De Stedelijke Historische Presentatie in 3 f praktijk Het bekende bureau LAgroup Leisure Arts Consulting in Amsterdam werd ingehuurd en kwam in 1999 met een plan voor de stedelijke historische pre sentatie. Dit plan kreeg toen brede steun van de gemeenteraad. LAgroup streefde naar een optimale benutting van de Bossche cultuurhistorie. Zij stelde een structuur voor, die recht moest doen aan een rijke schakering van doelgroepen. De opzet was drieledig. In de eerste plaats diende er een 'historisch knooppunt' te komen. Daar kon zowel de argeloze bezoeker als de werkelijk geïnteresseerde kennis maken met de stadsgeschiedenis en worden doorverwezen naar tal van interessante locaties elders in de stad. Deze 'cultuurhistorische presentatie' zou moeten worden ingericht door het Stadsarchief in het VVV-kantoor aan de Markt in het pand 'De Moriaen'. In de tweede plaats zag LAgroup mogelijkhe den om de Bossche binnenstad als een soort decor te zien voor allerlei histori sche evenementen en activiteiten. Juist op die lieux de mémoires kan het verleden heel dichtbij komen. Die evenementen zouden dan liefst in brede samenwerking met diverse Bossche cultuurhistorische instellingen moeten worden georgani seerd. In de derde plaats was er winst te behalen door de organisaties met elkaar te laten samenwerken en elkaar te ondersteunen. De organisatie had men ais volgt gedacht: de gemeente zou onder leiding van de wethouder voor cultuur een plat form van vertegenwoordigers van alle instellingen oprichten. Een speciaal pro jectbureau ging de organisatie en afstem ming doen. Dit plan bleef echter na 1999 onuitgevoerd. Slechts op enkele punten werd een start ge maakt. Vooral door bezuinigingen is er verder niets van te recht gekomen. WEEK VAN DE GESCHIEDENIS Als Stadsarchief waren we juist zeer geïnteresseerd in dit plan. In onze missie stellen we onder meer dat we cultuur historische interesse willen wekken en bewustwording van en deelname aan die historische beleving willen bereiken. Uitgangspunten zijn voor ons de thema's 'historische sensatie' en 'rekenschap' van johan Huizinga. In onze visie verwoor den we het zo: sinds de stichting van de stad ergens rond 1190 hebben inwoners en bezoekers hun sporen nagelaten: roe rende en onroerende zaken. Die zijn te beschouwen als bronnen voor kennis van en over die mensen. Wil je dus de Bossche gemeenschap (cultuur) leren kennen, begrijpen en inzicht krijgen hoe door de eeuwen heen deze mensen hun omgeving en hun leven hebben vormge geven, dan moet je deze bronnen raad plegen, of kennis nemen van boeken, geschriften en andere uitingen die op grond van raadpleging van deze bronnen gemaakt zijn. Het Stadsarchief van 's- Hertogenbosch ziet zich als een van de belangrijkste bronnen- en kennisbeheer ders van het verleden van die Bossche cultuur, samen met de gemeentelijke afdeling bouwhistorie, archeologie en monumentenzorg, en het Noordbrabants Museum. Het Stadsarchief kent naast het klassieke acquireren, ontsluiten en beschikbaar stellen van een breed scala aan bronnen, zowel in studiezaal als op internet (www.stadsarchief.nl), dan ook een ster ke externe exponent. We willen actief en bewust aanbodgericht degenen die iets willen weten van het Bossche verleden bereiken. Als we met tal van partners rond de schilder Jeroen Bosch iets organi seren en tienduizenden mensen berei ken, dan beschouwen we dat ook als ons eigen succes, net als we dat doen met het voltooien van onze inventaris van het oud-Stadsarchief. Al jaren staat samenwer king bij het Stadsarchief hoog op de agen da en beogen wij een spil te zijn in het netwerk van cultuurhistorische instellin gen in onze stad. Zo hebben we gemerkt dat naast onze 4500 studiezaalbezoeken (exclusief schoolklassen en bouwvergun ningen, inclusief vrijwilligers) er jaarlijks zo'n 2500 bezoeken zijn in het kader van het voorbereiden en organiseren van tal van evenementen, congressen, publicaties en tentoonstellingen. In 2003 is de uitvoering van het plan 12 de praktijk voor de stedelijke historische presentatie door het Stadsarchief weer op de agenda gekomen. Uiteindelijk heeft dat geresul teerd in een geactualiseerd plan dat in 2005 is vastgesteld door het college van B en W. Het nieuwe plan ziet er nu zo uit: de driedeling is blijven bestaan. Voor de uitvoering is een ambtelijke werkgroep ingesteld, met mede als doel de gemeen telijke versnippering tegen te gaan. Er bleken namelijk diverse afdelingen afzonderlijk met diverse historische acti viteiten bezig te zijn en daarvoor geld beschikbaar te stellen. In die werkgroep zitten vertegenwoordigers namens de onderdelen economische zaken, cultuur, communicatie, stadsarchief en bouwhis torie en archeologie. Ondergetekende is voorzitter en overlegt met de betrokken wethouder. Er is vanaf 2005 jaarlijks 80.000 beschikbaar. Deze werkgroep onderhoudt intensieve contacten met drie partners: ten eerste met het zogenaamde Bezoekers Management. Dat is een groep vertegen woordigers uit het toeristische veld. Ten tweede met het cultuureducatieoverleg. Hoewel breed van