ISAAR, STANDAARD VOOR HE1BESCHRIJVEN VAN ARCHIEFVORMERS mam de praktijk de praktijk Een beschrijving van de archiefvormer en de ontstaanscontext van een archief geeft een archiefgebruiker inzicht in de functie van dat archief. Die informatie is van belang om het archief te kunnen vinden, interpreteren en waarderen. ISAAR(CPF) is primair ontwikkeld om informatie over de ontstaanscontext van archieven vast te leggen op een gestandaardi seerde manier en zelfstandig van de beschrijving van het archief. ISAAR(CPF) is daarmee te beschouwen als een uitwerking van het context- veld in ISAD(G), de Algemene Internationale Norm voor Archivistisch beschrijven.2 De eerste versie van ISAAR(CPF) verscheen in 1996, twee jaar na de publicatie van ISAD(G). ISAAR(CPF) is, net als 1SAD(G) een data content- standaard. Dat houdt in dat de standaard richt lijnen geeft voor de inhoud van beschrijvingen.3 De eerste ISAAR(CPF) legde een sterke nadruk op 'authority control',4 een begrip afkomstig uit de informatiewetenschap.5 'Authority control1 staat daar voor de standaardisatie van onder andere namen. De naam van een auteur is vaak een belangrijke zoekterm of 'acces point' bij het zoe ken naar publicaties. Door 'authority control' is het mogelijk om bij verschillende naamsvarian ten, bijvoorbeeld Tchekov of Checkov, toch alle publicaties te vinden. ISAAR(CPF) heeft deze gedachte overgenomen voor de beschrijving van archiefvormers en gaat er vanuit dat een stan daardisatie van de naam van de archiefvormer, of dit nu een organisatie, persoon of familie is, de vindbaarheid van archieven zal bevorderen. Het tweede belangrijke uitgangspunt van ISAAR(CPF) is dat deze beschrijvingen van archiefvormers, de 'archival authority records', afzonderlijk van de beschrijvingen van archie ven worden gemaakt en onderhouden. De reden hiervoor was voor de ontwerpers in eerste instantie pragmatisch, het archief van een archiefvormer kan verspreid liggen over meerde re bewaarplaatsen. De relatie tussen deze archief blokken kan duidelijk gemaakt worden via een beschrijving van de archiefvormer. Er ontstaan dus twee series beschrijvingen: beschrijvingen van archiefvormers en beschrijvingen van archieven. Daarbij komt dat de 'archival authori ty records' ook met andere collecties (boeken, museale collecties, etc.) van die archiefvormer verbonden kunnen worden. Vanuit een archief vormer kunnen dus relaties worden gelegd naar verschillende bestanden in verschillende bewaarplaatsen, ook over landsgrenzen heen. De standaard was in de periode 2000-2004 onderwerp van revisie. De officiële presentatie vond in augustus jl. plaats tijdens het ICA-con- gres in Wenen. Stefano Vitali, voorzitter van de ICA Committee on Descriptive Standards, Adrian Cunningham en Nils Brübach bespraken het revisieproces en de belangrijkste wijzigin- gen. Zij gaven aan dat het uitgangspunt van het afzonderlijke beschrijven van archiefvormers in 'archival authority records' ook in de nieuwe versie nog altijd geldt. Maar dat de standaard wel veranderd is en, in de woorden van Vitali, beduidend verbeterd. De belangrijkste verande ring is dat het 'archival authority record' een veel bredere invulling heeft gekregen. Het is niet meer, zoals in de bibliotheekwereld, primair bedoeld voor de standaardisatie van namen, maar voor een veel bredere beschrijving van archiefvormers. Dit is ook te zien in de opbouw van het 'authority record'. Net als ISAD(G) gaat ISAAR(CPF) uit van velden en elementen. In dit geval vier velden en 27 elementen. ISAAR(CPF) 1996 ging uit van drie velden, die slechts ten dele overeenkomen met de oorspronkelijke vel den. Zie onderstaande tabel voor de