Archiveren van e-mail: ACTIEVE CONSTICTIE VAN HET VERLEDEN management management Uitprinten van de belangrijkste e-mail is nog steeds de standaardoptie, maar iedereen weet dat dit slechts met een beperkt aantal berichten gebeurt. Ik kom in deze bijdrage niet met de defi nitieve oplossing voor het archiveren van e-mail. Wel wil ik een ander zicht op de oplossing geven dan gebruikelijk. Ik stel namelijk niet zozeer het medium e-mail centraal als wel de aard van de organisatieverandering die door het gebruik van e-mail in gang is gezet. Veel mensen benadrukken dat het grote pro bleem is dat e-mail als informele communicatie wordt behandeld. Men ziet een e-mailbericht als een telefoongesprek en heeft daardoor niet de neiging dit te bewaren. Is dit terecht? Formele en informele communicatie zal ik in deze bijdrage niet zozeer als archivistische termen bespreken, maar veeleer binnen de context van de organisa tiewetenschap. Het onderscheid tussen het for mele en informele deel van de organisatie is een cruciaal aandachtspunt in de organisatieweten schap. We moeten hier aandacht aan besteden als we willen begrijpen hoe en welke e-mailberich- ten we moeten archiveren. In dit artikel zoom ik in op de grote hoeveelheden e-mailberichten die ambtenaren onderling en naar de buitenwacht versturen. Mijn centrale aandachtspunt is hoe organisaties om kunnen gaan met de vage grens tussen formele en informele communicatie. Op deze stroom berichten van ambtenaren krij gen organisaties het moeilijkst grip. Veel mensen benadrukken dat het grote probleem is dat e-mail als informele communicatie wordt behandeld. Men ziet een e-mailbericht als een telefoongesprek en heeft daardoor niet de neiging dit te bewaren. Daarnaast is er een stroom gestandaardiseerde informatie. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om berichten van burgers naar info@gemeente.nl. Deze berichten moeten natuurlijk gewoon alle maal bewaard worden. Het onderscheid tussen formeel en informeel speelt hierbij niet: het zijn allemaal formele berichten. Achtereenvolgens behandel ik de volgende vragen: Wat betekent e-mail voor formalisatie van organisaties? Wat betekent deze verande ring voor het bewaren van e-mail? Wat kunnen organisaties doen? Ik baseer mij op empirisch onderzoek dat ik heb verricht bij drie overheids organisaties: de Admiraliteit van de Koninklijke Marine, De Nederlandsche Bank en de bestuurs dienst van een gemeente (Meijer, 2006). Bij deze gemeente heb ik in totaal bijna veertig mensen geïnterviewd. Formalisatie betreft volgens Weber de ver zakelijking van contacten en coördinatie. Het is een cruciaal element van Webers ideaaltype en wordt ook gezien als een van de factoren achter de grote successen van bureaucratische organisa ties in de twintigste eeuw. Binnen het openbaar bestuur is formalisatie niet alleen gerelateerd aan een goede bedrijfsvoering, maar ook aan verant woording aan politiek en burgers. Het principe Binnen het openbaar bestuur is formalisatie niet alleen gerelateerd aan een goede bedrijfsvoering, maar ook aan verantwoording aan politiek en burgers. van formalisatie is uitgewerkt in procedures die gelden voor verslaglegging en documentatie. Door het principe van formalisatie kunnen bui tenstaanders - bijvoorbeeld volksvertegenwoor digers maar ook rekenkamers en ombudsmannen - een precieze reconstructie maken van het func tioneren van de ambtelijke dienst. In de stuk ken ligt vast welke opdrachten zijn gegeven en op welke wijze deze zijn uitgevoerd. De formele stukken maken dit functioneren transparant. Op die manier is het mogelijk ex-post verant woording af te leggen en is de ambtelijke dienst controleerbaar. Ook dit draagt bij aan het garan deren van de ondergeschiktheid van de ambte lijke dienst aan de volksvertegenwoordiging. In de loop der jaren is veel kritiek uitgeoefend op een te hoge mate van formalisatie. Het eer ste kritiekpunt is dat het principe van formali satie ertoe leidt dat organisaties zich moeilijk kunnen aanpassen aan wijzigende omstandig heden. Indelingen zijn geoptimaliseerd voor specifieke situaties en kunnen niet eenvoudig worden gewijzigd. Een tweede kritiek punt is dat formalisatie leidt tot 'domme organisaties'. De creativiteit die nodig is om te reageren op complexe en veran derlijke omstandigheden worden vaak geblokkeerd door bureaucratische barriè res. Morgan (1998: 32-33) geeft expliciet aan dat communicatie vaak ineffectief is doordat gestandaardiseerde kanalen niet om kunnen gaan met nieuwe omstandig heden. Ik kijk in mijn onderzoek op drie manieren naar formalisatie. Ten eerste wordt gekeken naar de scheiding tussen werk en privé. Weber geeft aan dat er een volledige scheiding dient te zijn tussen ambtsvermogen en particulier vermogen (Zuurmond, 1994: 27). In klassieke zin betekent dit dat ambtenaren het ambt niet mogen gebruiken om hun privésitu- atie te verbeteren. Deze scheiding heeft ook betrekking op de tijdsbesteding en het communicatiegedrag van ambtenaren. In mijn proefschrift heb ik aangegeven dat gebruik van persoonlijke ICT's - zoals tekstverwerkers en e-mail - vooral zijn ontwikkeld om activiteiten van indivi duen te ondersteunen (Meijer, 2002: 224- 226). Bij het gebruik van deze technolo gieën staan individuen