[De ©aak]
KVAN nieuws
Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland
KVAN Nieuws
Bureau KVAN
Redactie Archievenblad
Nog eens over diefstal
Ter inzagelegging selectielijsten
34
Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland
KVAN nieuws
Voor het voetlicht: dr. Jan Peijnenburg
Priester en archivaris
HP
Bureau Koninklijke Vereniging
van Archivarissen in
Nederland.
Voor informatie over de KVAN,
bestelling van publicaties, aan
melding voor activiteiten en
wijzigingen in de ledenadmini
stratie kunt u contact opnemen
met het bureau. Kopij voor het
Archievenblad, berichten voor
deze rubriek en mutaties in
de Almanak van het Nederlands
Archiefwezen kunt aan het bureau
van de KVAN doorgeven.
Cruquiusweg 3 I
1019 AT Amsterdam
Tel. (020) 462 77 27
Fax: (020) 462 77 28
E-mail: bureau@kvan.nl
Internet: www.kvan.nl
Postbank Bureaurekening: 84767
Bij het schrijven van de vorige Zaak - over dief
stal - was niet te voorzien dat dit onderwerp zich
enkele weken later opnieuw zou opdringen. Tot
tweemaal toe zelfs, via de voorpagina van de
Volkskrant. In beide gevallen gaat het om archief
stukken die ruim tien jaar geleden zijn gestolen uit
archieven. De documenten zijn opgedoken in
Duitsland en worden nu door handelaars op de
markt gebracht. Tegen zeer forse bedragen: er wordt
zes miljoen euro gevraagd voor het gestolen oud
ste VOC-aandeel. Andere gestolen aandelen en obli
gaties worden binnenkort in het openbaar geveild.
De archivarissen staan machteloos. Indertijd was
het bewijs voor diefstal niet rond te krijgen en de
huidige handelaren hebben de stukken te goeder
trouw verworven. Nu staat de archivaris voor het
dilemma: de eigen stukken terugkopen of niet?
In Nederland is het al lange tijd een goede traditie
om geen archief te kopen. Dat is in lijn met de inter
nationale beroepscode: de archivaris mag geen... deel
hebben aan handel in archiefbescheiden. Alhoewel er
voor bepaalde categorieën documenten wel betaald
wordt. Kaarten en prenten hebben al van oudsher
een handelswaarde. Autografen van beroemdheden,
originele handtekeningen en postzegels eveneens.
Daar zijn nu aandelen en obligaties bij gekomen.
Het lijkt erop dat ook 'echte' archiefstukken in toe
nemende mate een prijs krijgen. Een gevaarlijke
ontwikkeling - hoe hoger de waarde, hoe groter de
kans op diefstal.
'Heb je dan een oplossing?', vroeg iemand me laatst.
Nee, die is er niet. Maar er kan nog wel wat gedaan
worden. Allereerst het de dief zo moeilijk mogelijk
maken. Hoe dat kan, is al lang bekend: Plantinga
heeft er al in 1979 over geschreven en de VAN wijd
de er in 1981 een studiedag aan (zie het Nederlands
Archievenblad van 1979 en 1981). In het dilemma
beveiliging - klantvriendelijkheid verdient het eer
ste prioriteit.
En als er dan toch gestolen is? Volgens de beroeps
code dient de archivaris samen te werken met andere
archivarissen en met de opsporingsdiensten voor de aan
houding en vervolging van personen die verdacht worden
van diefstal van archiefbescheiden. Aan de praktische
kanten daarvan is nog wel meer dan een studiedag
te wijden. Over thema's als de eerste reactie van de
archiefdienst; de contacten en ervaringen met poli
tie en OM; het signaleren van verdwenen stukken;
het uitwisselen van informatie tussen diensten
onderling. Op dit moment is er geen structuur, geen
protocol dat gevolgd kan worden in geval van dief
stal. Er is geen lijst van verloren gegane archiefstuk
ken, zoals de kunstwereld en antiquarische boek
handel die wel hebben. Het bewustzijn van het
belang van archiefstukken bij de opsporingsdien
sten kan beter. En de grootste bottleneck is, dat het
bewijs voor archiefdiefstal is heel moeilijk sluitend
te krijgen is. Het is de laatste jaren meer dan eens
voorgekomen dat gestolen archiefstukken om die
reden teruggegaan zijn naar de bezitter. In de discus
sies over verdragen tegen internationale handel in
kunstvoorwerpen, UNIDROIT en het UNESCO-ver-
drag (1970), is sprake van omgekeerde bewijslast: de
bezitter van een object moet dan aantonen dat hij
het te goeder trouw heeft verworven. Zou dat in het
geval van diefstal van archiefstukken ook niet een
oplossing zijn? Dat er juridische bezwaren zijn, is
bekend, maar het belang van de zaak verdient op
zijn minst nadere bestudering.
