^Jubileumcongres GO opleidingen
De verbeelding vaninformatie
masBB&Ë
audiovisueel
audio
Aan het begin van de twintigste
eeuw beschouwde men beelden in het
algemeen en de opkomst van de film in
het bijzonder als bedreiging voor de
goede normen en waarden. Dergelijke
opvattingen bleven niet zonder gevol
gen: de 'Wet ter bestrijding van zedelijke
en maatschappelijke gevaren van de bio
scoop' werd ingevoerd, gevolgd door de
instelling van een Centrale Filmkeuring,
die rigoureus alle gevoelige politieke, reli
gieuze en zedelijke episodes uit de films
liet wegknippen. De filmcensuur in
Nederland was in die periode strenger
dan waar ook in Europa, aldus Van Vree.
De introductie van de televisie deed de
angst voor het beeld opnieuw oplaaien.
Volgens futuroloog Fred L. Polak zou dit
nieuwe medium leiden tot verslaving en
nieuwe vormen van analfabetisme. Alle
slechte eigenschappen van de massacul
tuur werden op de televisie geprojec
teerd.
Door de opkomst van internet en
andere digitale technieken in de jaren
tachtig zijn de scepsis en het denken over
beeldcultuur ingrijpend veranderd. De
beschikking over en toegang tot enorme
hoeveelheden visueel materiaal biedt
niet alleen veel nieuwe mogelijkheden,
maar schept vooral ook nieuwe proble
men. De betrouwbaarheid van bronnen
en diensten is vaak moeilijk te achterha
len.
Niet alleen kwantitatief, maar ook kwali
tatief zijn er volgens Van Vree veel veran
deringen. Zo is veel informatie die tot
vijftien jaar geleden gebonden was aan
specifieke plaatsen (bibliotheken, archie
ven, documentatie-instellingen), nu digi
taal beschikbaar, waarmee informatie
meer dan ooit een 'publiek goed' is
geworden. Ook de beschikbaarheid van
informatie is niet langer gebonden aan
lokale of nationale grenzen, maar is een
globale aangelegenheid geworden.
Verder breidt de hoeveelheid informatie
zich uit, rijp en groen is er van alles
beschikbaar en makkelijk bereikbaar.
Tegelijk komt de meeste informatie gro
tendeels ongeordend beschikbaar zonder
hiërarchie, of met een hiërarchie die
wordt gegenereerd door andere factoren,
bijvoorbeeld financiële belangen, adver
teerders, handige internetsleutelaars.
Juist in dat laatste punt ligt een grote uit
daging voor informatiespecialisten.
De laatste jaren wordt veel onder
zoek gedaan naar het zoeken van multi
media. In 2004 promoveerde Thijs
Westerveld op het onderwerp 'Using
generative probabilistic models for mul
timedia retrieval'.3 Westerveld gaat uit
van vier methoden om te zoeken naar
multimedia: met tekst, met concepten,
met een voorbeeld en met contextinfor
matie.
Het zoeken met tekst is de meest toege
paste methode. Iedereen kent wel de
mogelijkheid om via bijvoorbeeld
'Google Images' te zoeken naar afbeeldin
gen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van
tekst die min of meer toevallig in de
buurt van de afbeelding staat.
Een tweede methode is het zoeken met
concepten. Hierbij wordt een vergelij
king gemaakt tussen meerdere beelden
waarbij de computer is geïnstrueerd in
het herkennen van specifieke beeldken-
merken, zoals gezichtsherkenning, of
bewegingen, bijvoorbeeld bij beveili
gingscamera's.
Het promotieonderzoek van Westerveld
richt zich met name op het zoeken met
een voorbeeld (generieke concepten). Op
basis van beeldkenmerken wordt gezocht
naar vergelijkbare afbeeldingen. Ten slot
te wordt bij het zoeken met contextinfor
matie gebruik gemaakt van moderne
technieken om gegevens als datum, tijd
en locatie aan een beeld toe te voegen.
De eerste telefoons en digitale camera's
met gps zijn inmiddels op de markt verschenen.
Uiteraard is het ook mogelijk de verschillende
methoden te combineren om een verdere verfij
ning van het zoekresultaat te bereiken, populair
gezegd: 'zoeken op alles'. In dit laatste punt ligt
de kracht van de informatiespecialist: die is in
staat de genoemde methoden op een slimme
manier te combineren en de resultaten van de
zoekacties te selecteren op bruikbaarheid.
