[DeQaak]
Wim Cerutti m.m.v. Florence Koorn, Van Commanderij van Sint-Jan tot Noord-Hollands
Archief. Geschiedenis van het klooster en de kerk van de Ridderlijke Orde van het
Hospitaal van Sint-Jan van Jeruzalem in Haarlem
literatuur
Tijdens de plechtige opening van
het publiekscentrum van het Noord-
Hollands Archief in Haarlem werd een lij
vig, kleurrijk boek gepresenteerd, dat de
geschiedenis beschrijft van het complex
waarin het publiekscentrum is gevestigd:
de Janskerk. De Janskerk is de oudste nog
bestaande kerk van Haarlem, gebouwd
in de dertiende eeuw, en deed dienst als
kerk van de Orde van het Hospitaal van
Sint-Jan van Jeruzalem, in Haarlem vaak
kortweg de Jansheren genoemd. Bij het
onderzoek is een een groot aantal publica
ties en archieven in het Noord-Hollands
Archief en daarbuiten bestudeerd. In het
bijzonder het Memorieboek, waarin gere
gistreerd was voor welke geldgevers was
beloofd te zullen blijven bidden, bleek
een belangrijke bron om veel aspecten
over de Janskerk te reconstrueren.
Het boek probeert alle aspecten die
betrekking hebben op de Janskerk en
haar bewoners te beslaan. Hierdoor ont
staat een veelzijdig boek, waarin zeer
diverse onderwerpen de revue passeren.
Er zijn hoofdstukken opgenomen over
de Johannieters in het algemeen en in
Haarlem in het bijzonder, de bouwhistorie
van het gebouw, de kunst die in opdracht
van de Jansheren is gemaakt (nu soms
nog aanwezig in het Frans Halsmuseum),
de boeken (nu onderdeel van de collectie
van de Haarlemse Stadsbibliotheek) en
biografietjes van personen die in de kerk
werden begraven.
Meeste aandacht gaat in het boek uit
naar de periode waarin de Jansheren
in het complex woonden en werkten.
Dit is dan ook de meest interessante
periode, waarin het grootste deel van
het complex is gebouwd en belang
rijke cultuur werd voortgebracht.
Doordat het Jansklooster de plaats
was waar hoogwaardigheidsbekleders
(zoals de landsheer) logeerden tijdens
hun verblijf in Haarlem, werd soms
landelijke geschiedenis geschreven.
In één geval zou zelfs de Europese
geschiedenis zijn langsgekomen, met een
bezoek van de Engelse troonpretendent
in 1495 (blz. 156). De bewijsvoering hier
voor blijkt bijzonder dun: er wordt uit
eindelijk maar één bron genoemd, waar
uit blijkt dat deze man er daadwerkelijk
is geweest.
Dit voorbeeld is tekenend voor het boek.
Het beoogde, brede publiek wordt meege
voerd in een pakkend, beeldend verhaal.
De vraag blijft echter hangen of bij het
creëren van dat beeld niet teveel boch
ten zijn afgesneden. Een ander voorbeeld
hiervan werd ons door collega's van het
Zeeuws Archief aangereikt (met dank aan
Lineke van den Bout). Met de comman
derij te Kerkwerve (p. 43) wordt name
lijk niet het huidige dorp Kerkwerve op
Schouwen-Duiveland bedoeld, maar de
nederzetting Kerkwerve (waarschijnlijk
niet meer dan de commanderij met bij
gebouwen zelf) op het eiland Walcheren,
tegenwoordig beter bekend onder de
naam Sintjan ten Heere.
Na de reformatie kregen de Jansheren het
voor elkaar dat niet direct hun bezittin
gen door de stad werden geconfisceerd,
maar pas bij het sterven van de laatste
Jansheer. De kerk wordt daarna protes
tants, het commandeurshuis wordt ver
kocht en op het grondgebied ontstaat
in 1641 een kleine 'nieuwbouwwijk'.
Er volgt een weinig dynamische periode:
in het boek volgt een opsomming van
losse anekdotes.
