OEiyipORqVYAP^NS
■li
glumly
educatie en communicatie
educatie en communicatie
In het voorjaar van 2005 werden er in
's-Hertogenbosch allerlei plannen ontwikkeld
ter invulling van de Week van de Geschiedenis
in november van dat jaar. Vanuit 'Jeugdboschlo-
gie', het op het basisonderwijs gerichte onder
deel van de succesvolle cultuurhistorische cur
sussen Boschlogie ("s-Hertogenbosch-kunde1),
werd het idee ontwikkeld een soort kinder-clu-
edo te maken, waarin moorden moesten worden
opgelost. Al snel ontstond er een samenwer
kingsproject van Jeugdboschlogie met de drie
Bossche erfgoedinstellingen: het Stadsarchief, de
afdeling Bouwhistorie, Archeologie en
Monumenten van de gemeente (BAM) en het
Noordbrabants Museum. Binnen deze groep
werd besloten een educatief project te ontwikke
len in de vorm van een spel waarbij vijf moor
den uit het verleden de rode draad vormden. Elk
van de vier deelnemers had hierbij een eigen bij
drage: Jeugdboschlogie leverde didactische
expertise, het Stadsarchief historische bronnen,
de BAM historische locaties en (evenals het
Noordbrabants Museum) moordwapens. De vier
instellingen hadden al eerder samengewerkt aan
projecten, maar in een telkens wisselende
samenstelling. Deze samenwerking vroeg
opnieuw aanpassing van alle partijen, maar al
snel stonden de neuzen dezelfde kant op en
werd er productief gewerkt naar het eindresul
taat. Tijdens het proces dienden een aantal
basisvragen te worden opgelost: voor welke
doelgroep wordt dit spel gemaakt, hoe histo
risch verantwoord moet/kan het zijn, in welke
mate en vorm zou elk van de instellingen her
kenbaar zijn in het uiteindelijke product, hoe
om te gaan met moord en doodslag: welke uit
straling en vormgeving wordt gekozen, wanneer
moet het te spelen zijn?
Na enige discussies werd besloten een spel
te ontwikkelen voor kinderen in de leeftijd van
tien tot twaalf jaar. De geschiedenis van de stad
zou het uitgangspunt zijn, de collecties van de
drie erfgoedinstellingen en de bebouwde omge
ving het kader. Het spel was door de opzet (een
boekje in de vorm van een soort politiedossier
als leidraad, de moordwapens en de locaties
publiek toegankelijk) ook na de Week van de
Geschiedenis, in feite permanent, te spelen en
ook dat was een belangrijke wens. In het spel
kwamen vijf moorden aan de orde die in het
verleden in 's-Hertogenbosch (zouden) hebben
plaatsgevonden. Hoewel historische juistheid
voorop stond, moest er vanwege de vorm en
didactiek vanaf worden gezien om werkelijk
gebeurde moorden voor de volle 100 procent na
te volgen. Daarom golden deze, veelal op basis
van de bekende database van het Bossche
Stadsarchief 'Dataschurk', geselecteerde moor
den enkel als uitgangspunt, bijvoorbeeld voor
de 'plot', de namen en kleine andere details. Het
museum gold als startpunt van het spel en als
beheerder van de moordwapens. Hoewel het in
het spel om moord en doodslag ging, moesten
deze op een 'kindvriendelijke' wijze worden
voorgesteld, maar ook weer niet te flauw. Er
moest precies de juiste toon worden gevonden.
Voor deze zaken deden de ontwikkelaars een
beroep op externe deskundigen: een tekstschrij
ver, een illustrator en een vormgever. De keuze
van de historische feiten, de voorwerpen en het
beramen van de moorden werd door de
instellingen zelf verzorgd. Tekstschrijver
Erik Alink zorgde voor de juiste toon van
de moordberichten die, in de vorm van
krantenartikelen, als start een belangrijk
onderdeel van het spel uitmaakten.
Illustrator John Rabou maakte historisch
verantwoorde illustraties van de fictieve
daders die op een pagina met dadergege-
vens bijeen werden gebracht. Andere
pagina's in het spelboekje tonen de
moordwapens, de locaties van de moor
den, ruimte voor de oplossingen en sug
gesties voor de bestraffing met histori
sche strafwerktuigen. Als extra informa
tie zijn talloze weetjes naar aanleiding
van de teksten opgenomen. Studio Kluif
bracht het geheel samen in een prachtig
vormgegeven boekje dat past bij de doel
groep. De totale kosten van circa 7.200
werden opgebracht door de vier instellin
gen en een subsidie vanuit Actieplan
Cultuurbereik.
