opinie
In het oktobernummer van het
Archievenblad (2008) verschenen vier
bijdragen van Geert-Jan van Bussel, Rob
Kramer, Marianne Loef en Bert Looper
over het archiefbestel. Hun bijdragen
waren bedoeld als inspiratiebron voor
het invullen van een door KVAN en
BRAIN georganiseerde enquête, gevolgd
door discussiebijeenkomsten over het
bestel. In het februarinummer van het
Archievenblad van dit jaar schreven
KVAN, Erfgoed Nederland, BRAIN en
het Convent bijdragen over hun rol in
en visie op het archiefbestel en over de
samenwerking met andere partijen in
het archiefveld. Deze bijdragen gingen
'slechts' over een onderdeel van de hele
discussie over het bestel, namelijk over
de spelers in het veld en hun onder
linge relaties. Naar aanleiding van de
bijdragen in het februarinummer zijn
enkele veldspelers (LOPAI, NVBA, SOD,
VTHA en Wga) benaderd voor een
korte reactie.
Zo wordt er heel wat gediscussieerd.
Alle bijdragen en de enquête-uitsla-
gen worden door BRAIN en KVAN
betrokken bij het formuleren van hun
standpunt over de inhoud van het
archiefbestel als geheel. Uiteraard kunt
u daar in het Archievenblad kennis van
nemen, net als van de discussies die
daar weer op zullen volgen. Om niet te
verzanden in een eindeloze reeks beeld
spraken over 'de bomen en het bos',
zijn onderstaande bijdragen ontdaan
van 'groen'. Dat zegt overigens niets
over hun duurzaamheid. Bemoedigend
is de bereidheid die uit onderstaande
reacties spreekt tot samenwerking of
om zich te scharen onder een grotere
organisatie. Veranderingen worden
niet uit de weg gegaan.
De problemen overstijgen de
Het archiefbestel bezien vanuit
inrichting van het archiefveld!
het perspectief van een bedrijfs-
arehivaris
Provinciale Archiefinspecteurs)
Laten wij de discussie over de toe
komst van het archiefbestel, die in het
Archievenblad van oktober 2008 zo breed
startte, niet vernauwen tot de vraag welke
verenigingen er moeten (blijven) bestaan.
Veel belangrijker is de vraag hoe we de grote
en urgente uitdagingen, die René Spork nog
eens noemde, te lijf gaan. Het gaat om de
organisatie van digitale duurzaamheid en
het verwerven en (digitaal) toegankelijk
maken van onze geschiedenis voor een gro
ter publiek. Dus: aan de slag! De oplossingen
hebben we al in huis; ze bereiken alleen de
beleidsmakers niet. Laten we een voorbeeld
nemen aan de Museumvereniging, die een
sterke lobby heeft in Den Haag en ook bij
lokale en provinciale bestuurders. Laat niet
het Convent in zijn eentje, maar wél samen
met KVAN en BRAIN het voortouw nemen
voor een inhoudelijke strategie en visie
De eigen belangen moeten voortaan
binnen de nieuwe, brede branche
vereniging worden uitgevochten.
op de directe toekomst. En laten zo snel
mogelijk Convent, BRAIN en KVAN samen
die éne sterke branchevereniging vormen,
waar Martin Berendse en Erfgoed Nederland
voor pleiten. Zie het door Fred van Kan
genoemde voorbeeld van de Duitse zuster
vereniging. Het LOPAI is van harte bereid
om samen te werken in een sector Inspectie
van die nieuwe KVAN.
De huidige versnippering betekent ener
gieverspilling. Nu komt iedere kleine groep
binnen het toch al kleine archiefwezen voor
het eigen belang op, zodat er ten slotte óver
het geheel door derden wordt beslist. De
eigen belangen moeten voortaan binnen de
nieuwe, brede branchevereniging worden
uitgevochten. Dan kunnen we als geheel
naar buiten toe sterk staan!
Het zou toch al heel wat zijn als 'alle'
organisaties in het huidige bestel - uiter
aard met behoud van de eigen identiteit
- als 'geledingen' kunnen toetreden tot
een brede koepelorganisatie, waarbij de
schaalgrootte kan worden benut door geza
menlijk administratieve ondersteuning te
faciliteren. Dan zijn we al een eind op de
goede weg. Ik zie zoiets niet als een eind
punt van mogelijke samenwerkingsvor
men, maar als een zinvol begin. Op basis
van de mogelijkheid om elkaar nog beter te
leren kennen, kunnen we dan makkelijker
op zoek gaan naar nog meer raakvlakken
en daar kunnen we dan geleidelijk een spe
cifiek vervolg aan geven.
