Janus is voorbij
c
c
H
z
r
z
afscheid archiefschool
afscheid archiefschool
Met deze wet is de EG-Richtlijn erken
ning beroepskwalificaties van 7 september
2005, waar het architecten betreft, in het
Nederlandse recht geïmplementeerd. Voor
cultuurberoepen heeft deze EG-richtlijn
eveneens een regeling opgeleverd, voor
vereiste beroepskwalificaties van migran
ten.2 In die regeling staat onder meer te
lezen: "In Nederland is de toegang tot
een aantal beroepen in de cultuursector
gereglementeerd, dat wil zeggen dat men
om het beroep in Nederland te kunnen
uitoefenen, moet voldoen aan de in de
cultuurwetgeving opgenomen beroeps-
eisen. Het betreft de beroepen van alge
mene rijksarchivaris, rijksarchivaris, pro
vinciale inspecteur, gemeentearchivaris,
waterschapsarchivaris en leidinggevende
zoals gereglementeerd bij of krachtens de
Archiefwet 1995." Zonder diploma - het
was ons bekend - zijn deze posten niet te
vervullen, al helemaal niet door lieden uit
den vreemde. Gekwalificeerd, een wette
lijke erkenning, wat wil de archivaris (bij
de overheid) nog meer? Is dat niet zowat
het hoogst haalbare voor een professio
nal? Op zoek naar een antwoord op die
vraag ga ik hier na wat de kenmerken zijn
van een professional.
Een katholieke achtergrond geeft mij
bij het woord 'professie' allereerst een
beeld van een vervagend verleden: het
afleggen van kloostergeloften. Met deze
betekenis wil ik vakgenoten hier niet las
tig vallen. Het beroep van archivaris mag
serieus en veeleisend zijn, een gelofte of
openbare belijdenis is er niet aan gekop
peld. Althans, nog niet. Wellicht komt
er een dag waarop erkenning van vak
bekwaamheid wordt vastgelegd in een
openbaar register.
Het woordenboek Van Dale vermeldt als
derde de betekenis van 'professie' waar
het mij hier om gaat: beroep, ambt.
In algemene zin zijn een gedegen oplei
ding en training op hbo-
of academisch niveau, en
afgerond met een erkend
diploma, het voorportaal
van een beroep(sveld)
dat zich afficheert als
'professioneel'. Dat laat
ste staat voor: in hoge
mate vakbekwaam in
de uitoefening van het
beroep, dat een intellec
tueel beroep is en berust
op gespecialiseerde ken
nis over een duidelijk
begrensd object. Juist
dit laatste, een omlijnd
terrein waarop het vak
zich richt én de specia
listische kennis die bin
nen de beroepsgroep
wordt gedeeld, recht
vaardigt de aanspraak
op autonomie die de
professional kenmerkt.
Inhoudelijke onafhan
kelijkheid is een groot
goed en onontbeerlijk
voor de zelfstandigheid
van het beroep. Verder
is het handelen van een
professional, ook voor
buitenstaanders, herkenbaar als een uit
gesproken taak of dienstverlening die van
nut is voor de samenleving en als zodanig
wordt gewaardeerd.
Wat (de beroepsgroep van) archivaris
sen betreft staat die taak, kortweg, in het
teken van de individuele en collectieve
verantwoordelijkheid voor het maken,
aanleveren en behouden van procesge
bonden informatie, de distributie en het
(her)gebruik ervan. Dat behelst onder
meer een verplichting tegenover de
samenleving en de overheid. Het bestrij
den van achterhouden van informatie en/
of van het veronachtzamen van beheer
van informatie is uitdrukkelijk onder
deel van een verantwoorde taakuitvoe
ring van de archivaris. Een professional is
gedreven, kent plichtsbesef en toont zich
betrokken bij zijn werk. De beroepsver
eniging, -code en -cultuur vervullen hier
een ondersteunende rol.
