Waardering en selectie: opnieuw inde schijnwerpers m management management In de kabinetsvisie op vindbare en toe gankelijke overheidsinformatie Informatie op Orde wordt uiteengezet met welke pro blemen de informatiehuishouding van de rijksoverheid te kampen heeft. De analyse laat aan duidelijkheid weinig te wensen over: "De informatiehuishouding van de rijksoverheid (is) helaas vaak niet op orde en (dus) niet toegankelijk. We lopen ach ter de feiten aan en hebben er te weinig De informatiehuishouding van de rijksoverheid is helaas vaak niet op orde en dus niet toegankelijk. aandacht voor. Ook hebben overheidsor ganisaties niet altijd een goed overzicht van de plaatsen waar de informatie wordt beheerd. Daarnaast kampen ze met een achterstand in de selectie. In haar rol als zorgdrager stelt de overheid samen met het Nationaal Archief de selectielijsten op, waarin staat wat we willen bewaren en wat we willen vernietigen. Velen zien dit als een bureaucratisch en langdurig proces volgens een omslachtige methode. De Archiefwet 1995 maakt geen onder scheid tussen papier en digitaal, maar wel is het duidelijk dat digitale bestanden extra aandacht vragen. Departementen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de archiefselectie en -beheer en bepa len de termijn waarop dossiers vernietigd worden. Het Nationaal Archief is namens de Staatssecretaris van Cultuur (sic) ver antwoordelijk voor de waardering en keuze van archieven die als cultureel erf goed bewaard moeten blijven en voor de ter inzage legging van de selectielijsten. Belangentegenstellingen maken samen werken soms lastig en verantwoordelijk heden zijn - ondanks wetgeving - onvol doende duidelijk benoemd. De werkwijze vanuit bedrijfsvoering en cultuurbehoud loopt daarom soms niet parallel, terwijl er ook te weinig aandacht wordt besteed aan duurzaam informatiebeheer."1 In dit visiedocument worden vervol gens acht acties geformuleerd die tot een integrale oplossing van de problematiek moeten leiden, zodat de overheidsinfor matie vanaf het moment van vorming vindbaar en toegankelijk is voor zowel overheid als burgers. De acht actiepunten ARCHIEVEN EN MODERNE MONUMENTEN WESTFRIES ARCHIEF, HOORN zijn: het ontwikkelen van een baseline voor de (digitale) informatiehuishouding; invoering van audit, control en toezicht; ontwikkeling van een kennisprogramma; nieuwe mogelijkheden voor substitutie; een nieuwe aanpak voor selectie; wegwer ken van achterstanden in de bewerking van archieven; duurzaam beheer en tot slot herziening van wet- en regelgeving. Actielijn 5 heeft betrekking op het selec- tievraagstuk. Volgens de analyse in de Kabinetsvisie zijn de bestaande proce- Volgens de analyse in de Kabinetsvisie zijn de bestaande procedures en regels voor archief selectie niet toegesneden op de digi tale omgeving, wordt te weinig vanuit de werkprocessen gedacht, zijn verantwoordelijkheden niet duidelijk genoeg geformuleerd en zijn de procedures voor vaststelling van selectielijsten complex. dures en regels voor archiefselectie niet toegesneden op de digitale omgeving, wordt te weinig vanuit de werkprocessen gedacht, zijn verantwoordelijkheden niet duidelijk genoeg geformuleerd en zijn de procedures voor vaststelling van selectie lijsten complex. In de toelichting op deze gesignaleerde knelpunten wordt duidelijk dat het ministerie van OC&W naar een geheel nieuwe inhoudelijke methode van waarderen en selecteren zoekt en verwijst voor de oplossingsrichting naar het advies van de Raad voor Cultuur, Het tekort van het teveel; over de rijksverantwoordelijkheid voor cultureel erfgoed, dat in september 2005 verscheen. Om die denkrichting verder uit te werken is een Commissie Waardering en Selectie in het leven geroepen, die de opdracht heeft meegekregen "een nieuwe inhoude lijke visie op waardering en selectie van archieven uit te werken. Het resultaat van de werkzaamheden van de commissie is een publicatie waarin inzichtelijk wordt gemaakt: a. welke selectiedoelstellingen en welke selectiecriteria gehanteerd kun nen worden om tot een verantwoorde, afgewogen selectie van overheidsarchie ven te komen vanuit de gedachte dat zij deel uitmaken van het Nederlandse erfgoed; b. op welke wijze deze selectie criteria in de praktijk toegepast kunnen worden (methodiek). De commissie dient de uit te werken visie en methodiek te ontwikkelen vanuit de gedachte dat deze een groot draagvlak geniet in het histori sche veld en praktisch toepasbaar is voor de zorgdragers (overheid). De commis sie betrekt in haar uitwerking de door de Raad voor Cultuur geopperde ideeën over verdergaande mogelijkheden tot acqui sitie van particuliere archieven en de eventuele consequenties hiervan voor de selectie van overheidsarchieven." De Commissie Waardering en Selectie is in de loop van maart 2007 van start gegaan en bestaat uit een gezelschap van archivarissen, historici en