Een nieuwe toekomst voorde Archiefschool? onderwijs en onderzoek Begin 2005 werd Caminada door zijn voor ganger Roel in 't Veld gevraagd voorzitter te wor den van de Raad van Toezicht van de Archiefschool. Deze vertelde hem dat het geen bezigheid was die veel tijd zou hoeven kosten: "die school, die loopt wel". Een (hernieuwde) kennismaking met de directeur van het Nationaal Archief, Maarten van Boven, gaf een ander beeld. Van Boven vertelde hem dat naar zijn indruk de school de banden met het archief veld onvoldoende had onderhouden en dat de opleidingen niet langer aansloten op de gewij zigde behoeften van het archiefveld. Om die reden zou er een grondige wijziging moeten komen in de organisatie van de archiefopleidin gen. Bij zijn eerste vergadering als voorzitter van de Raad k^an Toezicht lag er meteen al een brief op tafel van de staatssecretaris van maart 2005, waarin zij meedeelde de directeur van het Nationaal Archief de opdracht te hebben gege ven om met voorstellen voor een andere opzet van de opleidingen te komen. Een oriëntatie bij de Archiefschool gaf Caminada de indruk dat de school inderdaad wel enigszins defensief stond tegenover kritiek, maar tegelijkertijd druk bezig was met het implementeren van door het veld gewenste veranderingen, onder meer als gevolg van het in opdracht van de staatssecretaris uitge brachte evaluatierapport. De brief van de staats secretaris kwam hard aan bij de Archiefschool en natuurlijk ook bij de Raad van Toezicht. Het ministerie had immers zelf alle mogelijkheid om de Archiefschool te sturen. Zonder rijkssubsidie geen Archiefschool; via het financiële koord zou de school toch eenvoudig aan de hand van sub sidievoorwaarden in de gewenste richting kun nen worden geleid. Het had voor de hand gele gen dat de Archiefschool opdracht zou hebben gekregen om veranderingen door te voeren Waarom zou men de huidige Archiefschool niet gewoon 'ombouwen', wanneer men het anders wil? overeenkomstig de in het archiefveld levende behoeften, voorzover de Archiefschool dat niet al uit eigen initiatief zou doen. Dat de staatsse cretaris niet voor die weg koos, maar voor het geven van een opdracht aan de directeur van het Nationaal Archief, bleek samen te hangen met een meer principiële benadering. Zij was van mening dat opleidingen zoals de Archiefschool die biedt niet uit de cultuurpot moeten worden gefinancierd en dat de opleiding van archiefper- soneel meer een verantwoordelijkheid is van het management in de archiefsector. Een andere benadering en dus stond de Archiefschool in het voorjaar van 2005 buiten spel. Het leek er al snel op dat zou worden gekoerst op het opzetten van een geheel nieuwe opleiding, waarvoor de term 'bedrijfsopleiding' werd gehanteerd. De Archiefschool zou in die gedachten nog in staat worden gesteld de lopen de verplichtingen na te komen en hierna wor den beëindigd. De Raad van Toezicht heeft zich op het standpunt gesteld dat de Archiefschool geen doel op zich is, maar uitsluitend een mid del om te zorgen dat de professie voldoende kennis en kunde kan verkrijgen en dat betekent uiteraard dat de archiefsector de inhoud daarvan bepaalt. Verder vindt de Raad van Toezicht dat als er een gevoel bestaat dat het veld onvoldoen de greep heeft op de Archiefschool, er een wijzi ging moet komen in de aansturing van de Archiefschool. Ten slotte heeft de Raad van Toezicht zich de vraag gesteld waar om iets nieuws moet worden opgezet, wanneer je ook de mogelijkheid hebt om de bestaande kennis en infrastructuur te handhaven. Eenvoudig gezegd: waarom zou men de huidige Archiefschool niet gewoon 'ombouwen', wanneer men het anders wil? Die opvattingen heeft Caminada namens de Raad van Toezicht meegedeeld aan het ministerie, de directeur van het Nationaal Archief, de voorzitter van de KVAN en de directeur van DIVA. Heel concreet heeft hij voorgesteld om de sta tuten van de Archiefschool te wijzigen en de Raad van Toezicht te vervangen door een Raad van Bestuur die een (nog) direc tere band met het archiefveld heeft. Gelet op de reacties verwacht hij dat die voorstellen zullen terugkomen in het advies dat de directeur van het Nationaal Archief, vanuit zijn opdracht van maart 2005, zal gaan uitbrengen. Waar minder duidelijkheid over bestaat, is met name over de inhoudelijke voorstellen ten aan zien van toekomstige archiefopleidingen. Dat is voor de Raad van Toezicht afwach ten. Wat Caminada opvalt, is dat er begin vorig jaar kennelijk een duidelijk beeld bestond dat het anders moet