de praktijk De Mondriaan Stichting werkt op een (inter)nationale schaal. Bij het beoordelen van de aanvragen hanteren wij als criteria: publieksbereik, belang en kwaliteit. Bij archieven is de publiekstoe- gankelijkheid bij wet geregeld, wat nog niet wil zeggen dat er ook publiek bereikt wordt. Wij kijken naar de manier waarop een archief zijn publiek benadert en betrekt bij een project waarvoor onder steuning wordt gezocht. Een (nationaal) belang kan om diverse redenen toege- Mondriaan Stichting (Mondriaan Foundation) kend worden aan een project: het kan (en moet!) om cultuurhistorisch belang rijke collecties gaan. Het project kan betrekking hebben op het hele archief veld (bijvoorbeeld expertiseontwikkeling zoals nieuwe ontsluitings- of classificatie systemen), of het is zodanig innovatief dat er een voorbeeldwerking van uitgaat. Kwaliteit slaat deels terug op cultuurhis torisch belang, maar gaat ook over de organisatie, het onderwerp en het pro jectplan zelf. Over het algemeen ontvangen wij weinig aanvragen van archieven voor activiteiten bij tentoonstellingen. Daarvoor zijn zij immers nauwelijks ingericht. Een gunstige uitzondering hierop is het Drents Archief met zijn edu catief depot: hier leren schoolkinderen zowel zoeken als bewaren en behouden. Veel meer mogelijkheden liggen in het virtuele domein, waar de langste relaties liggen tussen de Mondriaan Stichting en de archiefwereld. In 1999 en 2000 voerden wij twee tijde lijke regelingen uit voor publieksgerichte digitaliseringsprojecten. Deze regelingen waren van meet af aan 'erfgoedbreed'. Archieven hadden bovendien eerder dan musea materiaal digitaal beschikbaar. Destijds werd een voorkeur uitgesproken voor samenwerkingsprojecten tussen erf goedsectoren en moesten de projecten zelf geschikt zijn voor een breed publiek of voor educatieve doeleinden. Nu den ken wij ruimer: diverse soorten doelgroe pen worden nu door ons erkend, evenals - vanuit een oogpunt van duurzaamheid en hergebruik - het belang van ontslui ting en toegankelijkheid van informatie. Toch werd ook in die tijd een aantal ont sluitingsprojecten gerealiseerd in de archiefsector (bijvoorbeeld bij DIVA de Toegang op Personen en het Integraal Archievenoverzicht en bij het Gemeen tearchief Amsterdam de Digitale Balie). De Atlas Mutual Heritage kwam tot stand als samenwerkingsproject tussen het Nationaal Archief, het Rijksmuseum en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. In de periode 2001-2004 werd ICT een structurele ondersteuningsmogelijkheid en werd het budget verdriedubbeld met extra door het Ministerie van OCW beschikbaar gestelde middelen voor 'eCultuur'. Hieruit werd onder andere bij gedragen aan het Digitaal Oorkondeboek Groningen en Drenthe en aan een pilot- project voor de vectorisering van de kadastrale kaarten binnen het DIVA-pro- ject De WoonOmgeving. Van de gehono reerde ICT-projecten in deze periode had 20 procent betrekking op archieven: geen slechte score. Cultureel erfgoed minderheden De archieven hebben een belangrijke rol bij het opzetten en begeleiden van projecten op het gebied van het cultureel erfgoed van in Nederland verblijvende minderheden. De projecten moeten voortvloeien uit samenwerking tussen erfgoedinstellingen en 'zelf-organisaties', en hebben over het algemeen betrekking op het verzamelen, inventariseren en publiekstoegankelijk maken van het erf goed. De vorm waarin het project tot stand komt wisselt: het kan zowel om tentoonstellingen gaan als om aanwin sten, ontsluitingsprojecten, publicaties of film. Allochtone Nederlanders gaan anders met archiefvorming om. Er is veel meer sprake van een orale cultuur, dus lang niet alles wordt schriftelijk vastge legd. Daar staat tegenover dat deze groe pen haantje-de-voorste waren met het creëren van e-netwerken. Het Gemeen tearchief Amsterdam werkt met een bij drage van ons intensief samen met migrantenorganisaties bij het ontwikke len van een archiefdepot voor websites. Het Stadsarchief Dordrecht heeft even eens een mooi voorbeeld van migranten beleid: na archiefvorming bij de Turkse gemeenschap in Dordrecht zijn de Antillianen aan de beurt: hier wordt materiaal dat nog bij de mensen thuis is verzameld. Ook worden interviews afge nomen. Het materiaal wordt zowel in Nederland als op de Antillen via het web beschikbaar gesteld. Het is niet helemaal waar dat de Mondriaan Stichting in de beginjaren geen bemoeienis had met de archieven. Van 1994 tot 2001 hebben wij het 'bestel- deel' van het Deltaplan voor het cultuur behoud uitgevoerd. Dit programma was primair gericht op behoudsachterstan- den in musea. Toch konden archieven aanvragen voor passieve of actieve con servering indienen wanneer het erfgoed betrof dat in museale zin gepresenteerd zou kunnen worden. Het ging dan om cartografie, prenten, tekeningen, foto's en dergelijke, niet om archiefinventaris sen. Wij eisten destijds niet dat het ook daadwerkelijk gepresenteerd werd. Archieven zijn nu eenmaal geen presen tatie-instellingen en het ging ons toen om het behoud. Nu richten we ons op publiekstoegankelijkheid. Archieven kunnen nog altijd een behoudsaanvraag indienen. Nu echter onder voorwaarde dat het materiaal daadwerkelijk gepre senteerd wordt. De ondersteuning is gericht op het presentabel maken, dus alleen op actieve conservering. Naast deze structurele ondersteuningsmoge lijkheden is er bij ons ook wel eens sprake van 'doelsubsidies'. Wij besteden middelen die voor een speciaal doel zijn vrijgemaakt. De conserve ring van het 'verspreide' audiovisuele erfgoed is hier een voorbeeld van, en helemaal toegesne den op archieven. 