"Op de hoogte blijven van de nieu
we ontwikkelingen in het snel verande-
rende veld": het zou ook archivarissen en
de beroepsvereniging als muziek in de
oren moeten klinken. Met grote waarde
ring voor de inzet en het doorzettings
vermogen van de collega's die eerder
deze eeuw de na- en bijscholing van de
Archiefschool hebben gevolgd, uit erva
ring weet ik hoe ongemakkelijk 'zittende'
archivarissen met die uitdaging omgaan.
Voor mij is de essentie van 'op de hoogte
blijven' niveauhandhaving én emancipa
tie van het beroep.
In het S@P-jaarboek 1999, Naar een nieuw
paradigma in de archivistiek, wijzen de
auteurs op overtuigende wijze de docu
mentaire informatie en het archief de
weg naar het geïntegreerde domein van
de documentaire informatiekunde. Na de
val van de muur in Berlijn tien jaar eer
der voorzag Thomassen in 1999 het einde
van het ijzeren archiefgordijn tussen twee
vakgebieden (185 e.v.).3 De visie vertolkt
door de auteurs in dit jaarboek, leunde op
archivistische ontwikkelingen die elders
in de wereld, Australië en Canada met
name, al veel langer gaande waren en
introduceerde hier te lande het 'records
continuum'. Inmiddels zijn er weer bijna
tien jaar verstreken en de tekenen in
Nederland die wijzen in de richting van
een 'ketenbenadering' in de overheidsin
formatiehuishouding beginnen geleide
lijk zichtbaar te worden.
Het 'records continuum' verandert en ver
breedt de functies van procesgebonden
informatie en plaatst deze in een tijdloze
ruimte: het gaat om functies ais goed over
heidsbestuur, verantwoording, geheugen,
identiteit en betrouwbare bron. Good
governance, accountability, memory (corpo
rate, national, societal), constructing identity
(individual, community, national), providing
authoritive sources of informa
tion.1' Al deze functies spelen
op enig moment, nu of later,
ooit misschien.
In de Nederlandse praktijk
is (vooralsnog) het gebrui
kelijke onderscheid in ver
antwoordelijkheden voor
de informatiehuishouding
hoofdzakelijk lineair, hetgeen
de niet-geïntegreerde, 'ener-
zijds-anderzijds'-indeling tel
kens opnieuw doet beklijven.
Janus duikt dan ook nog gere
geld op in de vakliteratuur:
de blik van de archivaris die
naar twee kanten is gericht.
Enerzijds oog hebben voor de
archiefvorming, het beheer
en de toegankelijkheid in de dynami
sche fase (maar niet teveel mee bemoeien
s.v.p.), anderzijds waken over het beheer,
het behoud en de toegankelijkheid van
permanent te bewaren archieven.
Met een ketenbenadering in het 'snel ver
anderende veld' raakt Janus echter meer
en meer gedateerd. Des te opmerkelijker
dat, in elk geval een deel van, de beroeps
groep zich blijft vastklampen aan de twee
blikvelden en de traditioneel gescheiden
werelden. Soms zelfs met enige nadruk,
om de eigenheid te profileren en afstand
te nemen, zo lijkt het, in een streven naar
grotere maatschappelijke erkenning en
waardering. Zoals naar mijn idee gebeurt
wanneer archivarissen 'te bewaren archie
ven', te pas en te onpas, bestempelen als
'cultureel erfgoed'. Een bezwerende for
mule, veelal uit de koker van het archi-
vistisch ultramontanisme, het land waar
door beijveraars de Januskop eenvoudig
is gekliefd.
Informatiearchitect en nog veel meer
Het kost moeite om de wisseling in
perspectief op procesgebonden informa
tie die het 'records continuum' aanreikt
in praktijk te brengen. Vooral ook kost
het informatieprofessionals moeite om
binnen organisaties posities in te nemen
op een geëigend niveau, het niveau waar
op de verzelfstandiging van de rol van
de archivaris een feit is. Zelfstandigheid
behoort namelijk voorop te staan.
