Tweede ronde subsidies 2007 Metamorfoze
'O S rr- I
té
I
archieven en collecties
archieven en collecties
Archieven kunnen voor subsidie bij
conservering in aanmerking komen als
er sprake is van autonoom verval van
het materiaal (zoals verzuring, inktvraat
of kopervraat) en het moet gaan om een
archief van nationaal belang. De inhoud
van een archief bevat dan belangrijke
informatie over bepaalde gebeurtenis
sen, verschijnselen of ontwikkelingen
in Nederland of over de relaties tussen
Nederland en andere delen van de wereld.
Ook regionale en lokale archieven kun
nen van nationaal belang zijn. En zowel
overheids- als particuliere archieven
komen voor 70% subsidie van de kosten
voor microverfilming/digitalisering en
behandeling van de originelen in aan
merking. Verpakking en de uren voorbe
reiding en projectmanagement zijn even
eens subsidiabel. Zie voor achtergronden
en selectiecriteria en eerdere projecten
het Archievenblad van maart 2006, febru
ari 2007 en juli 2007.
Tweemaal per jaar komt de Beoorde
lingscommissie Metamorfoze bijeen om
projectvoorstellen te beoordelen. Sinds
2005 worden inmiddels 24 archieven met
subsidie van Metamorfoze geconserveerd.
In de vergadering van 28 november 2007
werden de volgende zes projectaanvragen
in het archieventraject goedgekeurd:
Tijdens de Republiek waren twee van
de vier rentmeesters of thesaurieren van
Amsterdam belast met de zorg voor open
bare werken en het beheer van onroerend
goed. Zij werden 'thesaurieren ordinaris'
genoemd ter onderscheid van de later
ingestelde extraordinaris rentmeesters
voor bijzondere taken. In het vooral uit
series besluiten en boekhouding bestaan
de archief zijn alle financiële transacties
terug te vinden die te maken hebben met
de uitbreiding van de stad, van de uit
bouw van de grachtengordel en de aanleg
van nieuwe wijken als de Jordaan tot de
bouw van het stadhuis op de Dam en de
sloop van het huisje in de Nes. De steden
bouwkundige ontwikkeling van het poli
tieke, economische en financiële centrum
van de Republiek en de bouwgeschiedenis
van ieder pand in de binnenkort op de
Werelderfgoedlij st van Unesco te plaat
sen Amsterdamse grachtengordel, kan
daarmee worden achterhaald. Het toont
tevens hoe het stadsbestuur omging met
de komst van nieuwe bevolkingsgroepen
en religies in de stad. Daarbij is er nog
een viertal kaartenboeken met handgete
kende kaarten die de uitbouw van de stad
overing van Den Briel en het Beleg van
Leiden een kritische succesfactor in de
beginjaren van de Nederlandse Opstand.
De bekende leus 'Van Alkmaar de victo
rie' herinnert daaraan. De deels door inkt
vraat aangetaste belegstukken omvatten
vooral de financiële administratie en de
correspondentie. Hierbij zijn onder ande
re de zogeheten polsstokbriefjes, geheime
correspondentie die in uitgeholde pols
stokken door de stadstimmerman Van der
Mey door de Spaanse linies werd gesmok
keld. Aan de hand van de inkomsten en
uitgaven en de bewaard gebleven brief
wisseling zijn de gebeurtenissen bijna
iT C- 'if
m m .p v:
Hs fc» if, 4
h ,.i-w v v
y
'At h-i
Si
m
1 M
illustreren. Een selectie van 22 meter van
het in totaal 47 meter omvattende archief
wordt geconserveerd en deels behandeld
tegen inktvraat.
Het vanouds apart gehouden onder
deel betreffende de aanleg van de verdedi
gingswerken en het daarop volgende beleg
maakt onderdeel uit van het oud-stads
archief van Alkmaar. De circa 1,5 meter
stukken documenteren uitvoerig het suc
cesvol doorstane Beleg van Alkmaar door
de Spanjaarden in 1573. Het mislukken
van het Alkmaarse beleg was met de ver
van dag tot dag te volgen. Het is daarmee
een voorbeeld hoe een belegering van
Noord-Nederlandse steden in het begin
van de Tachtigjarige Oorlog plaatsvond.
Daarnaast worden de voorbereidingen en
de kosten voor het verdedigbaar maken
van de stad nauwgezet in beeld gebracht.
De rekeningen en de in charters vastge
legde aankoop van grond en panden geeft
de wijze van aanleg en versterking weer
van de oud-Hollandse verdedigingslinie,
zoals die in Alkmaar op bevel van Willem
van Oranje door vestigbouwer Adriaen
Anthonisz werd uitgevoerd.
De Natuurkundige Commissie voor
Nederlands-lndië werd in 1820 om eco
nomische en wetenschappelijke doel
einden door koning Willem I opgericht
voor onderzoek naar delfstoffen en het in
kaart brengen van de flora en fauna in de
Indische archipel. De Commissie telde een
Voor vele generaties Nederlanders
heeft de zeepfabriek Dobbelman in
Nijmegen een rol gespeeld in de dage-
groot aantal geologen, biologen, botanici
en andere voorname wetenschappers als
Kuhl, Macklot, Boie, Van Hasselt en Van
Oort. Zij werden voor vier jaar uitgezon
den naar de Oost om zoveel mogelijk nieu
we mineralen, planten, mollusken, vissen,
vogels en andere dieren te verzamelen en
te verschepen naar Nederland. Ook waren
er speciale preparateurs en tekenaars in
dienst om de expeditievondsten te con
serveren en te illustreren. Vele nieuwe
soorten werden door de Commissieleden
ontdekt en van een naam voorzien. In
1850 werd de Commissie ontbonden.
