NEN-ISO 15489Een noodiakelijk kwaad? archieven en collecties archieven en collecties Ongetwijfeld zijn er mensen die NEN-ISO 15489 niet eens kennen en zich afvragen "Wat moet ik ermee? De Ar chiefwet 1995 is er toch al?" Er zijn er ook die de vervanging van de huidige archiefwetgeving door NEN-ISO 15489 en andere normen voorstaan. "Waarom nog die obsolete archiefwetgeving hand haven als je zo'n fantastisch normenstel sel van de ISO hebt?", zo is hun redeneer wijze. In dit artikel beperk ik mij tot de volgende vragen. Is het noodzakelijk om een aanvullend normenkader te gebrui ken bij de inrichting van het archiefbe heer? En is het ook uitvoerbaar? NEN-ISO 15489 is een vertaling van de internationale, Engelstalige norm 'ISO 15489-1 Information and documenta tion - Recordsmanagement - part 1: General' en 'ISO 15489-2 Information and documentation - Recordsmanage ment - part 2: Guidelines'. Deze norm biedt een kader waarop organisaties, zowel overheden als bedrijven, hun informatiehuishouding kunnen baseren. Het tweede deel, de praktijkrichtlijn, komt overeen met de Australische norm DIRKS (Designing and Implementing Recordkeeping Systems), een methode om archiefbeheersystemen te ontwikke len en te implementeren. Voor wie uitge breider kennis wil nemen van de materie is DIRKS onmisbaar, omdat daar de ver schillende stappen veel uitgebreider uit gewerkt worden. Overheidsorganisaties zijn verplicht het archiefbeheer in te richten, zoals de Archiefwet 1995, het Archiefbesluit 1995 en de ministeriële regelingen 11 (Rege ling duurzaamheid Archiefbescheiden), 12 (Regeling geordende en toegankelijke staat archiefbescheiden) en 13 (Regeling bouw en inrichting archiefruimten en archiefbewaarplaatsen) het voorschrij ven. De vraag komt op: is er nog wel een aanvullend normenkader nodig? Is er niet te veel regelgeving? Heeft een nieu we norm voor archiefbeheer nog wel zin? Daarom is het van belang te bezien wat de Archiefwet 1995 en de ISO-norm precies regelen en wat niet. Het wordt dan duidelijk wat de toegevoegde waarde van NEN-ISO 15489 is. De Archiefwet stelt algemene eisen aan het beheer van alle archiefbescheiden van de overheid. Er wordt alleen op hoofdlijnen aangewe zen dat er een bepaalde mate van archief beheer moet zijn, maar het zegt niet 'hoe'. Het 'hoe' wordt uitgewerkt in de 'lagere' archiefwetgeving: het Archief- besluit en de drie ministeriële regelingen. Het Archiefbesluit is vooral relevant bij het ontwerpen van selectielijsten, bij ver vanging en vervreemding van archiefbe scheiden, bij overbrenging, ordening en toegankelijkheid van archiefbescheiden, archiefruimten en archiefbewaarplaat sen, en materiële zorg voor archiefbe scheiden. De ministeriële regelingen behandelen ieder een apart aspect van de Archiefwet en werken dat nader uit. Daarnaast zijn er vele aspecten van het archiefbeheer die, hoewel het nog maar de vraag is of dit alles wettelijk geregeld zou moeten worden, niet of nauwelijks worden geregeld, zoals de organisatie van het beheer (verantwoordelijkheden), authenticiteit, kwaliteitszorg, planning en control, of rampenbestrijding. Omdat de Archiefwet op vele gebieden geen of alleen algemene eisen (bijvoorbeeld toe gankelijkheid) of juist zeer specifieke eisen (bijvoorbeeld archiefruimten en materiële verzorging) stelt aan het beheer van de archiefbescheiden, is het onmoge lijk om een gedetailleerd en effectief archiefbeheersysteem in te richten aan de hand van de Archiefwet. Hierbij komt dat de Archiefwet primair een 'erfgoedre geling' is, waarin praktisch bekeken alleen aandacht geschonken wordt aan de te bewaren archiefbescheiden en niet aan de te vernietigen archiefbescheiden. Dat het