verschillen. Het eerste veld, 'Identity area', bevat zes elemen ten die de archiefvormer identificeren en waarin ook de gestandaardiseerde naam van de archief vormer is opgenomen. Deze naam vervult de functie van 'access point' of zoekterm. De 'Description area' bevat de eigenlijke beschrij ving van de archiefvormer. Hierin zijn elemen ten opgenomen over de aard, context en activi teiten van de archiefvormer, zoals date ring, geschiedenis, plaats, juridische sta tus, functies, mandaten, organisatieop- bouw/genealogie. Dit veld geeft ook de verbreding ten opzichte van de bibliogra fische authority records aan. Nieuw in ISAAR(CPF) 2004 is de 'Relationships area', waarin de relaties met andere archiefvor mers wordt vastgelegd. Het gaat hier bij voorbeeld om een hiërarchische relatie binnen een organisatie, om voorgangers of opvolgers, om relaties binnen een fami lie. Tot slot heeft ISAAR(CPF), vergelijk baar met ISAD(G) een 'Control area', gericht op de verantwoording over het opstellen van het 'authority record'. Van deze 27 elementen zijn er vier essen tieel, te weten element 1.1. Type of identi ty, dat aangeeft of de archiefvormer een organisatie, persoon of familie is. Verder element 1.2. Authorized form of name, ele ment 2.1. Dates of existence en tenslotte element 4.1. Authority record identifier. Dit zijn de vier elementen die de basis zijn van het 'authority record'. De tweede belangrijke vernieuwing in ISAAR is de beschrijving van de relatie tussen archiefvormer en archief. Zoals hierboven al genoemd promoot ISAAR(CPF) de afzonderlijke beschrijvin gen van archiefvormer en archiefblok. Deze beide series beschrijvingen zijn natuurlijk alleen bruikbaar als er een rela tie gelegd wordt tussen de beide typen beschrijvingen. En niet alleen tussen de beschrijving van de archiefvormer en het archiefblok, maar ook met andere bron nen of collecties. Naast de beschrijvingen van archiefvormers en archieven ontstaat er dus een derde beschrijving. Deze derde beschrijving benoemt de aard van de relatie tussen de archiefvormer (organisatie, persoon of familie) en de collectie (archief of anders). Hoofdstuk 6 van ISAAR(CPF) geeft schematisch weer hoe de drie typen beschrijvingen, van archiefvormer, archief en onderlinge relatie, zich tot elkaar verhouden en benoemt de vier beschrijvingselementen. Een van de belangrijkste aandachts punten de komende tijd is de toepassing van ISAAR(CPF). Zowel Cunningham als Brübach gaven in hun presentaties tij dens het ICA-congres aan, dat de toepas sing van de 1996-versie minimaal was. Dit was deels te wijten aan de complexi teit van de standaard en de nieuwigheid van de begrippen 'authority control' en afzonderlijke beschrijvingen van archief vormers. Deze uitgangspunten werden vaak niet begrepen, verkeerd geïnterpre teerd of te complex gevonden. Daarnaast was ook de communicatie over de stan daard volgens beide leden van de ICA- CDS niet optimaal. De Archiefschool en VVBAD hebben dan ook voorgenomen om, na ISAD(G), ook ISAAR(CPF) te ver talen, in de veronderstelling dat een ver taling voorzien van Nederlandse voor beelden bij zal dragen aan de toepassing van de standaard. Hoewel een vertaling natuurlijk bij zal dragen aan het begrip van ISAAR(CPF), zal het gebruik van ISAAR(CPF) waarschijn lijk meer gestimuleerd worden door de toepassing van Encoded Archival Context, EAC. Parallel aan de revisie van ISAAR(CPF) werd EAC ontwikkeld door de Ad Hoc Working Group on Encoded Archival Context. EAC geeft een methode voor het coderen van beschrijvingen van archief vormers, zodat deze beschrijvin gen uitgewisseld kunnen worden en gepresenteerd kunnen worden, bijvoorbeeld