De Wet bescherming persoonsgpvens: een vloek of een zegen? opinie opinie CBP verbiedt gebruik burgerservieenummer door archiefinstellingen Al sinds jaar en dag is aan iedere Nederlandse burger een uniek nummer toegekend. Tot 2007 heette dit num mer nog sofinummer en werd het door de Belastingdienst gebruikt voor aangifte en controle. In tegenstelling tot andere nummers die verbonden zijn aan de identificatie van personen, zoals het pas poort- en rijbewijsnummer, is het BSN onveranderlijk. Sinds eind 2007 de Wet algemene bepalingen burgerservicenum mer (Wabb) van kracht is geworden, Het BSN heeft alleen betekenis in relatie met andere gegevens van de betrokkenen. heeft het sofinummer - door deze wet van naam veranderd in BSN - een veel bredere toepassing gekregen. Het num mer wordt door de overheid met name gebruikt om fouten bij de verwerking van persoonsgegevens te voorkomen, onder andere in het geval dat verschillende overheidsinstellingen uit hoofde van hun taken gegevens over personen met elkaar uit moeten wisselen. Het BSN heeft alleen betekenis in relatie met andere gegevens van de betrokkenen.1 Meer en meer wordt gebruik van het BSN inmiddels ook aan niet-overheidsorganisaties toegestaan, zoals bijvoorbeeld zorgverzekeraars. Tot de invoering van het BSN diende een bezoeker zich bij studiezaalbezoek te iden tificeren. Als bezoekersnummer werd een uniek nummer aangemaakt, dat in het bezoekersregistratiesysteem gekoppeld was aan de gegevens van de bezoeker. De bezoeker kreeg een pasje met dit nummer uitgereikt bij zijn of haar eerste bezoek of mocht, indien hij of zij reeds een andere (voormalige) rijksarchiefinstelling had bezocht, het nummer en pasje van deze instelling gebruiken om stukken aan te vragen. Bij elk bezoek waren melding én identificatie verplicht om stukken te kunnen aanvragen. Van elke bezoeker die stukken aanvroeg moest dus bij elk bezoek vaststaan dat zijn identiteit juist in het bezoekersregistratiesysteem was verwerkt. Dit om in geval van bescha diging of vermissing te kunnen nagaan wie het betreffende stuk als laatste had ingezien en gegevens over gebruik in dat geval als bewijsmiddel te kunnen over leggen. Hoewel eventuele diefstal tot nu in de praktijk moeilijk te bewijzen blijkt te zijn2, zou zonder registratie zelfs geen enkele grond voor aangifte meer bestaan. In 2007 woedde in archievenland een discussie over de voortzetting van de Nationale Archiefkaart. Hoewel de grond gedachte hiervan, één toegangspas voor alle Nederlandse archiefinstellingen, zeer op de klant gericht was, bleek dat niet alle deelnemende archiefinstellingen meer bereid waren om de voortzetting van dit project te blijven betalen. In deze discus sie werd als een van de alternatieven het gebruik van het BSN besproken. Op grond van de verwachting dat dit nummer gebruikt zou moeten gaan worden door alle overheidsinstellingen, werd door het Gelders Archief besloten om de medewer king aan de archiefkaart op te zeggen en het BSN in te gaan voeren voor de bezoe kers- en aanvraagregistratie. De komst van de Wabb leek een ideale oplossing te gaan bieden voor de iden tificatie en inschrijving van klanten. De vraag of het Gelders Archief het BSN zou mogen gaan gebruiken, leek door de voorhanden zijnde informatie van- De komst van de Wabb leek een ideale oplossing te gaan bieden voor de identi ficatie en inschrijving van klanten. uit het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken al snel beantwoord: "Op grond van artikel 10 van de Wabb mogen overheidsorga nen het burgerservicenummer gebruiken bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van hun taak."3 Gezien het feit dat het Gelders Archief een gemeenschappelijke regeling is tussen het Rijk en diverse gemeenten, leek het gebruik dus buiten kijf te staan. Blijkens de informatie die voor potenti ële gebruikers van het BSN voorhanden was, lostte de Wabb ook al veel mogelijke wettelijke struikelblokken, waaronder de beperkende bepalingen van de WBP, op. Op "de vraag of het burgerservice nummer gebruikt mag worden"4 wordt in de voorlichtingsinformatie het volgende naar voren gebracht: "Het antwoord op die vraag wordt in de eerste plaats beheerst door artikel 24, eerste lid, van de Wbp. Die bepaling beperkt het gebruik van wet telijk voorgeschreven persoonsnummers - kort gezegd - tot die gevallen waarin het gebruik een wettelijke grondslag heeft. De Wet algemene bepalingen burgerservice nummer (Wabb) schept een algemene wet telijke grondslag voor het gebruik van het burgerservicenummer door overheidsorga nen bij het verwerken van persoonsgege vens in het kader van de uitvoering van hun taak."5 Verdere informatie deed vermoeden dat het gebruik van het BSN zelfs een verplich ting was van de overheid ten aanzien van de burger. Op de vraag: "Mogen overheids organisaties ook een ander persoonsnum mer aan mij toekennen?", was het ant