fK <Ü0 WÊÊM opmie opmie visie op een toekomst Het archiefbestel in ontwikkeling: fiRCHI In de situatie dat de archieven steeds digitaler worden is mijn visie dat het Nederlandse archiefbestel fundamenteel zal wijzigen. 24 25 nwiT-jTf r- 1i -_.^5 Naar een nieumrchiefbestel? piniEiopim De discussie over het archiefbestel woedt al jaren. Tijdens de KVAN-ledenvergadering in Utrecht zegde het KVAN-bestuur zijn leden toe om de discussie ook in dat verband te voeren. Het is immers belangrijk dat de stem van de archiefprofessionals gehoord wordt bij het vormgeven van het archiefbestel. Datzelfde geldt voor de stem van de instellingen. Daarom hebben KVAN- en BRAIN-bestuur besloten deze discussies zo veel mogelijk samen te organiseren. De basis van beide discussies zal de uitslag van een enquête onder de leden van beide verenigingen zijn. Deze enquête staat vanaf deze week on-line en is te vinden via de sites van de KVAN (www.kvan.nl) en BRAIN (www.archiefbrain.nl). We roepen hierbij alle leden van KVAN en BRAIN op om deze enquête in te vullen. U heeft hiervoor tot 1 november a.s. de tijd. Op basis van de standpunten die hieruit gedistilleerd worden (gedifferentieerd naar vereniging) zullen in januari 2009 twee discussiebijeenkomsten gehouden worden, op 19 januari en 26 januari in Zwolle en 's-Hertogenbosch. Op deze bijeenkomsten krijgen de leden van beide verenigingen de gelegenheid om standpunten te nuanceren, aan te scherpen, te verduidelijken en vooral: om met elkaar in gesprek te gaan. Tot slot zullen beide besturen de input van de enquête en discussiebijeenkomsten gebruiken om een standpunt namens de eigen vereniging te formuleren. Standpunten en bijbehorende stukken zullen gezamenlijk aan de wetgever worden aangeboden. Als aftrap voor de discussie, om u stof tot nadenken te geven en u te helpen bij het bepalen van uw standpunt, hebben we vier mensen uit het archiefveld gevraagd hun ideeën kort te schetsen. We hopen dat deze korte essays u inspireren bij het invullen van de enquête en bij de daarop volgende discussies. Het KVAN-bestuur Het BRAIN-bestuur Waarheen met het archiefbestel? Cartoon van Willem Küller. Door Geert-Jan van Bussel Het Nederlandse archiefbestel is al een aantal jaren in beweging, maar niemand weet echt waarheen. Mij is gevraagd een kort overzicht te geven van mijn ideeën over de ontwikkeling van dit bestel. De steeds digitaler wordende informatiehuis houding binnen organisaties (in principe is bijna ieder archiefdocument dat vandaag de dag wordt gegenereerd bom digital) gaat mijns inziens grote gevolgen hebben voor de manier waarop de zorg en het beheer van cultureel erfgoed wordt geor ganiseerd. In het huidige bestel ligt in de Archiefwet 1995 vast wie belast is met de zorg (de bestuurlijke ver antwoordelijkheid) en het beheer (de ambtelijke verantwoordelijkheid) van archieven en het toe zicht op beide aspecten. Ik ga hier niet in op hoe die zorg en dat beheer in de praktijk uitwerken; dat is voor dit gremium een bekend gegeven. Ik wil hier wel aangeven wat mijns inziens de bottle-necks zijn van het wettelijk systeem, die aangeven dat het bestaande bestel drastisch dient te worden gewijzigd. Bottle-necks Die bottle-necks zijn: het feit dat de Archiefwet 1995 in principe een cultuurwet is en geen informatiewet; de kunstmatige scheiding tussen zorg en beheer schept een fictieve verantwoordelijk heidssituatie die in de praktijk niet werkt; het toezicht op het beheer is dermate verwe ven met de ambtelijke organisatie en dermate functioneel en hiërarchisch afhankelijk van de zorgdrager dat effectief toezicht onmogelijk is; het toezicht op de zorg ontbeert elke effec tieve sanctie om die zorgdragers die hun ver antwoordelijkheid ontlopen voor een verant woord archiefbeheer te dwingen anders te handelen; de verplichte overdracht van te bewaren archiefbescheiden naar archiefbewaarplaatsen creëert een nieuwe situatie qua beheer, maar vaak niet qua zorg, waardoor 'goede, georden de en toegankelijke staat' niet of nauwelijks kan worden afgedwongen. Een ander probleempunt, wat niet direct te maken heeft met het bestel, is dat zowel bij zorg dragers als bij beheerders en toezichthouders de kennis ontbreekt om in technologische omge vingen de zorg, het beheer en het toezicht op de archieven vorm te geven. Juist door de digitalisering van de archieven ontstaat de situatie dat door de archiefvormer technische en organisatorische maat regelen dienen te worden genomen die waarborgen dat te bewaren bestanden behouden blijven. Traditioneel lag die verantwoordelijkheid na de overdracht van de archieven bij de archiefdienst die de archiefbewaarplaats en de daarin opge nomen archieven beheerde. In de situatie dat de archieven steeds digitaler worden is mijn visie dat het Nederlandse archiefbestel fundamenteel zal wijzigen. Ideale situatie In een ideale situatie dient mijns inziens het volgende te gebeuren: 1. de