NIEUWE SERIE:
RHC's in Nederland
witlMBiiiiii r rii'iF"v-;"-
Regionale Historische Centra zijn
een verschijnsel van de laatste jaren.
Het zijn instellingen waarin een aantal
voorheen afzonderlijke archieven of ver
wante organisaties samen optrekken.
Samenwerking op archiefgebied is niet
iets van vandaag of gisteren. De Wet
Gemeenschappelijke Regelingen uit 1949
maakte het al mogelijk dat gemeenten
bepaalde taken met elkaar organiseerden.
In de jaren vijftig ontstonden zo de eer
ste streekarchivariaten en streekarchie
ven, met name in Noord-Brabant. Het
Regionaal Archief West-Brabant (RAWB)
is de opvolger van een van die eerste
archivariaten en vierde zodoende in sep
tember 2006 zijn vijftigjarig bestaan met
een symposium over 'Organisatie van
archiefbeheer'.
Dagvoorzitter prof. dr. Inge van der
Vlies (UvA) verbaasde zich erover hoe
zeer in deze tijden van deregulering een
beroepsgroep gehecht is aan een wet.
De Archiefwet 1995 wordt gezien als
"onze verworvenheid, een fundament,
waar je niet mag aankomen". Op het
gebied van het beheer van publieke
archieven is tegelijkertijd veel in bewe
ging en zoekt men naar een geschikte
rechtsvorm. Dat het materiaal daarbij
eigendom blijft van de overheid, staat
voorop. We zouden dat kunnen vergelij
ken met de museumwereld: de collectie
blijft aan de overheid, maar de exploita
tie is in een privaatrechtelijke organisatie
ondergebracht. Prof. Van der Vlies ziet
een aantal mogelijke taken die kunnen
worden overgedragen aan privaatrechte
lijke stichtingen, zoals het toegankelijk
maken van collecties voor het publiek
(archieven digitaal toegankelijk maken
en het vervaardigen van websites) en het
digitaliseren met als ultieme mogelijk
heid het commercieel uitgeven van een
deel van het archief of afzonderlijke
archiefstukken. De nieuwe organisatie
vorm kan leiden tot het bij elkaar bren
gen van diverse functies (archief, muse
um, bibliotheek) in een soort 'cultureel
warenhuis', zoals ontwikkeld of in ont
wikkeling in bijvoorbeeld Apeldoorn,
Gouda en Tilburg. Deze vormen van ken
nisinstituten kunnen beter samengaan
door los van de overheid te staan.
Tegelijk houdt de overheid een vinger in
de pap, omdat de garanties voor de
democratische archieftaak gewaarborgd
moeten blijven. Bovendien: bij raadple
ging op afstand is het weliswaar een
onafhankelijke, onpartijdige instelling
die de stukken naar buiten brengt, maar
de overheid bepaalt wat er precies naar
buiten mag.
Richard Hermans, sinds 1 januari
2007 directeur van Erfgoed Nederland,
gaf een historische schets van de ontwik
keling van RHC's. Hij constateerde dat
archieven vanaf eind jaren tachtig, begin
jaren negentig steeds meer naar elkaar
toe groeiden. Collega Peter Toebak, toen
malig gemeentearchivaris van Breda,
zette in 1993
de belangrijk
ste argumen
ten voor regio
nale samenwerking van archieven op een
rijtje. Schaalvergroting was volgens hem
toen nodig vanwege:
de problemen met DIV;
de aanpak van de semi-statische
archieven;
machineleesbare gegevensbestanden
(nu: digitalisering);
conservering en restauratie.
Deze argumenten gingen enkel uit van
de interne processen en het vakinhoude
lijke. Ook de nieuwe ontwikkelingen als
het records continuum, PIVOT, archiefbe-
werkingsbedrijven, het samengaan van
de afdelingen DIV en archiefdiensten,
overleggen tussen KVAN, NVBA, Od,
Archievenblad en tijdschrift Od wezen in
die richting.