Tussen de bovengenoemde lezingen gaf Michiel
Nijhoff, kunsthistoricus en bibliothecaris bij het
Stedelijk Museum Amsterdam, antwoord op
zeven vragen over het vak van informatiespecia
list aan de hand van fragmenten uit een dertig
tal films. In deze niet geheel serieus bedoelde
montage konden de aanwezigen zien hoe
Hollywood bibliothecarissen portretteert als ver
moeid, klantonvriendelijk, poeslief of heldhaf
tig-
Het congres nam een verrassende wending
met de presentatie van GO-bestuurslid Patricia
Alkhoven, die de GO-organisatie letterlijk op de
kaart had gezet. Aan de hand van deze landkaart
passeerden niet alleen de opleidingsgebieden
Archiefland, Bibliotheekland en Cultureel
Erfgoedland de revue, maar ook de Poel van
docenten, de Oceaan der kennis en de
Diplomabergen. Als feestelijke afsluiting kreeg
Rita van Eek, directeur van GO opleidingen het
schilderij 'GO-Opleidingenland' uitgereikt.
Na afloop kon niet alleen geconcludeerd worden
dat het belang van collecties beeldmateriaal in
archieven steeds meer zal toenemen, maar voor
al dat geavanceerde technologie de informatie
specialist in de toekomst steeds meer zal onder
steunen bij het verzorgen van een betrouwbare
en efficiënte toegankelijkheid.
Door Ron Wessels*
Ter gelegenheid van haar elfde lustrum
organiseerde GO opleidingen op 13 oktober
2005 in de zeventiende-eeuwse koepel van
het Renaissance Hotel in Amsterdam een
congres over beeldcultuur. Het programma
omvatte sprekers die dit brede onderwerp
vanuit verschillende invalshoeken belicht
ten. Aan de hand van sprekende voorbeel
den presenteerde Frank van Vree, hoogle
raar Journalistiek en Cultuur aan de
Universiteit van Amsterdam, de ontwikkeling
van de kwaliteit van het beeld in de afgelo
pen honderd jaar.1 Thijs Westerveld, weten
schappelijk onderzoeker bij het Centrum
voor Wiskunde en Informatica (CWl), gaf
een helder overzicht van de huidige ontwik
kelingen op het gebied van zoeken in multi
mediale collecties.2
Omslag door digitale technieken
Zoeken en vinden van multimedia
'GO-Opleidingenland'.
De GO verbeeld
V.l.n.r. Frank van Vree, Patricia Alkhoven, Michiel Nijhoff en Thijs
Westerveld op het jubileumcongres van GO opleidingen. Foto: Ron
Wessels.
Ron Wessels is PR en marketing coördinator bij GO opleidin
gen.
Noten
1. De tekst van de lezing van Frank van Vree is te vin
den op www.stgo.nl/55.
2. De Powerpointpresentatie van de lezing van Thijs
Westerveld is te vinden op www.stgo.nl/55.
3. Het promotieonderzoek van Thijs Westerveld is te
vinden op http://homepages.cwi.nl/~thijs/thesis/
TWthesis.pdf.
GO opleidingen 1950-2005
De Gemeenschappelijke Oplei
dingscommissie (GO) werd op
13 januari 1950 geïnstalleerd
door dr. L. Brummel, toenmalig
bibliothecaris van de Konin
klijke Bibliotheek.
In de GO worden de oplei
dingsactiviteiten van het
Nederlands Instituut voor
Documentatie en Registratie
(NIDER) en de Sectie Speciale
Bibliotheken van de Neder
landse Vereniging van Biblio
thecarissen (NVB-SSB) gebun
deld. Op basis van de bestaan
de cursussen kon reeds in sep
tember 1950 worden gestart
met een pakket aan opleidin
gen. Ook toen al was het uit
gangspunt: ondersteuning van
uit de praktijk aan mensen die
al praktisch werkzaam zijn. De
Nederlandse Vereniging van
Bedrijfsarchivarissen (NVBA)
trad in 1962 formeel toe tot de
GO, terwijl al sinds 1951 in
overleg met de Nederlandsche
Documentalisten Kring (NDK)
de cursus Bedrijfsarchivaris
werd gegeven. Onder de naam
Gemeenschappelijke Opleiding
voor archief, bibliotheek, docu
mentatie en informatiebewer
king werd de GO in 1971 een
stichting. In 1983 werd Piet
Kuijper benoemd tot directeur;
twee jaar later werden de eer
ste computers voor lesgebruik
aangeschaft. Sinds 1987 is de
Stichting GO gehuisvest in het
huidige pand in Den Haag. In
2000 startte de GO met een
geheel vernieuwd opleidings
programma om beter te kun
nen inspelen op de snel veran
derende rol van de informatie
voorziening en de behoefte
aan een flexibel opleidingsaan
bod. In 2002 werd Piet Kuijper
opgevolgd door Rita van Eek,
die als opdracht meekreeg de
GO verder te professionalise
ren. Vanaf 2005 gaat de
GO verder onder de naam
GO opleidingen.
(Zie ook: Paul Schneiders,
50 jaar Documentaire Informa
tieverzorging. 's-Gravenhage,
Stichting GO, 2000)
archievenblad
november 2005
november 2005
archievenblad