binnen een media- en communicatü opleiding1
onderwijs en onderzoek
onderwijs en onderzoek!
Het MIM is onderdeel van de
Hogeschool van Amsterdam (HvA) en
biedt in het komende studiejaar 2006-
2007 de volgende afstudeerprofielen aan:
- Informatiemanagement (met onder
meer specialisatie archivistiek);
- Redactie en Mediaproductie;
- Reclame, Marketing en Communicatie;
- Marketing, Media en Publishing.
Afgestudeerden gaan werken in branches
die tegenwoordig tot de creatieve indus
trie gerekend worden, sinds de publicatie
van Richard Florida's 'The rise of the cre
ative class' (2002) het troetelkindje van
lokale politici, beleidsambtenaren en
onderzoekers. Alle sectoren die het MIM
bedient, worden tot de creatieve kern
van deze sector gerekend. De archivaris
sen en informatiemanagers die het MIM
(in samenwerking met de Archiefschool)
opleidt, worden zelfs tot de 'super creati
ve core' (Florida, 2002) gerekend.
Afhankelijk van de gebruikte definitie is
de werkgelegenheidsgroei in deze sector
bovengemiddeld. De stormachtige groei
van het MIM in de afgelopen jaren past
in dit beeld (700 eerstejaars studenten).
Afgestudeerden krijgen na succesvolle
afronding van de studie de bachelor
media, informatie en communicatie.
Sinds de invoering van de major-minor
structuur in het hoger onderwijs zijn
deze afstudeerprofielen in feite de majors
binnen het MIM geworden. In het afstu-
deerdossier wordt opgenomen welke
major de student heeft behaald, bijvoor
beeld de major informatiemanagement
met het diploma archivistiek-B en tevens
staat in het dossier welke minor een stu
dent heeft gevolgd.
De stormachtige groei van het MIM
betekent niet automatisch een groeiende
belangstellling voor het informatievak,
ondanks de gunstige arbeidsmarktper
spectieven.
geleden hebben we de opleiding op de
schop genomen en bieden we het pro
gramma alleen vrijdag overdag aan. Dit
resulteerde in 2004 en 2005 in een
instroom van ruim vijftig deeltijdstuden
ten, waarvan ruim 30 procent kiest voor
de specialisatie archivistiek-B.
Tabel 1 arbeidsmarktperspectieven op middellange termijn
Het landelijke beeld van de instroom
(ruim 240 studenten in 2005-2006) bij de
zeven IDM-opleidingen is al jaren een
bron van zorg. Ook dit studiejaar is een
lichte teruggang te zien. Bij enkele hoge
scholen is de IDM-opleiding niet (meer)
levensvatbaar en zijn de IDM-opleidin-
gen teruggebracht tot een minor. Het
marktaandeel van het MIM springt er
met ruim 35 procent gunstig uit.
Dit komt door de verbeterde instroom
onder deeltijdstudenten. Enkele jaren
Een groot deel van deze groep had reeds
een functie in een archiefinstelling en
een deel slaagde erin tijdens de opleiding
een (tijdelijke) archieffunctie of -stage
plaats te verwerven. Studenten worden
actief gestimuleerd door de persoonlijke
coach en door de Archiefschool om dit te
realiseren. Deze relevante werkervaring
levert studiepunten op.
De toetsingsmethode in de deeltijdoplei
ding is ook herkenbaarder voor het werk
veld: het intakegesprek, het assessment,
de praktijkopdrachten waarmee beroeps
competenties kunnen worden bewezen,
de coaching e.d.
Studenten die in een relevant werkveld
werkzaam zijn en over een HBO- of uni
versitair diploma beschikken of reeds in
het bezit zijn van een SOD-1 en -2 kun
nen de opleiding in circa twee jaar afron
den en dan beschikken zij over de bache
lor media, informatie en communicatie
plus het diploma archivistiek-B.
Bij voltijdstudenten die net van de
middelbare school komen is de belang
stelling voor het vak van archivaris zeer
gering. Elk jaar schrijven enkele voltijd
studenten zich in bij de opleiding.
Tijdens het congres 'Opleiden van archi
varissen: een gezamenlijke verantwoor
delijkheid' op 8 juni 2005 in Utrecht
kwam de geringe instroom aan de orde.
Alle goedbedoelde acties van MIM en
Archiefschool die tot op heden zijn
ondernomen om het vak aantrekkelijk te
maken voor middelbare scholieren, heb
ben mijns inziens een hoge faalkans. Het
informatie- en archiefvak slaagt er niet in
het vak aantrekkelijk te presenteren,
ondanks de gunstige arbeidsmarktper
spectieven. Het imago van 'saai en stof
fig' is hardnekkig. Het is een hele andere
doelgroep dan de deeltijdstudenten
(gemiddelde leeftijd 30/35 jaar), waar de
voorlichtingsactiviteiten van het MIM en
de Archiefschool de laatste jaren wel suc
ces hebben.
