iitoe word
je arcfiiTaris
uropa
9
in
special
Als er één ding is dat bij beschouwing
van de Europese archiefopleidingen
opvalt, dan is het wel de grote verschei
denheid. Een aantal landen (onder meer
Tsjechië, Denemarken, Luxemburg) heeft
geen formele opleiding: men krijgt een
inservice-training bij een archiefdienst. In
andere landen (bijvoorbeeld Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Finland, Portugal) is
de opleiding ondergebracht bij het hoger
onderwijs. In weer andere verzorgen -
soms zeer prestigieuze - zelfstandige insti
tuten als de Duitse Archivschiile (Marburg)
en de Franse École des Chartes (Parijs) de
opleiding.
Binnen afzonderlijke landen bestaan ver
volgens verschillende modellen naast - en
soms tegenover - elkaar. Duitsland is daar
van een sprekend voorbeeld: het ontstaan
van de breder georiënteerde HBO-oplei-
ding in Potsdam als concurrent van de
Archivschule in Marburg leidde tot stevige,
af en toe onverkwikkelijke discussies. Maar
ook in Frankrijk is de elitaire opstelling
van de 'chartistes' tegenover de afgestudeer
den van reguliere universitaire opleidin
gen (onder andere in Angers, Toulouse,
Mulhouse) - én hun bevoordeling bij de
vervulling van functies - met regelmaat
aanleiding tot verhitte confrontaties.
Opvallend zijn verder de zeer uiteenlopen
de beroepsprofielen waarvan de opleidin
gen uitgaan: de historisch archiefonder
zoeker, de archivaris bij een openbare
archiefdienst of juist die in de administra
tie, de archivaris die verantwoordelijk is
voor de gehele levenscyclus.
Het zal in dit licht niemand verbazen dat
ook in de organisatie van het onderwijs de
verschillen groot zijn: de studieduur (varië
rend van één tot maar liefst zes jaar), de
vooropleiding (van middelbare school tot
doctoraat), het leerplan.
In 1994 bracht de Europese Com
missie een Report on Archives in the
European Union uit.1 Daarin werd nagegaan
hoe wordt ingespeeld op de uitdagingen
van de informatiesamenleving en op
welke wijze de Europese Unie dit zou kun
nen coördineren en samenwerking en uit
wisseling zou kunnen bevorderen. Ook de
opleiding van archivarissen kwam hierin
natuurlijk aan bod. Een nieuw, in 2004 uit
gebracht, Report on Archives in the enlarged
European Union is in zekere zin te beschou
wen als een update van het Report uit
1994.2
Dit rapport is niet bepaald positief over
wat inmiddels met betrekking tot oplei
dingen bereikt is: 'The importance of the
development of professional archival trai
ning, and the desire to strengthen
European co-operation in this area were
strongly underlined in the (1994, HS)
Report. Ten years have gone by and these
issues still remain a burning question.'3
Toch biedt dit rapport enkele opmerkelijke
observaties:
De opleidingscontext
De verscheidenheid aan archiefopleidin
gen en kwalificaties in Europa is nog
steeds groot; een duidelijke trend is ech
ter wel waarneembaar, namelijk om de
archiefopleiding bij voorkeur onder te
brengen in het hoger onderwijs.
De oriëntatie
Waar eerder vooral werd aangesloten bij
Geschiedenis (vanwege relevant geachte
vakken: paleografie, chronologie, insti
tutionele geschiedenis) signaleert het
Rapport een nieuwe oriëntatie: opleidin
gen worden steeds vaker ondergebracht
bij Bibliotheek- en/of Informatieweten
schap (vanwege relevant geachte compe
tenties: acquisitie en selectie, beschrij
ving, toegankelijkheid, beschikbaarstel
ling, publieksbereik).4
Het profiel
Het rapport laakt de verscheidenheid
aan profielen en bepleit dat de Europese
Commissie de definitie van Europabreed
onderkende professionele competenties
gaat bevorderen.
De 'bandbreedte' van het profiel
'Most Member States recognise the
role of the archivist as covering the
whole cycle of document and archives
management, and believe that this wil)
continue and develop as ICT continues
to develop'.5
Het Rapport van 2004 besteedt uitgebreid
aandacht aan de ingrijpende veranderin
gen in de beroepsuitoefening en aan de
nieuwe vaardigheden die de archivaris
zich eigen zal moeten maken. Het rapport
constateert dat de opleidingen daaraan
nog onvoldoende tegemoet komen: 'Even
in those countries with an archival tradi
tion of long standing, local training struc
tures are neglected, and only at a basic, not
to say traditional level, meet the needs of a
rapidly developing profession.'6
Op het terrein van opleidingen blijkt
het Rapport uit 1994 derhalve weinig
effect te hebben gehad en moeten we de
impact van het Rapport van 2004 nog
maar afwachten.