opzet, heeft men daar oog voor de erfgoededucatie. Scholen, CKV en Uitlok (de organisatie die onder meer de jaarlijkse Uitlokdag, een kennis making van middelbare scholieren met culturele instellingen organiseert) nemen hieraan deel. Aangezien de provincie Noord-Brabant geld beschikbaar stelt voor erfgoededucatie is hierin ook iemand van het Erfgoedhuis Noord- Brabant opgenomen. De derde partner is een klankbordgroep van een aantal direc teuren en voorzitters van belangrijke Bossche cultuurhistorische instellingen. De werkgroep zorgt in overleg met de partners en de instellingen voor een cen traal jaarthema, waaraan alle organisaties kunnen deelnemen. Zij zijn overigens uiteraard volstrekt autonoom in het bedenken van hun eigen planning. Echter, juist het gezamenlijk de schou ders zetten onder zo'n jaarthema levert altijd meerwaarde en meer publiek en publiciteit op. Dat is, zo is de verwach ting, de motivatie voor hen om mee te doen en activiteiten waarin zij zelf sterk zijn, te plannen en te laten sporen met dat jaarthema. Voor 2005 is het thema "s- Hertogenbosch Vestingstad van Europa 2005'. Voor 2006 en 2007 wordt dat bin nenkort besproken door zo'n zestig verte genwoordigers van alle historische instel lingen tijdens een grote bijeenkomst. Aan het einde van het jaar is er een histo risch café, waar iedere betrokkene op informele wijze met andere instellingen van gedachten kan wisselen over moge lijke gezamenlijke activiteiten. Daarnaast stimuleert de werkgroep onder linge samenwerking tussen de circa 25 cultuurhistorische instellingen, waaron der dus ook gemeentelijke organisaties. Bijzondere aandacht krijgt een educatie project rond het boekje 'De draak van de donken', een uitgave over de Bossche geschiedenis die speciaal geschreven is voor kinderen van acht tot tachtig. Er gaat ook geld naar een project dat al lan ger op uitvoering wacht: het presenteren van informatie op die plekken in de stad waar een 'beroemde Bosschenaar' heeft gewoond, een bekende gebeurtenis zich heeft afgespeeld of een bijzonder voor werp is te zien. De werkgroep wil dit sti muleren door een infrastructuur te creë ren die gebruikt kan worden voor de steeds wisselende jaarthema's. We denken aan nieuwe technieken (via mobiele tele foons) bij het vertellen van verhalen over de stad. We financieren verder een 'erf goedpagina' in de Bossche Uitkrant, een maandelijks cultureel magazine met een oplage van 45.000 stuks, waarin de cul tuurhistorische instellingen hun activitei ten kunnen promoten. Jaarlijks worden de keuze van jaarthema en andere activiteiten plus de kosten aan het college voorgelegd. Het geld is niet bedoeld om subsidies aan willekeurige eenmalige projecten uit te delen, maar om te zorgen dat wat nu wordt gereali seerd, ook op langere termijn van waarde en nut zal zijn, dat iets beklijft, en om de marketing en pr te ondersteunen. Vanuit de werkgroep zullen organisaties worden benaderd om activiteiten te ontwikkelen of activiteiten in het kader van het jaar thema te ondersteunen. Er is de laatste jaren een trend merk baar in onze stad dat organisaties elkaar snel opzoeken om gezamenlijk vorm te geven aan de Week van de Geschiedenis, Open Monumentendag, de Erfgoedkrant en bepaalde publicaties en symposia. Juist door deze initiatiefnemers bij de Stedelijke Historische Presentatie te betrekken, wil de werkgroep aangeven niet een nieuwe organisatie te willen, maar de bestaande situatie te benutten voor het bereiken van een groter en bre der publiek. We zoeken mogelijkheden om dit structureel groter en beter te maken, financieel ondersteund door de gemeente, maar altijd in samenwerking met de vele partners. We beseffen dat we aan het begin staan van een lange maar interessante weg die we met enthousias me zijn ingeslagen. oktober 2005 's-Hertogenbosch Door Rolf Hage* 's-Hertogenbosch is op en top een interes sante historische stad. De schitterende kathedraal van St.-Jan, de vestingwerken, het middeleeuwse stadsriviertje de Binnendieze, het oude stratenpatroon, Jeroen Bosch, de vele monumentale panden en musea zijn alom bekend. De grote belangstelling voor het Bossche verleden blijkt ook uit tentoonstellingen, publicaties, evenementen en diverse actieve cultuurhis torische organisaties. Vanuit de gemeente kwam aan het einde van de jaren negentig van de vorige eeuw het idee om de activi teiten rond dat verleden eens goed te orga niseren om versnippering en kleinschalig heid tegen te gaan. Aan de uitwerking daar van wordt momenteel hard gewerkt. Het Stadsarchief Door middel van uitver grotingen van historische stadsfoto's op de plek van opname werd in 2004 aan dacht gevraagd voor de Week van de Geschiedenis. Foto: Stadsarchief 's-Herto- genbosch/Jac. Biemans. Het plan in uitvoering archievenblad oktober 2005 Kinderen maken opdrachten in het Stadsarchief tijdens de Bossche Uitlokdag, september 2005. Foto: Stadsarchief 's- Hertogenbosch/Jac. Biemans. Samenwerking Rolf Hage is stadsarchivaris van 's-Hertogenbosch. archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2005 | | pagina 6