Bredase bouwtekeningen Makelaars, architecten en construc teurs melden zich met regelmaat aan de balie van het Stadsarchief Breda, maar ook particulieren met bouwplannen of een het Stadsarchief Breda nog een bijzondere collectie tekeningen, die te vinden zijn in het archief van de stadsarchitect, de latere afdeling Openbare Werken. Deze functi onaris had aanvankelijk de zorg voor de 'gemeentelijke bouwwerken', zoals het stadhuis en infrastructurele werken. De eerste tekeningen die de inventaris ver meldt, zijn van een secretarie boven de trouwkamer van het stadhuis en een nis in dezelfde ruimte. Beide tekeningen dateren van 20 mei 1833. Dat de bemoei enis van de stadsarchitect verder reikte dan de stadsgrenzen blijkt wel uit teke- droomhuis in het vizier. Slopers komen langs, geïnteresseerd als ze zijn in de des tijds gebruikte constructies en materialen in een slooppand. Dat de bouwvergunnin gen zo in trek zijn is niet verwonderlijk. Alle dossiers tot de gemeentelijke herinde ling van Breda (1 januari 1997) zijn over gebracht naar het Stadsarchief; het meer recente materiaal is in te zien via de balie van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht op het Stadskantoor. Naast deze recente informatie is er ook aardig wat oudere informatie te vinden over bouwwerken in Breda en Prinsenbeek, Nieuw-Ginneken en Teteringen. Van deze laatste drie voor malige gemeenten beginnen de series bouwvergunningen rond 1905, het jaar waarin de Woningwet in werking trad. De serie van de oude gemeente Breda gaat een stuk verder terug. De eerste tekenin gen dateren van 1866. Naast de bouwvergunningen beheert ningen voor een jaagschippershuis met paardenstal op locaties aan de rivier de Mark ter hoogte van Terheijden en Slikgat (Langeweg), beide stroomafwaarts gele gen. Een bijzondere vondst werd gedaan in 1999. Toen kwam een register boven water waarin door stadsarchitect A.J.F. Cuijpers herstelde en nieuw gemaakte riolen, bruggen en pompen in de peri ode 1823-1866 waren ingetekend. De deels ingekleurde tekeningen gaven een belangrijke uitbreiding van kennis op dit gebied. Ook andere tekeningen van infrastructurele werken en open bare gebouwen zijn ruim vertegenwoor digd. De rijke collectie tekeningen in het archief van Openbare Werken is bij zonder te noemen ten opzichte van de omringende gemeenten. Materiaal over gemeentelijke bouwwerken is vaak min der oud of onvolledig bewaard gebleven. Vermoed wordt dat dit soort informatie in de praktijk vooral als werkarchief werd gezien, terwijl dossiers van particulieren direct werden gearchiveerd of minimaal seriematig opgeborgen. Een intrigerende beschrijving in de inven taris is nr. 90: 'Bestekken en voorwaarden van aanbesteding van werken te Breda, aanbesteed door anderen dan de gemeen te'. Achter deze vage omschrijving gaan twee dozen schuil met stukken uit de periode 1869-1907, die inderdaad door anderen zijn aanbesteed. En daarmee zijn ze verrassend en rijk van inhoud. Wat te denken bijvoorbeeld van een uitgebreide set tekeningen van de reeds lang verdwe nen Sint-Josephkerk, waarvan de markant aan de singel staande toren bij de sloop in 1976 werd opgeblazen? Daarnaast zijn er tekeningen van het Huis van Bewaring aan de Nassaustraat, de gebouwen op het stationsemplacement en de gebouwen op het kazerneterrein aan de oostzijde van de stad. Vooral de laatste tekeningen trekken de aandacht, want hierbij bevindt zich ook het ontwerp van de Chassékazerne, de huidige huisvesting van het Stadsarchief Breda, Bureau Cultureel Erfgoed en het Breda's Museum. Een ander interessant onderdeel vormen de tekeningen van de vesting Breda die grotendeels