Opvallend was volgens Hermans dat er
vele taken bijkwamen die juist de andere
kant op wezen en dat die voortvloeiden
uit initiatieven van buitenaf. Zo was
Uitgeverij Waanders een van de eersten
die concrete actie nam op basis van
trends in de samenleving. De succesvolle
serie Ach Lieve Tijd bracht de geschiede
nis van eigen dorp en stad voor het grote
publiek dichtbij. Archivarissen gingen
tijd vrij maken om hieraan mee te wer
ken. Daarbij gold in het algemeen: dat
moet er allemaal bij, naast het reguliere
werk. Vergroten van het publieksbereik
was geen kerntaak in het archiefwezen.
"Weinigen verstonden de tekenen van de
tijd", aldus Hermans. De archeologie
heeft dit binnen de erfgoedsector het
snelst gedaan. Het Romeinse schip bij
Woerden trok bijvoorbeeld 40.000 bezoe
kers in één weekend. Geschiedenis gaat
nu eenmaal steeds meer om emotie, bele
ven en dichtbij brengen voor iedereen.
Terwijl wij in archievenland de ene kant
opgingen, die van de informatievoorzie-
Geschiedenis gaat nu eenmaal
steeds meer om emotie, beleven en
dichtbij brengen voor iedereen
ning, ging de tijdgeest de andere kant op.
In de archiefwereld was dat het beste te
zien bij de Rijksarchiefdienst. Bijkomend
effect was dat de term 'RHC' een nieuwe
connotatie kreeg. Archivarissen vormen
nu nog maar één discipline in de organi
satie van een RHC, naast specialisten
voor educatie, communicatie, enzovoort.
De RHC's hebben volgens Hermans
inmiddels een belangrijke plaats vero
verd. Geschiedenis is iets dat om de hoek
ligt, en het publiek komt in groten getale
fysiek of digitaal op bezoek. "Niet langer
staat het gebouw van het archief cen
traal, is het fysieke van belang. In de toe
komst zal er steeds meer sprake zijn van
een meer hybride organisatie", aldus
Richard Hermans.
Algemeen rijksarchivaris en directeur
van het Nationaal Archief Maarten van
Boven beloofde de toehoorders, niet
gespeend van enige humor, "het ware
verhaal van de RHC-vorming" uit de doe
ken te doen. Bij die RHC-vorming ging
men uit van de gedachte dat de gebruiker
centraal moest staan. "Tot die tijd waren
degenen die in de studiezaal kwamen ons
publiek", betoogde Van Boven. De huidi-
ge trend is om een
breed publiek te
bedienen. Niet al
leen de traditionele diepgravers, maar
ook nieuwe groepen als de grasduiners
en de ondiepe gravers. En archieven kun
nen dat, want ze bieden veel, zoals verha
len (historische beleving), herkenning en
erkenning (ook emotionele betekenis, zie
onder meer de Molukse archieven en die
van de Bijzondere Rechtspleging), plaats,
regio An afkomst, en ten slotte bieden
archieven ook de mogelijkheid tot raad
pleegbaarheid op afstand.
Er kwam een omslag in het archiefwezen:
archieven moesten groter en anders; er
kwam meer volume in personeel en
financiën; er ontstonden andere compe
tenties, zoals cultureel ondernemerschap
(een van de belangrijkste eisen voor een
directeur van een RHC) en er kwamen
andere functies, onder meer op het ter
rein van communicatie en PR. Het
archiefwezen moest niet langer instel-
lings- maar publieksgericht werken.
Archieven creëerden meer afstand ten
opzichte van politiek en bestuur. Voor de
collectievorming betekende dit dat het
onhoudbaar werd alleen aan de wettelij
ke taken vast te houden. De collectievor
ming diende aan te sluiten op de vraag.
Zaken als particuliere archieven, audiovi
sueel materiaal en oral history kregen
meer aandacht. Ook de toegankelijkheid
kwam meer centraal te staan. "De fusies
binnen de Rijksarchiefdienst gingen uit
van: eerst structuur, dan cultuur, hetgeen
in managementtermen eigenlijk fout is."