met de opleidingen, maar dat het blijkbaar moeilijk is om concreet aan te geven hoe het dan moet. Er is volgens Caminada een aantal complicaties. Het ene archiefbedrijf is het andere niet. De behoeften van het Nationaal Archief aan opleidingen spo ren niet geheel met die van lokale archiefdiensten. En misschien is nog wel wezenlijker een spanning tussen diege nen die de opleidingen zien als het scho len voor het beroep van archivaris en anderen die deze opleidingen zien als ad hoc-trainingen voor een aantal vaardig heden, in aanvulling op basisopleidin gen, verkregen bij andere onderwijsin stellingen. Kortom, het ontbreekt op dit moment aan een door het archiefveld gemeenschappelijk gedragen visie op de opleidingen. Caminada: "Ik heb mij afgevraagd of dit te maken kan hebben met het feit dat er steeds meer leidinggevenden in het archiefveld komen zonder specifieke archiefopieiding. Maar misschien zijn er heel andere overwegingen waarom de toekomst van de archiefopleidingen minder leeft dan je zou kunnen verwach ten. En dat verklaart waarschijnlijk ook waarom het nu al bijna een jaar duurt sinds de brief van de staatssecretaris van maart 2005." Als oud-voorzitter van de KVAN vindt hij het opvallend dat de vereniging van vak genoten zich zo weinig laat horen op dit voor het vak belangrijke gebied. "Ik hoop dat er vanuit het archiefveld nu snel dui delijkheid gaat komen. Want een voort gezette onduidelijkheid betekent zowel voor belangstellenden voor een loop baan in de archiefsector als voor diege nen die direct bij de opleidingen betrok ken zijn verlies aan motivatie. Wat de Archiefschool betreft liggen de mogelijk heden open, het archiefveld is nu aan zet. Maar de tijd dringt," aldus Caminada. 23 Door Harry Strijkers* Hij is geen onbekende in de Nederlandse archief wereld en draait hierin al heel wat jaren mee en beslist niet in de achterhoede. We hebben het over Ig Caminada, oud-voorzitter van de KVAN en sinds begin 2005 voorzitter van de Raad van Toezicht van de Archiefschool in Amsterdam. De Archiefschool maakt een roerige periode door. Tijd dus voor een interview met Caminada in het Archievenblad. Ig Caminada, voorzitter Raad van Toezicht Archiefschool Ig Caminada is geboren op 4 februari 1945 in het nog niet bevrijde Rotterdam. Na zijn gym- nasium-A-opleiding in de Maasstad studeerde hij geschiedenis en politieke wetenschap aan de Rijksuniversiteit Leiden. Van 1969 tot 1993 was hij werkzaam in het archiefwezen, onder meer als provinciaal archiefinspecteur in Noord-Brabant en als gemeentearchivaris van Utrecht. Nadien was hij directeur van de Dienst Onderwijs in Utrecht en van 1995 tot 2003 gemeentesecretaris van Almere. Sinds 2003 is Caminada zelfstandig organisatieadviseur. Hij bekleedt talrijke nevenfuncties. In het archief wezen was hij secretaris en voorzitter van de destijds nog niet koninklijke Vereniging van Archivarissen (VAN) en lid van de Archiefraad. Buitenspel 1 Raad voor Cultuur De Raad voor Cultuur heeft op 15 december 2005 een brief over het archiefonderwijs naar staatssecretaris Van der Laan gestuurd. In deze brief schrijft de Raad dat een initiële oplei ding die het opleiden van archivarissen als haar eerste prioriteit ziet, van essentieel belang is voor het bereiken van goed archiefbeheer bij overheidsin stellingen. De verantwoordelijkheid voor een dergelijke opleiding zou in eerste instantie bij het reguliere onder wijs moeten liggen, en niet bij de archiefinstellingen; 'dat zou binnen de erfgoedwereld een anomalie zijn en bovendien de studenten uitsluiten van studiefinanciering,' steit de Raad. Via de Stichting Archiefschool zouden KVAN en DIVA wel alle ruimte moeten krijgen om de door het veld gewenste veran deringen vorm te geven. Verder schrijft de Raad voor Cultuur onder meer: 'Het archiefonderwijs is kwetsbaar. Het ren dement van de huidige opleidingen begint een stijgende lijn te vertonen. Ingrijpen in de opleiding dient uiterst zorgvuldig te gebeuren, om te voorko men dat studenten en/of docenten zich tijdens de reorganisatie van het onder wijs van de opleiding afkeren. De nieu we opzet van het archiefonderwijs zou weliswaar al vanaf het schooljaar 2006- 2007 kunnen ingaan, maar vanwege verplichtingen aan de huidige studen ten zat nog tot 2010 gelegenheid gebo den moeten worden de huidige oplei dingen te voltooien.' Visie Harry Strijkers is redacteur van het Archievenblad. archievenblad februari 2006 februari 2006 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2006 | | pagina 12