We hoeven, op zoek naar voorbeelden
daarvoor, niet eens ver weg te gaan. In
België - of beter gezegd in Vlaanderen - in
de VVBAD en zelfs binnen Nederland in
de bibliotheeksector - de NVB - zijn voor
beelden te vinden hoe je zoiets zou kun
nen aanpakken. Ik ben het met Fred van
Kan eens dat het ICA-model mooie kan
ten heeft, maar het is tegelijkertijd minder
transparant voor derden en waarschijnlijk
vooral geschikt voor een zeer grote mon
diale organisatie. Nederland echter is zo
groot niet, maar wel heel erg ondoorzich
tig en versnipperd. Veel partijen/spelers
zijn in deze discussie nog helemaal niet
aan bod gekomen.
Onze bereidheid tot samenwerking hebben
we in het afgelopen decennium herhaalde
lijk kenbaar gemaakt. Ondanks de hobbels
die we op die weg telkens ondervonden,
zijn we wederom bereid om hierin actief
te investeren. Ik denk dat de persoonlijke
relaties tussen de diverse bestuursleden in
de diverse gremia op dit moment gewoon
weg goed te noemen zijn, dus wellicht is
dit wel het juiste moment om zo'n stap
in de goede richting te maken. Smeed het
ijzer als het heet is! Belangrijk daarbij is het
voorlopige behoud van de eigen identiteit.
Die passage is daarom door mij benadrukt.
Samen.
Door Joost C.M. Cox,
'Vorm volgt inhoud'. Deze opmer
king van Martin Berendse vormt het beste
uitgangspunt voor de gedachtevorming
over de wijze waarop nieuwe vormen van
samenwerking binnen het archiefveld
gestalte zouden moeten krijgen. De discus
sie of hierbij een onderscheid moet wor
den gemaakt in verenigingen die beroeps
beoefenaren dan wel de branche vertegen
woordigen, is hierbij minder relevant.
De huidige trends en ontwikkelingen op
het gebied van digitaal informatiebeheer
maken dat met een open mind naar iedere
vorm van samenwerking moet worden
gekeken. Het 'veld' is in transitie als gevolg
van de veranderende omgeving, waarbin
nen (digitale) informatie wordt gecreëerd,
opgeslagen en ge(re)presenteerd. Deze ver
anderingen maken dat de huidige archief
wet- en regelgeving kritisch tegen het licht
moeten worden gehouden, waarbij de hoop
op de vorming van een Informatiewet nog
altijd levend is. Onder meer als gevolg hier
van zal het huidige archiefbestel belang
rijke wijzigingen ondergaan, met daaraan
gekoppeld veranderingen in het beroepen
veld en uiteindelijk ook in de branche als
geheel. Dat deze toekomstige ontwikke
lingen niet zonder meer als leidraad kun
nen worden genomen om nieuwe vormen
van samenwerking binnen het huidige
archiefveld te realiseren, is duidelijk. Maar
tegelijkertijd geeft dit ook aanleiding om
bestaande structuren hiervoor niet auto
matisch als uitgangspunt te nemen: think
outside the box.
De positionering van het huidige infor
matiebeleid maakt dat beroepsbeoefe
naren die voorheen behoorden tot min
of meer gescheiden werelden, samen de
randvoorwaarden moeten gaan bepalen
voor producten die verband houden met
beheer, behoud en beschikbaarstelling
van digitale informatie. Dit op basis van
het gegeven dat in een digitale omgeving
bij de creatie van informatie de randvoor
waarden hiervoor al moeten zijn ingevuld.
Dit is geen keuze, maar een ontwikkeling
in het denken over (bedrijfs)processen
en de wijze waarop deze worden onder
steund. Deze ontwikkeling zal door
records managers en archivarissen actief
moeten worden gefaciliteerd. Hierin ligt
ook de basis voor samenwerking: het faci
literen van het informatiedomein in com
binatie met andere actoren. In dit kader
zal naar onze mening veel meer gezocht
moeten worden naar een regiefunctie;
een overkoepelende instelling of vereni
ging die in staat is om de diverse bran
che- en beroepsverenigingen te betrekken
bij vraagstukken die betrekking hebben
op (digitaal) informatie- en gegevensbe
heer. Dat hierbij vooralsnog wordt uit
gegaan van de huidige structuur hoeft
daarbij, wat ons betreft, geen probleem te
zijn. Te zijner tijd zullen ontwikkelingen
binnen instellingen en beroepsprofielen
vanzelf aanleiding geven om bestaande
structuren te herzien. Het archiefveld zal
onvermijdelijk tijdelijk een wat rommelig
karakter krijgen, maar samen komen we
eruit. Wij zien uit naar de samenwerking!
