e c e n s i e s
ignalementen
CHURCHILL
literatuur
Historische Encyclopedie
Maastricht
ISBN 90-6730-399X, 644 blz., 49,50
Maastricht heeft een rijke geschiede
nis die teruggaat tot Mosae Trajectum, de
nederzetting uit de Romeinse tijd.
Maastricht was ten tijde van de
Karolingen gunstig gelegen - dicht bij
Aken, het centrum van de macht. Het was
lange tijd een bisschopsstad. Door de
brug over de Maas kwamen handel en nij
verheid tot grote bloei. Tot aan de komst
van de Fransen in 1794 stond Maastricht
onder soevereiniteit van zowel de bis
schop van Luik als de hertog van Brabant.
In de moderne tijd was het de eerste geïn
dustrialiseerde stad in Nederland.
Tegenwoordig neemt Maastricht in
Europa steeds meer een centrale positie
in, net als in de tijd van Karei de Grote.
Een megaklus is geklaard met de verschij
ning van de Historische Encyclopedie
Maastricht, met bijna vierduizend tref
woorden en verwijzingen. Dr. Pierre
Ubachs en drs. Ingrid Evers brengen voor
het eerst bekende en onbekende histori
sche gegevens bijeen in dit rijk geïllus
treerde, alomvattende en wetenschappe
lijk onderbouwde naslagwerk. 'Een late
vrucht van het redactiewerk voor Ach
Lieve Tijd', aldus de auteurs in hun voor
woord. In die periode kwam vaker de
vraag naar boven: waar vind ik wat? Dat is
voorlopig verleden tijd, want met dit
naslagwerk bij de hand kan menig onder
zoeker vooruit in de Maastrichtse geschie
denis. Bij elk onderwerp staat uiteraard de
geraadpleegde bron of literatuur vermeld,
zodat een daarin geïnteresseerde onder
zoeker verder kan speuren.
De Historische Encyclopedie Maastricht is
een naslagwerk waarin de historie van de
stad in al haar facetten wordt beschreven.
Cultuur, politiek, economie, religie, topo
grafie, maar ook biografische, sociaal
maatschappelijke, militaire en historiogra
fische gegevens staan er in dit handzame
lexicon. De uitgave is een verrassende
kennismaking met de stadsgeschiedenis
van Maastricht. Na het voorwoord volgt
een korte stadsgeschiedenis. Hierna wordt
van A tot Z alles uitgelegd wat ook maar
even met Maastricht te maken heeft. Dit is
vanzelfsprekend de hoofdmoot van dit
kloek en gedegen boekwerk. Achterin het
boek is verder een glossarium opgenomen
en een aantal tabellen over de oppervlak
te, de buurtkapellen, de bevolkingscijfers,
de kerkelijke broederschappen in de
zeventiende eeuw, de Twee Heren van
Maastricht, de kerspelen, namen en Ieu-
ben van ambachten, militaire gouver
neurs van de vesting Maastricht, de barak
ken in de vesting, de commissarissen-deci-
seurs voor Maastricht, de metrologie en de
gemeentearchivarissen. De lijst van
geraadpleegde werken liegt er niet om.
Bijna alles staat er in. Bekende
Maastrichtenaren, schilders, musici, gees
telijke hoogwaardigheidsbekleders en pas
toors. Ook een enkele dirigent, zoals
Benoit Franssen en Gustaaf de Pauw, maar
niet de drie gebroeders Defèsche, die in de
Maastrichtse blaasmuziekwereld van de
negentiende eeuw een belangrijke rol heb
ben gespeeld. Een kniesoor die daar echter
op let. Al met al een meer dan geweldige
prestatie van de twee auteurs. Menige
stad kan hier alleen maar jaloers naar kij
ken. (HS)
HISTORISCHE
ENCYCLOPEDIE
MAASTRICHT
26
literatuur
Churchill en de Nederlanders
ISBN 90-5730-390-6, 239 blz., 29,50
Winston Churchill had geen hoge
pet op van Nederlanders. De eerste ken
nismaking met de afstammelingen hier
van als correspondent tijdens de roem
ruchte Boerenoorlog van 1899 tot 1902
in Zuid-Afrika was blijkbaar van zodanige
aard dat hij zijn hele leven een aversie
had tegen de bewoners van de Lage
Landen. Deze Boerenoorlog leverde
Churchill, zoon van lord Randolph
Churchill en kleinzoon van de zevende
hertog van Malborough, het begin van
de politieke loopbaan op die hij zocht.