Een initiatief op breder Europees niveau
lijkt inmiddels wél invloed uit te oefenen.
In 1999 hebben de Europese ministers van
Onderwijs in Bologna besloten in het
hoger onderwijs het bachelor-master-sys-
teem in te voeren: een bachelordiploma na
circa drie jaar en een master na circa twee
jaar. Met als belangrijkste doelstelling: een
probleemloze uitwisseling van academici
en professionals binnen Europa in 2010.7
Dit proces heeft de archiefopleidingen in
Europa daadwerkelijk in beweging
gebracht. Waarom? De belangrijkste bete
kenis voor beroepsopleidingen is, dat de
(inter-)nationale waardering van de begin
nende professional vooral bepaald zal gaan
worden door de inpassing van zijn/haar
opleiding in het bachelor-master-systeem.
Wat is het effect van 'Bologna' op de
archiefopleidingen?
Die opleidingen die al ingebed waren in
het hoger onderwijs herdefiniëren deze
nu als bachelor- dan wel als masterpro-
gramma.
Nieuwe opleidingsinitiatieven (Frank
rijk: Yvelines, Italië: Urbino, Zwitser
land: Lüzern) worden van meet af aan
als bachelor of als master vormgegeven.
Het meest spraakmakend is nog wel, dat
zelfs prestigieuze traditionele instellin
gen als de Duitse Archivschule en de
Franse École des Chartes op het ogenblik
proberen om hun opleidingen in het
BaMa-format te gieten.
28
xtxasra
H
special
Interessant gevolg van deze ontwikke
ling is, dat in bepaalde landen een span
ning ontstaat tussen wat archivarissen
gewend waren en wat binnen het BaMa-
systeem gerealiseerd kan worden. Veel
opleiders dreigen immers in de tang te
komen: is een opleiding te praktijkgericht
dan is de universiteit ontevreden, is de
opleiding te academisch dan is het veld
ontevreden. Wat hier aan de dag treedt is
de spanning tussen een inservice-benade-
ring en een hoger-onderwijsbenadering.
Bij een inservice-benadering vertaal je een
functie in een specifieke sector naar de
concrete vakkennis die je voor het vervul
len van die functie nodig hebt. Die opsom
ming van vakkennis levert een leerplan op
voor een opleiding - en daarmee min of
meer directe inpasbaarheid in de organisa
tie.
De benadering in het hoger onderwijs is
minder eenvoudig. Immers, het hoger
onderwijs verwacht zelfs bij beroepsgerich
te opleidingen een zekere mate van distan
tie van de concrete beroepspraktijk. Dus
gebruikt de opleider het liefst een door de
beroepsgroep vastgesteld beroepsprofiel,
waarin omschreven wordt wat de voor
deze beroepsgroep kenmerkende compe
tenties zijn. De opleider definieert op basis
van dit beroepsprofiel een 'opleidingspro-
fiel'. Daarbij worden echter nadrukkelijk
ook andere aspecten meegewogen: de
onderwijsorganisatie, het onderwijsni
veau, didactische aspecten (studeerbaar
heid) en maatschappelijke overwegingen
(zoals: carrièreperspectieven).
Ook al hebben archivarissen in de
Europese lidstaten nog nauwelijks een
beroepsprofiel gedefinieerd (zie boven), de
meeste tot nu toe ontwikkelde 'BaMa'-
archiefopleidingen vertonen een leerplan
dat beduidend afwijkt van dat van inservi-
ce-opleidingen.8
De Nederlandse opleidingen zijn in
1995 ondergebracht bij het hoger onder
wijs. Deze opleidingen zijn ook - vermits
Nederland in Europese ontwikkelingen
graag haantje de voorste is - in het alge
meen eerder dan elders in Europa in het
BaMa-systeem ingepast. In Nederland zijn
daarmee ook de in de vorige paragraaf
gesignaleerde spanningen eerder aan de
dag getreden...
Europese collega's zijn dan ook bij uitstek
geïnteresseerd in het Nederlandse model
én in de discussies daarover: docenten van
de Nederlandse opleidingen zijn de laatste
jaren op menige internationale conferen
tie uitgenodigd om hierover een bijdrage
te leveren.
De Europese collega's tonen grosso modo
vooral interesse in de volgende aspecten:
Het programma van de master, en dan
met name de vormgeving van het 'duale
semester' als brug tussen kennismaking
met de beroepspraktijk en academische
reflectie.
