van
[üeQaak]
yan
KVAN nieuws
koninklijke vereniging van archivarissen in nederland
KVAN Nieuws
Bureau KVAN
Redactie Archievenblad
Over openbare burgerlijke stand
Nieuwe KVAN-leden
32
koninklijke vereniging van archivarissen in nederland
KVAN nieuws
Voor het voetlicht: Arnold den Teuling
Provinciaal archiefinspecteur Drenthe
archivarissen
Bureau Koninklijke Vereniging
van Archivarissen in
Nederland.
Voor informatie over de KVAN,
bestelling van publicaties,
aanmelding voor activiteiten en
wijzigingen in de ledenadministratie
kunt u contact opnemen met het
bureau. Kopij voor het Archievenblad,
berichten voor deze rubriek
en mutaties in de Almanak van
het Nederlands Archiefwezen kunt
aan het bureau van de KVAN
doorgeven.
Cruquiusweg 31
1019 AT Amsterdam
Tel. (020) 462 77 27
Fax: (020) 462 77 28
E-mail: bureau@kvan.nl
Internet: www.kvan.nl
Postbank Bureaurekening: 84767
Ditmaal een speciaal verzoek van de redactie van het
Archievenblad. Of De Zaak eens zou kunnen ingaan
op de openbaarheid van de burgerlijke stand. Daar
lijkt inderdaad alle reden voor. Op de DlVA-discus-
sielijst waren een maand geleden nogal uitgesproken
en uiteenlopende meningen te lezen. En, zoals vaker
het geval is, kwam men van het ene probleem op het
andere. Helaas kreeg niemand het idee om eens in
de beroepscode te kijken.
Het eerste wat in de discussie duidelijk werd, was
(wat iedereen wel weet) dat de openbaarheid van de
registers van de burgerlijke stand niet in iedere
archiefbewaarplaats hetzelfde geregeld is.
Huwelijksregisters die in Haarlem openbaar zijn tot
en met 1924, zijn dat in Apeldoorn al tot en met
1929. Overlijdensregisters zijn in veel archieven
openbaar tot en met 1944, maar op andere plaatsen
al tot en met 1953. Registers uit 1955 kunnen in het
ene archief dit jaar al openbaar zijn en elders pas in
2011. Waarop iemand opmerkte dat het helemaal
geen probleem is om dat gelijk te trekken.
Dat is het natuurlijk wel. In het Burgerlijk Wetboek
is bepaald wanneer de gemeentelijke registers moe
ten worden overgedragen naar de archiefbewaar
plaats, en daardoor dus openbaar worden: na respec
tievelijk 100 (geboorten), 75 (huwelijk) en 50 (over
lijden) jaar na het afsluiten van de registers. Voor de
serie dubbelen van de burgerlijke stand, die door het
Rijk wordt beheerd, geldt een andere regeling. Die
De KVAN verwelkomt de volgende nieuwe leden:
De heer drs. D.Th. de Graaf
werkzaam als directeur bij het Regionaal
Historisch Centrum Limburg
Mevrouw M.P. Heijmans-van Bruggen
student documentaire informatieweten
schappen, Universiteit van Amsterdam,
tevens werkzaam als medewerker informa
tiseren en bewerken bij Gemeentearchief
Waalwijk
De heer H.W.M. )anssen
directeur en eigenaar van Janssen Film
Audio Services te Venray
De heer E. de |onge
directeur RHC Groninger Archieven
Mevrouw M.J.G. Knol
medewerker inkoop/marketing bij Bomefa
bv te Kampen
Mevrouw C.P. Kralt
student Nederlandse taal cultuur,
Universiteit van Amsterdam
Mevrouw drs. M.H. Meulders van Hees
Werkzaam als medewerker DIV en project
leider digitalisering bij de gemeente
Nuenen
De heerMeijer
student informatiemanagement/archievis-
tiek B, Hogeschool van Amsterdam
Mevrouw H.J.M. Monod de Froideville
documentair informatieverzorgster bij de
gemeente Rogge! en Neer
De heer E.J. Steigenga
coördinator justitiebreed archiefbeleid bij
het Ministerie van Justitie
De heer R.J. de Vries
archivaris bij Stichting Dienstencentrum
Klooster Archieven in Nederland,
Nijmegen
registers worden na 20 jaar overgedragen, met een
beperking van de openbaarheid. De registers worden
openbaar nadat het laatste register in een blok van
tien jaar 100, 75 dan wel 50 jaar oud is. De voorma
lige rijksarchieven moeten de overlijdensregisters uit
1955 dus tot 2011 gesloten houden. Conform de for
mele regels, en ook in overeenstemming met de
beroepscode: De archivaris dient alle afspraken die bij
de acquisitie werden gemaakt getrouw en onpartijdig na
te komen en toe te passen (artikel 6).