Van belang voor het archiefwezen zijn
de hoofdstukken die de geschiedenis
beschrijven van het Gemeentearchief
Haarlem, later Archiefdienst voor Kenne-
merland, en de andere fusiepartner in het
Noord-Hollands Archief, het Rijksarchief
in Noord-Holland. In deze hoofdstuk
ken staat niet meer de geschiedenis van
de Janskerk centraal, maar de geschiede
nis van de instellingen. Er worden zelfs
twee paragrafen gewijd aan de zeventien-
de- en achttiende-eeuwse geschiedenis
(dus ruim vóórdat er sprake was van het
Rijksarchief) van de panden waarin het
Rijksarchief tot 1983 was gevestigd.
Soms is de associatie met de Janskerk dus
ver te zoeken. Dit leidt soms tot interes
sante uitstapjes en geeft een brede con
text. De vraag is of de ruimte - zelfs in
dit dikke boek - niet te beperkt is om
elk behandeld aspect voldoende recht
te doen. En of elk aspect wel een plaats
verdient.
Historici doen er goed aan het gean
noteerde manuscript te raadplegen dat
bij het Noord-Hollands Archief is gede
poneerd, om de bochten die lijken te
zijn afgesneden nader te onderzoeken.
Wellicht is het boek onder tijdsdruk afge
rond, om op tijd te kunnen verschijnen
bij de opening van het publiekscentrum.
Het boek biedt de bezoeker zeker een
extra dimensie bij een volgend bezoek.
De beeldende taal en grote hoeveelheid
beeldmateriaal maken het toegankelijk
voor een breed publiek, dat door kennis
over de omgeving tijdens het raadplegen
van historisch archief een dubbele histo
rische sensatie zal beleven.
52
KVAN nieuws
over petten en wetten
Wie veel archiefonderzoek doet, kent
de waarde van toevallige vondsten die vaak
gedaan worden als gevolg van een sneeuwbalef
fect. Dat maakt dat het voor een onderzoeker
vooraf niet altijd duidelijk is wat hij of zij in de
aangevraagde stukken zal aantreffen. Maar niet
bij iedere archiefdienst lijkt men met een derge
lijke opstelling uit de voeten te kunnen. Zoals
zal blijken uit de volgende Zaak.
Een onderzoeker, bezig met de geschiedenis
van een commissie, probeert de leden van dit
gezelschap in kaart te brengen. Hun namen zijn
bekend, hun werkzaamheden voor de commis
sie ook, maar over hun achtergrond ontbreekt
elke informatie. Na enig speurwerk wordt van de
meeste leden wel duidelijk wie ze zijn en wat ze
in hun leven verder hebben gedaan. Van één lid
ontbreekt echter elk spoor. Hij is voortijdig met
ruzie uit de commissie vertrokken en is moge
lijk een lastig heer. Eindeloos zoeken leverde
een spoor op: de man was onderwijzer geweest
aan een gemeentelijke openbare school. Reden
tot vreugde: er zou bij de betreffende gemeente
een aanstellingsdossier moeten zijn.
Bij bezoek aan het gemeentearchief bleek dat
inderdaad het geval te zijn. Maar de onder
zoeker kreeg het dossier niet ter inzage. Om
een wel heel merkwaardige reden: het dossier
stond op een vernietigingslij st en had vernie
tigd moeten zijn. En over de vraag welke wet
bij dit dossier van toepassing is (de WOB of de
Archiefwet) bestond bij het archief grote ondui
delijkheid. De directeur van dit archief combi
neerde de leiding over het archief namelijk met
de eindverantwoordelijkheid voor de DIV van
de gemeente.
Voor de onderzoeker is die vraag naar de wet in
eerste instantie niet zo relevant: in beide geval
len is het weigeren van toegang tot de informa
tie uit het dossier in strijd met de wet. Een stuk
dat nog niet vernietigd is, wordt geacht nog
gewoon te bestaan (of zoals geformuleerd in
het Archiefbesluit 1968: zolang geen vernietiging
heeft plaatsgevonden, [blijven] de voor vernietiging
in aanmerking komende archiefbescheiden, aange
merkt als archiefbescheiden in de zin der wet).
Na lang aandringen door de onderzoeker kwam
toen de vraag: "Maar wat zoekt u dan precies?
Dan kunnen wij voor u kijken of het er inzit."
Ja, dat was nu het probleem. Er was maar één
antwoord: "Alles wat er te weten is over deze
meneer."