in het kader van de ontman teling zijn gemaakt. Van de vestingwallen met bijbehorende onderdelen als de gla cis, ravelijnen en grachten zijn nauwkeu rige doorsneden gemaakt, zodat ruim 130 jaar na de ontmanteling nog een perfecte reconstructie mogelijk is. Zoals reeds eerder vermeld, zijn uit de periode 1866-1903 bouwvergunningen voor particulieren in Breda bewaard geble ven. Een rijke schat, zo blijkt bij nadere beschouwing. Bij de ontmanteling van de vesting Breda werden nieuwe straten aan gelegd, terwijl de vestinggracht vergraven werd tot een singel die met het omrin gende groen een statige uitstraling kreeg. Belangrijk onderdeel van de uitbreidin gen was de koppeling van de binnenstad aan het spoorstation. Brede straten wer den geprojecteerd tussen de singel en het in 1863 royaal aangelegde stationsplein. Een goede toegang kwam er echter niet direct. Tussen de stad en het station lagen GEMEENTEARCHIEF GEMERT-BAKEL de terreinen van het kas teel van Breda, waar sinds begin negentiende eeuw de Koninklijke Militaire Academie gevestigd is, en de oude kasteeltuin 't Valkenberg. Voor de laatste wenste men de groene bestem ming te behouden en zo werd de oude tuin omgevormd tot een park in Engelse landschapsstijl. De bestemming tot open baar park maakte wel dat men voortaan door het park van het station naar de bin nenstad kon wandelen. Voertuigen dien den tot de aanleg van de Kennedylaan in 1963 om te rijden. Langs de nieuwe straten werden kapitale herenhuizen gebouwd in de kenmerken de neostijlen van de tweede helft van de negentiende eeuw. De bewaarde vergun ningen laten dit goed zien. Strakke sym metrische gevels met hardstenen plinten en lijsten, rijkelijk bewerkte paneeldeu ren, hoge schuiframen, balkons op con soles, kroonlijsten en hoge zolderkap- pen. Vaak getekend met zwarte pen en soms met aquareltechniek ingekleurd. Bij de oudste vergunningen zijn veelal alleen het formulier en een gevelaanzicht bewaard gebleven. Later kwamen er ook plattegronden, doorsneden en andere gevelaanzichten, zodat een prachtig beeld ontstaat van de indeling van de panden. Vestibules met glazen tochtdeuren, rechte marmeren gangen achter de voordeur, bordestrappen over verschillende verdie pingen met hoge lichtvensters in de zij gevel, kelders, kamers-en-suite met dub bele tussendeuren, serres, veranda's, roy ale keukens, alkoven, meidenkamertjes, schouwen, lambriseringen, panelen en stucwerk. Al met al geven de negentien- de-eeuwse vergunningen een fraai beeld van de woonhuisarchitectuur in het laat ste kwart van de negentiende eeuw. Boulevard Tegelijkertijd werd ook aan de zuid kant druk doorgebouwd. Langs de oude verbindingsweg naar het dorp Ginneken waren in de tweede helft van de negen tiende eeuw verschillende buitenplaatsen met daarop imposante villa's en buiten plaatsen aangelegd. Gaandeweg werd de tussenliggende ruimte opgevuld met herenhuizen tot ook hier een aaneenge sloten bebouwing ontstond. Een bijzon der prestigieus project was de aanleg van te zien is wat er allemaal ontworpen en gebouwd werd. de Boulevard tussen de Ginnekenweg en het Mastbos door de Bredasche Bouwgrond Maatschappij in 1897. De aanleg van deze boulevard, in 1905 omgedoopt tot Baronielaan, was geïnspi reerd op de Avenue Louise in Brussel en de bebouwing diende navenant te zijn. Daarom stelde de maatschappij nogal wat eisen. Zo dienden de percelen binnen een jaar bebouwd te zijn met woningen van minstens twee verdiepingen waarvan het ontwerp door de directeur van de maat schappij diende te worden goedgekeurd. Andere bepalingen waren dat er geen magazijnen, werkplaatsen, fabrieken of ziekenhuizen mochten