Maar helemaal bevredigend is deze situatie niet. En
voor de gebruikers ook niet te begrijpen. Zou er toch
geen aanleiding zijn eens opnieuw naar de open
baarheid te kijken? Sinds de rijksarchieven zijn opge
gaan in RHC's is er een nieuwe situatie. De meeste
RHC's beheren nu identieke overheidsregisters met
verschillende regels voor openbaarheid. Zou het niet
op de weg van het Rijk liggen om met het Ministerie
van Justitie te onderhandelen over de vraag of de
registers niet per jaar, in plaats van per blok van tien
jaar tegelijk openbaar mogen worden? Onder verwij
zing naar de beroepscode: bij veranderde omstandighe
den dienen [archivarissen] evenwel, in het belang van
grotere openbaarheid, opnieuw over de voorwaarden voor
raadpleging te onderhandelen (art. 6).
Of is dat helemaal niet zo hard meer nodig? Het
RHC Eindhoven liet weten dat het scans van alle
genealogische bronnen op internet beschikbaar wil
stellen. Ook van de burgerlijke stand: geboorteregis
ters tot 1905, huwelijksregisters tot 1930 en overlij
densregisters tot 1955. Als dat bij alle gemeentelijke
registers zou gebeuren, is het probleem van de open
baarheid in een klap opgelost.
Het bericht werd nog wel gevolgd door een vraag: of
het op deze manier aanbieden van materiaal, die
past binnen de termen van openbaarheid, mogelijk
in conflict komt met de privacybescherming. Is het
typisch Hollands dat de meeste reacties niet gingen
over privacy, maar over de vraag of er voor deze
dienst wel of geen geld gevraagd zou moeten wor
den? Met als een van de argumenten 'anders kunnen
we alles wel op straat gooien'. Deze houding gaat in
ieder geval in tegen de beroepscode: archivarissen die
nen een zo breed mogelijk gebruik van archieven te bevor
deren... (art. 7). Maar dit terzijde.
Aan privacy heeft niemand zich verder gewaagd.
Privacybescherming brengt de archivaris in een spa
gaat: hij dient zowel de openbaarheid als de persoonlijke
levenssfeer te respecteren en te handelen binnen de gren
zen van de relevante wetgeving (art. 7). Aan een heldere
definitie van persoonlijke levenssfeer ontbreekt het
nog steeds, aan heldere richtlijnen eveneens. In dit
concrete geval lijkt het probleem overigens behap
baar: het materiaal zal vrijwel uitsluitend betrekking
hebben personen die al overleden zijn en privacy dies
with the person. Op papier en digitaal.
Yvonne Bos-Rops
archievenblad
juli 2005
archivarissen
Na een dienstverband van ruim dertig jaar
legt Arnold den Teuling zijn taak als
archiefinspecteur op 1 oktober van dit jaar
neer en maakt gebruik van de FPU-rege-
ling. Meer dan genoeg reden voor de
redactie om hem als 'bekende Nederlander
in Archievenland' aan de tand te voelen.
Het telefonisch interview duurde dubbel
zo lang als normaal. Gezien zijn indruk
wekkende staat van dienst ook niet ver
wonderlijk. Eigenlijk te veel activiteiten
voor slechts één bladzijde in deze rubriek.
Verhuizingen
Arnoldus Johannes Maria den Teuling
kwam ter wereld in Koewacht in Zeeuws-
Vlaanderen op 1 oktober 1944. De kleuter
school heeft hij nog in Koewacht bezocht,
maar de rest van de lagere schooltijd heeft
hij doorgebracht in IJmuiden, Haarlem en
Koog aan de Zaan. Deze verhuizingen
waren het gevolg van de promoties die
zijn ijverige vader, werkzaam als ambte
naar bij de belastingdienst, maakte. Bij
iedere promotie werd hij overgeplaatst. In
Zaandijk vervolgde Arnold zijn voortge
zette studie en in 1962 had hij het diplo
ma gymnasium A in zijn zak.
