Hetjidste dig dale creeds chap bepalen met de checklist Toegank^ kheidsiyis(en) digitalisering digitalisering Aan het begin van de 21ste eeuw bleek uit een rapport van het ministerie van OCW dat archieven, als ze op de toenmalige manier zouden blijven wer ken, nooit een duidelijk groter publieks bereik zouden halen. Volgens dit rapport is ongeveer een kwart van de Neder landse bevolking geïnteresseerd in histo rische informatie, als deze op een niet- traditionele manier wordt aangeboden. Daarom pleitten de schrijvers van het rapport ervoor dat archieven digitaal een aantal nieuwe producten aanbieden. Het startpunt voor ons onderzoek was de volgende probleemstelling: welke archi- vistische instrumenten bied je aan als er archiefonderzoek plaatsvindt via de digi tale onderzoeksomgeving in plaats van in de studiezaal van een archiefinstelling? Zoals ook andere archiefinstellingen werkt het Stadsarchief Breda aan de ont wikkeling van een digitale onderzoeks omgeving, waar kennis en informatie uitgewisseld kunnen worden. Omdat het gaat om het zoeken naar historische informatie, maar ook het vinden en pre senteren van deze informatie door de onderzoekers zelf, spreken we over een historische werkplaats. Daar komen genealogen, historici en gepensioneer den, net zo goed als scholieren, studen ten en mensen die gewoon iets willen weten. De historische werkplaats biedt niet alleen bronnen aan, maar ook hulp middelen bij het gebruik van die bron nen. De vraag is welk instrumentarium die onderzoekers nodig hebben; zijn dat dezelfde instrumenten als je in de fysieke studiezaal aantreft en gaat het alleen om archivistische instrumenten of ook om ander gereedschap? In de klassieke archivistische benadering was toegankelijkheid een kwaliteit van het archief zelf: in goede en geordende staat en toegankelijk door een inventaris of plaatsingslijst, eventueel aangevuld met nadere toegangen. Aan het einde van de vorige eeuw drong het besef door dat de ontsluiting van archieven gericht diende te zijn op de gebruikers van die archieven. Volgens Th. Thomassen is toegankelijk heid het resultaat van verschillende varia belen: de gebruiker en diens competen ties, het archiveringssysteem (inclusief archivaris) en de maatschappelijke omge ving (beleid). Een verandering in één van de variabelen leidt tot verandering in de toegankelijkheid. Toegankelijkheid is dus altijd relatief in de tijd en dient voortdu rend onderhouden te worden. Wij hante ren in ons onderzoek de volgende defini tie van toegankelijkheid van een archief: de geschiktheid van een archiveringssys teem op een bepaalde tijd en plaats om een gebruiker met bepaalde competenties op een effectieve manier het archief te laten bevragen, selecteren, interpreteren en hergebruiken, binnen de beperkingen die de omgeving van dat archiveringssys teem aan die raadpleging stelt. Instrumentarium is het geheel van de voor de toegankelijkheid van archieven in een digitale omgeving benodigde hulpmiddelen, instrumenten. Instru menten dienen in ieder geval de toegan kelijkheid van een archiefcollectie en/of een website te vergroten. In de literatuur hebben wij gezocht naar aspecten van toegankelijkheid en de mogelijke manie ren waarop (groepen van) instrumenten daarbij van pas zouden kunnen komen. Het lijkt ons weinig zinvol lukraak naar instrumenten te zoeken, in de hoop deze uiteindelijk in een later te vinden instru mentarium onder te brengen. Het aan bieden van het ene instrument en het niet aanbieden van een ander instrument beïnvloedt al de manier waarop een gebruiker het archief kan bevragen, selec teren, interpreteren en hergebruiken. Als je in staat bent om veel verschillende soorten gereedschap aan te bieden, kun je het archief voor meer personen toe gankelijk maken. Het