e c e n s i e s ignalemente Gerjan Crebolder, 'De Biezen'.. 55 jaar Molukkers in Barneveld sama sama rasa: Charlotte Borggreve, Gouvernementsarts in Indië, Annie Wijers en haar Indische schetsboeken 1928-1952 S. Lap, Het ontwerpproces bewaard: beknopt ABC archiveren voor architecten, ontwerpers en vormgevers K. van der Heijden, Beknopte handlei ding archiveren voor ontwerpers literatuur Met het vorig jaar verschenen boek 'De Biezen'... sama sama rasa! 55 jaar Molukkers in Barneveld levert auteur Gerjan Crebolder een interessante bijdrage aan de geschiedschrijving over een historisch beladen onderwerp. Ondanks enige per soonlijke betrokkenheid - het 'inlossen van een ereschuld' - slaagt Crebolder er goed in zijn objectiviteit te behou den. Het resultaat is een prettig leesbaar en mooi geïllustreerd boek. De bewuste keuze voor een chronologische beschrij ving is begrijpelijk: een complex onder werp is gebaat bij overzicht en historische context. De komst van de Molukkers naar Nederland leent zich bovendien bij uit stek voor geschiedschrijving: wereldpoli tiek en lokale beslommeringen gaan hand in hand. Een evenwicht daarin vinden kan echter een lastige opgave zijn. Vertrekpunt van het verhaal is de komst van de Nederlanders naar de Molukken rond 1600. In de daarop volgende eeuwen ontstaat er een bijzondere relatie tussen de eilandbewoners en de gezagsdragers uit Holland. Het motto 'Door de eeuwen trouw', ooit in een contract vermeld om de handelsverplichtingen tegenover de Hollanders te onderstrepen, kreeg allengs een 'positieve' betekenis: de Molukkers als trouwe onderdanen. De oprich ting van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (KNIL) in de negentiende eeuw heeft daar sterk aan bijgedragen. De Molukkers waren ruim vertegenwoor digd in het KNIL en daardoor mede het gezicht van de overheerser. Dat bleef niet zonder gevolgen: in het sinds december 1949 onafhankelijke Indonesië kwam aan de voorrangspositie van de Molukkers een einde. De Indonesische regering ver bood de Molukse KNIL-militairen naar hun eiland van herkomst terug te keren ^nwege de oprichting van de Republiek der Vrije Molukken (RMS). Daarmee werd SSSfia de basis gelegd voor de komst van 12.500 Molukkers (militai ren en hun gezinnen) naar Nederland. Rekenend op een tijdelijk verblijf in Nederland lieten de Molukse militai ren zich verschepen. Bij aankomst in Rotterdam bleken ze echter uit militaire dienst ontslagen. Dit werd geaccepteerd, omdat men - ten onrechte - veronder stelde dat de Nederlandse overheid zich zou gaan inspannen voor hun terugkeer naar de Molukken. Intussen was voor een sober onderkomen in leegstaande inter neringskampen en oude werkkampen van de Rijksdienst Uitvoering Werken (DUW) gezorgd. Dit werden de zogehe ten Molukse woonoorden. Enige tiental len woonoorden lagen verspreid over het land in de niet-verstedelijkte gebieden. De keuze voor Barneveld is in dit ver band logisch: de aanwezigheid van DUW- barakken bij de landhuizen De Schaffelaar en De Biezen. Hoewel exacte gegevens ontbreken, schat Crebolder het aantal Molukse gezinnen dat naar Barneveld kwam tussen de 70 en 90. In 1955 werden de woonoorden verenigd in het woon oord De Biezen. In 1969 werd besloten tot ontruiming van het woonoord en herhuisvesting in woonhuizen in Voorthuizen en Barneveld. Dit proces werd in 1975 afgerond. Crebolder schetst een gevari eerd en sfeervol beeld van het kampleven: het wennen aan de kou, de aanvankelijke verveling, het sociaal en kerkelijk leven, de omgang met de autochtone bevol king. Geleidelijk lijkt de Molukse gemeenschap in de Barneveldse samen leving te verankeren. Minder goed naar voren komen mijns inziens de onder huidse spanningen binnen het woon oord. Wellicht is dit een gevolg van de geslotenheid van de Molukse gemeen schap. Geheel terecht gaat de auteur in op de politieke verdeeldheid onder de Molukkers. De verbeten factiestrijd die daar het gevolg was liet zich voelen in Barneveld. Enige gezinnen moesten als gevolg daarvan vertrekken naar een ander woonoord. Toch kom je als lezer weinig te weten over de precieze toedracht en nasleep hiervan. Datzelfde geldt voor de impact van de treinkapingen in de jaren '70, waar te weinig aandacht aan wordt besteedt. Juist de vergelijking die gemaakt wordt met een getto had een diepere ana lyse van de politieke en sociale spannin gen gerechtvaardigd. In 1903 werd Annie Wijers-van Puffelen geboren in Soerabaja. Als jong meisje ging ze met haar ouders naar Nederland. Na haar opleiding medicijnen vertrok Annie Wijers in 1928 als scheeps arts naar haar geboorteland Indië. Twee jaar later ontmoette ze haar man, de 40- jarige H.P. Wijers. Annie en 'Beer' hebben tot 1952 in Indië gewoond. Tijdens deze periode in Indië hield Annie Wijers diver se plakboeken bij, die in dit boek centraal staan. Annie Wijers maakte een duidelijk onder scheid tussen de verschillende werelden waarin ze leefde. Dit onderscheid komt tot uiting in