HISTORISCH CENTRUM OVERIJSSEL, ZWOLLE management ARCHIEVEN EN MODERNE MONUMENTEN den gemeenten rekening mee moeten houden, als ze hun taak ten aanzien van openbare archieven serieus willen oppak- ken? De al genoemde instrumenten voor archiefdiensten zijn daarvoor onbruik baar, omdat in die sector eigen normen zijn ontwikkeld als verlengstuk op de archiefwetgeving. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld het aantal uren openstel ling van de archieven voor onderzoekers. Wanneer dat één van je kerntaken is, zul je tot heel andere normen komen dan wanneer medewerkers van een afdeling het als deeltaak moeten uitvoeren. Om tot een set van hanteerbare uitgangs punten te komen, heeft de archiefinspec tie in 2006 een nulmeting bij alle vijfen twintig gemeenten in Groningen gedaan. Naast een aantal wettelijk voorgeschreven zaken is daarbij ook gekeken aan welke additionele eisen al werd voldaan door de gemeenten. In drie clusterbijeenkomsten voor de gemeenten, georganiseerd door de provincie en Groninger Archieven, was vooraf gesproken over de mogelijkheden van gezamenlijke projecten en het even tuele nut van het vastleggen van normen voor het beheer van openbare archieven. Nadat de resultaten van de nulmeting waren teruggekoppeld met de gemeenten, is er een concepttekst opgesteld waarin normen zijn verwoord. De opzet was, dat deze ter goedkeuring aan alle gemeen tebesturen zouden worden voorgelegd en dat ook de provincie van haar kant zou aangeven daarmee in te stemmen. De provinciale archiefinspectie in Groningen heeft al een lange geschie denis als het gaat om het stimuleren van kwaliteitsverbetering van openbare archieven die bij gemeenten in beheer zijn. Behalve in de provinciehoofdstad, waar RHC Groninger Archieven als archiefdienst publieksdiensten op niveau kan aanbieden, is er nergens in de pro vincie een archivaris benoemd om die taak op te pakken. Ondanks de inzet van de provincie kozen de gemeenten mas saal ervoor om het beheer van openbare archieven zonder een archivaris vorm te geven. Een gemeentelijke herindeling in 1990 veranderde daar niets aan. Het ontbreken van archiefdiensten bete kent echter niet dat er geen inspannin- gen worden gedaan om het publiek bij de archieven te betrekken. Integendeel: ver uit de meeste gemeenten hechten grote waarde aan hun eigen geschiedenis, zoals die vastgelegd is in het gemeentearchief. Onderzoekers worden graag geholpen bij het opdiepen van fei ten uit het verleden. De herindelingen hebben dat nog ver sterkt. Immers, alleen de archieven kunnen nog licht werpen op oude structuren waar mensen meer van wil len weten. Historische kennis zit in afne mende mate bij de medewerkers van de overheden zelf, want de sporen van mobiliteit, vervroegd stoppen en gouden handdrukken eisen hun tol. Door het enthousiasme bij veel gemeenten en het toezicht van de pro vincie ontstond ais vanzelf de vraag naar hanteerbare uitgangspunten. Waar zou- management Dit laatste is van groot belang, omdat dit voor alle partijen mogelijkheden schept om beleid op te bouwen. Hoewel er veel vragen over het concept waren, is dat uiteindelijk toch onge schonden overeind gebleven. Daarmee was er overeenstemming over de uit gangspunten voor het beheer van open baar archief door gemeenten zonder een archiefdienst in de provincie Groningen. de niveau als andere publieksdien sten gepresenteerd, zowel monde ling, schriftelijk als digitaal. 14. Bij de beantwoording van vragen per brief, fax of e-mail die betrek king hebben op het archief gelden dezelfde termijnen als bij de overige correspondentie. Hoewel met name archivarissen in onderdelen van het convenant een 'open deur' zullen zien, is het voor gemeen ten toch van belang dat alle punten expliciet zijn benoemd. Sommige ervan kennen impliciet weer andere normen. Punt 8 veronderstelt bijvoorbeeld een bezoekersreglement, iets wat noodzake lijk is als er archieven ter inzage worden gegeven. Voor gemeenten die er geen hadden, heeft de provinciale archiefin spectie een model verstrekt. Onder punt 12 is sprake van Groninger Archiefnet, een provinciale site waar gemeenten hun archieven en toegangen op kunnen publiceren. Daarvoor zal binnenkort een conversie naar EAD worden uitgevoerd door de provincie, zodat de gemeenten hun materiaal tegelijk via deze standaard ontsloten hebben. Op 26 juni 2007 is in de Statenzaal van de provincie Groningen officieel het startsein voor het convenant gege ven. Tevoren had al een ruime meerder heid van de gemeentebesturen besloten om het convenant te ondertekenen. Tijdens de bijeenkomst tekende gedepu teerde J.C. Gerritsen, in het bijzijn van afgevaardigden van de gemeentebestu ren, namens het provinciebestuur het convenant. Burgemeester J. Stam van De Marne en wethouder K. van Leeuwen van Scheemda tekenden het stuk even eens, als symbool voor de gemeentelijke inzet. Na afloop van dit officiële deel werden er verschillende presentaties ver zorgd over