archiefbeheer verankerd moet zijn in de primaire processen van de organisatie ontbreekt in de Archiefwet. Verder prevaleert het erfgoedbelang van archieven boven het verantwoordingsbe- lang. De commissie die zich bezighoudt met de evaluatie van de ministeriële rege ling 12 heeft ook gesignaleerd wat de Archiefwet wel en niet regelt. Vooral de normen genoemd in de hoofdstukken 7 (archiefbescheiden), 8 (archiefsystemen) en 9 (beheeractiviteiten) van NEN-ISO 15489 worden bij overheidsorganisaties aanbevolen als toetsingskader voor de in herziene Regeling 12 genoemde aspecten van het archiefbeheer. In tegenstelling tot de Archiefwet heeft NEN-ISO 15489 als uitgangspunt dat het archiefbeheer geïn tegreerd is in de primaire processen van de organisatie. Dit sluit aan bij het Records Continuüm-denken, dat inhoudt dat organisaties zelf belang hebben bij een goede archiefvorming, zowel voor hun eigen functioneren als hun rol van verantwoorden in de samenleving. Een uitgangspunt daarbij is dat organisaties nagaan welke archiefbescheiden in het bedrijfsproces gemaakt zijn en hoe die vervolgens beheerd moeten worden. Deze benadering is sterk terug te vinden in NEN-ISO 15489 en in ISO 23081-1 (nor men voor archivistische metadata).1 In NEN-ISO 15489 zijn algemene princi pes en randvoorwaarden voor archiefbe heer vastgelegd, die nauwelijks tijdgebon den zijn. Voor zowel overheidsorganisa ties als bedrijven is NEN-ISO 15489 een middel waarmee archiefbeheer geïnte greerd kan worden in de uitoefening van taken in het bedrijfsproces. Wel is het zo dat iedere organisatie NEN-ISO 15489 moet vertalen naar de eigen werkpraktijk. Als hulpmiddel kan het ook ingezet wor den om de kwaliteit van het archiefbe heer in de organisatie te toetsen. Uit het bovenstaande blijkt dat ik NEN-ISO 15489 kan aanbevelen als aan vullend normenkader. Op welke wijze kan ISO 15489 gebruikt worden in de organisatie? Blijft het niet bij de adoptie van de norm - en verder niets? Het twee de deel van de NEN-ISO 15489, de prak tijkrichtlijn, is er speciaal voor de imple mentatie van de norm. Het derde hoofd stuk hiervan gaat in de op te kiezen stra tegieën, ontwerpen en implementatie. Dit hoofdstuk bestaat uit een stappenplan met acht onderdelen: voorbereidend onderzoek, analyse van bedrijfsactiviteiten, identificatie van eisen aan archiefbescheiden, beoordeling van bestaan de systemen, identificatie van strategieën om te voldoen aan eisen voor archiefbescheiden, ont werp van een archiefsysteem, implementatie van een archiefsysteem en evaluatie na implementa tie. Het vierde hoofdstuk van deze praktijkricht lijn vormt het grootste deel van de praktijkricht lijn en gaat in op archiefprocessen en controles. Met archiefprocessen wordt bijvoorbeeld bedoeld dat vastgelegd moet worden welke docu menten in het archiefsysteem opgenomen moe ten worden, dat bepaald wordt hoelang docu menten bewaard blijven en hoe het classificatie schema ontwikkeld moet worden. Als een organisatie haar archiefbeheer ingericht heeft met behulp van ISO 15489, betekent dat niet dat een eindpunt bereikt is! Het is een begin punt. Vanaf dit moment kan en moet blijvend de kwaliteit van het archiefbeheer getoetst worden aan de eisen van ISO 15489. Het uitvoeren van een toetsing aan de hand van ISO 15489 kan vorm krijgen door de eisen van ISO 15489 om te draaien in vragen.2 Op deze vragen kunt u ant woorden geven en uit het antwoord, en of u een antwoord heeft, blijkt in welke mate voldaan wordt aan de eis van ISO 15489. Deze wijze van auditing is mogelijk bij de hoofdstukken 4 tot en met 11 van ISO 15489-1. In het kader rechtsbo ven heb ik een voorbeeld hiervan gegeven. Er zijn al zoveel regels... In