De onderzoeker heeft het dossier nooit mogen
inzien. Wel kreeg hij een fotokopie van de over
lijdensadvertentie van betrokkene en de mede
deling dat het dossier verder bestond uit salaris-
staten en dat de onderwijzer, zonder officieel
afscheid, met pensioen was gegaan. Was het
toch een moeilijk heer? Met de overlijdensad
vertentie als aanknopingspunt rolde de sneeuw
bal verder. Het lastige commissielid bleek actief
te zijn geweest in andere organisaties, daar ook
een kritisch lid te zijn geweest, maar toch zo
verdienstelijk bezig geweest te zijn dat hij een
jaar voor zijn overlijden, onder meer op voor
dracht van een ambassadeur van een bevriende
natie, een koninklijke onderscheiding heeft
ontvangen.
Nog even terug naar de rol van de archiefdienst.
Die verdient natuurlijk niet de schoonheidsprijs
- op een aantal punten zijn basisbeginselen van
het archivarissenberoep met voeten getreden.
Zoals het artikel uit de beroepscode dat er op
aandringt dat de archivaris voortdurend aante
kening [dient] te houden van alle aanwinsten, con
servering- en archiveringswerkzaamheden (art. 5)
en dat hij het optimale gebruik [van archieven] zal
aanmoedigen (art. 6) en vooral dat hij professio
nele deskundigheid [dient] na te streven door syste
matisch en voortdurend zijn archivistische kennis
bij te houden (art. 9).
En de onderzoeker (en ook de archiefdienst)
mag natuurlijk geen last hebben van de ver
schillende petten van de directeur.
Almanak 2007/2008
gimanak
KVAN Nieuws
Bureau KVAN
Redactie Archievenblad
53
Uitgeverij Spaarn en Hout (Haarlem, 2007)
ISBN 978 90 8683 011 4, 432 blz., 47,50.
Van Commanderij
van Sint-Jan tot
Noord-Hollands Archief
Gtschicihrlti vort het kinotter en de kerk vnn de Ridderlijke
Orde von het Hospitaal iron Sint-Jan van Jeruzalem in Haarlem
Ivo Zandhuis
archievenblad
september 2007
F-
Yvonne Bos-Rops
De nieuwe Almanak 2007/2008 is uit. Deze is na
te bestellen via de medewerkers van het bureau van
de KVAN voor 29,50 excl. verzendkosten. U kunt
ook een abonnement nemen voor 25,- (of 35,-
buitenland) per verschijning.
De zojuist uitgegeven almanak
wordt u dan nagezonden. Staat
u er niet in of heeft u wijzigin
gen? Mail dit dan aan bureau@
kvan.nl.
Bureau Koninklijke Vereniging
van Archivarissen in Nederland.
Voor informatie over de KVAN,
bestelling van publicaties, aanmelding
voor activiteiten en wijzigingen in de
ledenadministratie kunt u contact
opnemen met het bureau. Kopij voor
het Archievenblad, berichten voor deze
rubriek en mutaties in de Almanak van
het Nederlands Archiefwezen kunt aan
het bureau van de KVAN doorgeven.
Herengracht 474
1017 CA Amsterdam
Tel.: (020) 716 73 53
Fax: (020)716 73 55
E-mail: bureau kvan.nl
Internet: www.kvan.nl
Postbank Bureaurekening: 1506908
De KVAN is een beroepsvereniging,
die alle mensen verenigt die werk
zaam zijn in het archiefveld. Het is
geen vereiste dat leden het diploma
archivistiek bezitten. Het archiefveld
is zo divers, dat mensen met zeer ver
schillende achtergrond/opleiding daar
in werkzaam zijn.Allen zijn welkom
als lid van de KVAN! De Koninklijke
Vereniging van Archivarissen in
Nederland stelt zich ten doel de
belangen van het Nederlands archief
wezen te behartigen en de deskundig
heid van archivarissen te bevorderen.
De vereniging organiseert onder
meer studiedagen, internationale
uitwisselingen en buitenlandse ori
ëntatiereizen. Leden van de KVAN
ontvangen kosteloos het Archievenblad
en de Almanak van het Nederlands
Archiefwezen. Student-leden en begin
nende beroepsbeoefenaars kunnen
tevens lid worden van de Sectie
Nieuwe en Aankomend Archivarissen
en Informatiespecialisten (SNAAI).
De contributie voor het lidmaatschap
van de KVAN bedraagt €61,- per jaar
(een hogere bijdrage is welkom).
De contributie voor een student-lid
bedraagt 18,- per jaar.
september 2007
archievenblad