Ze kenden geen vast format en werden
per provincie bekeken. Het doel van de
fusies was een breder bestuurlijk draag
vlak en het accent op de regio of plaats.
Basisgedachte was ook: vanuit een sterke
positie samenwerken. De RHC's moesten
voldoen aan een aantal criteria: de histo
rische beleving moest centraal staan, er
moest een fysieke bezoekersruimte zijn
maar ook een interactieve website.
Verder werd nadrukkelijk gekeken naar
de kwaliteit van de dienstverlening en de
rol van de provincie. Ook streefde men
naar een landelijk digitaal netwerk, dat
echter niet van de grond kwam. Over het
gehele land ontstonden er zo nieuwe
RHC's vanuit de oude Rijksarchiefdienst,
overigens met wisselend succes.
Het gaat volgens Van Boven goed met
het culturele ondernemerschap; er is
grote betrokkenheid van de partners;
groeiende populariteit (de grasduiners
weten ons te vinden); size matters: als je
groot bent doe je er toe; de samenwer
king is sterker in de regio; digitaal is men
op de goeie weg. Van Boven ziet echter
ook een aantal bedreigingen: de
bestuursvorm van de Wet Gemeen
schappelijke Regelingen (WGR) voldoet
niet; het kiezen tussen vrijheid en gebon
denheid; de positie van de provincie in
de RHC's; de verhouding tussen archiva
ris en niet-archivaris en het feit dat de
keten is gebroken: het is geen automatis
me meer dat archieven van het Rijk naar
RHC's gaan.
Ton Wagemakers, directeur van het
Regionaal Archief en de Stichting
Mommerskwartier te Tilburg wilde bij
zijn aanstelling enige jaren geleden een
radicaal nieuw archief ontwikkelen:
"Dat betekende diep nadenken over je
oorsprong", hield hij zijn publiek voor.
Er lag een rapport van zijn voorganger
Wim Reijnders dat als doel had een
samengaan van het Regionaal Historisch
Centrum Tilburg en het Textielmuseum.
Wagemakers, afkomstig uit de museale
hoek, kreeg de opdracht hier uitvoering
aan te geven. Zijn eerste les: doe het snel!
Lees verder op pagina 25
23
SSSBi
ess
Door Jac. Biemans
Regionale Historische Centra (RHC's) zijn de
afgelopen jaren als paddenstoelen uit de
grond geschoten. Oude wijn in nieuwe zak
ken of zijn het echt andere instellingen?
Wat is het uitgangspunt van de RHC's en
hoe succesvol zijn ze? Vorig jaar hield het
Regionaal Archief West-Brabant een sympo
sium over 'Organisatie van archiefbeheer'.
Via algemene beschouwingen en een aantal
praktijkvoorbeelden van samenwerking uit
Tilburg, Breda, Apeldoorn en Gouda kregen
de toehoorders een kijkje in de keuken van
de RHC's: de theorie achter de praktijk?
Een keuze uit de daar gepresenteerde visies
als inleiding op een serie over nieuwe orga
nisatievormen in het Nederlandse archie-
venlandschap.
De voorgevel van het Regionaal ArchiefWest-Brabant in
Oudenbosch (foto Regionaal ArchiefWest-Brabant).
Publiek en privaat
Forumdiscussie tijdens het symposium 'Organisatie van
archiefbeheer' (foto Regionaal ArchiefWest-Brabant).
Binnenplaats van het nieuwe gebouw van CODA, het'cul-
tuurwarenhuis' in Apeldoorn (foto CODA/Christa Balk).
Tijdgeest
Richard Hermans,
directeur van
Erfgoed Nederland
(foto Erfgoed
Nederland,
Amsterdam).
22
archievenblad
mei 2007
Diepgravers en grasduiners
Maarten van Boven, alge
meen rijksarchivaris en
directeur van het Nationaal
Archief in Den Haag
(foto Nationaal Archief
Den Haag).
Tempel of pretpark
a
Ton Wagemakers, directeur van het Regionaal Archief en
de Stichting Mommerskwartier te Tilburg (foto Regionaal
ArchiefTilburg).
mei 2007
archievenblad