HET ARCHIEF VAN HET Bureau Wederopbouw Boerderijen REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM EINDHOVEN de dossiers met een omvang van 160,8 strekkende meter bij het archief van het Ministerie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid (later Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, VROM). Al in 1960 werden de 144 opmetingen van de oude boerderijen in langdurige bruikleen over gedragen aan de in dat jaar opgerichte Stichting Historisch Boerderij-Onderzoek (SHBO). Dit gebeurde door toedoen van Hekker, een van de oprichters van SHBO. Voordat het BWB-archief bij het Algemeen Rijksarchief werd ondergebracht, was in 1967 toestemming gegeven aan SHBO de voor boerderij-onderzoek relevante stuk ken te lichten en als permanente bruik leen te ontvangen. Vanwege gebrek aan opslagruimte en mankracht voor de selec tie kon SHBO echter jarenlang geen invul ling geven aan deze toezegging. In 1990 begon men bij het Rijksarchief met de vernietiging van het BWB-archief. Nadat de dossiers alfabetisch vanaf midden W (alle documenten waren op plaats gesor teerd) verloren waren gegaaan, kon de toenmalige directeur van SHBO, C.S.T.J. Huijts, een verdere vernietiging verhinde ren door het archief naar SHBO te halen. Daar werd een nieuwe ordening opge zet die beter voldeed aan de toenmalige vraagstellingen van de stichting: haar pri oriteiten gingen vooral uit naar de voor oorlogse boerderijbouw. Sinds 2007 is het BWB-archief in bezit van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). De vragen die ik in het kader van mijn proefschrift over wederopbouwboerderijen aan het archief stel, gaan uit van een etno logisch perspectief. In een eerste stap wor den de ontwikkelingen en processen bena drukt die tot een bepaalde wederopbouw architectuur hebben geleid. Welke (nieu we) ideeën over werken en wonen, over technische rationaliteit en sociale ontwor teling, over globalisering en regionalisme speelden een rol? Waren de gegevens van de oude boerderijen nog van belang voor de wederopbouw? Om deze vraag te kun nen beantwoorden, is het feit dat naast de tekeningen van de nieuwe boerderijen ook reconstructietekeningen van de oude ver woeste boerderijen bewaard zijn gebleven uiterst behulpzaam. In een tweede stap vraag ik naar de sym bolische dimensies van verlies en weder opbouw: welke betekenissen hechtten de bewoners aan het verlies van hun oude boerderij en wat waren de gevolgen daar van? Is een potentieel tot verbetering en vernieuwing, tot creativiteit of tot behoud inherent aan het verlies? Welke rol neemt het verlies met al zijn implicaties tegen woordig in en wat voor invloed heeft dat op het wonen en werken in wederop bouwboerderijen vandaag de dag? Welke rol speelt verlies binnen de studies naar wederopbouwarchitectuur van officiële inrichtingen? I 39 etnologische waarde van de oral history. De kritiek die binnen kringen van histo rici wel wordt geuit op de betrouwbaar heid van individuele herinneringen geldt in het kader van etnologisch onderzoek juist als voordeel: het biedt immers als geen andere methode de mogelijkheid om door te dringen tot subjectieve erva ringen - inclusief betekenisgevingen en toeëigeningen - uit het dagelijks leven. Ook voor de gesprekken die ik in vorm van oral history met de (toenmalige) bewoners van de wederopbouwboerderij en voer, zijn de documenten uit het BWB- archief van groot belang. Om mijn gesprekspartners te stimule ren breng ik de bouwtekeningen van de nieuwe en de reconstructieschetsen van de oude boerderij mee (kopieën uit het BWB-archief), die we samen bekijken. Aan de hand daarvan kan zich een leven dig gesprek ontwikkelen dat belangrijke informatie levert. Archiefmateriaal en data uit het veld kunnen elkaar zo vrucht baar aanvullen. ARCHIEVEN EN MODERNE MONUMENTEN Op 15 juli 1940 werd door de rijksover heid het Bureau Wederopbouw Boerderijen (BWB) opgericht. Het bureau coördineerde vanaf 1940 tot na de oorlog herbouw en herstel van boerderijen die door oorlogs handelingen verwoest waren. Het BWB liet noodwoningen en noodstallen bouwen, nam de schade op, stelde richtlijnen vast voor de wederopbouw, gaf aanwijzingen voor de nieuwbouw, toetste de architec tenkeuze en beoordeelde de bouwplannen en bestekken van meer dan 8000 weder opbouwboerderijen. Daarnaast begon in 1946 een groepje rond de boerderij-onder zoeker R.C. Hekker in opdracht van het BWB 144 karakteristieke boerderijen in de verschillende regio's van Nederland op te meten en te documenteren. Men wilde enerzijds graag een overzicht krijgen van de verschillende hoofdvormen, terwijl de tekeningen