gegeven aan het verzoek. Echter,
zijn de gegevens niet aanwezig, dan bete
kent dat niet dat registraties en administra
ties moeten worden ingericht om te kunnen
voldoen aan het gestelde in de wet.
Registraties en administraties die op
het moment of na de inwerkingtreding
van deze wet zijn aangelegd, moeten zo
worden beheerd dat aan een vorderings-
verzoek kan worden voldaan. Het kan en
De bezoeker van archiefdiensten
is met deze wet dus niet vogelvrij
verklaard, want "evenmin staat
het de met opsporing belaste instanties
zonder meer vrij persoonsgegevens
van derden te vragen".
mag dus niet zo zijn dat als er bijvoor
beeld een bezoekersadministratie bestaat,
deze administratie wordt opgeheven als
gevolg van het feit dat de gegevens die
daarvan deel uitmaken, zouden kunnen
worden gevorderd. Het verwijderen van
dit soort gegevens, registraties, admini
straties dient derhalve te geschieden met
inachtneming van de bepalingen rondom
waardering, selectie en verwijdering van
archiefbescheiden, ergo een plaats te heb
ben in selectielijsten. Archiefdiensten zijn
immers ook overheidsorganen in de zin
van de Archiefwet 1995 en het 'archief
van het archief' dient derhalve in goede,
geordende en toegankelijke staat te zijn
of te worden gebracht.
Interessant is dat het doelbindingsprincipe
in de Wet bescherming persoonsgegevens
(Wpb) lijkt te worden gerespecteerd: "Het
staat derden [lees: archiefdiensten, HW]
- voor zover zij dat zouden willen - niet
vrij persoonsgegevens ten behoeve van
de opsporing ter beschikking te stellen."10
Een passieve en afwachtende houding van
de archiefdiensten is in deze dus op zijn
plaats. De bezoeker van archiefdiensten is
met deze wet dus niet vogelvrij verklaard,
want "evenmin staat het de met opsporing
belaste instanties zonder meer vrij per
soonsgegevens van derden te vragen".11 Een
hele geruststelling, want hiermee is de ver
antwoordelijkheid voor de gegevensverga-
ring bij de opsporingsautoriteiten gelegd.12
Echter, het "noodzakelijkheidscriterium"
voor vordering, en daarmee verwerking
door opsporingsautoriteiten van persoons
gegevens in de betekenis van de Wbp, over
rulet in wezen het doelbindingsprincipe uit
de Wbp, een en ander met inachtneming
van het Databeschermingsverdrag van de
Raad van Europa uit 1981.13 Opgemerkt
moet daarbij wel worden dat als die verwer
king niet onder de Wbp valt maar onder
bijzondere wetgeving voor opsporingsauto
riteiten, de Wbp dan ook niet geldt.14 Maar,
en dat zet mijns inziens alle voorgaande
mitsen en maren in een ander daglicht, "de
bevoegdheden houden in dat ook omtrent
anderen dan de verdachte gegevens mogen
worden vergaard",15 ook al beperkt de wet
zich tot "degene die daarvoor redelijkerwijs
in aanmerking komt".16 Bovendien "zal een
verwerking van [toekomstige gegevens
die kunnen worden gevorderd,] veelal ver
der afstaan van het doel waartoe [de
archiefdienst, HW] de gegevens in het kader
van zijn normale activiteiten verwerkt".17
Voorts betekent dit dat "de termijn waarbin
nen de gegevens [door de opsporingsauto
riteiten, HW] moeten zijn verwerkt
langer is dan de periode gedurende welke de
derde [lees: de archiefdienst, HW] de gege
vens voor de uitvoering van de eigen taken
zou bewaren".18 Ook al mag een en ander,
zoals ook boven aangegeven, niet leiden
tot verwerking van gegevens die normali
ter niet zouden worden verwerkt, respectie
velijk, mag geen onevenredige inspanning
worden gevraagd.19
Vooropgesteld dat een archiefdienst
bepaalde gegevens vastlegt, registreert
of administreert, dan dient die archief
dienst deze op verzoek van vordering te
overleggen. Worden gegevens niet vast
gelegd, dan hoeft (=kan) geen gevolg te
worden gegeven aan het vorderingsver-
zoek. Bepalingen in deze rondom de ver
werking van persoonsgegevens in de zin
van de Wbp zijn van overeenkomstige
toepassing.20 De gegevens die veel archief
diensten vastleggen, hebben betrekking
op bezoek, raadpleging en uitlening,
ergo over (gedragingen van) bezoekers.