Het vak is het uitvoerende niveau ont
groeid. Vergelijk de archivaris met
een architect. Een ontwerper die de
(informatie)wensen van zijn opdrachtge
ver tot in alle hoeken doorgrondt en in
kaart brengt, waarna de bouw kan aan
vangen. Moeiteloos gaat deze vergelijking
verder: vereist is kennis van wettelijke
voorschriften, materialen, etcetera. En
duurzaamheid niet te vergeten. De archi
varis heeft er verstand van, heeft overzicht
en beschikt over grondige kennis van de
geschiedenis en toepassing van zijn vak.
De ontwerper dient bovendien te voor
komen dat het informatiebouwwerk
na zekere tijd ineen stort. De risico's in
het huidige tijdsgewricht - de overgang
van analoog naar digitaal - zijn alge
meen bekend: de stiltes in het toekom
stig archief worden groter en groter. De
Algemene Rekenkamer, de Raad voor
Cultuur en de archiefinspecties houden
het de overheid en de samenleving met
regelmaat voor, noodgedwongen bij her
haling. Maar de boodschap is bij uitstek
aan ons, informatieprofessionals, gericht.
Een meedogenloze sliding op het
voetbalveld is al gauw een professionele
tackle. Nu de Stichting Archiefschool
subtiel en vakbekwaam onder het gras is
geschoffeld door OCW, dient het archief
wezen zich af te vragen wat deze profes
sionele tackle ontwricht aan het eigen
beroep. Een nieuwe grasmat is welis
waar uitgerold - de opleidingen bestaan
immers voort -, maar hoe lang gaat het
duren vooraleer de pijn is verdwenen?
Mijn suggestie is: de beroepsvereniging
zou kunnen pleiten voor een 'Wet op de
Informatiearchitectentitel' en zelf begin
nen met een register voor gekwalificeerde
archivarissen (vgl. architectenregister).
Daarnaast is harder schreeuwen en vaker
naar buiten treden een serieuze optie.
De reputatie van Victor de Stuers, aan wie
het archiefwezen veel te danken heeft,
kan ons nog altijd tot voorbeeld strek
ken.
rr
V
36
37
De archivaris moet hogerop
Door Agnes E.M. Jonker
Deze zomer verscheen er een wetswijziging
die het vak van architecten een kwaliteits
impuls moet geven. Architecten moeten ten
minste zestien uur per jaar bij- en nascho
ling volgen, zo bepaalt de wettelijke bij- en
nascholingsverplichting voor architecten.1
De beroepsgroep blijft zo op de hoogte van
de ontwikkelingen in het snel veranderende
veld.
Inhoudelijk onafhankelijk
Januskoppigheid
Agnes Jonker tijdens een studiebijeenkomst voor archi
varissen, georganiseerd door de Archiefschool in februari
2007 (foto Marieke de Haan).
Het informatiebouwwerk dreigt ineen te storten.
Waar is de bij- en nageschoolde informatiearchitect?
Torre Agbar, Barcelona. Fotografische bewerking door
Agnes Jonker, 2006.
Titelbescherming en een register
Agnes E.M. Jonker is docent-onderzoeker bij
de Archiefschool.
Noten
15 juli 2008; wijziging Wet op de
Architectentitel van 7 juli 1987.
2 Regeling Minister van OCW van 11 juli 2008,
nr. WJZ/32760 (4850).
3 Theo Thomassen, 'Archivarissen en records
managers: zelfde professie, verschillende
verantwoordelijkheden', in: P.J. Horsman e.a.,
Naar een nieuw paradigma in de archivistiek.
Jaarboek 1999 Stichting Archiefpublikaties
(Den Haag, 1999) 185-194.
4 Sue McKemmish and Glenda Adand,
'Archivists at Risk: Accountability and the
Role of the Professional Society', RCRG 1999.
T
archievenblad
december 2008
december 2008
archievenblad