de titel van dit artikel komt dit tot uitdrukking. Wie het positief formuleert, komt niet verder dan het zetten van een vraagteken achter 'noodzakelijk kwaad'. Of geen vraagteken? In het bovenstaande hoop ik voldoende aangetoond te hebben dat aanvul lende normen hun nut hebben. De archiefwet geving stelt dan weer geen eisen of juist algeme ne of zeer specifieke. Mede daarom is het onmo gelijk om een archiefbeheersysteem te imple menteren op basis van de archiefwetgeving. Er is dus meer nodig dan alleen de Archiefwet 1995 om het archiefbeheer zo in richten dat de infor matiehuishouding verankerd is in de bedrijfs processen van de organisatie. Is het een kwaad? Het is geen kwaad, omdat iedere organisatie vrij is in de wijze waarop NEN-ISO 15489 toegepast wordt. Het is geen dwingend normenkader, maar een praktisch kader waarmee ieder naar eigen inzicht en behoefte aan de slag kan. Het is een noodzakelijke leidraad, een nuttig goed. 34 35 Door Theo Vermeer* In juni 2005 rondde Theo Vermeer zijn scriptie voor de opleiding IDM/Archivistiek B af, getiteld 'NEN-ISO 15489-1 en 2. Een beschouwing over een aanvullend normen kader voor de centrale overheid en een aan vullend toetsingskader voor de Rijksarchiefinspectie'. Deze studie werd geschreven in opdracht van de Rijksarchiefinspectie. In het Archievenblad van mei 2006 kwam Vermeers scriptie al aan bod. In onderstaand artikel wordt de inhoud en betekenis van de norm voor het archiefbeheer nader toegelicht. Norm als kader Hoofdlijnen Records Continuüm Uitvoerbaarheid Feiten Hoe lang duurt een dergelijk archiefproces? Is het erg ingewikkeld en daarom niet uitvoer baar bij kleine overheidsorganisaties? Hieronder enige feiten over NEN-ISO 15489: - NEN-ISO 15489 is generiek toepasbaar. Dat wil zeggen dat u een enkel hoofdstuk gebrui ken kunt, bijvoorbeeld alleen dat wat van toe passing is op het archiefbeheer in uw organisa tie. - NEN ISO 15489 is geconcretiseerd in de Functionele Eisen, een product van de Archiefschool dat nog in ontwikkeling is. Alle eisen van NEN-ISO 15489 zijn in de Functionele Eisen vereenvoudigd in zogeheten randvoor waarden die aan archivering gesteld worden. - NEN-ISO 15489 is een goede aanvulling op NEN-ISO 9001:2000, waar in paragraaf 4.2.4. enkele eisen gesteld worden aan archiefbe scheiden en aan archiefbeheersystemen. Eisen uit 'Processen en Controles' van ISO 15489-1 Interne audit organisatie x Het opnemen van archiefbescheiden legt een relatie tussen het archiefstuk, de maker en de zakelijke ontstaanscontext Worden archiefbescheiden op zo'n wijze opgenomen in het archiefsysteem dat er een relatie is tussen het archiefstuk, de maker en de zakelijke ontstaanscontext? Door het opnemen van archiefbescheiden worden de archiefbescheiden en de relaties geplaatst in het archiefsysteem Worden de archiefbescheiden zo geplaatst dat de relaties tussen de archiefbescheiden nog aanwezig zijn? Een nuttig goed Theo Vermeer is student Archiefwetenschap aan de UvA en informatiespecialist bij Doxis. Noten 1 ISO 23081-1 is een aanvulling op ISO 15489, die geen aandacht besteedt aan archivistische metadata. ISO 23081-1 is een normenkader dat ingaat op prin cipes van archivistische metadata. Er volgen nog twee delen. Deel twee zal een generieke beschrijving van metadata-elementen bevatten. Het derde deel is een evaluatie-instrument aan de hand waarvan de organisatie kan vaststellen of ze voldoet aan de in deel twee genoemde eisen. 2 M. Crockett en Foster, 'Using ISO 15489 as an Audit Tool' in: The Information Management Journal, juli/augustus 2004, 50. archievenblad november 2006 november 2006 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2006 | | pagina 17