Het programma van de bachelor, en dan
met name de inrichting van het leerplan
op basis van archivistische competen
ties.
De ontwikkeling van het beroepsprofiel
(uitgaande van beroepscompetenties),
als uitgangspunt voor de definitie van
een opleidingsprofiel.
De Europese collega's tonen zich daarbij
overigens vaak jaloers op de Nederlandse
constructie met de Archiefschool, omdat
die het mogelijk maakt:
door de subsidierelatie het effect van
schommelingen in de aanmelding van
studenten te beperken en bij teruglo
pende belangstelling - die blijkbaar in
verschillende landen van Europa voor
komt9 - een basisgarantie voor profes
sionele opleidingen overeind te houden;
door het combineren van opleidingen,
cursussen en toegepast onderzoek een
grotere en daarmee meer gespecialiseer
de staf in te zetten dan elders;
door een unieke positie een duidelijk en
eenduidig aanspreekpunt te zijn voor
overleg met het Nederlands archiefwe
zen en met de Europese collega's.
Kort geleden heeft de staatssecretaris
van Cultuur bekendgemaakt het Neder
landse archiefonderwijs ingrijpend te wil
len veranderen. Zij heeft inmiddels het
Nationaal Archief de opdracht gegeven
hiervoor een voorstel te doen.
Het is te hopen dat het Nationaal Archief -
dat aan de totstandkoming van de hierbo
ven genoemde Europese rapporten heeft
meegewerkt - met een constructief voorstel
komt waardoor het Nederlandse archief-
onderwijs zijn voorhoedepositie in de
Europese ontwikkelingen behoudt.
De voortekenen zijn niet gunstig. In een
eerste conceptvoorstel wordt zo ongeveer
alles afgebroken wat sinds 1968 is opge
bouwd: het idee van één samenhangende
initiële opleiding tot archivaris gaat op de
schop, de koppeling van de archiefoplei
ding aan het hoger onderwijs wordt opge
heven, de diploma's Archivistiek worden
zelfs geheel afgeschaft, de verantwoorde
lijkheid van de minister van Cultuur voor
deskundigheid en deskundigheidsbevor
dering bij het vuilnis gezet. Gevreesd moet
worden dat Nederland ook in dit geval
nadrukkelijk NEE zegt tegen Europa.
29
C
Door Hans Scheurkogel*
Europa is een lappendeken van culturen en
tradities - ook waar het om het opleiden van
archivarissen gaat. Toch is zelfs op dit
bescheiden terrein een tendens naar gelijk
vormigheid waarneembaar, vooral gestimu
leerd door de Europese Unie, die in het
Europese archiefwezen internationale samen
werking en uitwisseling wil bevorderen.
Zonder slag of stoot gaat dat zeker niet...
Europese bemoeienis: rapportage
Europese invloed: 'Bologna'
archievenblad
september 2005
Europese impact: spanning
De Nederlandse opleidingen in Europees per
spectief
Europese druk is geen vereiste: op initiatief van de
Archiefschool kwamen opleiders uit heel Noord-West-
Europa in mei in Amsterdam bijeen om ervaringen uit te
wisselen en afspraken over samenwerking te maken.
De Nederlandse opleidingen in Europees per
spectief: de toekomst?
Hans Scheurkogel is coördinator Opleidingen van de
Archiefschool en voorzitter van de Section on Archival
Education and Training (1CA).
Noten
1. Archives in the European Union: Report of the Group
of Experts on the Co-ordination of Archives
(Luxemburg: Office for Official Publications of the
European Communities, 1994).
2. Het tweede rapport heeft in archivistisch Nederland
vooralsnog weinig beroering teweeggebracht. Ik ver
wijs hier naar een versie van internet (www.wales.
gov.uk/keypubas5emeuropeancomm2/content/
euleg050228/index-e.htm) als 'Report 20041.
3. Report 2004, p. 99.
4. Report 2004, p. 101.
5. Report 2004, p. 106.
6. Report 2004, p. 100.
7. http://europa.eu.int/comm/education/policies/
educ/bologna/bologna_en.
8. Vergelijk daarvoor bijvoorbeeld de programma's van
Marburg (www.archivschule.de/content/95) en
München (www.gda.bayern.de/ausb05) met de
programma's van Brussel (www.vub.ac.be/archivis-
tiek/), Londen (www.ud.ac.uk/prospective-stu-
dents/graduate-degrees/arts-and-humanities/
libra ry-archive-and-information-studies/taught/
ma-arm/index.shtml) of Madrid
(www.uc3m.es/archivistica/pr0grama.html).
9. Report 2004, p. 107.
september 2005
archievenblad