52 I onderwijs aan de orde was, heb ik ook te laat de machinaties en verborgen agen da's gezien. Tot mijn verbijstering ben ik te lang uitgegaan van goede bedoelingen en openheid. De onzorgvuldige discussie en besluitvorming bij het Ministerie heb ben mij zeer geraakt: waarom kan 't niet volgens de regels van behoorlijk bestuur; wij zijn toch ook fatsoenlijk? Het hele traject rond de Archiefschool, al meer dan vier jaar lang, met steeds weer ben daar goed ontvangen en heb daar het ambtelijke werk geleerd. Als ik terugkijk op de periode 1978-1988, is dat overwe gend positief. Ik heb ervaren dat het werk zinvol was, dat ik een bijdrage leverde. En dat de wijze waarop we ons werk deden ook deugde. Ik geloof wel dat dat veran derd is; ik zou niet zo gemakkelijk meer terug willen. Ik merk het onder meer aan het hele gedoe rond de Archiefschool..." Na tien jaar Ministerie ben je in 1988 'het veld' ingegaan. Was dat een bewuste keuze? "In feite is de HBO-raad een tus senvorm. Ze besturen mee, zijn (soms te veel) betrokken bij het beleid van het Ministerie. Maar het was een boeiende tijd, voor en in het kunstonderwijs, dat toen erg ter discussie stond. Op een bepaald moment, na geruime tijd, zag ik mezelf herhalen. Toen was ik toe aan iets anders. Ik had geen carrièreplan, maar er zijn wel altijd dingen waar je meer of minder voor voelt. Ik wilde toen een andere baan en ging verder kijken. De Archiefschool kwam in beeld via via, waardoor ik gesolliciteerd heb naar mijn huidige functie." Een actuele zaak: je hebt geen archiefoplei ding. "Dat klopt, het staat wel in de statu ten van de school. Het is nooit bespro ken; de Raad van Toezicht heeft er nooit een punt van gemaakt. En ik heb het zelf gezien in de statuten toen ik er al zat. De Benoemingscommissie was eerst gaan zoeken in het veld en toen dat blijkbaar geen geschikte kandidaat opleverde, is men breder gaan kijken en kwam ik in beeld. Men heeft blijkbaar voor lief geno men dat ik geen diploma had. Ik was van uit mijn vorige functies wel op de hoog te van de wet- en regelgeving rond het Hoger Onderwijs. Soms speelt het gemis aan een archiefopleiding wel, als autori teit in het geding is. Maar ik kan erg varen op de mensen die hier werken." Hoe kijk je terug op de periode Archiefschool? "Juist door dit team zie ik de periode bij de Archiefschool als een positieve tijd. Eigenlijk is vooral het veld me niet mee gevallen. Het is een weinig actief veld dat kansen laat liggen. Andere beroepsgroe pen streven naar de hoogste opleidingen, het archiefveld heeft die en zag ze zon der tegensputteren verdwijnen, of werkte daar zelfs aan mee. Toen de besluitvor ming over de toekomst van het archief- burgerlijke stand hoe we een vorm van invloed kunnen regelen, maar dat behoeft apart aandacht. In feite ben ik nu drie a vier jaar bezig met deze verandering, deze hele cultuur notaperiode. Het belangrijkste resultaat is uiteindelijk dat alle activiteiten doorgaan en in onderlinge samenhang." En hoe gaat het nu verder met de opleiding? "De activiteiten van de Stichting Archiefschool gaan over naar de Hogeschool van Amsterdam, samen met de medewer kers. Daar zal alles doorgaan, en van daar uit zal de opleiding bij de Universiteit van Amsterdam ook gecontinueerd worden. Hiertoe krijgen HvA en UvA subsidie van OCW. De stichting beweegt zich nu op drie terreinen die meerwaarde hebben door hun onderlinge samenhang (onderwijs, onderzoek en na- en bijscholing), en dat gaat allemaal door. Op termijn in de garan tie op continuïteit niet geregeld, dus het veld moet wel opletten." En wat gaat Adelheid Feryn doen? "Ik mag mee naar de Hogeschool en die doet moeite voor een plaats voor mij (via een speciaal traject) te vinden, maar ik zoek daarnaast zelf ook naar een leuke baan. Ik wil nog tien jaar werken. De over heid roept dat we langer moeten werken, nou mij heb je; ik wil wel. A propos, met de vrouwenemancipatie gaat het niet echt goed. Ik ben een feminist en heb altijd al geijverd voor meer vrouwen, vooral op hogere plaatsen. In de jaren tachtig ging langzaam de goede kant op, maar ondertus sen is het zeker minder geworden. Er is veel