De digitale evolutie De Archiefschool als bewustiaker afscheid archiefschool afscheid archiefschool Het Internet ligt aan de basis van deze digitale evolutie. Het dient als circulatie systeem voor de stortvloed aan bits die door cyberspace stroomt. Kern van het Internet is een protocol dat een veelvoud aan digitale apparaten toestaat dezelfde taal te spreken en daardoor informatie uit te wisselen. Het Internet is de lijm die de digitale wereld bindt. Maar dat was een decennium terug nog niet te voorspellen: een van de belangrijkste krachten ach ter de digitale evolutie, Microsoft, werd bijna verslagen door de snelle groei van het Internet, hetgeen de leiders van dat bedrijf niet hadden voorzien en in ieder geval niet serieus namen. Bill Gates moest al zijn krachten aanwenden om het bedrijf zodanig te herstructureren dat het het Internet kon omarmen en producten kon ontwikkelen om het gebruik ervan te faciliteren. De Internet-manie van het einde van de twintigste eeuw leidde uit eindelijk tot het instorten van een star- Het Internet is de lijm die de digitale wereld bindt tende 'nieuwe economie', maar dit heeft de expansie van het gebruik van Internet niet beïnvloed. Die nieuwe, digitale(re) economie heeft zich hervat en het publiek vertrouwen in het Internet is hersteld. Digitalisering heeft het mogelijk gemaakt grote hoeveelheden gegevens op te slaan, over te dra gen en te ontvangen. En hoe hebben wij mensen daar gebruik van gemaakt! Een van de grootste gevolgen namelijk van de 'ver-versprei de verspreiding' van digitale technologie is de hoeveelheid gegevens die gege nereerd wordt als gevolg van alle een voudige dingen die we elke dag doen. Een studie in 2003 heeft geprobeerd te kwantificeren hoe veel data jaarlijks wordt geproduceerd en opgeslagen op elk denkbaar medium. Het onderzoek kwam tot de conclusie dat het ging om ongeveer 5 exabyte aan nieu we informatie per jaar. Ter visualisatie: de Library of Congress beheert 17 miljoen boeken; gedigitaliseerd neemt dat onge veer 136 terabyte in beslag. Het vergt dus jaarlijks de productie van 37.000 collec ties van 17 miljoen boeken om 5 exabyte te vullen! En dat was in 2003! Sinds die tijd is jaarlijks de totale groei met onge veer 30 gestegen. Let wel: dit is enkel de digitale informatie! De (enorme) aan was van papieren documenten - het is immers nog steeds een hybride informa tiemaatschappij (en printen is erg han dig) - is hier niet bij geteld. Medewerkers naderen het punt waar het volume aan gegevens en de complexiteit van de applicaties die nodig zijn om mee te werken, de menselijke mogelijkheden dreigen te overwinnen. Volgens onder zoeken heeft een gemiddelde informatie werker het dagelijkse volume van bedrijfs- gerelateerde e-mail sinds 1997 met een factor 20 zien stijgen. Dit heeft een direct gevolg op de productiviteit en gezond heid van medewerkers. Volgens een stu die van het Families and Work Institute zegt 56 van alle informatiewerkers te moeten werken aan te veel taken tegelij kertijd en worden ze zoveel gestoord dat ze het moeilijk vinden om het werk klaar te krijgen. Bijna eenderde van de infor- matiewerkers zegt dat zij meestal niet het gevoel hebben tijd te hebben om na te denken over het werk wat ze doen. Stress Volgens onderzoeken heeft een gemiddelde informatiewerker het dagelijkse volume van bedrijfsgerelateerde e-mail sinds 1997 met een factor 20 zien stijgen is blijkens onderzoek waarschijnlijk de belangrijkste reden voor gemist werk. Informatie doordrenkt de volledige orga nisatie. Een onderzoek van Accenture van januari 2007 concludeerde onder andere dat managers tot 25 van hun werktijd besteden aan het zoeken naar informatie. En dit kan worden aangevuld met de con statering dat de meeste bedrijven niet in staat zijn de door hen opgeslagen infor matie te gebruiken voor verantwoording en bewijs. Nicholas Carr stelt (als eerste van de velen) dat IT een commodity geworden is die (vanuit strategisch oogpunt) "doesn't matter". Het feit dat IT gewoon is gewor den, wordt onderwijl in steeds meer lite ratuur ondersteund. Maar het verhult ook de problematiek die digital archiving heet. Want alle communicatie- en infor matietechnologieën gaan in essentie over de capture, de opslag, de ordening, het behoud (bewaring), de selectie, de retrie val (toegankelijkheid, zoek- en vindbaar heid) en de ter beschikking stelling van informatie. Vergis ik me of zijn dit niet de voornaamste archiveringsprocessen die Horsman onderscheidde? De archiveringsprocessen gaan dus niet over archivering alleen. Ze gaan over het gehele beheersproces van gegevens en documenten. Ze gaan over de voort durende controle van alle activiteiten, die te maken hebben met het ontstaan, de verwerking, het gebruik, de selectie en het behoud (of niet) van procesge bonden informatie (gegevens en docu menten). Ze gaan over unbroken custody in een records continuum. Het niet erken nen van de band tussen digitale infor matie en archiveringsprocessen leidt tot