Het is een onderzoek waard of een ver
schuiving in de voorlichting richting
digitalisering van erfgoed en spannende
multimediale toepassingen een succes
vollere optie is om de archiefopleidingen
bij middelbare scholieren te verduidelij
ken. Zo gaven verschillende presentaties
op de conferentie over cultuur en ICT in
Arnhem in november 20052 en het sym
posium 'Audivisuele archieven digitaal'
in Amsterdam in december 2005 een
divers en spannend beeld van de moder
ne ontwikkelingen in het werkveld van
de archivaris. Een ander voorbeeld was
onderdeel van een post-hbo-cursus 'cul
tureel ondernemen'. Het ging hier om de
ontwikkeling van een virtuele biblio
theek, op basis van een behoefteonder
zoek, met behulp van het zeer populaire
SIMS-2-spel. Er zat 500 jaar bibliotheeker
varing in de zaal en iedereen wilde de
enthousiaste spreker direct in een werk
groep opnemen om zijn of haar
(ver)nieuw(d) product of dienst een
andere dimensie te geven. We zouden
meer van dit soort ontwikkelingen moe
ten profiteren om de beeldgerichte stu
denten van vandaag te interesseren voor
het vakgebied. De toepassing van multi
media moet dan natuurlijk een plaats
vinden in het curriculum, in overleg met
het werkveld. Ook de inzet bij de voor
lichting van enthousiaste jonge profes
sionals is effectiever dan die van de des
kundige archivaris. De instroom van de
doelgroep in de leeftijdscategorie tot der
tig jaar verdient onze serieuze aandacht.
Daarnaast blijft er altijd een rol bestaan
voor de gewone voorlichting.
Wat op korte termijn gerealiseerd zal
worden, is de ontwikkeling van de mino
ren. De minor eCultuur en Erfgoed en de
minor Archivistiek kunnen zorgen voor
een flinke impuls. Vanaf 2006-2007 kun
nen studenten ook enkele minoren vol
gen die in samenwerking met andere
instituten worden ontwikkeld. In samen
werking met de Reinwardt Academie is
dit bijvoorbeeld de minor eCultuur en
Erfgoed. Het aspect digitale duurzaam
heid komt daarin uitgebreid aan de orde.
Dit onderdeel wordt in samenwerking
met de Archiefschool verzorgd.
Daarnaast zal ook het programma voor
het diploma archivistiek-B als minor
Archivistiek aangeboden worden. Deze
minor kan dan gevolgd worden door stu
denten uit andere studierichtingen.
Studenten met een andere opleiding krij
gen een intakegesprek en hierin wordt
vastgesteld welke eventuele aanvullende
modulen nodig zijn om de minor succes
vol af te ronden. Studenten die nu bij
voorbeeld aan een instituut voor bouw
kunde of gezondheidszorg studeren,
beschikken na afloop over archivistische
competenties die ook relevant zijn om
toe te passen in hun domein. Een bouw
kundige student met een minor
Archivistiek beschikt dus straks over de
noodzakelijke competenties bij het archi
veren van aan een bouwproject gerela
teerde documenten zoals bestekken,
tekeningen, berekeningen, planningen,
faxen etc. De komende maanden wordt
nog uitgebreid voorlichting gegeven aan
alle studenten van de HvA over de mino
ren die zullen worden aangeboden.3
Door deze minors kan een veel grotere
groep HBO-studenten kennis nemen van
het belang van archivistiek voor hun
eigen werkveld. Deze studenten zullen
bovendien via stages relevante werkerva
ring opdoen en het belang van een goede
informatievoorziening in organisaties
leren onderkennen.
De ontwikkeling van een moderne
deeltijdopleiding, de samenwerking met
andere opleidingen, de ontwikkeling van
de minors: het zijn evenzovele tekenen
van de inzet van het MIM om de oplei
ding aantrekkelijker, dynamischer en
meer beroepsgericht te maken.
l6
17
Archivistiek-B
Door Jelke Nijboer*
Het Instituut voor Media en Informatie
Management (MIM) leidt professionals op
die in de wereld van informatie, communi
catie en de media werken. Een afgestudeer
de van het MIM beschikt over competenties,
waarmee deze op basis van aanwezige
behoefte de juiste mediakeuze kan maken,
informatie kan vaststellen, zoeken, bewer
ken, creëren, ontwerpen, opslaan en ver
markten en distribueren met gebruik van
alle media.
Foto: Madeleine Groenland.
Belangstelling voor het afstudeerprofiel
Informatiemanagement
Top-5 meest perspectiefrijke studies
Studie
Baanopening tot 2008
Instroom tot 2008
1HBO Informatiedienst
verlening en -management
6.000
1.600
2. HBO lerarenopleiding
medisch en verzorging
4.500
500
3. WO Informatica en
bestuurlijke informatiekunde
4.600
1.800
4. HBO lerarenopleiding
economie en maatschappij
13.600
2.900
5. HBO recht en bestuur
9.300
2.400
Bron: Onderzoek ROA Maastricht NRC Handelsblad 19 jan. 2005
Voorlichting
Minors
Perspectief
Jelke Nijboer is teamleider afstudeerprofiel
Informatiemanagement van het Instituut voor Media
en Informatie Management (MIM).
Literatuur
Florida, Richard (2002). The rise of the creative
class. ...and how it's transforming work, leisure,
community, and everyday life. New York: Basic
Books.
Instroom IDM-opleidingen: 244 studenten
(2005). Informatie Professional, jrg. 9, no. 10
(okt), p. 10-11.
Rutten, P., Manshanden, W., Muskens, J en
Koops, 0. (2004). De creatieve industrie in
Amsterdam en de regio. Delft: TNO Strategie,
Technologie en Beleid.
Smirnova, Elena en Jorien Weterings (2005).
'Samen op weg!'; verslag van het congres
'Opleiden van archivarissen een gezamenlijke
verantwoordelijkheid'. Archievenblad, jrg. 109,
nr. 6 (juli), p. 12-13, 15-
Noten
1. Met dank aan Marieke de Haan en Hans
Scheurkogel van de Archiefschool voor hun
kritisch commentaar op een eerdere versie.
2. Zie: www.den.nl/innovatie/deconferentie/pre-
sentaties/.
3. De Archiefschool zal binnenkort in het Ar
chievenblad nader ingaan op de ontwikke
ling van Archivistiek-B en de minor
Archivistiek.
archievenblad
maart 2006
maart 2006
archievenblad