is belangrijk te weten vanuit welke gezichtspunten, ofwel invalshoeken, instrumenten aan geboden kunnen worden, om te kunnen onderzoeken of de aangeboden instru menten de gewenste effecten op de toe gankelijkheid sorteren. Uit literatuurstudie blijkt dat er veel is geschreven over het toegankelijk maken binnen de digitale onderzoeksomgeving. De verschillende auteurs (zie ook de lite ratuurlijst in ons rapport) kiezen daarbij vaak hun eigen invalshoek, die ertoe leidt dat sommige instrumenten geschikt geacht worden vanuit die denkrichting. In ons onderzoek hebben we gekozen voor een benadering vanuit die verschil lende invalshoeken. Deze keuze dient ertoe dat we eerst goed zicht krijgen op de meeste benaderingen, zonder een keuze te maken. Het gaat om de volgen de typologieën: Typologie naar stappen in een onder zoekstraject; Typologie naar functionele aard van de instrumenten; Typologie naar competenties van gebruikers; Typologie naar categorie gebruikers; Typologie naar toegangsschil; Typologie naar webfunctionaliteit. In onderstaand kader hebben we de verschillende typologieën uitgewerkt. Voor het beoordelen van instrumen ten hebben we een Checklist Toegankelijkheidsinstrumenten (CTI) ontwikkeld waarmee we instrumenten kunnen beoordelen en rubriceren. Voor een archiefinstelling is het van groot Lees verder op pagina 13 Door Beng Lai, Elena Magnée-Smirnova, Herman van Dam, Marien Geelhoed en Nico Hoevenaars* In de archiefwereld is de digitale onder- zoeksomgeving een hot item. Ook de KVAN- studiedagen in juni stonden in het teken van e-culture en steeds vaker duiken begrippen als digitale historische werkplaats op. In het afgelopen jaar hebben wij ons tijdens de studie Archivistiek B gericht op de instru menten die in een digitale onderzoeksset- ting nodig zijn. In opdracht van het Stadsarchief Breda hebben we gewerkt aan het inventariseren van de juiste digitale gereedschappen. Toegankelijkheid Instrumentarium Keuzes maken Uitwerking van typologieën De checklist is ontworpen op basis van de volgende typeringen of invalshoeken: Typologie naar stappen in een onderzoeks traject Vraagstelling en oriëntatie Planning/strategie Data verzamelen/zoeken/navigeren Data selecteren Data interpreteren/waarderen Bewerken/presenteren Deze invalshoek gaat uit van de stappen van onderzoek, die iedereen doorloopt die van (archief)bronnen gebruikt maakt. Typologie naar functionele aard van de instrumenten Instrumenten die helpen bij het gebruik van content (primair) Instrumenten die helpen bij het gebruik van een ander instrument (secundair) Gebruikersinstructies (tertiair) Typologie naar competenties van gebruikers Basisvaardigheden (omgaan met computers, zoektaal begrijpen, kunnen zoeken/navigeren) Kennis van het onderwerp (literatuur e.d.) Vaardigheid in het analyseren en waarderen van gevonden materiaal (taal, terminologie, schrift) Archivistische kennis-kennis van archieftheorie, -praktijk en -procedures (archiefjargon, begrijpen van toegangen, leeszaalregels, zoekstrategie in archief, enz.) Deze indeling is gebaseerd op de competen ties (kennis en onderzoeksvaardigheden) van archiefgebruikers in relatie tot het archief dat ze raadplegen en de vraag, die ze stellen. Thomassen, Yakel en Torres hebben deze invalshoek nader uitgewerkt. De consequen tie van de benadering van toegankelijkheid vanuit de invalshoek van de individuele com petentie is dat een archiefdienst alle mogelij ke instrumenten dient aan te bieden, om zowel (op één of meer van de competenties) onervaren als ervaren gebruikers van dienst te zijn, en om van onervaren gebruikers erva ren gebruikers te maken. Typologie naar categorie gebruikers Naar interessegebied: Familiegeschiedenis Streekgeschiedenis Overig Naar behoefte: Snackers: passieve consument van hapklare brokken 'diepe'Gravers: actieve zoekers (historisch geïnteresseerd) 'ondiepe' Gravers: actieve zoekers (cultuur geïnteresseerd) professionele Educators: zij die anderen iets wilten of moeten bijbrengen over cultuur niet-professionele Educators: zij die anderen iets willen of moeten bijbrengen over cultuur Intermediairs: zij die door hun werk archieven onder de aandacht brengen van anderen (journalisten, onderzoekers, beleidsambtenaren, enz.) Naar bronnen: Doop-, trouw en begraafboeken Burgerlijke Stand Stratenregisters 2oe-eeuwse dossierarchieven i9e-eeuwse archieven I7e/i8e-eeuwse archieven Oud archief Overig Uit een marktonderzoek van Twynstra Gudde naar potentiële gebruikers van archiefinstellin gen blijkt dat het archief met zijn aanbod moet inspelen op de wensen en behoeften van nieu we doelgroepen en zich dient te verplaatsen in de rol en de beleving van de klant. Markt- en klantgerichtheid leggen een expliciete en inte grerende relatie tussen klantbehoeften en werkprocessen. Het onderzoek deelt de poten tiële gebruikers in naar groepskenmerken op basis van informatiebehoeften: snackers: licht cultuurgeïnteresseerde passieve consumenten van kant-en-klaar aanbod; ondiepe gravers: cultuurgeïnteresseerde afnemers van standaardproducten, die snel te maken zijn; diepgravers: historisch geïnteresseerde bevragers van archieven, met meer of minder gerichte vragen; professionele educators: personen werk zaam in of voor primair of voortgezet onderwijs, die archiefproducten kunnen gebruiken in onderwijsprojecten; niet-professionele educators: geïnteresseerden in het overbrengen van cultuur op (klein)kinderen; intermediairs: journalisten, onderzoekers, beleidsambtenaren enzovoorts die door hun inspanningen archieven onder de aandacht van anderen brengen. Categorisering van gebruikersgroepen geschiedt altijd op basis van door de archivaris bedachte typeringen. Dat is niet erg zolang deze invalshoek naast en niet in plaats van andere invalshoeken gebruikt wordt. Thomassen noemt de volgende categorieën gebruikers: naar interessegebied: streekgeschiedenis, familiegeschiedenis, wet- en regelgeving, enz.; naar geraadpleegde bronnen: DTB/BS, heerlijkheidsarchieven, 20Ste-eeuwse dossierarchieven, enz.; naar onderzoeksmethode: ongeleide zoekvraag via zoektermen, systematische zoekvraag via zoekstructuur. Typologie naar toegangsschil Interface Zoekingangen en navigatiemechanismen Context Inhoud/bronnen Je kunt instrumenten ook indelen op basis van de functie die ze hebben in een website of digitale bibliotheek: Typologie naar webfunctionaliteit Zoekfunctionaliteiten Interactiemogelijkheden Onderzoeksmogelijkheden/content Gebruikershulp Florijn verdeelt de website onder in functio naliteiten: zoekfunctionaliteiten, interactie mogelijkheden, onderzoeksmogelijkheden /content en gebruikershulp. De functionali teit 'gebruikershulp' omvat uiteraard alle ins trumenten, waarbij Florijn meegeeft dat deze instrumenten de competenties van individu ele gebruikers dienen te ondersteunen. De instrumenten dienen de overige functies van de website te ondersteunen. Zoekfunctionaliteiten: Ondersteunen van begrip en gebruik van toegangen Ondersteunen van begrip en gebruik van een integrale zoekfunctie Ondersteunen van begrip en opzet van zoekstrategieën Interactiemogelijkheden: Ondersteunen van individueel onderzoek Consulteren van een archivaris Ondersteunen van communityvorming Ondersteunen bij publiceren van materiaal Ondersteunen bij het commentaar geven op onderzoeken van anderen Onderzoeksmogelijkheden: Ondersteunen bij het raadplegen van de content Aanbieden van andere erfgoedbronnen Een checklist als hulp bij beoordeling

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2006 | | pagina 5