HULSHOFF v DIGITALISERING 0900 345 6666 Uw partner in documentlogistiek Betrouwbaar Direct beschikbaar Innovatief Actuele informatie Efficiënt Veilig Kostenbesparend Hulshoff Digitalisering biedt u vrijblijvend advies. Advisering, project- en interim management; Digitalisering van alle formaten en documentsoorten; Van tekeningen en bouwdossiers tot boeken en kranten; De hoogste kwaliteitsnormen; Zowel op locatie van de opdrachtgever als bij Hulshoff Digitalisering; Archiefbewerking en archiefbeheer, alles volgens de wet- en regelgeving. Mocht u in onze producten of diensten zijn geïnteresseerd: dan kunt u geheel vrijblijvend contact met ons op nemen. HULSHOFF DIGITALISERING Beemsterweg 8 1311 XC Almere www.hulshoff.nl diqitaliserinq@hulshoff.nl juridische zaken Vervolg van pagina 13 maar alleen de neerslag van formele han delingen en transacties binnen het over heidsorgaan en tussen het overheidsor gaan en de buitenwereld. Het is daarmee ook onderdeel van het selectievraagstuk: een beredeneerde selectie vooraf. Kuipers' tweede voorspelling levert nieuwe vragen op als het gaat om keten informatisering. In een keten valt eenma lige opslag en meervoudig gebruik samen met het feit dat in een keten verschillen de archiefvormers samenwerken. Dit zijn zowel overheidsorganen als andere rechts personen. Dat betekent dat in een keten verschillende zorgdragers verantwoorde lijk zijn. De consequenties met betrek king tot de inrichting van het beheer en de zorg zijn groot. Bij ontwikkeling van nieuwe wetgeving moet het complexe vraagstuk van keteninformatisering dan ook nadrukkelijk worden meegenomen. Leon Gruppelaar ziet in de inrichting van de informatievoorziening een duidelijke rol weggelegd voor archivarissen. Deze rol schetste hij vanuit een custiodiale, non- custodiale en postcustodiale invalshoek. Volgens Gruppelaar is het verleidelijk om de functies van records manager en archi varis te laten versmelten en zo de digitale chaos te beteugelen. Maar hij pleit daar niet voor. De records manager dient pri mair de archiefvormende organisatie, ter wijl de archivaris oog heeft voor gebruik op langere termijn. Vanuit die visie pleit te hij voor een regisserende rol voor de archivaris in de archiefvormende fase. Niet iedereen was het met deze stelling eens, maar ook dat viel te verklaren uit de custodiale en nog-custiodiale invalshoek. Over de archivaris en zijn exper tise werd gedurende de middag nog een aantal keer gesproken. De inleiding van Chido Houbraken zorgde aan het eind van de dag voor het meest levendige debat over het onderwerp. Niet in het minst omdat hij de vraag poneerde of de Algemene Rijksarchivaris een archivaris moet zijn. Volgens hem een retorische vraag. Houbraken stelde dat archivarissen een arsenaal aan kennis en vaardigheden moet hebben. Hij sprak over professio- nele archivarissen, met onderscheidend vermogen en in staat tot professional jud gement, en over gecertificeerde archivaris sen, waarvan de professionaliteit is vast gelegd in een register. Met natuurlijk de vraag of professionaliteit dan ook moet worden vastgelegd in wetgeving, of dat het juist een kenmerk is van professiona lisme als de beroepsgroep dit zelf organi seert. Over de vraag of er een register van archivarissen moet komen was een groot deel van de aanwezigen het eens, inclu sief een regeling dat archivarissen daar ook weer uit verwijderd kunnen worden! De titel van het congres had nadruk kelijk als toevoeging 'hoe nu verder?'. Het is mooi dat de toegankelijkheid van over heidsinformatie in Nederland al een klei ne eeuw gegarandeerd is via wetgeving, bestel en professionals. Maar belangrijker is de vraag hoe die openbaarheid en toe gankelijkheid van archieven de komende jaren gegarandeerd zal worden. Een snelle conclusie is dat het archiefwezen spring levend is. Er zijn veel onderwerpen waar over te spreken valt en waarover keuzes moeten worden gemaakt, dat bewees dit congres. Verder is door de beide directeuren-gene raal en vanuit de Raad voor Cultuur gesproken over nieuwe wetgeving. Bijvoorbeeld door integratie van de WOB I a5 en de Archiefwet. Het proces daarvoor is eerder stapsgewijs dan in grand design. Het is nu aan het bestuur van de KVAN om aan de slag te gaan. Allereerst natuur lijk door te bepalen wat de onderwerpen zijn waar een beroepsvereniging een mening over dient te hebben. Die visies, of de eerste aanzet daartoe, zullen vanaf het KVAN-symposium besproken worden met de leden. Zoals aan het eind van het congres werd gezegd: "Het zou mooi zijn als we over een jaar beide DG's en de Raad voor Cultuur opnieuw uit kunnen nodi gen, maar dan om ze onze visies te vertel len." Wordt vervolgd dus... gag wÈ Keteninformatisering Professionele expertise Prof. dr. Gerard Rooijakkers (r.) bij de aanbieding van het advies 'Informatie: grondstof met toekomstwaarde' van de Raad van Cultuur en de Raad voor het Openbaar Bestuur. Hoe nu verder? mei 2008 Noten 1 De teksten die tijdens het congres zijn uitge sproken zijn gepubliceerd op de website van de KVAN: www.kvan.nl 2 Het volledige advies is te vinden via www.cultuur.nl, geraadpleegd op 11 april 2008. 3 Zie voor het Voorontwerp algemene wet overheidsinformatie dd 4 juli 2006 de website van het ministerie van BZK via http://www.minbzk.nl/actueel?Actitmldt=82265, geraadpleegd op 11 april 2008. 4 Zie het artikel van Marieke Kroonen in het Archievenblad van maart 2008. archievenblad I Erika Hokke is directeur van VH1C i-faculty en bestuurslid van de KVAN. Samen met Maarten Schenk en May Scheepers organiseerde zij het congres '90 jaar Archiefwet, hoe nu verder?', dat werd gehouden op 31 maart 2008 in de Raadzaal van het stadhuis in Den Haag.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2008 | | pagina 7