recordma nagers. Zonder op de resultaten vooruit te lopen, kunnen hier al wel een aantal kwesties genoemd worden die door de commissie besproken worden. Een inte ressant vraagstuk waarvoor de commis sie zich geplaatst ziet, is in hoeverre de waardering en selectie van archieven in een digitale omgeving nu fundamenteel afwijkt van die in een papieren omge ving. En hoe zit het met de nog steeds vaak gehoorde opvatting dat in de digita le omgeving waardering en selectie eigen- Hoe zit het met de nog steeds vaak gehoorde opvatting dat in de digitale omgeving waardering en selectie eigenlijk geen echte vraagstukken meer zijn? lijk geen echte vraagstukken meer zijn? Het bewaren van informatie kost immers nauwelijks nog wat. Een ander interessant punt is de door de Raad voor Cultuur gestelde eigen standige erfgoedwaarde van archieven.2 De Raad betoogde in zijn advies van 2005 dat er belangrijke motieven zijn om in de wereld van de archieven een duidelijker erfgoedselectiebeleid te voeren. Hoe zo'n erfgoedselectiebeleid in de praktijk eruit zou kunnen zien, waarbij uitdrukkelijk ook de particuliere archieven betrokken worden, is de belangrijkste opgave voor de commissie. De Commissie Waardering en Selectie bestaat uit de volgende leden: prof. dr. K.J.RF.M. Jeurgens (voorzitter), dr. A.C.V.M. Bongenaar (ambtelijk secretaris), drs. P. Diebeis, dr. P.K. Doorn, drs. R.J.B. Hageman, prof. dr. L. Heerma van Voss, drs. J. Jonkers, M.A.M. Laqueur, prof. dr. L.A.C.J. Lucassen, dr. A.C.M.Kappelhof, drs. H.D. Tjalsma, drs. H. Waalwijk en drs. M.C.Windhorst. De commissie hoopt haar werkzaamhe den binnenkort af te ronden en presen teert haar bevindingen in eerste instantie in een rapport dat later omgewerkt wordt tot een publicatie. ARCHIEVEN EN MODERNE MONUMENTEN BHIC, LOCATIE GRAVE l6 17 Door Charles Jeurgens Medio 2006 stelde het Kabinet vast dat er flinke problemen zijn op het gebied van de informatiehuishouding bij de rijksoverheid. Vooral op het terrein van het bewerken van papieren archieven en de digitale informatie huishouding. Het visiedocument Informatie op Orde schetste wat allemaal nodig zou zijn om tot een oplossing te komen. Een van de genoemde aandachtsgebieden is het vraag stuk van waarderingen selectie van archie ven. Sinds enkele maanden is een Commissie Waardering en Selectie aan het werk om een bijdrage te leveren aan de operatie 'Informatie op Orde'. Acht acties Het Westfries Archief in Hoorn verhuisde in 2006 naar een nieuw gebouw, ontwor pen door ONX architecten uit Hoofddorp. De architect over het ontwerp: "Het Westfries Archief moet naast het veilig en onder de juiste condities opbergen van de collectie, deze ook open baar en toegankelijk maken. Dit wordt verenigd in een gebouw waarin de gesloten functies (depot) zich in een sculpturale massa bevinden. Hieroverheen wordt een 'stolp' gezet met ruimtes als een studiezaal, bibliotheek, kan toorruimtes en baliefuncties." Meer over dit voorbeeld van archiefarchitec tuur op de websites van ONX architecten en het Westfries Archief, resp. www.onx-archi- tecten.nl en www.westfriesar- chief.nl (Ivo Zandhuis) (foto Westfries Archief, Hoorn). Kwesties Noten 1 Informatie op Orde. Kabinetsvisie op vindbare en toegankelijke overheidsinformatie (Den Haag 2006) 13-14. 2 De erfgoedbenadering geniet grote belang stelling. Onlangs verscheen onder redactie van Frans Grijzenhout nog een interessante publicatie: Erfgoed. De geschiedenis van een begrip (Amsterdam 2007). Eric Ketelaar leverde aan deze bundel de bijdrage 'Archieven: munimenta en monumenta'. Hij schrijft over de monumentalisering van archieven. Zie hiervoor ook een vorige editie van het Archievenblad (nummer 5,2007). Charles Jeurgens is hoogleraar archivistiek aan de Universiteit van Leiden en stadsarchivaris van Dordrecht. In september 2007 heeft het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) er een gloednieuwe locatie bij gekregen. In een in het oog springend gebouw in Grave richt het BHIC een nieuwe ontmoetingsplek in (foto BHIC.'s-Hertogenbosch). voor inwoners van de gemeenten Boekei, Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint-Hubert, Sint-Anthonis, Landerd en Uden. Zij kunnen daar terecht met al hun vragen over vroeger. Het hoofdkantoor van Woonmaatschappij Maasland en het stadhuis van de gemeente Grave zullen gelijktijdig in dit nieuwe kan torencomplex onderdak vinden. Gekozen is voor Grave vanwege de centrale plaats die het stadje inneemt in het oosten van het werkgebied van het BHIC. Ook de sterke architectonische traditie en de bijzondere uitstraling van Grave hebben een rol gespeeld. Het BHIC opende zijn deuren op dinsdag 4 september. Erick van Egeraat Associated Architects uit Rotterdam heeft getekend voor dit opvallende gebouw. (Margot America) archievenblad september 2007 september 2007 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2007 | | pagina 8