■H
archiefsystemen
Wanneer ruimte schaars is!
ONDERBEZET OP DIV-GEBIED?
Informatievaardig
worden
Consult
KARDEX
(VAN FEITEN TOT KENNISj)
Het vervullen van (tijdelijke) vacatures op
het gebied van DIV is een arbeidsintensieve
en prijzige aangelegenheid. DisConsult
neemt deze zorg van u over. Wij hebben ja
renlange ervaring in het detacheren, werven
en selecteren van gekwalificeerd en gemo
tiveerd DIV-personeel.
Detachering
DisConsult heeft personeel in dienst - uitvoerend, staf
en management - waarover u voor kortere of langere
tijd kunt beschikken.
Werving en selectie
DisConsult beschikt over specialistische
kennis voor werving en selectie en beschikt
over een uitgebreid netwerk. Hierdoor kun
nen wij snel en doeltreffend een kandidaat
selecteren die past in het door u geschetste
profiel.
Meer weten?
Als u meer wilt weten over onze diensten, belt u dan
met DisConsult, telefoon 079 - 342 95 09. Wij kun
nen u dan van alle informatie voorzien.
DOCUMENT MANAGEMENT KENNIS MANAGEMENT WORKFLOW MANAGEMENT DIOR-OPLEIDINGEN
Cityhouse, Engelandlaan 174, 2711 DW ZOETERMEER,
telefoon 079 - 342 95 09, fax 079 - 342 59 46, www.disconsulf.nl.
e-mai
info@disconsulf.nl
A member of the KARDEX group
KARDEX Systemen B.V. I Postbus 250 I 3440 AG Woerden
Telefoon: 0348 494 040 I Fax: 0348 494 060
E-mail: info@kardex.nl I Internet: www.kardex.nl
fk, L
Door Albert Boekhorst*
In de vorige aflevering van deze
rubriek Archievenblad jrg. 109, nr. 9, p.
23) werd in figuur 2 (Informatie-rijk -
Informatie-arm II) geïllustreerd hoe men
sen, doordat de omgeving verandert,
vanzelf minder 'informatierijk' worden.
Met andere woorden: minder informatie
vaardig. Informatievaardig zijn houdt
dus in dat je ook in staat bent jezelf aan
te passen aan een nieuwe, respectievelijk
zich vernieuwende, informatieomgeving.
Kun je dat niet, of niet voldoende, dan
kom je in een achterstandpositie te ver
keren. Het zijn degenen die beter dan
anderen hun informatiebehoeften op
een effectieve en efficiënte wijze kunnen
bevredigen, die beter in staat om te over
leven en zich te ontwikkelen. En in
navolging van Darwin: it is not the
strongest of the species that survive, nor
the most intelligent, but the one most
responsive to change En dat er veel
verandert in onze werk- en privé-omge-
ving lijkt me duidelijk. Nadat een aantal
jaren de belastingaangifte digitaal
gedaan kon worden, was het in 2005
voor het eerst verplicht om dit op deze
wijze te doen.
Bij de mate van informatievaardig zijn,
kunnen ook iemands persoonskenmer
ken een rol spelen. Zo kunnen dyslexie,
visuele, motorische en auditieve beper
kingen belemmeringen vormen in de
toegang tot informatie. Maar ook de
mate van geestelijke ontwikkeling.
Immers, reflectie is een essentieel onder
deel van informatievaardig zijn en daar
toe moet men wel in staat zijn. Nu kan
de technologie in de vorm van compen
serende computerhulpmiddelen wel hel
pen bij de eerste groep belemmeringen,
maar bij de tweede (nog) niet. We kun
nen de grootte van het lettertype op het
scherm aanpassen, we kunnen de teksten
hardop laten uitspreken door middel van
tekst-naar-spraaksoftware. Er is software
waarmee men ongeveer 50 procent van
het normale aantal toetsaanslagen kan
besparen. En er is software waarbij het
toetsenbord op het scherm verschijnt en
met een stick aangetikt kan worden. We
kunnen teksten met behulp van de stem
inspreken via spraakherkenning. De tek
sten en opdrachten die we uitspreken
worden door de computer vastgelegd en
uitgevoerd. Dus geen toetsenbord of
muis meer, waarmee misschien zelfs RSI
kan worden voorkomen. Er wordt
beweerd dat deze software zich in de
advocatuur en de medische wereld al
onvervangbaar heeft gemaakt.