Het was dit correspondentschap waar
mee hij nationale bekendheid kreeg.
Vanaf die tijd bleef hij schrijven en
bouwde een omvangrijk oeuvre op. Hij
kreeg in 1953 zelfs de Nobelprijs voor de
literatuur. Zijn geschriften bleven altijd
doorspekt met laatdunkendheid over
Nederland. Op 18 februari 1901 hield
Churchill zijn Maidenspeech in het Britse
lagerhuis, waarin hij namens de
Conservatieve Partij was gekozen. Zuid-
Afrika was en bleef zijn specialisme en
dat droeg hij ook uit. In 1904 stapte hij
over naar de Liberalen. Niet lang daarna
viel het kabinet en kwam er een liberaal
interim-kabinet waarin hij staatssecreta
ris voor Koloniën werd. Hij kreeg dus
weer met Zuid-Afrika, de Boeren en de
nasleep van de Boerenoorlog te maken
en indirect ook weer met 'Nederlanders'.
Churchill was 37 jaar toen hij in 1911
minister van Marine werd; de jongste ooit
in de wereld. De Eerste Wereldoorlog was
op komst. Dat Nederland neutraal bleef,
was voor hem een bewijs van fundamen
tele onbetrouwbaarheid van die
Nederlanders. Deze neutraliteit speelde
de Britse oorlogsinspanningen danig par
ten, met name de bereikbaarheid van
Antwerpen via de Westerschelde. Door
het feit dat Nederland neutraal was, ont
brak het voor de Britten aan mogelijkhe
den om op het noordwestelijk front ope
raties uit te voeren. Zijn vooringenomen
heid tegen de Nederlanders bleef. Het feit
dat de Belgen bij de Duitse inval in 1940
langer doorvochten dan de Nederlanders
was voor hem weer een bewijs voor zijn
mening over Nederland. 'Ze zijn volko
men egoïstisch en vochten pas toen ze
werden aangevallen en toen slechts voor
een paar uur,' was zijn harde oordeel over
de Nederlanders. Na de oorlog schreef hij
nog vele boeken. Ook hierin liet hij zich
laatdunkend uit over landen, die hem
tegelijkertijd als oorlogsheld onthaalden.
Dat laatste liet hij zich overigens zeer wel
gevallen. Churchill was bij het begin van
de Tweede Wereldoorlog premier en leid
de de Britse natie bijna gedurende de hele
oorlogsperiode. Tijdens deze oorlog had
hij ook te maken met de voorbereidingen
van Market Garden ofwel de Slag om
Arnhem. Met de overwinning in zicht
werd hij door de Britse kiezers naar huis
gestuurd. Later kwam hij nog een keer
terug als premier, maar toen waren de
kaarten op het wereldtoneel reeds
geschud. Voor het schrijven van dit boek
heeft De Jong rijkelijk kunnen putten uit
Churchills geschriften en aldus diens
zienswijzen op het verloop van de
gebeurtenissen kunnen analyseren. Ook
hetgeen anderen over Churchill hebben
geschreven was een belangrijke bron voor
de auteur. De illustraties komen niet
alleen uit de archieven van het vroegere
persbureau Keystone Press Agency in
Londen, maar ook uit die van het voor
malig fotopersbureau Combi Press aan de
Amsterdamse Plantage Parklaan. (HS)
EN DE NEDERLANDERS
Signalementen door Harry Strijkers en Peter Sijnke.
Pierre Ubachs en Ingrid Evers
Walburg Pers/Historisch Centrum Limburg,
Zutphen, 2005
archievenblad
juni 2006
Oebele de Jong
Walburg Pers, Zutphen, 2005
WALBURG PERS
OEBELE DE JOfiG
juni 2006
archievenblad