De doelgroep is primair de boven
bouw van het basisonderwijs, met name
groep 7 en 8. Het Bossche Moordspel was
in de basis voor klassikale aanpak
bedoeld, maar moest ook individueel
gespeeld kunnen worden. Uiteindelijk is
het juist vanuit het tegenovergestelde
gezichtpunt gemaakt, hetgeen voor een
groter bereik zorgde: het spel is dus voor
individueel bezoek gemaakt, waarbij het
ook goed geschikt is voor schoolgroepen.
In de praktijk blijken beide doelgroepen
inderdaad gebruik te maken van het pro
ject. Het spel begint met het lezen van de
fictieve krantenberichten over de vijf
moorden. Vervolgens gaan de kinderen
in het museum op zoek naar de moord
wapens en bezoeken ze de moordlocaties
in de stad. Tijdens hun recherchewerk
maken ze kennis met diverse historische
aspecten van de stad: het onderscheid in
de diverse tijdvakken, maar ook de han
del en nijverheid, kunst en cultuur, reli
gie, vestingwerken, folklore, huisvesting,
rangen en standen. Door het combineren
van de gevonden gegevens met citaten
van getuigen en dossierfragmenten over
het karakter en alibi van de verdachten
komen de spelers tot de uiteindelijke
daders. Ten slotte mogen de spelers voor
elk van die daders kiezen uit de geëigen
de straf: duimschroeven, brandmerk,
guillotine, schandhuik of strafbedevaart.
kunnen verwerken tot de juiste conclu
sies. De spelers zijn erg intensief aan het
werk. Gemiddeld zijn ze één tot ander
half uur bezig met de activiteit, terwijl
daarnaast het lezen van de aanwijzingen
thuis of op school nog extra tijd kost. Het
spel wordt gespeeld als spannend tijdver
drijf in individueel verband, maar ook als
klassenuitje. Ook vervult het spel een rol
die door de ontwikkelaars niet bedacht
was: het inbedden in een les over de lega
liteit van de doodstraf.
Het Bossche Moordspel is een succes
vol product gebleken, dat niet alleen
educatief verantwoord is, maar ook een
goed promotiemiddel voor de instellin-
Met een try-out waarbij kinderen uit de
doelgroep het proefmodel van het spel
speelden, werd een en ander uitgetest.
Hier bleek al de interesse en inzet van de
spelers voor deze spelvorm. Er hoefden
slechts enkele wijzigingen te worden
aangebracht (kinderen kenden bijvoor
beeld het woord 'alibi' niet; dat werd een
van de toegevoegde 'weetjes') en daarna
kon het spel de wereld in. Inmiddels zijn
er ruim 600 boekjes verkocht en kan er
iets gezegd worden over de ervaringen
met het spel. In schoolverband wordt het
spel vooral gebruikt in de groepen 7 en 8.
In gezinnen die het spel aanschaffen zijn
ook andere leeftijdsgroepen vertegen
woordigd en spelen kinderen tussen de
zes en veertien jaar het spel. Het is opval
lend hoe goed de spelers aan het einde
van het spel alle gevonden resultaten
gen blijkt te zijn. De ontwikkeling ervan
vroeg om nauwe samenwerking tussen
vier instellingen onderling, maar ook
tussen de instellingen en de externe par
tijen, zoals de tekstschrijver, illustrator,
vormgever en drukker. De reacties vanuit
andere organisaties in de stad, maar ook
vanuit andere steden in het land wijzen
op het succes als educatief en promotio
neel middel. De vier Bossche organisaties
hebben dan ook al besloten dit succes te
vertalen in verdere gezamenlijke activi
teiten.
23
Bossche moordhistorie is kinderspel
Door Jac. Biemans*
Tijdens de Week van de Geschiedenis van novem
ber 2005 werd het eerste exemplaar van het
Bossche moordspel op ludieke wijze gepresenteerd
aan een vertegenwoordiger van de recherche van
de politie Brabant-Noord. Veertig kinderen van een
Bossche basisschool gingen vervolgens als jonge
rechercheurs op pad om de vijf in het fraai vormge
geven politiedossier weergegeven moorden via een
tocht door het museum en de stad op te lossen.
Deze speciale activiteit vormde de aftrap voor de
verkoop van het Bossche Moordspel, waarvan er
inmiddels ruim 600 over de toonbank gingen. In
deze bijdrage een terugblik op de totstandkoming
en het gebruik van dit nieuwe product.
Politiedossier
Tijdens een rechtzitting met een heuse rechter mochten
kinderen de straf bepalen voor de daders van de vijf
Bossche moorden. Foto: Noordbrabants
Museum/Chantal Sleutjes.
Ervaringen
Conclusie
BIBOrUD Of Bnucm
OW*""
OWT**1
Jac. Biemans is medewerker Educatie en PR van het
Stadsarchief 's-Hertogenbosch en redacteur van het
Archievenblad.
archievenblad
maart 2006
maart 2006
srfeef
archievenblad