Maar hoe worden we nu informatievaar
dig en hoe weten we dat we informatie
vaardig zijn? Informatievaardigheden
worden niet aangeboren maar moeten
net als taal, lezen, schrijven en rekenen
en vele andere dingen worden geleerd.
Dat gebeurt op drie manieren: 'al doen
de', in het formele onderwijs (de 'school')
en in het informele onderwijs (cursus
sen). In het formele onderwijs zien we
dat het begrip informatievaardigheden
weliswaar aardig ingeburgerd is, maar dat
er zelden sprake is van een samenhan
gend beleid dat 'schoolbreed' wordt
gedragen. Omdat het leren van informa
tievaardigheden alleen zinvol is vanuit
de context van het oplossen van proble
men of uitvoeren van taken is het van
belang dat in ieder vak consistent hier
aan aandacht wordt besteed. Dat bete
kent dat er een nauwe samenwerking
nodig is tussen leraren en de schoolme-
diathecarissen. De initiatieven hiervoor
komen meestal vanuit de biliotheek/
mediatheek, want daar is natuurlijk veel
expertise op dit terrein. Vanuit het
'onderwijs' ziet men minder initiatieven
en is de bereidheid om aan door de bibli
otheek geïnitieerde initiatieven deel te
nemen, niet erg groot.
Idea^jgi^jj zijn om uit te gaan van leerlij
nen, leer- en toetsmomenten. Dan weet
men in iedere fase van het onderwijs
waar men aan toe is.
Vanuit het Ruud de MoorCentrum van
de Open Universiteit is een project
gestart om zowel de eigen informatie
vaardigheden zonodig te vergroten als
deze te integreren in het eigen onderwijs.
Hoe competent ben ik nu? Assessments
(toetsen) zijn een uitstekende manier om
erachter te komen hoe 'goed' je bent. Ik
ga ervan uit dat de meeste lezers van dit
blad zichzelf behoorlijk informatievaar
dig zullen vinden. Dat vond ik ook, tot
dat ik in een toets op onderdelen tot
mijn schrik behoorlijk onder de maat
scoorde. Het vervelende was dat er geen
verdere feedback was, dus lastig om te
weten te komen waar dat nu precies aan
lag. Maar kortom, ik was 'onbewust
onbekwaam' geweest. En ik vermoed dat
dit bij verschillende van u ook het geval
zou kunnen zijn. Maar nu ik 'bewust
onbekwaam' was geworden, kon ik er iets
aan gaan doen en gericht gebruik maken
van de vele trainingsprogramma's die op
internet te vinden zijn en probeer ik
'bewust bekwaam' te worden.
Het bovenstaande moge interessant zijn
voor leraren/docenten en schoolbiblio-
thecarissen, maar wat hebben wij 'infor
matieprofessionals' in het archief daar nu
mee te maken? Veel denk ik. In de eerste
plaats in relatie tot de eigen vaardigheid,
maar ook tot de vaardigheden van de
cliënten. Die cliënten volgen over het
algemeen de 'wet van de minste inspan
ning'. Dat wil zeggen: ze willen de infor
matie die ze nodig hebben op zo eenvou
dige mogelijke wijze tegen de laagste prijs
verwerven. Daarbij gebruiken ze vaak de
manier die de vorige keer succesvol was.
En daarover een volgende keer meer.
21
KARDEX
Lifelong learning
E
0
CJ Hoger onderwijs
Voortgezet onderwijs
Primair onderwijs
tijd
onbewust
onbekwaam
onbewust
bekwaam
bewust
onbekwaam
bewust
bekwaam
Albert Boekhorst is als informatiewetenschapper ver
bonden aan de Universiteit van Amsterdam, de
Universiteit van Pretoria en de Archiefschool.
februari 2006
archievenblad