Wellicht onbewust wordt sinds jaar en
dag een administratie van (gedragingen
van) bezoekers in relatie tot het gebruik
van archieven geregistreerd. Van de admi
nistratie van bezoekers via pasjes, tot het
vastleggen van gegevens over geleende
archiefstukken en registratie van raadple
ging (lees: gedrag in de studiezaal) via bij
voorbeeld cameraobservatie. Niet iedere
archiefdienst zal beschikken over dezelfde
(hoeveelheid) geregistreerde of te registre
ren gegevens.
Sinds jaren beschikken de meeste
archiefdiensten over registraties van hun
bezoekers. En wel in de zin van de admi
nistratie die hoort bij de uitgifte van een
toegangspas en/of een bezoekerspas of
archiefkaart. Voor de uitgifte van de pasjes
worden naam-, adres- en woonplaatsgege
vens geregistreerd. Zonder pasje (bezoekers-
of toegangspas) is het dus in beginsel niet
mogelijk om door te dringen tot de (bevei
ligde) studiezaal van een archiefdienst, dan
wel deze weer te verlaten. Bovendien: geen
pasje, geen archiefbescheiden.
Omdat bij de aanmelding vaak gebruik
wordt gemaakt van formulieren (ongeacht
de vorm) is er dan sprake van een regi
stratie of administratie, die in geval van
vordering van gegevens aan opsporings
autoriteiten ter beschikking moet worden
gesteld. In het Vrijstellingsbesiuit Wbp
(artikel 37) is bepaald voor welk doel een
bezoekersregistratie mag worden aangelegd,
welke gegevens in de registratie mogen
worden opgenomen en wie inzage heeft in
de gegevens. Volgens de regels moeten de
persoonsgegevens in dit soort registraties na
uiterlijk zes maanden na de datum van het
bezoek zijn verwijderd.21
Een niet onbelangrijke voorwaarde
voor het ter beschikking kunnen stel-
Door Hans Waalwijk
Vanaf 1 januari 2006 kan "een met opspo
ring belaste instantie" op grond van de Wet
bevoegdheden vorderen gegevens, zoals uit
de titel van de wet is af te leiden, gegevens
vorderen. Niet dat er veel nieuws onder de
zon is, want eerder konden ook al gegevens
worden gevorderd, zij het op een andere
manier. Het vorderen van gegevens dient het
achterhalen van strafbare feiten. Gegevens
die in dit kader kunnen dienen, zijn vaak
persoonsgegevens. Persoonsgegevens
worden door alle mogelijke natuurlijke en
rechtspersonen verzameld en beheerd, dus
ook door culturele instellingen als archieven,
bibliotheken1 en musea. Naast gegevens over
personeel, verzamelen en beheren culturele
instellingen met name bezoekers- en bezoek-
registraties en/of uitleen- en raadpleeggege-
vens. Verkeert Big Brother sinds 2006 vaker
dan voorheen in de leeszaal, studiezaal of
tentoonstellingsruimte? In dit artikel beperk
ik mij tot archiefdiensten en hun relatie met
het publiek.
...Uit onze administratie bleek at dat u verdacht vaak inzage vroeg, uitsluitend in
dit archief!!
administratie bijhouden van bezoekers in relatie tot gebruik van archieven....
Tekening:Willem Kuiler.
Strekking van de wet
archievenblad juni 2009
Gevolg voor bestaande registraties
Registraties en administraties van archief
diensten
juni 2009
Bezoekersregistraties en registratie van
bezoek
Uitleengegevens
archievenblad