meer nodig dan een paar afspraken tussen minister Plasterk en enkele ondernemers. Ook daar ben ik niet heel positief over." Wil je nog iets aan de lezers meegeven nu je vertrekt? "Ja, misschien vanuit de ervaring die ik op de Archiefschool heb opgedaan: van belang is dat we leren van het verle den en van onze ervaringen, als organi satie en als individu. En dat er continu ïteit moet zijn. En dat hangt met elkaar samen. Heroverwegen kan, zeker, maar wel gefundeerd, gemotiveerd." nieuwe ambtenaren die van voren af aan beginnen. Er was geen enkele continuï teit; ze hadden of gebruikten geen archief, niet de kennis van collega's. De redenen voor de inrichting van de Archiefschool blijken dan opeens geen rol meer te spelen, er kan opeens zonder meer iets nieuws bedacht worden. Er wordt op het Ministerie teveel gewisseld en inhoude lijke betrokkenheid en deskundigheid is geen factor meer." Je bent kritisch over de gang van zaken rond de opheffing. "Ja, de manier waarop hierover is besloten, is niet zoals 't hoort. Feitelijk is de reden van opheffing nergens ver woord. Daartegen kun je je niet verweren. Het zijn steeds weer losse flodders, het is salamitactiek. Er is geen plan gekomen voor een nieuwe inrichting, met goede argumenten. Anders hadden we kunnen reageren en inhoudelijke argumenten kunnen uitwisselen. Ook een juridisch traject was niet mogelijk, omdat er fei telijk geen besluit is genomen waartegen bezwaar gemaakt kon worden. Het enige argument dat rest voor het nieuwe arran gement is dat hiermee de invloed van het werkveld beter geregeld kan worden om het onderwijs beter af te stemmen op de behoefte van het veld. Letterlijk staat er: 'Belangrijke doelstelling van deze over gang (van Stichting Archiefschool naar regulier onderwijs) is het effectueren van een nauwe aansluiting tussen het archiefonderwijs en het openbaar archief- wezen.' Haha, hier word ik cynisch van! Nu hebben we een statutair verankerde Adviescommissie opleidingen, bij univer siteit en hogeschool niet, die zijn in hoge mate autonoom. We gaan wel bekijken december 2008 53 Burgerlijke Stand Naam: Adelheid Maria Julia Louisa Feryn Geboren: 5 maart 1954 te Roeselare. Het gezin Feryn woonde in Lichtervelde. Burgerlijke staat: samenwonend in Leiden met Andries van Helden Opleiding: 1960-1966 Lagere school Lichtervelde 1966-1972 Bisschoppelijk Lyceum der Grauwe Zusters Franciscanessen, Roeselare 1972-1977 Rijksuniversiteit Gent, Germaanse filologie (Nederlands en Engels) Werk: 1978-1979 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, directie Personeelszaken, formatiemedewerker 1979-1984 Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Directoraat- generaal Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, hoofd directie Onderzoekbeleid, directie geestes- en sociale wetenschappen. 1984-1988 Idem, directie toekomst verkenningen 1988-1991 HBO-raad (vereniging van Hogescholen), Kunstonderwijs en algemene beleidsvorming (ondersteu nen sectoraal overleg) 1991-1999 Hogeschool voor de Kunsten, Den Haag (fusie Koninklijk Conservatorium en Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten), secretaris van het College van Bestuur 1999-2008 Directeur Stichting Archiefschool Hobby's: (Hartstochtelijk) lezen en cultuur en kunst consumeren, voornamelijk in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, en in voorkomend geval in het buitenland; mode en vormgeving. archievenblad december 2008 Aan het Kivu-meer bij Bukavu, Belgisch Kongo: moeder, Jo, Adelheid en Goede, 1958 (coll.A. Feryn). Jac. Biemans is werkzaam als medewer ker Educatie en Public Relations bij het Stadsarchief 's-Hertogenbosch en redacteur van het Archievenblad. m Met de collega's van de directie Geestes- en Sociale Wetenschapen, Hoofddirectie Onderwijsbeleid van het Minsiterie van Onderwijs en Wetenschappen, ca. 1980. Adelheid staat midden achter (coll.A. Feryn). Adelheid Feryn: "Van belang is dat we leren van het verle den en van onze ervaringen, als organisatie en als individu. En dat er continuïteit moet zijn" (foto Jac. Biemans). archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2008 | | pagina 26