EEN NIEUWE DUITSE RICHTLIJN VOOR DE OMGANG MET MICROBIEEBESMET ARCHIEFMATERIAAL
de praktijk
de praktijk
Schimmels als gezondheidsrisico
Door Hanns Peter Neuheuser*
De omgang met stoffig of vuil archiefmateri
aal kan allerlei gezondheidsrisico's met zich
meebrengen, met name als het materiaal
belast is met micro-organismen (schimmels,
bacteriën). Binnen het rechtssysteem van de
Europese Unie zijn de voor het onderhoud
van archieven verantwoordelijke instanties als
werkgever verplicht om risico's voor de
gezondheid van het personeel te reduceren:
de 'Algemene EU-richtlijn ter bescherming
van de werknemer' van 12 juni 1989 heeft de
beschermende maatregelen een modern fun
dament gegeven en ook de biologische
belastingen erbij betrokken; op 26 november
1990 trad vervolgens de 'EU-Council-Directive
on the protection of workers from risks rela
ted to exposure to biological agents at work'
in werking om specifieke details te regelen.
In de Bondsrepubliek Duitsland werd
de algemene EU-richtlijn ter bescherming
van de werknemer in 1996 omgezet in
Duits recht, waardoor vooral het oude
begrip 'Gewerbeschutz' (bescherming van
werknemers in industrie en nijverheid)
werd opgeheven en een opening werd
bereikt naar alle takken van het beroepsle
ven. Zodoende vallen alle archieven, ook
die van de overheid en kerkelijke archie
ven, onder de jurisdictie van dit uniforme
rechtssysteem. De omzetting van de EU-
richtlijn over de bescherming bij het risico
van blootstelling aan biologische agentia
van werknemers geschiedde vervolgens in
1999 door de 'Biostoffverordnung' (veror
dening over biologische agentia). Het
bleek echter noodzakelijk om ook deze
speciale verordening nog nader te concre
tiseren met het oog op de werkplekken.
Hiervoor werden de 'Technische Regeln für
biologische Arbeitsstoffe' (TRBA, techni
sche regels voor biologische agentia) ont
worpen, die gedetailleerde procedurevoor
schriften bevatten, normen formuleren en
de bijzonderheden van de werkgebieden
aanpassen. In 2003 vaardigde het Duits
ministerie voor Economie en Arbeid een
dergelijke speciale norm uit specifiek voor
de omgang met microbieel besmet archief
materiaal, TRBA 240, die ook op internet
kan worden geraadpleegd: www.baua.de/
prax/abas/trba240.pdf. De tekst werd
opgesteld door een commissie waarin
microbiologische, allergologische en
arbeidsgeneeskundige expertise bijeenge
bracht was, en die bestond uit vertegen
woordigers van werkgevers en werkne
mers, de beroepsverenigingen en ongeval
verzekeraars, en uit de autoriteiten die ver
antwoordelijk zijn voor de bescherming
van de werknemer. Bovendien kreeg de
commissie deskundig en juridisch advies
over archieven. De tekst poogt derhalve de
belangen in een evenwicht te brengen, de
daadwerkelijke risico's te meten aan de
hand van adequate criteria en de bescher
mende maatregelen effectief en econo
misch verantwoord voor te schrijven.
TRBA 240
De Duitse TRBA 240 is van toepassing
op om het even welk gecontamineerd
archiefmateriaal en verwant materiaal,
afgezien van het feit of het zich in een
archief bevindt, in administraties, in de
bestanden van een bibliotheek, in de pren-
tenverzamelingen van een museum, in de
partituurverzameling van een orkest, in de
landkaartenverzameling van een geogra
fisch instituut enz. De benaming 'archief'
of de rechtsvorm van de beheerder is geen
voorwaarde voor de geldigheid. Verder
gaat het er de TRBA 240 niet alleen om
objectieve belangen in evenwicht te bren
gen, maar pogen de regels ook de daadwer
kelijke arbeidsvoorwaarden in de archie
ven aan te passen. Bovendien wordt gepro
beerd om de vakterminologie van de
microbiologie en van de wettelijke maatre
gelen ter bescherming van de werknemer
in de archieven begrijpelijk te maken.
Hiertoe behoort ook het begrip van zoge
heten 'biologische agentia' (in het Duits
'biologische Arbeitsstoffe', in het Engels
'biological agents') als verzamelnaam voor
micro-organismen die in staat zijn om bij
mensen infectueuze, sensibiliserende of
toxische werkingen te veroorzaken. De
opname van biologische agentia gebeurt
in het archief hoofdzakelijk via de lucht
wegen, maar ook door contact met de
huid.