Archiefwet 1995 wordt vervangen door een Informatiewet, waarin regels en eisen worden opgenomen aangaan de informatie- en archiefbeheer in alle fasen van het records continuum, alsme de voor wat betreft de beveiliging en openbaarheid van de beheerde bestan den in dat continuum; 2. de Informatiewet wordt van toepassing op alle organisaties die publieke taken uitvoeren, ook al zijn deze geprivati seerd; 3. een lijst van publieke taken wordt ieder jaar geactualiseerd en bij KB vast gesteld; 4. een lijst van organisaties die publieke taken uitvoeren en waarop dus de Informatiewet van toepassing is, wordt ieder jaar geactualiseerd en bij KB vast gesteld; 5. alle organisaties die onder deze Informatiewet vallen zijn volledig onderhevig aan alle bepalingen zoals die in het Wetboek van Strafrecht zijn vastgesteld en kunnen als zodanig ter verantwoording worden geroepen (met nauwkeurig bepaalde uitzonderingen); 6. de organisaties die onder deze Informatiewet vallen krijgen de ver plichting opgelegd: a. al hun informatiebestanden te beheren en te behouden volgens de uitgangspunten van NEN-ISO 15489 en NEN 2082; b. al hun informatiebestanden te beveiligen volgens de Code voor Informatiebeveiliging (NEN-ISO 27002); c. een interne audit-afdeling in te richten die de verplicht opgelegde normen intern toetst op het infor matie- en archiefbeheer in alle fasen van het records continuum alsmede de informatiebeveiliging. Deze afdeling dient te bestaan uit IT'ers, archivarissen, document- en records management-specialisten, beveiligingsspecialisten en kwali teitsdeskundigen. Alle functiona rissen dienen als auditor te worden opgeleid. Organisaties mogen een samenwerkingsverband inrichten om de interne auditfunctie geza menlijk vorm te geven of mogen deze auditdienst extern afnemen van dienstverleners in de markt; d. periodiek (minimaal één keer per vijf jaar) een externe audit uit te voeren op het informatie- en archiefbeheer en de informatiebeveiliging door een door de Raad voor Accreditatie erkende toetsingsinstelling, die dient te leiden tot een certificatie van de organisaties volgens de ver plichte normen. Deze toetsingsin stelling dient onafhankelijk te zijn van de interne auditafdeling; e. de interne en externe auditrappor- ten voor te leggen aan de gemeen telijke, provinciale of nationale Rekenkamers (afhankelijk van het bestuursniveau van de publieke taak) en deze openbaar te maken middels de website van het orgaan; f. de af- of aanwezigheid van een cer tificatie te vermelden op de home pagina van de website van de orga nisatie; g. hun informatie- en archiefbestan den volledig toegankelijk te maken en te houden vanaf hun ontstaan en daartoe ook deskundigheid (IT'ers, document- en recordsmanagement- specialisten en archivarissen) in huis te hebben; h. hun archieven (met specifieke uit zonderingen) volledig openbaar te maken na tien jaar; i. hun informatie-infrastructuren en gebruikte informatietechnologie zodanig in te richten dat alle infor matie- en archiefbestanden in alle fasen van het records continuum op een verantwoorde manier kunnen worden beheerd en toegankelijk worden gehouden. 7. de Algemene Rekenkamer krijgt de bevoegdheid tot het toezicht op de zorg bij alle organisaties die onder de Informatiewet vallen en heeft de ver plichting al deze organisaties periodiek (minimaal lx per vijf jaar) op die zorg te toetsen. Een negatief oordeel door de Algemene Rekenkamer leidt tot een financiële sanctie die bij wet wordt vast gesteld. 8. de organisaties die onder de Informatie wet vallen mogen een samenwerkings verband inrichten voor het beheer van hun archiefbestanden, waarbij zij de verantwoordelijkheid houden in die samenwerkingsorganisatie de elemen ten g), h) en i) zoals hierboven ver meld, blijvend in stand te houden. Bij een audit op het beheer of een toets op de zorg wordt deze samenwerkingsor ganisatie onderzocht. Toetsbare situatie De zorgvuldige lezer zal bemerken dat het mogelijk is om de bestaande organisa tievormen (Nationaal Archief, rijksarchief in de provincie, gemeentearchief, water schapsarchief, regionaal historische cen tra) in stand te houden. In mijn optiek zal dat in een dergelijke constellatie niet gebeuren, omdat het kostenaspect in een digitale omgeving samenwerking zal ini tiëren. In mijn optiek zal het volgende gaan gebeuren: 1samenvoeging van het Nationaal Archief met de Koninklijke Bibliotheek, zodat investeringen in onderzoek, technische infrastructuren en organisatie slechts eenmaal behoeven te worden ingezet. Beide organisaties richten zich op het behoud van cultureel erfgoed van onge veer hetzelfde karakter. Uiteraard zijn er verschillen in de status van de beheerde informatie, maar de beheersproblema- tiek is grotendeels identiek. Lees verder op pagina 27 archievenblad oktober 2008 oktober 2008 archievenblad nnn

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2008 | | pagina 12