IMMËÊ^m^tUÊÈmkÊi9ÉM-iM m juridische zaken juridische zaken Auteursrecht is een rechtsgebied waar archieven in dit digitale tijdperk steeds vaker mee te maken krijgen.1 Dat komt omdat archieven behalve beschrij vingen nu ook meer materiaal op docu mentniveau openbaar willen maken op internet. Als het niet gaat om archiefma teriaal dat door de overheid is voortge bracht, kan het zijn dat op het materiaal nog auteursrecht van anderen rust. Dat geldt voor materiaal dat origineel is. Hier valt niet alleen kunst met een grote K onder, maar ook valt te denken aan dag boeken, brieven, foto's (bijvoorbeeld stadsgezichten) of (audio)visueel materi aal zoals geluidsopnamen, film of video. Het auteursrecht ontstaat vanzelf vanaf de creatie van het werk en duurt tot maar liefst zeventig jaar na de dood van de rechthebbende. Na diens dood komt het auteursrecht toe aan de erfgenamen. In het analoge, papieren tijdperk hadden archieven geen last van de Auteurswet, "I omdat het (passief) bieden van toegang tot auteursrechtelijk beschermd materi aal voor raadpleging binnen het gebouw vrij werd gelaten. Dat is echter niet het geval voor (actieve) openbaarmaking op internet. De Auteurswet eist namelijk dat voor de verveelvoudiging (reproductie) en/of openbaarmaking van een werk steeds vooraf toestemming wordt gevraagd aan de maker. Hij heeft boven dien het recht om in ruil voor die toe stemming (of licentie) een vergoeding te vragen. Bij het online zetten van beschermd materiaal (zoals een foto) zijn de genoemde activiteiten beide betrok ken: eerst maakt het archief een digitale reproductie van de foto en die wordt ver volgens op internet openbaar gemaakt. Toch wordt de auteursrechtelijke soep niet steeds zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Inmiddels wordt erkend dat culturele (behouds)belangen van archieven, musea en bibliotheken kunnen prevaleren boven de belangen van auteursrechthebbenden. Daarom kent de Auteurswet ten gunste van deze non-profitinstellingen sinds 2004 specia le beperkingen op het auteursrecht. Dat is ten eerste het geval voor de beschik baarstelling van materiaal uit de eigen collectie op een besloten intranet, dat bezoekers alleen op schermen binnen het gebouw zelf kunnen raadplegen. Een auteursrechtelijk beschermd werk mag men dus zonder toestemming in zo'n digitaal netwerk opnemen. Maar het is de vraag of deze intranet-beperking voor archieven interessant genoeg is; internet lijkt immers aantrekkelijker omdat men er een wereldwijd publiek mee kan berei ken, dat niet meer naar de studiezaal hoeft te komen. Op basis van een nieuwe beperking voor behoudsdoelen mogen archieven, musea en bibliotheken een beschermd werk zonder toestemming van de maker repro duceren als fysiek verval dreigt, of (bij digitale werken) ten behoeve van migra tie naar nieuwe software. Digitale open baarmaking van dergelijke kopieën is vervolgens echter niet toegestaan zonder toestemming van de maker. Deze en andere beperkingen uit de herziene Auteurswet zullen in de 'Juridische Wegwijzer' nader behandeld worden, net als de vraag: wat kan men in opnemings contracten al regelen over het auteurs recht? Onvindbare auteursrechthebbenden blijken een groot probleem te zijn bij het online zetten van beschermd materiaal. Helaas biedt de Auteurswet hier geen soe laas; die eist vooraf toestemming voor openbaarmaking. Wanneer de rechtheb bende onvindbaar blijkt (en de archiefin stelling geen beroep kan doen op een wettelijke beperking), zou het werk dus strikt genomen niet op internet mogen worden gezet. In de praktijk wordt met dit probleem nogal eens pragmatisch omgegaan, waarbij op de website wordt vermeld dat men zonder succes een zoek tocht heeft ondernomen, maar dat recht hebbenden zich alsnog kunnen melden. De 'Juridische Wegwijzer' zal de kwestie van de onvindbare rechthebbenden zeker nader onder de loep nemen. Digitalisering en beschikbaarstelling via internet van archiefmateriaal roept bovendien vragen op als dit op nog levende mensen betrekking heeft. Het gaat dan om portretten waarop mensen herkenbaar zijn afgebeeld, en om zoge naamde persoonsgegevens: gegevens die een geïdentificeerde of identificeerbare levende persoon betreffen. Bij portretten wordt een onderscheid gemaakt tussen portretten die in opdracht van de geportretteerde zijn gemaakt, en portretten die niet in opdracht zijn gemaakt. Bij een 'opdracht portret' kan men denken aan foto's die voor een huwelijksreportage zijn gemaakt of aan staatsieportretten. Nieuwsfoto's zijn bijna nooit in opdracht van de geportretteerde gemaakt. Ook een film, tekening of schilderij met een her kenbare persoon is een portret. Een opdrachtportret mag niet zonder toe stemming van de geportretteerde open baar gemaakt worden, terwijl tot tien jaar na diens overlijden nog toestemming van de nabestaanden nodig is. Voor portretten