De TRBA 240 bestaat, na de verduidelij
king van in de archiefwereld tot op heden
niet-gangbare vakbegrippen, vervolgens
uit twee grote hoofdstukken, die gaan over
de risico-inventarisatie en -evaluatie (risk
assessment) en de beschermende maatre
gelen (protective measures). Tactisch
gezien gaat de TRBA uit van de basisveron
derstelling, dat er in principe geen reke
ning hoeft te worden gehouden met een
risico door biologische agentia, mits het
archiefmateriaal deskundig wordt bewaard
en er sprake is van adequate bouwtechni
sche en binnenklimatologische voorwaar
den. Daarmee zijn tegelijk de gebruikelijke
oorzaken voor een besmetting van archief
materiaal omschreven - in de praktijk ech
ter vaak een hele reeks zeer uiteenlopende
oorzaken. Een gedetailleerde risico-inven
tarisatie en -evaluatie van de situatie in de
archieven is reeds volgens het algemene
recht ter bescherming van de werknemer
dwingend voorgeschreven, en deze zal nu
ook de microbiële risico's (blootstelling
aan biologische agentia) precies moeten
opsommen, en wel apart voor de verschil
lende werkplekken. Dit omvat de soorten
archiefmateriaal, de activiteiten en organi
satiestructuur, de bouwtechnische toe
stand, de ruimteklimatologische omstan
digheden, de gebruikte technische appara
tuur, de hygiënische maatregelen enz.
Eventueel moet er een meting van de stof
fen in de lucht (in het Duits 'Schwebstoffe',
'Pilzsporen') en een identificatie van de
micro-organismen plaatsvinden. De vast
stelling van de situatie in het archief is der
halve zo individueel als het archief zelf en
moet tot een waarderende beoordeling lei
den, die schriftelijk gedocumenteerd en
regelmatig herhaald moet worden.
Met betrekking tot de microbiologische
onderzoeken schrijft de TRBA 240 niet
dwingend een regelmatige meting voor.
Een deskundig uitgevoerde meting met
specificatie van de schimmelsoorten kan
echter zinvol zijn om de juiste tegenmaat
regelen te treffen. Dit geldt bijvoorbeeld
voor de afbakening van 'archiefschimmels'
tegenover oufc/oor-schimmels, want de
werkgever is niet verplicht om betere voor
waarden te creëren dan de werknemers in
de vrije natuur aan zouden treffen - daar
naast reageren de verschillende schimmel
soorten verschillend op klimatologische
omstandigheden. Bovendien kunnen de
meetresultaten de beoordeling van een
risico vergemakkelijken en objectieve uit
spraken stellen tegenover de discussies, die
vaak een emotioneel karakter dragen. Het
door de Duitse praktijk tot op heden gede
finieerde criterium van een bovengrens
van 1000 een 'kolonie vormende eenhe
den' per kubieke meter als drempel voor de
noodzaak tot handelen, werd niet opgeno
men in de TRBA 240. De slechts facultatief
voorgeschreven metingen zijn alleen al
daarom zinvol, omdat het Duits recht ter
bescherming van de werknemer op het
gebied van de blootstelling aan biologi
sche agentia geen maximale grenswaarde
(werkplekconcentratiewaarden, in het
Duits 'Maximale Arbeitsplatzkonzentra-
tionswerte', 'MAK-Werte') kent, maar wel
een contaminatiebegrip hanteert. Hierin
is sprake van een boven de onschadelijke
basisbelasting uitgaande belasting, en dit
veronderstelt daarom een referentiewaar
de.
Beschermende maatregelen
Een dergelijke inschatting van de risi
co's is natuurlijk alleen zinvol als dit tot
concrete beschermende maatregelen leidt.
Zulke gedetailleerde maatregelen moeten
later gespecificeerd en ten laatste bij de
herhaling van de risico-evaluatie op hun
effectiviteit gecontroleerd worden. De
autoriteiten die verantwoordelijk zijn
voor de bescherming van de werknemer,
kunnen het gebruik van een archief ver
bieden als bepaalde voorwaarden niet ver
vuld zijn en als er nog een risico blijft
bestaan. De systematiek van de Duitse
bescherming van de werknemer onder
scheidt drie groepen beschermende maat
regelen, die in de ideale volgorde van
bouwtechnische, organisatorische en op
de personen betrekking hebbende maatre
gelen getroffen zouden moeten worden.
1. De hoogste prioriteit ligt dus bij de
ingrijpende aanpassingen van de
bouwsubstantie: de afdichting van
daken en ramen, het drogen van het
metselwerk, maar ook bij het gebruik
van technische hulpmiddelen, dat wil
zeggen bij de klimatisering op waarden
van 18 °C voor temperatuur en 50%
voor relatieve luchtvochtigheid, bij de
verbetering van de ventilatie, bij het
gebruik van speciale werktafels en stof
zuigers met speciale filters.