'Verspreid' betekent hier: de audiovisuele collecties buiten die van het Filmmuseum en Instituut voor Beeld en Geluid om. De aanpak is per regio, en de aanvragen worden gecoördineerd door het Nationaal Overleg Regionale Audiovisuele Archieven (NORAA), dat ook toeziet op de kwaliteit van uitvoering en de selectie van projecten. In aan merking komt materiaal dat van cultuurhisto risch belang is, publieksaantrekkelijk en urgent aan behandeling toe. De projecten kwamen Bij het beoordelen van de aanvragen hanteren wij als criteria: publieksbereik, belang en kwaliteit. minder snel op gang dan wij hadden gehoopt. Dit had alles te maken met de vereiste eigen bij drage van 60 procent, die voor de regionale archieven vaak moeilijk op te brengen was, mede door de lage prioriteit die door de archie ven zelf aan deze collecties wordt toegekend, en wellicht ook door een gebrek aan deskundigheid op dit gebied. Nu is echter een toenemende belangstelling voor historisch beeld en geluid te constateren, met name vanuit de media, die het geconserveerde materiaal snel weten te verwer ken in programma's als 'Andere Tijden' en 'OVT'. Het budget is nu bijna besteed en de meeste pro jecten zullen dit jaar nog worden afgerond. Stimulering veiligheidszorg Tot slot van onze ondersteuningsmogelijk heden maak ik graag van de gelegenheid gebruik om onze nieuwe stimuleringsmaatregel voor de veiligheidszorg aan te kondigen. Dit is overigens ook zo'n doelsubsidie. In de periode 2005-2008 zal jaarlijks 0,5 miljoen euro beschikbaar zijn voor het verbeteren van de veiligheidszorg in erfgoedinstellingen. In opdracht van het Ministerie van OCW hebben wij een ondersteu ningsmogelijkheid ontworpen die het ontwikke len van integrale beveiligingsplannen stimuleert almede de verspreiding en toepassing van de door het Instituut Collectie Nederland (ICN) ontwikkelde 'landelijke netwerkaanpak veilig heidszorg'. Wij denken aan een tweesporenbe leid: enerzijds het ondersteunen van risicoanaly ses in de individuele instellingen, onder voor waarde dat ze zelf een integraal calamiteitenplan opstellen. De risicoanalyses zijn gericht op acute bedreigingen: brand, waterschade, diefstal en vandalisme. 'Integraal' betekent dat het gaat om gebouw, collecties en mensen (publiek en perso neel). Anderzijds willen wij bijdragen aan coör dinatiekosten bij het opzetten van regionale vei ligheidsnetwerken. Bij de ICN-aanpak voor de vorming van netwerken is een grote rol wegge legd voor de provinciale erfgoedhuizen. Andere vormen van netwerkaanpak willen wij echter ook stimuleren. Er is bij ons enige zorg dat bij de vorming van netwerken, door de grote rol van de museum consulenten, de aandacht primair naar musea uit zal gaan. Zorg dat u erbij komt. De conceptmaatregel ligt momenteel ter goed keuring bij OCW. Wij hopen per 1 september 2005 operationeel te zijn. Via persberichten, nieuwsbrieven van koepelorganisaties en onze eigen website zullen wij u informeren. De beveiligingsplannen zullen inzicht verschaf fen in de achterstanden in de veiligheidszorg. Hoewel veiligheidszorg primair een verantwoor delijkheid is van de erfgoedinstellingen, zullen wij bij alarmerend blijkende noden het vrijma ken van extra middelen voor dit doel bepleiten. Om deze reden willen wij de nu beschikbare middelen snel en goed besteden. Wij rekenen daarbij op uw hulp. Voor al onze ondersteuningscategorieën zijn de mogelijkheden gering voor kleinere archieven met collecties van regionaal of lokaal belang. Dit geldt overigens ook voor andere sec toren. Door netwerkvorming en samenwerking vergroot u uw kansen aanzienlijk. De Mondriaan Stichting de erdjieva/j Door Coby Reitsma* Bij haar oprichting werkte de Mondriaan Stichting wat erfgoed betreft alleen voor musea. Sindsdien is er een hoop veranderd. Voor de archieven was de grote omslag medio 2003, toen bijna alle museale rege lingen van de Mondriaan Stichting 'erfgoed- breed' werden. Hieronder volgt een korte schets van de ondersteuningsmogelijkhe den van de Mondriaan Stichting voor archie ven, wat eraan voorafging en wat de archie ven van ons mogen verwachten. Maar eerst ga ik in op onze algemene criteria voor ondersteuning. Publieksprojecten Zichtbaarheid Conservering audiovisueel erfgoed Netwerkvorming en samenwerking Coby Reitsma is medewerker erfgoedprojecten bij de Mondriaan Stichting. 20 archievenblad juli 2005 juli 2005 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2005 | | pagina 10