Heracles
Toen hij in 1962 klassieke talen ging
studeren aan de gemeentelijke Univer
siteit van Amsterdam, wees niets op een
loopbaan in het archiefwezen. Acht jaar
later was hij in het bezit van zijn bul en
kon vanaf nu Latijn, Grieks en Oude
Geschiedenis geven. Als tweede bijvak
had hij middeleeuwse muziekgeschiede
nis genomen. Zijn doctoraalscriptie ging
over één gedicht van tweehonderd re
gels, een mythisch verhaal over Heracles.
Reeds in 1966 begon hij les te geven als
docent klassieke talen, achtereenvolgens
te Amsterdam, Hoorn, Haarlem, Hilver
sum en Amstelveen. Geen fijne tijd,
aldus Den Teuling, die in onderwijsland
geen vaste betrekking kon vinden. Een
oom van Arnold werkte in het archiefwe
zen en dat bracht hem op een idee. Na
een gedegen oriëntatie op deze tak van
sport, stapte hij uit het onderwijs. Inmid
dels had hij een stageplaats
geregeld bij het Amsterdams
gemeentearchief.
F.J. Duparc Prijs
De studieboeken kwamen
weer op tafel en Arnold begon
aan de opleiding hoger archief
ambtenaar aan de Archief-
school te Utrecht. Deel een
werd in december 1974 gehaald en in juni
1975 had Arnold deel twee in zijn zak.
Zijn werkstuk 'Koopmansboekhouding'
werd bekroond met de F.J. Duparc Prijs,
die in 1975 voor de eerste keer werd uitge
reikt. Het vinden van een baan ging voor
spoedig. Ingaande 1 januari 1975 kwam
hij in dienst van de provincie Drenthe als
medewerker bij de archiefinspectie en in
maart 1976 mocht hij zich archiefinspec
teur van de provincie Drenthe noemen.
Het werd het begin van een indrukwek
kende lijst van bestuurlijke functies in
archiefland: commissies, lidmaatschap
pen, secretariaten, redactiewerk en het
schrijven van vele artikelen in vakbladen.
Van 1978 tot 1994 gaf hij aan de
Archiefschool les in het vak 'Ordenen en
Beschrijven'. Deze tweede onderwijsperio
de in zijn leven beviel hem veel beter.
Sinds 1 januari 1992 was hij bovendien als
archiefinspecteur in functie in de provin
cies Fryslan en Groningen.
Commissies
Hij was in landelijk verband een van
de gangmakers om te komen tot de wet
telijk vereiste selectielijst voor archiefbe
scheiden van provinciale organen. Den
Teuling fungeerde vanaf 1980 als project
leider bij deze activiteit en beëindigde
deze functie in 2004.
Op verzoek van de toenmalige staatsse
cretaris van Cultuur nam hij in 1980 zit
ting in een commissie belast met het
maken van een landelijke ontwerprege
ling voor de bouw en inrichting van
archiefbewaarplaatsen en de veranderin
gen daarin. Hij was hier secretaris en het
rapport kwam in 1982 uit. Het feit dat hij
tot secretaris werd benoemd had alles te
maken met het feit dat er in Drenthe
een tekstverwerker stond: IBM systeem
6. Alles opnieuw typen was er toen al
niet meer bij. Een unicum in de
Nederlandse archiefwereld.
Arnold heeft ook altijd nauwe contac
ten onderhouden met het Instituut
Collectie Nederland en het Nederlands
Normalisatie Instituut NEN, en voor de
regeling bouw en inrichting met het
Committee on archive buildings and
equipment (CBQ) van de International
Council on Archives (ICA). Hij maakt
deel uit van de redactie van het
Handboek archiefbeheer in de praktijk.
Publicaties
Legio zijn de boekwerken en publi
caties van zijn hand, zowel op vakgebied
als op regionaal-historisch terrein. Een
recent voorbeeld hiervan is de Archief
terminologie, uitgegeven door de Stich
ting Archiefpublicaties (SAP). Hij is nu
nog bezig met een onderzoek naar de
bestuurlijke geschiedenis van Assen en
Smilde rond 1807. De KVAN waardeerde
in 2002 zijn vele activiteiten op archief-
gebied door de toekenning van de presti
gieuze Hendrik van Wijn-penning.
Tot slot
Voor degenen die het nog niet wis
ten: Arnold woont in Assen, heeft een
vrouw, vier kinderen en zeven klein
kinderen. Hij is de middeleeuwse mu
ziek niet ontrouw geworden, want
sinds kort dirigeert hij een Schola
Gregoriana. Ook het klavecimbel kent
voor hem geen geheimen.
Harry Strijkers
juli 2005
archievenblad