worden gebouwd. De minimaal zes meter diepe voortuintjes moesten goed worden onderhouden en afgesloten met nette ijzeren hekken. Ten slotte werd bepaald dat de huizen nimmer tot bordeel mochten worden bestemd! In tegenstelling tot de buurt bij het station is de bouw van de Baronielaan slechts ten dele terug te vinden in de bouwvergun ningen. De reden hiervan is eenvoudig. Toen men hiermee startte lag dit gebied nog op het grondgebied van de gemeen ten Teteringen, Ginneken en Bavel en Princenhage. Pas bij een grenswijziging in 1942 werd de gehele laan Bredaas gebied. Vandaar ook dat uit de beginjaren de tekeningen ontbreken en pas vanaf 1905 ARCHIEVEN EN MOL Uiteraard strekken de series bouw vergunningen verder dan alleen de bouw van woningen. Ook op het gebied van bedrijfspanden en instellingen zijn fraaie ontwerpen bewaard gebleven. Hierbij kan ook gedacht worden aan de tekeningen behorende bij Hinderwetvergunningen en voorlopers daarvan. Het voert echter te ver om daar hier nu op in te gaan. Waar recente bouwvergunningen een directe belang hebben als het gaat om taxaties of het ontwikkelen van bouwplannen, is er ook een duidelijke waarde voor het hierboven beschreven oudere materiaal. Op basis van de tekeningen is het goed mogelijk om een onderzoek te doen naar de ontwikkeling van de Bredase woon- en werkcultuur en de toegepaste architec tuur. In de loop der jaren zijn ontelbare panden gerestaureerd aan de hand van de oorspronkelijke ontwerpen. Ook was het mogelijk lang geleden verdwenen of aan gepaste panden nauwkeurig te reconstru eren. Het is de bedoeling om binnen een paar jaar ook in Breda de tekeningen te gaan digitaliseren en via internet beschik baar te gaan stellen. Op die manier zullen de pentekeningen, aquarellen, calques en blauwdrukken in hun oorspronkelijke kleur het beste tot hun recht komen. ERNE MONUMENTEN rrpr wmrr,, archieven en moderne monumenten Door Mark Buijs Het Stadsarchief Breda herbergt een aantal bijzondere collecties bouwtekeningen. Zoals tekeningen die horen bij de aanvraag van bouwvergunningen en bouwtekeningen van de afdeling Openbare Werken. Waar bij ande re archiefdiensten genealogen de grootste groep vormen, komt veertig tot vijftig procent van de bezoekers bij het Stadsarchief voor het opvragen van bouwvergunningen. Openbare Werken Fragment van de bouwtekening van de Chassékazerne in Breda, 1896) (coll. Stadsarchief Breda). Kapitale herenhuizen archievenblad september 2007 archieven en moderne monumenten Doorsnede van een ontwerp van de villa Mon Plaisir in Ginneken. 1910 (coll. Stadsarchief Breda). Digitaliseren Mark Buijs is senior informatiebemiddelaar bij het Stadsarchief Breda. september 2007 archievenblad Het Gemeentearchief Gemert-Bakel was al gehuisvest in de voorma lige Latijnse School, die met een rectorswoning in 1891 gebouwd is naar ontwerp van architect Martinus Dreesen (1829-1891). In 2006 is met architectenbureau De Twee Snoeken uit 's-Hertogenbosch de bouw gestart van een nieuwe archiefbe waarplaats, ondergronds aan de voorzijde van de Latijnse School en een serre achter de rectorswoning. De keuken en bijkeuken werden garderobe en toiletgroep. De oude kantoorruimte is bij de studiezaal getrokken (foto Gemeentearchief Gemert-Bakel). en er zijn vier kanto ren en een vergader kamer in de rectors woning gerealiseerd. In de bedstee van de dienstmeid staat nu een patchkast. Architect Maarten Willems is erin geslaagd de eenen twintigste eeuw in een negentiende-eeuws rijksmonument te passen. De heropening staat gepland op 12 oktober 2007. (Annette de Lange)

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2007 | | pagina 23