woord: "Nee, vanaf het moment dat het burgerservicenummer (BSN) is ingevoerd, is het BSN het enige gebruikte persoons nummer in het contact met de burger. Een overheidsorganisatie mag vanaf genoemde datum van de burger geen ander num mer vragen dan het BSN. Alleen als het gebruik van een ander nummer bij wet is vastgelegd, hoeft het BSN niet te worden gebruikt. Bij de communicatie met een persoon aan wie een BSN is toegekend, mag door de overheidsorganisatie geen ander persoonsnummer gevraagd worden dan het BSN."6 cument ook nog een bezoekerspasje te tonen, kunnen vervallen. Aangezien iden tificatie bij bezoek verplicht was, zou het identiteitsdocument de rol van de oude bezoekerspas kunnen overnemen. Een extra nummer en daarmee een extra pasje - ongetwijfeld het zoveelste in de porte monnee die bij de meesten uitpuilt van alle klantenkaarten, bank- en airmilespas- jes, tankpasjes en noem ze maar op - zou Het BSN zelf veranderde aan de systema tiek van bezoekersregistratie inhoudelijk overigens maar weinig. Het oude bezoe kersnummer werd vervangen door het unieke BSN. Bijbehorende bezoekersgege- vens bleven gekoppeld aan de aanvraag- historie. Het voordeel van het gebruik van het BSN als klantnummer was echter Bij de communicatie met een persoon aan wie een BSN is toegekend, mag door de overheidsorganisatie geen ander persoonsnummer gevraagd worden dan het BSN. wel, dat het nummer op elk geldig identi teitsdocument te vinden is. Hierdoor zou de extra stap om naast een identiteitsdo- daarmee niet meer nodig zijn om stukken aan te kunnen vragen. Als ook andere archiefinstellingen gebruik zouden gaan maken van dit systeem zou er, zonder dat daar verdere kosten aan verbonden zou den zijn, één 'toegangspas' voor alle klan ten van alle archiefinstellingen mogelijk worden. Bovendien was de toepassing ervan, mits op de juiste manier geregeld, gratis. De wet verplichtte de burger boven de veertien jaar al om altijd een identi teitsbewijs op zak te hebben en hadden, ongetwijfeld mede daarom, de nieuwste versies van deze documenten inmiddels een redelijk handzaam formaat gekregen, zodat ze bij een bezoek gemakkelijk mee te nemen waren. Ook voor de klant in deze geen extra eisen. Een kritische klant die zich niet tevreden liet stellen met de wettelijke en reglementaire waarborgen achter het gebruik van het BSN, diende - mede op ons 21 Door Jac. Biemans en Ruud Yap De 'Wet bescherming persoonsgegevens' en het archiefwezen zijn innig met elkaar verbonden. In vele gevallen vinden de twee elkaar in het depot en op de studie zaal. Ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan de openbaarheid van archieven beperkt worden. De Wbp is ech ter niet alleen van toepassing op de col lectie van een archief. Al bij de balie wordt de instelling geconfronteerd met de Wbp. Een vloek of een zegen? Aan de basis van deze aflevering van de Opinie, een initiatief van redacteuren jac. Biemans en Ruud Yap, staan twee arti kelen die zich over deze kwestie buigen. Joost Salverda van het Gelders Archief ziet zich door het College Bescherming Persoonsgegevens gedwarsboomd in het gebruik van het burgerservicenummer als uniek registratie- en identificatienummer voor bezoekers. Aan de andere kant staat Hans Waalwijk van de Archiefschool, die met de intrede van de 'Wet bevoegdhe den vorderen gegevens' meer lasten dan lusten ziet bij het gebruik van dit unieke nummer door een archiefinstelling. Naar aanleiding van beide bijdragen heeft het Archievenblad de mening gevraagd van diverse instellingen en personen die in de dagelijkse praktijk met deze materie te maken hebben. Door Joost Salverda Na een onderzoek van enkele maanden heeft het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) een verbod uitgesproken op het gebruik van het burgerservicenummer (BSN) voor de bezoekers- en aanvraagregistratie van het Gelders Archief. Dit gebeurde op grond van een klacht van een bezoeker van de studiezaal. In dit artikel zal ik een poging wagen om uit te leggen wat de praktische voordelen in het gebruik zijn en wat juri dische achtergronden van het verbod zijn geweest. Met name op grond van de voor delen pleit ik ervoor dat het Nederlandse archiefwezen zich sterk gaat maken voor een Algemene Maatregel van Bestuur, waarmee dit gebruik alsnog toegestaan zou kunnen worden. Naast een verhaal over de inhoud is dit artikel dan ook een oproep om actie te ondernemen. BSN ter vervanging van de Nationale archief kaart? ...en verzoeken wij u, in verband met slijtage van de parketvloer, tevens te melden hoe vaak u bij studiezaalbezoek naaldhakken denkt te gaan dragen!! Registratie van bepaalde persoonsgegevens mag, mits het doel ervan omschreven is en kenbaar wordt gemaakt aan de bezoeker Tekening:Willem Küller. Onderzoek door het CBP 20 archievenblad juni 2009 juni 2009 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2009 | | pagina 10