binnen overheids organisaties en hun kennis en belangen centraal. Vaak is niet eens bedacht welke bijdrage e-mail zou kunnen hebben aan het realiseren van de doelstellingen van de organisatie (Langenhuijsen, 2002). Op grond hiervan kan men verwachten dat individuen e-mail zowel gebruiken voor zakelijke communicatie als voor persoonlijke aangelegenheden. Is dat ook zo? Ten tweede wordt gekeken naar de stijl van de communicatie (Ball, 1991; Ngwenyama, 1998: 11; Taylor, Fieldman en Lahlou, 2005). De veronderstelling hierbij is dat ambtenaren in e-mailbe- richten minder formeel formuleren dan zij zouden doen in (papieren) nota's, brie ven en memo's. Is het inderdaad zo dat de stijl van e-mailberichten afwijkt van de stijl van memo's? Op welke manier en in welke mate treden deze afwijkingen op? Ten derde wordt gekeken naar de wijze van omgang met collega's en de manieren waarop samenwerking tot stand komt. Formalisatie heeft daarbij betrekking op afnemende ruimte voor persoonlijke en relationele aspecten en toenemende aan dacht voor objectivering van werkafspra ken (Scott, 2003: 59). De vraag hierbij is of e-mail inderdaad leidt tot een veran dering in de omgang met collega's of dat het mediumgebruik hier geen invloed op heeft. Rocheleau (2002: 104) geeft aan dat er meer gegevens worden vastgelegd over informele communicatie en activi teiten binnen Amerikaanse organisaties. Leidt deze grotere nadruk op vastlegging tot een verzakelijking van contacten met collega's? Deze dimensies hangen natuurlijk ook in hoge mate samen. Een focus op relatio nele aspecten zal snel leiden tot een infor meler taalgebruik. Een focus op relaties kan ook leiden tot een minder duidelijk onderscheid tussen werk en privé. En voor werkcommunicatie zal een formelere stijl worden gebruikt dan voor privé-commu- nicatie. Uit het onderzoek bleek echter dat deze samenhang niet noodzakelijk is. Informele formalisatie Wat zijn nu de uitkomsten van het onderzoek? Worden organisaties veel informeler? Mijn onderzoek wijst op informele formalisatie. De stijl van com municatie wordt informeler, maar de schriftelijkheid van organisaties neemt toe. Uit het onderzoek blijkt dat e-mail niet op grote schaal voor privé-communi- catie wordt gebruikt. Vermenging van zakelijke en persoonlijke communicatie lijkt, afgezien van incidentele gevallen De grens is met e-mail minder duidelijk geworden: het formele en het informele zijn vervlochten. van misbruik, geen belangrijk probleem in de onderzochte organisaties. De stijl van communicatie is vaak wel informe ler dan in notaverkeer: minder context, minder zorgvuldige formuleringen en taalgebruik dichter bij de spreektaal. Een meerderheid van de respondenten bena drukte dat de communicatie via e-mail vooral face-to-face of telefonische com municatie vervangt en daardoor leidt tot formelere communicatie dan voorheen. De communicatie is zorgvuldiger gefor muleerd, wordt zorgvuldig bewaard in het (digitale) geheugen en heeft een zake lijker karakter (omdat men zich beperkt tot zakelijke mededelingen). Deze forma lisering van de communicatie is (ten dele) een bewust proces. Ambtenaren kunnen ervoor kiezen communicatie te formali seren; in sommige gevallen zullen ze er voor kiezen dit juist niet te doen. De betekenis hiervan is dat de grens tus sen het formele en het informele bin nen de organisatie minder helder wordt. Voorheen was deze grens gebonden aan de keuze voor het medium: informatie op schrift stellen betekende formaliseren, terwijl iemand bellen of bij iemand langs lopen een keuze was voor informaliseren. De grens is met e-mail echter minder dui delijk geworden: het formele en het infor mele zijn vervlochten. Wat betekent deze informele forma lisatie voor het bewaren van e-mail? Om deze betekenis te begrijpen zal ik twee extreme scenario's bespreken. Scenario 1: alle e-mailberichten worden bewaard. Ambtenaren zullen e-mail dan gaan beschouwen als een memo. De informe le communicatie gaat weer via telefoon of FTF. De grote voordelen van e-mail om deze aspecten van de organisatie te ondersteunen verdwijnen. Scenario 2: geen e-mail berichten bewaren. De orga nisatie loopt dan grote risico's in termen van bedrijfsvoering en verantwoording. Afspraken van eerdere medewerkers kun nen niet meer worden teruggevonden. De organisatie kan moeilijk verantwoor ding afleggen aan rechters en volksverte genwoordigers. Hoe kunnen organisaties tussen deze Skylla en Charybdis doorvaren? We moeten onderkennen dat een organi satie zowel een machine (formeel) als een organisme (informeel) is. Het informele is nodig om dit organisme te kunnen laten leven. Beslotenheid is nodig om het orga nisme te kunnen laten functioneren. Een te hoge mate van formalisatie maakt de organisatie inflexibel en dom, betoogt Morgan. Lees verder op pagina 41 oktober 2008 oktober 2008 39 Door Albert Meijer Grote hoeveelheden e-mail worden heen en weer gestuurd binnen en tussen organisaties en niemand weet eigenlijk wat hiermee moet gebeuren. Welke organisatie heeft geen problemen met het archiveren van e-mail? Informeel en formeel Bedrijfsvoering en verantwoording Drie manieren Machine en organisme archievenblad archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2008 | | pagina 19