problemen in het beheer, zoals twee recente voorbeelden laten zien. Ten eer ste de 'mislukte' invoering van een nieuw, centraal Burgerzakensysteem: aandacht voor de procesgebonden informatie zelf vanuit het oogpunt van de archiverings processen zou, naast meer aandacht voor de gebruikte projectbeheersingsmethode, een betere insteek zijn geweest om dit Het niet erkennen van de band tussen digitale informatie en archiveringsprocessen leidt tot problemen in het beheer authentieke register te realiseren. Tweede voorbeeld: de moeilijke implementaties van SharePoint in organisaties, omdat niet of nauwelijks gelet wordt op de realisatie van de archiveringsprocessen, waardoor het beheer van de opgenomen procesgebonden informatie zodanig is gewaarborgd dat ze effectief kan worden gebruikt en snel gevonden. We kunnen zo nog even doorgaan. Overigens, alle voorbeelden die genoemd worden in het onderzoek van Accenture in 2007 passen ook in dit rijtje. Uiteraard ligt het pro bleem bij de genoemde voorbeelden niet alleen aan het niet erkennen van de archi- HERINNERINGEN AAN DE ARCHIEFSCHOOL TZc> veringsprocessen. De problemen zouden echter veel minder groot zijn wanneer de nadruk wat meer kwam te liggen op de procesgebonden informatie zelf en wan neer de archiveringsprocessen geïmple menteerd zouden zijn. De Archiefschool heeft natuurlijk geen enkele invloed op de digitale evo lutie. Maar met de enorme toename van de informatievloed en het steeds belang rijker worden van (wat de marktpartijen noemen) storage and retrieval, archiving, data retention en eDiscovery wordt wel duidelijk dat het gedachtengoed van de Archiefschool een enorme rol kan spelen in de content value chain van procesgebon den informatie. En wat heeft de Archiefschool tot nu toe in het kader van die digitale evolutie bereikt? In mijn optiek is dat in een aan tal essentiële zaken te comprimeren: de Archiefschool heeft een belangrijke bij drage geleverd aan bewustwording, heeft richting gegeven aan ontwikkelingen op Zowel in het onderwijs als de onderzoeksactiviteiten van de Archiefschool werd tot uitdrukking gebracht dat de archiveringsprocessen starten in de bedrijfsprocessen van een organisatie, dat archiefbeheer niet aan de achterkant, maar aan de voor kant van een organisatie stond het vlak van de archiveringsprocessen en heeft kaders beschikbaar gesteld, op basis waarvan implementatie van methoden en technieken om de archiveringspro cessen te realiseren vergemakkelijkt kan worden. Al vanaf het midden van de jaren '90 legt de Archiefschool in talrijke publicaties nadruk op het record keeping system, op record management applications en archive ringsprocessen. De term 'procesgebonden informatie' geeft als geen andere aan dat archiveringsprocessen zich in bestaande Lees verder op pagina 31 Geert-Jan van Bussel In 1995 schreef Nicholas Negroponte in zijn invloedrijke boek Being Digital de observatie dat de opkomst van de digitale technologie geen normaal verschijnsel is: "Being digital is different", zo schreef hij. "We are not wai ting on any invention. It is here. It is now. It is almost genetic in its nature, in that each generation will become more digital than the preceding one." Het tempo van verandering ligt hoog. Hele bedrijfstakken zijn veranderd door de nieuwe digitale realiteit. Geen seg ment van de maatschappij is onaangetast gebleven: muziek, fotografie, boekproduc tie, journalistiek, bankwezen, productie, gezondheidszorg, onderwijs, entertainment, overheid, familie- en gezinsleven, archieven, alles is digita(a)l(er) aan het worden. Menselijke (on)mogelijkheden Geert-Jan van Bussel (bovenste rij, derde van links) als docent van de Archiefschool, 2002 (foto Archiefschool). Archiveringsprocessen v^\ 1984-1985: opleiding Middelbaar Archiefambtenaar Van de docenten herinner ik mij onder meer Hans de Vries, adjunct-directeur van De rij staande mensen: I e van links: Ron Guleij; 3e van links: Jacob Bonno (kortweg Jack) de Vries; 5e van links:Willem Küller;6e van links: Hans Beek; 7e van links: Rutger Suir; 8e van links: Erik Geelen. De rij zittende mensen: I e van links: onbekend; 2e van links: H. Marsman-Slot; 3e van !inks:Wil van Oosterhout; 4e van links: onbekend. de Rijksarchiefschool die mij geworven heeft voor de opleiding. Ook bewaar ik nog altijd goede herinneringen aan de heer Berkenveider. Een strenge school meester die geschiedenis gaf. Boeiende lessen. Wat herinner ik me nog meer? De vrijdagse lessen op de Archiefschool en de vier andere dagen werken aan de inventaris op de Inventarissenkamer van de Tweede Afdeling. Een computer had den ze daar toen nog nooit gezien. Wat een nostalgie! We leerden het vak van archivaris op een nu wel heel ouderwets lijkende manier. Muller, Feith en Fruin waren nog de grote geleerden. We had den twee werkweken op Woudschoten in Zeist, waar het na de les en na de maaltijd een gezellige boel was. Rol Archiefschool

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2008 | | pagina 14