2. De tweede prioriteit voorziet vervol
gens controlemaatregelen om de groei
van micro-organismen vroeg te her
kennen. Daarna worden activiteiten
voor het reinigen, decontamineren en
steriliseren van archiefmateriaal voor
gesteld.
3. Als derde prioriteit wordt ingegaan op
het verplicht dragen van de persoonlij
ke beschermingsmiddelen en wordt de
precieze norm van de ademhalingsbe
scherming, de werkkleding, veilig-
heidsbrillen en handschoenen gespeci
ficeerd.
Tot slot betrekt de TRBA 240 de arbeidsge-
zondheidskunde bij de procedures door te
pogen door preventieve maatregelen en
preventief onderzoek invloeden op de
werknemers die schadelijk zijn voor de
gezondheid, tijdig te herkennen. Dit geldt
bijvoorbeeld ook voor de controle of
werknemers eventueel om
andere redenen niet in staat
zouden zijn om bij het
archiefwerk een ademhalings
bescherming te dragen.
De Duitse TRBA 240 biedt een
hele reeks concrete maatrege
len ter verbetering van de
arbeidsvoorwaarden in
archieven. Ze veronderstellen
zeker voor een deel de inzet
van financiële middelen, de
verandering van werkproce
dures (bijvoorbeeld beperking
van de duur van de blootstelling) en de
toepassing van apparatuur. Nog belangrij
ker echter is het dat er een reflectie over de
wisselwerkingen en het stellen van priori
teiten op gang wordt gebracht. Centraal
staat het uitgangspunt om micro-organis
men door de klimatologische omstandig
heden in eerste instantie niet eens te laten
ontstaan en hun verspreiding en vermeer
dering te verhinderen. Daarnaast moeten
de opslagruimtes zo worden ingericht, dat
een wederzijdse contaminatie wordt uit
gesloten en nieuw verworven bestanden
eerst op een contaminatie gecontroleerd
worden. Het hygiënemanagement moet
in dit opzicht opnieuw ontwikkeld wor
den, want het is evident dat stof en vuil
vaak dragers zijn van biologische agentia
en als voedingsbron dienen. Het volledig
doden van de micro-organismen is echter
alleen gegarandeerd door sterilisatie, hoe
wel ook de gedode substanties nog sensi
biliserend kunnen zijn en allergieën kun
nen veroorzaken, zodat dat materiaal door
reiniging verwijderd moet worden. De
werkprocedures (workflow) in het archief
kunnen niet anders dan zo georganiseerd
worden, dat het gezondheidsrisico door
micro-organismen altijd aanwezig blijft.
De voor vele werknemers bij het alledaag
se werk zo lastige persoonlijke bescher
mingsmiddelen dienen in zoverre als
extra overbrugging van een veiligheidshi
aat.
De Duitse TRBA 240 voorziet dus dwin
gend in de uitvoering van een risico
inventarisatie en -evaluatie, het opstellen
van een gebruikshandleiding, en de plicht
om de werknemers in de archieven te in
strueren, waarbij speciaal rekening moet
worden gehouden met het risico door
blootstelling aan micro-organismen. Het
opstellen van een schriftelijk en gedetail
leerd hygiëneplan wordt aanbevolen. Op
het gebied van de verschillende normen
(bijvoorbeeld ruimteklimaat, ademha
lingsbescherming, scheiding van opslag
plaats en werkplek, sanitaire voorzienin
gen om de handen te kunnen wassen),
maar ook door het concrete benoemen
van risicoplekken en risicosituaties (bij
voorbeeld bij het vervangen van filters in
airconditionings) wil de TRBA 240 het
bewustzijn vergroten. De TRBA 240 is in
de Bondsrepubliek Duitsland reeds opge
nomen in de programma's van de archief
opleidingen (onderwijs). Dit is ook daar
om zinvol, omdat de bescherming van
personeel in archieven niet alleen om
humane redenen of omwille van kosten
besparingen (kosten van beroepsziekte of
ziekteverzuim) op haar plaats lijkt, maar
ook omdat de nu in de TRBA 240 voorge
schreven normen ertoe dienen om het
archiefwerk in zijn geheel professioneler
te organiseren. En niet in de laatste plaats
dienen verbeterde opslagvoorwaarden
ook het behoud van het cultuurgoed zelf.
Hanns Peter Neuheuser is verbonden aan het Land-
schaftsverband Rheinland/Rheinisches Archiv- und
Museumsamt.
10
archievenblad
oktober 2004
oktober 2004
archievenblad