projecten, die het publieksbe reik van de gemeentelijke archieven kun nen vergroten. Directeur E. de Jonge van Groninger Archieven hield daarbij een warm pleidooi voor de erfgoedsite www. hetverhaalvangroningen.nl. Het convenant krijgt nu een ver volg in gerichte acties om de kwaliteit van het archiefbeheer te controleren en het publiek te wijzen op het bestaan van de richtlijnen. De provinciale archiefin spectie zal haar thema-inspecties inzet ten om de gemeentelijke inzet te toetsen en gerichte provinciale ondersteuning mogelijk te maken. Verschillende projec ten van Groninger Archieven bieden de gemeenten een kans om relatief eenvou dig de digitale presentatie van hun col lectie vorm te geven. Gezamenlijk zullen de ondertekenaars uit dragen dat zij het openbaar maken van de archieven serieus nemen en dat de burgers mogen rekenen op goede raadpleegbaar heid van historische informatie. Het con venant is in opzet duidelijk een groeimo del: wanneer er lokaal archiefbeleid wordt ontwikkeld om aan de normen te (blijven) voldoen, kan er uiteindelijk toch ruimte ontstaan om gezamenlijk een archivaris te benoemen. Zolang die stap nog te groot is, zijn er in elk geval duidelijke regels voor beheerders en gebruikers. Het Convenant openbaarheid archieven provincie Groningen kent een veertiental punten: 1. Er is maar één raadpleegpunt voor alle openbare archieven. 2. Er is een vastgestelde openstelling voor publiek waarop na afspraak minimaal twee bezoekers gedurende één dag per werkweek terecht kun nen. 3. Er is een vaste studieplek voor bezoe kers tijdens de openstelling. 4De digitale beschikbaarheid van loka le bronnen is tenminste gelijkwaar dig aan wat bezoekers op Internet kunnen vinden. 5. Alle aanwezige archieven zijn voorzien van toegangen voor het publiek. 6. Er is een compleet archievenover zicht aanwezig, waarin ook de plaats van de archieven in de bewaarplaats is aangegeven. 7. Tijdens de openstelling is er iemand beschikbaar om vragen te beantwoor den, stukken binnen een kwartier na aanvraag te halen en na gebruik weer op te bergen. 8. Bezoekers dienen voor akkoord het bezoekersreglement te tekenen en zich daarbij officieel te legitimeren. 9. Bezoekers worden bij ieder bezoek geregistreerd. 10. Er bestaat de mogelijkheid om tij dens een bezoek kopieën te laten maken van archiefstukken. 11. Alle archiefbescheiden ouder dan 20 jaar zijn officieel en met bepalingen omtrent de openbaarheid overgedra gen, behoudens ontheffingen. 12. Alle aanwezige archieven en toe gangen zijn ook gepubliceerd op Groninger Archiefnet. 13. Het raadplegen van archieven wordt door de eigen organisatie op hetzelf- Groninger Het Door Dick Bunskoeke convenant archievenblad september 2007 Deelnemers aan de bijeenkomst in de Statenzaal van de provincie Groningen ter ondertekening van het Convenant openbaarheid archieven provincie Groningen, 26 juni 2007. Al jaren wordt er gewerkt aan de kwa liteit van het openbare archiefwezen in Nederland. Een kwaliteitshandvest met -monitor en recentelijk nog het archievenre- gister van BRAIN tonen aan dat archiefdien sten serieus hun kwaliteiten willen tonen. Gebruikers waarderen deze openheid en de vele faciliteiten die daaraan gekoppeld zijn. Maar wat nu als er geen archiefdienst is die waakt over de kwaliteit? In het noorden van het land is dat vaak het geval. bastion, dat weinig schadelijk licht door laat voor de schatten van het verleden. Het nieuwbouwgedeelte is een paar jaar gele den ontworpen door architect ir. Rob Moritz van het Zwolse architectenbureau 19/Het Atelier. Moritz kreeg de opdracht mee om een nieuw publieksgedeelte toe te voegen aan de oudbouw, dat het open en toegan kelijke karakter van het nieuwe HCO op een eigentijdse manier zou benadrukken. Moritz vond de inspiratie bij het basismateriaal van elk archief: papier. De nieuwbouw is als het ware een voorzichtig omgeslagen vel papier dat tegen de oudbouw aangebouwd is. De verticale ronde hoeken van de oud bouw komen op deze manier horizontaal in de nieuwbouw terug. Hierdoor is een nieu we eenheid ontstaan, die de taken van het Historisch Centrum Overijssel perfect ver beeldt. (Frédérique te Dorsthorst-de Muij) Uitgangspunten Van bastion naar soepel gekruld blad- Het gebouw van het Historisch Centrum Overijssel bestaat eigenlijk uit twee gedeel ten. De 'oudbouw' is begin jaren zeventig ontworpen door architect professor ir. P. Tauber. De wens van de archiefdienst toen was met name voor de depots een goede klimatologische omstandigheid creëren waarin de archieven en collecties bewaard konden worden. Het resultaat: een stenen (foto Rob Hoekstra). Directeur E. de Jonge van Groninger Archieven tijdens zijn betoog over de erfgoedsite www.hetverhaalvangroningen.nl. september 2007 Startsein Groeimodel Dick Bunskoeke is provinciaal archiefinspecteur van Groningen, Drenthe en Friesland. Convenanttekst archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2007 | | pagina 9