Archiefonderzoek voor basisschoolleerlingen
DE HUIZENDETECTIVES
archief en educatie
archief en educatie
19
Door Frank Inklaar*
"Ik vond het leuk om in het depot te mogen. En ik
vond het ook leuk dingen op te zoeken in oude
boeken, op microfiches waar kranten op staan en
het bevolkingsregister, foto's en bouwtekeningen.
Ik vond het ook leuk, omdat we de eerste waren
die dit deden."
Hoe maak je kinderen uit de hoogste groe
pen van de basisschool warm voor geschiedenis?
Hoe maak je ze duidelijk wat historici doen? Wat
is een archief eigenlijk en wat kun je daar vin
den? Met deze basale vragen in het achterhoofd
is het project De
Huizendetectives ont
staan. De aanleiding
was simpel. Basisschool
De Wilgenburg in
Zwolle zocht nieuwe,
uitdagende activiteiten
voor 'plus-kinderen' uit
de groepen 7 en 8.
Activiteiten die zij
naast het reguliere pro
gramma kunnen doen.
Als historicus en ouder
op deze school leek mij
een serie lessen in het
archief een aardige uit
daging. Vanwege mijn
werk heb ik goede con
tacten met het
Historisch Centrum
Overijssel (HCO) in
Zwolle. Hierdoor wist ik
van de voornemens
van het HCO om het
archief meer in de
samenleving te plaat
sen en in het verlengde
daarvan nieuwe bezoe-
kersgroepen te bereiken. Basisscholen vormen
een nieuwe doelgroep, maar wat kun je basis
schoolleerlingen bieden? De vragen van De
Wilgenburg en het HCO sloten te mooi op
elkaar aan om daar niets mee te doen.
Voorwaarden
Het onderwerp van het project moest aan
een aantal voorwaarden voldoen. Het moest
dichtbij de belevingswereld van kinderen liggen.
Het moest voldoende aanknopingspunten bie
den om het handwerk van een historicus duide
lijk te maken. Het moest uitnodigen tot zelf
speuren. En om te tonen wat een archief alle
maal in huis heeft, moest het onderwerp onder
steund worden door divers bronnenmateriaal.
Dit zou bovendien de afwisseling voor de kinde
ren groter maken;
In de keuze voor een interessant onderwerp voor
kinderen bleek het het BBC-televisieprogramma
'The House Detectives', waarin de bouw- en
bewoningsgeschiedenis van een huis wordt
gereconstrueerd, voor mij een goede inspiratie
bron. Idealiter zou de geschiedenis van het eigen
huis uitgezocht moeten worden, maar de kinde
ren die bij dit project betrokken zijn, wonen
allemaal in huizen uit de jaren zeventig van de
vorige eeuw. Daarom heb ik gekozen voor rela
tief willekeurige huizen in de Zwolse binnen
stad. Kinderen kunnen zelf speuren naar de
geschiedenis van een pand en de bewoners,
waardoor zowel de speurzin wordt geprikkeld,
als verduidelijkt wordt wat historici eigenlijk
doen. Ten slotte biedt deze insteek de mogelijk
heid om met divers bronnenmateriaal aan de
slag te gaan. En, met een schuin oog naar de
voortzetting van het project: er zijn heel wat
huizen in Zwolle die geschikt zijn voor een
onderzoekje.
Voor het huizenonderzoek heb ik zes panden
geselecteerd. Dat is vooral gebeurd op de aanwe
zigheid van bronnenmateriaal (met name foto's
en bouwtekeningen). Ik heb globaal gekeken
wat er verder aan materiaal was en wat er even
tueel gevonden zou kunnen worden. Veel is er
echter ook open gelaten; immers (en dat is ook
de kinderen zo gezegd) in een echt historisch
onderzoek weet je ook niet van tevoren wat je
wel/niet zult vinden. Het onderzoek levert dus
wel van alles op, maar is nooit 'compleet', of
'klaar'.
Als voorbereiding op het project maakte het
HCO een algemene introductiemiddag op het
archief, maakte ik een werkboekje waarmee de
lessen geïntroduceerd werden en waarin onder
zoeksresultaten genoteerd konden worden. Ook
heb ik een website gemaakt. En last but not
least, is het 'historisch onderzoeksbureau De
Huizendetectives', met eigen logo, 'opgericht'.
Het onderzoeksbureau 'nam' de kinderen als
onderzoekers 'in dienst'. Ze kregen de taak de
geschiedenis van zes Zwolse panden en de bewo
ners ervan uit te zoeken.