anderzijds bij her- of nieuw bouw het gebruik van streekeigen elemen ten zou kunnen bevorderen. Naast wat meer algemene documen- ten over het werk van het BWB omvat het archief van het Bureau Wederopbouw Boerderijen tegenwoordig schetsen van de verwoeste boerderijen, schadeformu lieren waarin het oude bedrijf en de ver woesting daarvan beschreven worden en bouwtekeningen van de wederopbouw boerderijen inclusief bestekken. Verder bevat het archief de tekeningen van R.C. Hekker en zijn staf. Deze documenten vormen tevens de basis van Hekkers mag num opus 'De ontwikkeling van de boer- derijvormen in Nederland' dat verscheen in Duizend jaar bouwen in Nederland (Amsterdam 1957). Het BWB-archief heeft een complexe geschiedenis achter de rug: na de weder opbouw van de boerderijen kwamen Gezien de historische vraagstellingen naar symbolische dimensies zijn egodo cumenten als agenda's, brieven, familie kronieken en dergelijke zaken bijzonder waardevol. Op een klein aantal brieven van de boeren na, waarin vragen en opmerkingen staan over de wederopbouw van hun boerderij, levert het BWB-archief nauwelijks rechtstreekse informatie over de bewoners van de wederopbouwboer derijen. Binnen de etnohistorie is het wel een bekend probleem, dat we in archie ven zelden rechtstreeks iets kunnen ver nemen over de mensen waarin we juist zo geïnteresseerd zijn. Daarom proberen we op indirecte manier aspecten van het dagelijks leven te doorgronden (denk bij voorbeeld aan de bestudering van boedel beschrijvingen en testamenten) of met grafische voorvallen selecteert en duidt tot een samenhangend geheel - ook de beleving, de perceptie en de betekenis geving komen erin goed tot uitdruk king. Dit laatste vormt wel de grootste behulp van de oral history. De informant vertelt daarbij op een bepaalde manier uittreksels uit zijn levensverhaal bij wijze van constructie waarbij hij of zij de bio- A--.'.1 fbQfc.TC UCli.lIfl HA.CCn. ■J.M h ,.l H A-..1 1- 'XitfiDtO'j TV.KGCSSila). wT3mNAAI.0ije 3) ainih St-Ly-T—ór» GEGEVENS omtrent bediuf en verwoeste opstallen PLAATSELIIKE AANDUIDING D EIGENAAR -■«UIJWM. PACHTER VEEBEZETTING VOOR DE VERWOESTING NORMALE BEDRUFSOPPERVLAKTE IN HA TAXATIE VERWOESTE OPSTALLEN IVERSE GEGEVENS f. 4.196.<0 archieven en moderne monumenten Door Sophie Elpers Etnologisch perspectief september 2007 archievenblad Schadeformulier van dezelfde boerderij als de afbeelding op pagina 38 (Archief BWB, coll. SHBO Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, Zeist). Sophie Elpers is medewerker van het Meertens Instituut te Amsterdam en doet een promotieonder zoek naar wederopbouwboerderijen in Nederland. Volkskundige Sophie Elpers doet momenteel een promotieonderzoek naar wederopbouw boerderijen in Nederland. In deze bijdrage gaat ze in op een van de belangrijkste bron nen voor haar onderzoek, het archief van het Bureau Wederopbouw Boerderijen, maar ook bij de mensen thuis vindt ze veel informatie. archievenblad september 2007 Schetsen en schadeformulieren Reconstructieschets van een boerderij te Heumen van boerderij-architect J. Coumans (Archief BWB, coil.SHBO Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, Zeist). Oral history Oral history vastleggen vormt een aanvulling op de BWB- documentatie. Sophie Elpers in gesprek met de bewoon ster van een wederopbouwboerderij in Maarheeze (foto Jac. Biemans). In december 1999 werd de nieuwbouw van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe) opgeleverd. Het ontwerp was van Bollen Architecten uit Tilburg (tegenwoor dig architectenbureau B0.2 architectuur en stedenbouw). Begin 2000 werd het gebouw in gebruik genomen. De nieuwbouw aan de Raiffeisenstraat verving de te kleine en ver ouderde ruimte in het souterrain van het Eindhovense stadhuis. Het nieuwe gebouw leverde flink meer depotruimte en veel ruime werkplekken voor de bezoekers op, doch in een zeer traditionele studiezaalset ting. In augustus 2007 is de laatste hand gelegd aan de transformatie van de traditi onele studiezaal naar een multifunctionele bezoekersruimte waar beleving hoog in het vaandel staat. Naast het gangbare traditionele onderzoek is er nu de ruimte én de juiste sfeer voor aller hande laagdrempelige activiteiten voor een breed publiek. Behalve een nieuw ingericht bezoekerscentrum wordt nu ook de laatste hand gelegd aan een thematisch opge zet activiteitenprogramma dat voortaan van oktober tot en met mei gaat draaien. De vernieuwde studiezaal is een ontwerp van Buro Staal/Christensen uit Eindhoven. (Loes Heuvelmans) (foto RHCe).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2007 | | pagina 19