In Memoriam Hans Scheurkogel (1953-2006)
onderwijs en onderzoek
Hans was het vierde kind in een
gezin van acht. Het gezin repatrieerde in
1959. Hans volgde het gymnasium, eerst
in Rotterdam later in Voorburg. Hij stu
deerde geschiedenis aan de Rijksuniversi
teit Leiden (1971-1977), waar hij zich
toelegde op de middeleeuwen. Hij deed
onder meer onderzoek naar de Jonker
Frans oorlog en het Kaas- en broodspel.
Na zijn studie was hij werkzaam in
Leiden en Rotterdam als universitair
docent, docent aan de MO-leergangen en
coördinator van de deeltijdopleiding
geschiedenis aan de Hogeschool Rotter
dam. Met D.E.H. de Boer en J. van
Herwaarden schreef hij het handboek
Middeleeuwen, dat sinds het verschijnen
in 1989 (tweede druk 1995) vele studen
ten heeft ingeleid in de geschiedenis van
de middeleeuwen. Na zijn afstuderen
startte hij een promotie-onderzoek naar
middeleeuwse universiteiten, waarvoor
hij geruime tijd in Avignon verbleef.
Helaas bleef het onderzoek onvoltooid.
In 1982 werd hij benoemd tot uurdocent
geschiedenis aan de toenmalige Rijks-
archiefschool. Vanaf dat jaar is hij onaf
gebroken aan de school verbonden
Vanaf dat jaar is hij
onafgebroken aan de school
verbonden gebleven.
gebleven. Na de pensionering van Hans
de Vries volgde hij deze in 1989 in partti
me verband op als adjunct-directeur;
geleidelijk werd deze functie uitgebreid
tot een volledig dienstverband.
Jarenlang vormde Hans een tandem
met directeur Theo Thomassen, met wie
hij vorm gaf aan de herstructurering van
het archiefonderwijs. Al in de jaren tach
tig tekenden zich veranderingen in het
archiefwezen af die aanpassing van het
onderwijs noodzakelijk maakten. In de
eerste plaats stokte de instroom van aspi
rant middelbare archiefambtenaren,
mede omdat door bezuinigingen veel
archiefdiensten niet meer in staat waren
een stagevergoeding toe te kennen, waar
door het voor de meeste kandidaten
financieel onmogelijk was de opleiding
te volgen. Alleen de Rijksarchiefdienst
heeft tot aan het einde van het onderwijs
oude stijl aan drie aspirant hogere en
twaalf aspirant middelbare archiefambte
naren een betaalde stageplaats aangebo
den. In de tweede plaats noopten ont
wikkelingen in de overheidsadministra-
tie tot aanpassingen. De grote toevloed
van moderne archieven vergde een ande
re aanpak in beheer. In 1991 was de in
kleine kring geruchtmakende publicatie
Omslag in Opslag verschenen. De over
brengingstermijn zou weldra worden ver
kort van 50 tot 20 jaar, waardoor ministe
ries en secretarieën de taak kregen in ver
sneld tempo archieven voor overbren
ging gereed te maken. De Rijksarchief
dienst startte PIVOT. En bovenal begon
nen administraties en archiefdiensten te
automatiseren.
Op de inhoudelijke veranderingen rea
geerde de Rijksarchiefschool met het
organiseren van studiedagen en applica
tiecursussen, onder andere de cursus
Modern Archiefbeheer. Ook het archief
wezen werd zich bewust van het feit dat
leren niet ophoudt met het verwerven
van het diploma. Helemaal bevredigend
was de constructie niet - zowel leerlin
gen, docenten als diensten realiseerden
zich dat de opleiding moest veranderen.
In een jarenlang proces, waarin docenten
en curatoren soms overspoeld werden
met notities, nota's en rapporten, kwam
een nieuwe opzet tot stand. De opleiding
zou formeel moeten worden opgewaar
deerd tot op volwaardig HBO- en univer
sitair niveau, ingebed in informatiewe
tenschap. Hans heeft daaraan een niet te
De opleiding zou formeel
moeten worden opgewaardeerd tot
op volwaardig HBO- en
universitair niveau, ingebed in
informatiewetenschap.
onderschatten bijdrage geleverd; hij gaf
mede vorm aan de inhoud en liet niet af
de didactische aspecten te benadrukken:
onderwijzen is een beroep dat op profes
sionele wijze uitgevoerd moet worden.
In 1996 tekenden de directeur-gene
raal Culturele zaken van het ministerie
van WVC en de directeur van de Archief-
school een overeenkomst, waarbij de
Archiefschool verzelfstandigd werd.