die niet in opdracht zijn gemaakt, geldt een ander regime: voor openbaarmaking is geen toestemming nodig, maar de afgebeelde persoon kan zich verzetten tegen openbaarmaking als vf hij 'een redelijk belang' heeft. Een priva cybelang ligt dan het meest voor de hand, maar er zijn andere argumenten die de rechter kan honoreren, zoals een veiligheidsbelang (herkenbare politie agenten in actie) of een zogenaamd reso- cialisatiebelang (iemand die verdachte is in een strafrechtelijk proces, of veroor deeld is). Of iemand een redelijk belang heeft, is voor een archiefinstelling die een portret openbaar wil maken, niet altijd eenvoudig vooraf in te schatten. In de praktijk blijkt dat vaak met een 'piep systeem' wordt gewerkt; bij bezwaren wordt het portret van de website verwij derd. Veel archiefmateriaal bevat persoons gegevens, zoals adressen, telefoonnum mers, of informatie over familieleden. Iedereen die met dit soort gegevens omgaat (ze 'verwerkt') moet er rekening mee houden dat hij onder de Wet bescher ming persoonsgegevens (Wbp) kan val len. De Wbp is in elk geval van toepassing bij geautomatiseerde verwerking. Digitalisering en digitale beschikbaarstel ling van materiaal waarin zich persoons gegevens bevinden maakt dus altijd dat de Wbp van toepassing is. Bovendien geldt dat het verwerken van persoonsgegevens (inclusief verzamelen) gemeld moet wor den bij het College bescherming per soonsgegevens (Cbp).3 Hiervan zijn ver werkingen die uitsluitend een archiefbe stemming hebben, echter vrijgesteld. De Wbp onderscheidt ook nog een bepaalde categorie extra gevoelige, 'bij zondere', persoonsgegevens. Ze betreffen in hoofdzaak godsdienst of levensover tuiging, politieke gezindheid, gezond heid, seksueel leven, lidmaatschap van een vakvereniging en strafrechtelijke gegevens. Deze mogen in beginsel hele maal niet verwerkt worden. Er is een uit zondering voor de volgende handelingen met archiefbescheiden: vervanging, over brenging naar en opneming in een archiefbewaarplaats, en het beheer aldaar is toegestaan. Het verbod geldt uitdruk kelijk wel voor 'het ter raadpleging of gebruik ter beschikking stellen'. In zowel de gewone als de virtuele studiezaal mogen dus geen bijzondere persoonsge gevens ter beschikking gesteld worden. Er is een uitzondering voor beschikbaar stelling voor wetenschappelijk onder zoek, als dat aan een aantal voorwaarden voldoet: het dient een algemeen belang, de verwerking van de bijzondere per soonsgegevens is noodzakelijk, het vra gen van uitdrukkelijke toestemming (van betrokkenen, de personen over wie de gegevens informatie geven) is onmoge lijk of kost een onevenredige inspanning, en bij de uitvoering is voorzien in zoda nige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen niet one venredig wordt geschaad. Aan de online beschikbaarstelling van materiaal waarin (bijzondere) persoonsgegevens voorko men, kunnen dan ook vele haken en ogen blijken te kleven. Dit artikel roert slechts een selectie aan van de onderwerpen die in de 'Juridische Wegwijzer' zullen worden besproken. Naast auteursrecht (inclusief Creative Commons-licenties), portre trecht en de Wet bescherming persoons gegevens zal ook het nieuwe databank recht aan de orde komen; dit beschermt archiefinstellingen onder voorwaarden tegen substantiële overnames uit hun databanken. Ten slotte zal in het kader van de 'exploitatie' van archiefmateriaal ook aandacht worden besteed aan (de juridische grondslag voor) het innen van gebruiksvergoedingen. Taskforce Digitale toegankelijkheid Archieven 32 33 Door Annemarie Beunen en Tjeerd Schiphof* In opdracht van de Taskforce Archieven en de Museumvereniging bereiden de Leidse juristen Annemarie Beunen en Tjeerd Schiphof een praktische wegwijzer voor over juridische aspecten van digitale beschikbaarstelling van archief- en muse umcollecties. Hieronder wordt alvast een voorproefje gegeven van enkele onderwer pen die hierin zullen worden behandeld. m Tm ©Ahron de Leeuw,Jeruzalem 1990. Speciale beperkingen voor archieven Onvindbare rechthebbenden Portretten ©Ahron de Leeuw,worstelaarsVaranasi 1999,www.creativecommons.org/licenses/by/2.0/ Persoonsgegevens2 Tot slot 'Annemarie Beunen en Tjeerd Schiphof zijn als onder zoeker verbonden aan de Universiteit Leiden, afdeling eLaw@Leiden, Centrum voor Recht in de Informatiemaatschappij. Noten Voor beeldmateriaal wordt het in de praktijk wel eens beeldrecht genoemd, maar de Auteurswet spreekt alleen over auteursrecht. 2 Uitgebreid: F.J.C. Ketelaar, 'Elke handeling telt. Archiefdiensten en de Wet bescherming per soonsgegevens', Archievenblad 104/3 (mei 2000) p. 18-23 en 104/4 (juni 2000) p. 26-29. Zie voor een update van dit artikel http://cf.hum.uva.nl/bai/home/eketelaar/ WBP.doc. 3 Zie www.cbpweb.nl/. archievenblad juli 2006 juli 2006 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2006 | | pagina 16