Een kleine speler in een groot
archiefveld
Inderdaad: we zijn een kleintje. De in
1958 opgerichte VTHA telt 120 instellings
leden, waaronder 69 archieven, 29 musea
en 22 andersoortige instellingen. Hoewel
de VTHA oorspronkelijk bedoeld was voor
beeldcollecties behorende bij archieven,
bleek de interesse vanuit andere instel
lingen met visuele collecties zo groot dat
besloten werd ook hen toe te laten. We
bedienen dus niet alleen de beeldcollecties
van (bedrijfs)archieven. De VTHA wil als
platform dienen voor vragen en uitwisse
ling van kennis op het gebied van collectie
vorming, beheer en conservering van visu
ele collecties. Dit geldt voor zowel fysieke
als digitale collecties, waarbij de nadruk
steeds meer naar het laatste is verschoven.
We zijn zichtbaar en hoorbaar onder onze
leden en financieel bedruipen we onszelf.
Het werk van een atlasbeheerder is prin
cipieel anders dan dat van een archivaris.
Het is een vak apart. Vandaar de behoefte
aan een eigen vereniging en aan een eigen
opleiding. Dit wil echter niet zeggen dat
dit de aansluiting bij een bestaande ver
eniging in de weg zou staan. Daargelaten
of dit dan BRAIN, een Fachgruppe-systeem
of nog iets anders zou moeten zijn.
Noodzakelijk is dan wel dat het beheer van
atlassen en de daarbij behorende scho
lingsplannen de volle aandacht krijgen.
De kracht van de community
Het Werkverband Gemeentelijke
Archiefinspectie (WGA) is een van die
'kleine clubjes' waar BRAIN op doelt, die
met veel inzet van een relatief kleine groep
draaiende wordt gehouden. Daar is op
zich niets mis mee. Het WGA zit in de lift.
De bijeenkomsten worden beter bezocht
dan ooit, het ledental is in 2008 met 36%
toegenomen.
Steeds meer archiefdiensten maken for
matie vrij voor inspectie. Mede door
de actualiteit van zaken als substitutie,
e-depot en kwaliteitsmanagement, neemt
de belangstelling sterk toe. Is dat een reden
voor tevredenheid? Wij denken van niet.
De opvattingen tussen de verschillende
inspectielagen (Erfgoedinspectie, LOPAI,
WGA) en binnen het gemeentelijke
inspectieveld over waartoe wij inspecteurs
op aarde zijn, lopen op zijn zachtst gezegd
uiteen. De discussie in het kader van het
rapport van de commissie Oosting maakt
pijnlijk duidelijk dat het openbaar archief
wezen geen krachtige, eenduidige visie
op de toekomst van deze belangrijke taak
heeft. Dat maakt onze boodschap tegen
over managers, bestuurders en volksverte
genwoordigers er niet duidelijker op.
Wat betekent dat voor het bestel? Het WGA
ontleent zijn kracht aan de 'community'
en dat moet vooral zo blijven. Het is een
platform voor het uitwisselen van erva
ringen, bevorderen van deskundigheid,
delen van kennis. Daar liggen zeker raak
punten met het werkveld van de KVAN.
Wat we missen, is een eenduidige visie op
inspectie en belangenbehartiging vanuit
de betrokken instellingen. Dat is een dui
delijke taak voor BRAIN! Het inspectieveld
is dus gebaat bij een versterking van onze
branchevereniging en bij samenwerking
met de beroepsvereniging.
24
mei 2009
mei 2009
25
.;vs-.c--
pinitiopim
ppiniE
Het archiefbestel: realties
Welke kant gaan of moeten we op? Voor
welke uitdagingen staan we? Is het huidige
bestel geschikt om de uitdagingen, bijvoor
beeld digitalisering, aan te gaan? Moet er
een Informatiewet komen ter vervanging
van de Archiefwet? In de brede discussie
over het archiefbestel dit keer aandacht
voor de reacties van spelers uit het veld.
Hans Berende,
hoofdredacteur Archievenblad
Door Marianne Loef,
Door Peter de Jong,
voorzitter NVBA (Netwerk Voor Bedrijfsmatig
Archiveren)
voorzitter vereniging SOD (vereniging voor
documentaire informatievoorziening en admi
nistratieve organisatie)
Door Wilma van Giersbergen,
voorzitter VTHA (Vereniging 'De Topografisch-
Historische Atlas')
Door Jeroen van Oss,
Voorzitter WGA (Werkverband Gemeentelijke
Archiefinspectie)
archievenblad
archievenblad