Aan het werk
Het project startte op school. Als onderzoe
kers van De Huizendetectives werden de elf deel
nemende kinderen geadviseerd om alvast zelf de
panden te bekijken. Verder kregen ze een pro
gramma met de inhoud van de lessen en het
werkboekje, waardoor ze globaal een idee kregen
wat van hen verlangd werd.
Er volgden zes lessen van twee uur, waarvan vijf
op het HCO en een afsluitende les op
school. De lessen werden door mij bege
leid en op het HCO was er hulp van twee
medewerkers. Op het HCO werd buiten
de publieksopeningstijden gewerkt.
De eerste bijeenkomst op het HCO was
een introductie in wat een archief eigen
lijk is en wat daar zoal bewaard wordt. De
kinderen kregen een rondleiding door de
depots en een paar mini-opdrachtjes
waardoor ze met divers bronnenmateri
aal (kranten op microfilm, vakliteratuur
uit de bibliotheek, kaarten van de eigen
buurt uit het kadaster, bouwtekeningen
van de eigen school, bevolkingsregister
op microfiche) konden werken.
In de volgende vier bijeenkomsten heb
ben de huisdetectives in groepjes van
twee hun onderzoek uitgevoerd. Het
werkboekje leidde hen systematisch
langs de diverse mogelijkheden om
informatie over hun huis te vinden.
Begonnen werd met contextueel onder
zoek in (voor kinderen goed toegankelij
ke) literatuur, die op de studiezaal aanwe
zig was. In welke straat/buurt staat het
huis en wat zijn daar bijzonderheden
van? Hoe is bijvoorbeeld de straat aan
zijn naam gekomen? De vrucht van reeds
gedaan historisch onderzoek kon hier
worden gebruikt.
Vervolgens moesten de kinderen zelf op
onderzoek. Ze bestudeerden foto's van
het pand en bouwtekeningen, met name
van ingediende voorstellen voor verbou
wingen. Via deze bronnen konden ze het
materiële voorkomen van het pand
omschrijven. Tevens vormden de bouw
tekeningen met de daar opgegeven kada
strale nummers een schakel naar het
kadaster.
In de archieven van het kadaster konden
de kinderen gegevens over eigendom,
verkoop, prijzen, etc. vinden. Zoeken in
het kadaster is relatief moeilijk. De kinde
ren merkten dat soms veel speurwerk
nodig is om wat te vinden. Bovendien is
niet alles even makkelijk leesbaar. Het
werd zo ook duidelijk dat het onderzoek
niet afgerond kon worden in de korte tijd
die we hadden. Er bleven onbeantwoor
de vragen. Het werken met grote, zware,
muf ruikende boeken was echter fascine
rend.
De laatste bijeenkomst op het HCO was
gewijd aan het bevolkingsregister. Wie
woonden in de panden, welke achter
gronden (beroepen, religie, etc.) kun je
achterhalen? Ineens blijken in de huizen
mensen met namen te leven. De gege
vens van het bevolkingsregisters staan op
microfiches en het gebruik van de leesap-
paratuur was voor de kinderen een
attractie op zich.
Het project is afgerond op school. De
huizendetectives hebben daar hun
onderzoeksverslag gemaakt. De verslagen
heb ik vervolgens op de website van
onderzoeksbureau 'De Huizendetectives'
gezet. Om aandacht voor de website op
school te krijgen zijn door de kinderen
affiches gemaakt die in de school zijn
opgehangen. Gezien de reacties mag het
project als een succes worden aange
merkt.
De toekomst
Alle partijen zijn het erover eens dat
het project De Huizendetectives uitgebreid
en voortgezet moet worden. Samen met
de medewerkers van het HCO ben ik de
voorraad te onderzoeken panden aan het
uitbreiden. Het werkboekje voor de kin
deren is geëvalueerd en hier en daar bij
gesteld. Hiermee gaat een nieuw groepje
kinderen van De Wilgenburg begin 2005
aan de slag. Op de website van het HCO
komt een digitale versie van het werk
boek, waardoor het project breder toe
gankelijk wordt. Wanneer de nieuwbouw
van het HCO is gerealiseerd kan zo iedere
basisschool deelnemen aan De
Huizendetectives. Met een docentenhand
leiding zal dat met een minimale inspan
ning van medewerkers van het HCO
gerealiseerd kunnen worden. Het archief
is met De Huizendetectives daadwerkelijk
ontsloten voor de speurzin van oudere
basisschoolleerlingen.
Frank Inklaar (frank.inklaar@ou.nl) is universitair
docent aan de Faculteit Algemene Cultuurwetenschap
pen van de Open Universiteit Nederland.
archievenblad
november 2004
november 2004
archievenblad