Latere wetenschappelijke inspannin
gen bouwden voort op de fundamenten
die door de Natuurkundige Commissie
waren gelegd. Door de nauwgezette en
uitgebreide wijze van verslaglegging
documenteert het archief niet alleen de
oorsprong van soortnaamgeving en de
context van het in Nederlandse musea
verzamelde natuurhistorische materiaal,
tevens wordt een tijdbeeld geschetst van
de stand van wetenschap in Nederland
op dat moment. Het circa 5 meter door
verzuring en inktvraat aangetaste archief
bevat correspondentie, verslagen, aante
keningen, lijsten van verzameld materi
aal, schetsen en tekeningen en een serie
van elf delen door de Commissie uitgege
ven Verhandelingen.
lijkse hygiëne. De in 1733 opgerichte
zeepziederij van de gebroeders Abraham
en Jacob de Mist werd in 1854 overgeno
men door de Duitse immigrant Johann
Pieter Dobbelmann. Sindsdien opereerde
de fabriek onder de naam Dobbelmann
en veranderde in 1934 om reclametech-
nische redenen de naam in Dobbelman
(met één n). Dobbelman maakte tal
van zeepproducten, van toiletzeep en
scheerzeep tot waspoeder en tandpasta.
Êr
De merknamen waaronder de produc
ten werden verkocht, zoals Biotex, Sunil
en Castella, waren een begrip in menig
huishouden. Als Nederlands grootste
zeepmiddelenfabrikant was Dobbelman
een grote werkgever, met meer dan vijf
honderd werknemers in de jaren '60 van
de twintigste eeuw. Het economische
belang van de fabriek was echter veel gro
ter dan lokaal: de producten werden in
heel Nederland en ver daarbuiten afgezet.
Van het bedrijfsarchief van Dobbelman
is voornamelijk het twintigste-eeuwse
gedeelte bewaard gebleven en kan een
goed beeld worden gedestilleerd van de
wereldwijde handelsrelaties van de onder
neming. Een selectie van 20 van de in
totaal 85 meter van het verzuurde archief
wordt geconserveerd. In het bewaarde
verpakkings- en reclamemateriaal zijn de
belangrijkste internationale stromingen
in de beeldende kunst vertegenwoordigd,
zoals Jugendstil en Art Deco.
Aan het begin van de twintigste eeuw
was Nederland voor zout afhankelijk van
import uit Duitsland en Engeland. Door
het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
stagneerde de zouttoevoer en zagen de
zoutzieders, sinds 1898 verenigd in de
Zoutconventie, de noodzaak om zout uit
eigen bodem te gaan winnen. Technische
ontwikkelingen maakten dat intus
sen mogelijk en in 1918 werd de NV
Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie
(KNZ) opgericht door onder meer de
Rotterdamse zoutzieder Vis. In Boekelo
werd een stuk grond gekocht waar de
eerste zoutfabriek verrees. De KNZ groei
de snel en speelde vanaf 1931, toen een
chloorfabriek werd gebouwd, ook inter
nationaal een rol van betekenis. De KNZ
produceerde tafelzout onder de merkna
men NeZo en J0Z0. In Boekelo ontstond
het zoutwaterkuuroord Bad Boekelo.
In 1968 ging de KNZ op in chemische
multinational AKZO. Het bedrijfsarchief
van de KNZ, waarin de archieven van de
zoutziederij van Vis en de Zoutconventie
zijn opgenomen, is tamelijk compleet
bewaard gebleven. Een selectie van 24
van de 42 meter verzuurd archief wordt
Lees verder op pagina 35
32
33
Door Erik van der Doe
Metamorfoze, het Nationaal Programma voor
het Behoud van het Papieren Erfgoed van het
Ministerie van OCW, is een samenwerkings
verband tussen de Koninklijke Bibliotheek
en het Nationaal Archief en subsidieert sinds
2005 de conservering van waardevolle en bij
zondere archieven. Op 28 november 2007 is
de tweede ronde subsidies 2007 toegekend
voor projecten in het archieventraject.
Stadsarchief Amsterdam: ArchiefThesaurieren
ordinaris (1531-1805)
'pot /"tn
?.-f
.i -~f..l1
Uitgiftekaart uit 1650 van erven langs het Spui in
Amsterdam waar nu de Universiteitsbibliotheek is gehuis
vest (coll. Stadsarchief Amsterdam).
Regionaal Archief Alkmaar: Archief Beleg van
Alkmaar 1573 (1565-1579)
NationaalNatuurhistorisch Museum Naturalis,
Leiden: Archief Natuurkundige Commissie
voor Nederlands-lndië (1820-1850)
Regionaal Archief Nijmegen: Archief
Zeepfabriek Dobbelman (1847-1978)
Door de Natuurkundige Commissie voor Nederlands-
lndië in 1827 ontdekte nieuwe soorten baardvogels
(Megalaima) in Buitenzorg (coll. Naturalis).
Reclameaffiche van de Nijmeegse zeepfabrikant
Dobbelman uit het begin van de twintigste eeuw (coll.
Regionaal Archief Nijmegen).
Historisch Centrum Overijssel, Zwolle: Archief
Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie (1898-
1945)
archievenblad
februari 2008
februari 2008
archievenblad