via internet. De rela tie tussen ISAAR (CPF) en EAC is vergelijkbaar met de relatie tussen ISAD(G) en EAD. De Betaversie van EAC werd gepresenteerd op 23 augustus jl., weliswaar gelijktijdig met het ICA-congres maar niet in Wenen.6 Deze Betaversie geeft ook een aantal voorbeelden van 'aut hority records', onder andere van Shakespeare (met veel naamsvarianten), David Ben-Gurion, Alfred Nobel en een aantal organisaties. Tot slot, Nils Brübach verzekerde ons in Wenen dat het maken van die beschrij vingen van archiefvormers niet veel werk is. Laten we dan ook hopen dat ISAAR(CPF) geen SPOTS wordt!7 What's in a name?' Door Erika Hokke* archievenblad oktober 2004 'What's in a name?' Het antwoord op deze vraag zou kunnen zijn 'meer dan een naam'. Achter iedere naam zit immers een archiefvormer en het beschrij ven van archiefvormers is meer dan het weergeven van zijn of haar naam. Het gaat om het vastleggen van de context waarin archieven zijn gevormd en beheerd: om welke organisatie gaat het, wat waren de taken, etc. De International Standard Archival Authority Record for Corporate Bodies, Persons and Families, kortweg ISAAR(CPF), geeft een overzicht van de elementen om die archiefvormer te beschrij ven. Onlangs verscheen de tweede versie van ISAARCCPF).1 ISAAR(CPF): ontstaan en uitgangspunten Revisie Velden ISAAR(CPF) 1996 Velden ISAAR(CPF) 2004 1. Authority control area 1. Identity area 2. Information area 2. Description area 3. Relationships area 4. Control area 3. Notes area Relaties tussen archiefvormer en archief Het conferentiecentrum in Wenen. Foto: Charles Noordam. AUSTRIA, CENTER 4 Toekomst Erika Hokke is docent en onderzoeker bij de Archiefschool. Samen met Peter Horsman (Archief- school), Willem Vanneste (Stadsarchief Antwerpen) en Marc Nelissen (KU Leuven) bereidt zij een Nederlandse vertaling van ISAAR(CPF) voor. Noten in 1996, twee jaar na het verschijnen van ISAD(G), publiceerde de ICA/CDS de eerste versie van ISAAR (CPF). In de periode 2000-2004 was ISAAR(CPF) onderwerp van revisie. De nieuwe versie werd medio 2004 gepubliceerd op de ICA/CDS-website en offi cieel uitgebracht tijdens het ICA-congres in Wenen, augustus 2004. 2. Dit ISAD(G)-veld bestaat uit de elementen Naam van de archiefvormer; Institutionele geschiedenis/Biogra fie; Geschiedenis van het archief; Verwerving. Een deel van de informatie uit het context-veld, zoals de naam van de archiefvormer en de institutionele ge schiedenis/biografie kan, in bepaalde toepassingen, ondergebracht zijn in 'authority files'. Zie hiervoor ISAD(G) of de vertaling van ISAD(G) paragraaf 3.2. 3. Lisa Weber 'Towards International Descriptive Stan dards' (München, Saur, 1993) bij Peter Horsman Syllabus ISAD(G) (Archiefschool, Amsterdam, 2002) p. 10. Andere content standards zijn bijvoorbeeld de Canadese Rules for archival description en de onlangs gepubliceerde Amerikaanse DACS. 4. Voor de begrippen authority control, archival authori ty record en access point zijn nog geen goede ver talingen gevonden. In dit artikel worden deze begrippen dan ook niet vertaald. 5. Voor een uitleg over authority control in de informa tiewetenschap en de toepassing binnen de Archivis- tiek zie: Elizabeth Black, Authority Control: A manual forarchivists (Bureau of Canadian Archivists, 1991). 6. Zie voor EAC de EAC homepage www.iath.virginia. edu/eac/. Deze pagina geeft ook voorbeelden van beschrijvingen van archiefvormers. 7. SPOTS: Standard Put On Top Shelfs. Benaming die tijdens het ICA-congres in Wenen gegeven werd aan standaarden die wel ontwikkeld zijn, maar nooit worden gebruikt.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2004 | | pagina 9