Het initiële onderwijs werd onderge
bracht bij de Hogeschool van Amsterdam
(diploma Archivistiek B) en de Universi
teit van Amsterdam (diploma Archivis
tiek A). De Archiefschool, die van Den
Haag naar Amsterdam verhuisde, leverde
de archivistische expertise. Het doel was
de noodzakelijk geachte verbreding in
het archiefonderwijs te bewerkstelligen:
de inhoud van het onderwijs zou het
hele continuüm moeten omvatten, recht
doen aan technologische en organisatori
sche veranderingen in de archiefvorming
en gelijktijdig de noodzakelijke compe
tenties voor het beheer van oude archie
ven moeten bijbrengen.
De inpassing van de archivistiek in de
programma's van de UvA en HvA is een
lastig en veeleisend proces geweest, waar
in Hans onvermoeibaar overlegde, verga
derde, notities schreef en - indien abso
luut noodzakelijk - compromissen tracht
te te bewerkstelligen. Steeds met het doel
het optimale voor het archiefonderwijs
te bereiken. Vooral de eerste jaren waren
Steeds met het doel het
optimale voor het archiefonderwijs
te bereiken.
moeilijk, maar dat het onderwijs nu
steeds beter op de veranderingen van het
brede veld aansluit, is voor een belang
rijk deel aan zijn inzet te danken.
Herhaaldelijk bracht hij in het Archieven
blad verslag uit van de ontwikkelingen of
sprong hij in de bres wanneer het
archiefonderwijs in het geding was. Hans
voelde zich misschien niet altijd begre
pen en gewaardeerd door het veld; de kri
tiek op de school trok hij zich persoonlijk
aan. De structuur en dynamiek van het
hoger onderwijs maakten het bovendien
niet gemakkelijk snel aan wensen tege
moet te komen en dat frustreerde hem
zeker.
Al voor de verzelfstandiging was de
Archiefschool een rol beginnen te spelen
op het internationale podium. Peter
Sigmond, directeur van 1981 tot 1989,
was actief binnen de Section on Archival
Education van de International Council
on Archives (ICA). Hij introduceerde er
zijn opvolger Thomassen, die later vice-
president en vervolgens president van de
sectie werd. Op zijn beurt vergezelde
Hans deze enkele malen naar vergaderin
gen van de sectie waar hij al spoedig
indruk maakte door zijn analytisch ver
mogen, kennis van didactiek en welbe
spraaktheid in andere talen. Hij ontwik
kelde zich tot een veelgevraagd spreker
over deze onderwerpen op congressen.
Hij zag in dat om het archiefonderwijs op
een hoger plan te brengen internationale
samenwerking noodzakelijk was; hij was
de drijvende kracht bij het tot stand
brengen van een Europees netwerk van
archiefopleidingen. Als een erkenning
van zijn internationale activiteiten zag
hij zijn verkiezing tot president van de
Section on Archival Education en quali-
tate qua tevens benoeming tot lid van
het executive committee van de Interna
tional Council on Archives, in 2004. Zijn
laatste publieke optreden was in die hoe
danigheid, eind november 2006, tijdens
de CITRA op Curasao, de twee weken
voorafgaand aan een korte vakantie bij
onderwijs en onderzoek
om
te vroeg hun vader, die hen meer heeft
moeten missen dan hem lief was.
Wij zullen zijn kennis, inzet en enthou
siasme gaan missen.
vrienden in Suriname. Tijdens zijn ver
blijf in Suriname is hij in zijn slaap over
leden.
De Archiefschool verliest in hem een
drijvende kracht, het archiefwezen «en
collega die de archivistiek na aan het hart
lag, en waarover hij met inzicht en intel
ligentie kon discussiëren. Zijn verdien
sten zijn onmiskenbaar, al zullen ze
doorgaans voor velen niet direct zicht
baar zijn geweest. Zijn kinderen verliezen
archievenblad
februari 2007
KV-fr-Vi-yrV
Door Peter Horsman
Op 9 december 2006 overleed onverwacht
°P 53-jarige leeftijd Hans Scheurkogel,
coördinator onderwijs aan de Archiefschool.
Geboren op Sumatra, overleden in
Suriname, twee uiterste delen van het voor
malige Nederlandse koloniale rijk - het lijkt
Hans te tekenen, want hij hield van uiter
sten, vooral in de discussie waarin hij graag
een controversiële mening verdedigde.
Herstructurering archiefonderwijs
Hans Scheurkogel (1953-2006).
Op de bres
Hans Scheurkogel: analytisch, didactisch en welbespraakt.
Europees netwerk
februari 2007
Hans Scheurkogel tijdens een symposium in Dubai.
Peter Horsman is coördinator onderzoek van de
Archiefschool.
archievenblad
Drijvende kracht
SSSavi