de schetsboeken: het privéleven van Annie en haar arbeidzame bestaan 32 literatuur zijn strikt gescheiden. Zo legde ze een boek aan van haar leven in het vooroorlogse en naoorlogse Indië en een boek met fami liefoto's. De periode waarin zij gevangen zat in de kampen Geogol en Tjideng op West-Java zijn gedocu menteerd in het boek Jappen en Nippen. Haar arbeid zame bestaan is opgenomen in de boeken Ars Medica I en Ars Medica II. De foto's van Annie Wijers laten vaak een beheerste, terughoudende en wat melan cholieke vrouw zien. Daarom zijn de gekleurde tekeningen die zij maakte zeer verrassend, waarin zij laat zien dat zij ook een andere persoonlijkheid had: geestig, ondeugend, scherpzin nig en mild-kritisch ten aanzien van ande ren in haar omgeving. Gouvernementsarts in Indië is prachtig geïllustreerd met foto's en cartoonachtige tekeningen van (vaak) vrouwelijke collega's, verpleegsters, vroed vrouwen, leerlingen en moeders met kin deren gemaakt door Annie Wijers zelf. Informatie voor ontwerpers over het beheer van hun archief voorziet in een behoefte: het bewaren van een archief is ook voor een architect, (grafisch) ontwer per of vormgever van belang. En omdat een ontwerper documenten nalaat die heel ver schillend van aard zijn, zijn aparte handlei dingen voor hen gerechtvaardigd. De laatste twaalf maanden verschenen, behalve infor matie op websites, ook twee brochures in papieren vorm, op initiatief van organisa ties die zich bezighouden met het bewaren van ontwerperserfgoed. In Het ontwerpproces bewaard - een initiatief van het NAi - wordt van veel verschillende soorten materiaal omschreven wat nodig is om het document (soms in de vorm van een object) goed te beheren. Omdat archi veren voor een ontwerper bijzaak is, is de beknoptheid een belangrijk vereiste en aan die eis is goed voldaan. De brochure biedt veel praktische informatie en er zijn verwij zingen naar websites voor verdieping. Beknopte hvuikiding archiveren voor ontwerpers De brochure besteedt veel aandacht aan het fysieke beheer van documenten, ter wijl andere archieftaken minder nadruk kelijk beschreven worden. Er wordt in de brochure bijvoorbeeld maar in één zin gesproken over selectie. Praktische handvatten voor het maken van keuzes voor welke documenten van belang zijn om te bewaren, sparen tijd en geld. Ook dat moet - naast de vele praktische aan wijzingen - een vormgever aanspreken. Daarnaast wordt in de brochure niet aan gegeven hoe de ordening van het archief kan worden vastgelegd. Zoals in de bro chure is opgemerkt, werken veel vormge vers projectmatig en zullen zij hun docu menten per project ordenen. Het gegeven voorbeeld van een metadata-schema voor het beschrijven van documenten (geba seerd op Dublin Core) wijst echter niet op de mogelijkheid om van een docu ment vast te leggen tot welke project het behoort. Volgens een ander, prikkelender concept is de brochure Beknopte handleiding archiveren voor ontwer pers uitgegeven door het NAGO. Hierin worden tien tips gegeven 'waarmee je als ontwerper een ramp kunt voorkomen'. De tien tips vor men wél een evenwichtig beeld, waarin selectie, ordening én beheer gelijkwaardig worden behandeld. Om deze reden biedt de Beknopte hand leiding een beter overzicht van de proble matiek. Elke tip is bovendien actiegericht geschreven en zal de ontwerper prikkelen zich iets van de tips aan te trekken. Ook in de toelichting worden concrete en prak tische aanwijzingen gegeven. De brochure is - vermoedelijk om de brochure kosten- loos te kunnen aanbieden - erg klein vorm gegeven: op een groter formaat had het document uitgevouwen op een opvallende plaats in het archief van de ontwerper kun nen worden opgehangen. Verwijzingen naar websites of literatuur om zich te ver diepen ontbreken. Zodra een vormgever door de tien tips van het NAGO aan het denken is gezet, vormt de brochure van het NAi een aanknopingspunt voor meer details en verdieping. Het is goed dat een ontwerper zich - net als iedereen - bewust wordt van de manier waarop hij zijn archief bewaart. Beide bro chures vullen elkaar aan en zorgen - mits ruim verspreid - voor een grote sprong voorwaarts voor vormgevingsarchieven. Dat daarbij niet alle nuances met betrekking tot archivistiek en digitale duurzaamheid kun nen worden verwerkt, is begrijpelijk. 33 Koninklijke BDU Uitgevers (Barneveld, 2006) ISBN 90 8788 008 1, 208 blz., 22,00. Li 3 -L.UU.I vWUiJ X i jiur Molukkcts i|>,ftorncvclit Victor Laurentius, historicus werkzaam bij de afdeling Oorlogs nazorg van het Nederlandse Rode Kruis KIT Publishers (Amsterdam 2006) ISBN 978 90 6832 737 3, 104 blz., 24,95. archievenblad oktober 2007 Tamara Tesselaar-Groot "TV "x -.7. c - NAi i.s.m. Premsela en RKD (Rotterdam, 2007) 5,00 (boekhandel Nijhof Lee, Rotterdam). Nederlands Archief Grafisch Vormgevers (Utrecht gratis (www.nago.nl). HET ONTWERP PROCES BEWAARD Ivo Zandhuis oktober 2007 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2007 | | pagina 16