Kortom: het wordt tijd dat archivarissen gaan
samenwerken om mogelijkheden voor aanhouding
en vervolging van personen die verdacht worden van
diefstal van archiefbescheiden te vergroten.
Yvonne Bos-Rops
In het kader van de archiefwettelijke procedure
tot vaststelling van selectielijsten (art. 4, lid 2 van
het Archiefbesluit 1995) ligt de navolgende (con-
cept-)selectielijst tezamen met het bijbehorende
rapport van het institutioneel onderzoek en het
verslag van het driehoeksoverleg vanaf 3 september
2004 voor een periode van acht weken ter inzage in
de bibliotheken van de betrokken zorgdragers, het
Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de
provincie, evenals bij de informatiebalie in de stu
diezaal van het Nationaal Archief:
- selectielijst, ingediend door de ministers van
Financiën en Buitenlandse Zaken en het
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, voor de
neerslag van handelingen op het beleidsterrein
'Staatsschuld' over de periode 1945-2003.
Voor meer informatie: tel. (070) 331 55 31 of
www.nationaalarchief.nl.
archievenblad
oktober 2004
Jan Peijnenburg heeft reeds op 10
september jl. officieel afscheid genomen
als archivaris van het bisdom 's-
Hertogenbosch. Dat deed hij met een
feestelijke eucharistieviering in de
Bossche Sint-Janskathedraal en een
receptie in het Sint-Janscentrum, het
opleidingscentrum van het Bossche bis
dom. Op die dag verscheen ook de bun
del 'Afscheid in dankbaarheid', waarin
onder meer de preek is opgenomen die
Peijnenburg in 2000 uitsprak ter gelegen
heid van zijn veertigjarig priesterjubi
leum, gecombineerd met een artikel over
150 jaar kerkelijke hiërarchie in
Nederland en een bijdrage over het feit
dat 150 jaar geleden de Zoete Lieve
Vrouwe terugkeerde van Brussel naar de
Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch.
Priester
Johannes Peijnenburg kwam ter
wereld in Eindhoven op 18 augustus
1936. Hij stamt uit een zeer gelovig gezin
van een spoorwegemployé. Zijn vader
overleed op jonge leeftijd. Ook zijn
grootvader was, als overwegwachter,
werkzaam bij de Spoorwegen.
De lagere school werd zonder zorgen
doorlopen en hij toog hierna naar het
klein-seminarie Beekvliet in St.-Michiels
gestel. Het was de Eindhovense kapelaan
Jan Smulders die Jan op het spoor zette
om priester te worden. Hij had echter
niet veel aansporing nodig.
In 1954 behaalde hij zijn gymnasium-
A-diploma. Jan vervolgde zijn priesterop
leiding op het groot-seminarie in Haaren,
nabij Oisterwijk. Een grote dag in zijn
jonge leven was zijn plechtige priester
wijding op 11 juni 1960 door de legen
darische bisschop mgr. Bekkers. Hierna
ging hij aan het werk als kapelaan. Een
acute ziekte belette hem verder te gaan in
de zielzorg.
Studie
Vanwege zijn ziekte moest een andere
weg voor hem worden uitgestippeld.
Omdat hij graag studeerde stelde bisschop
Bekkers hem voor theologie aan de
Katholieke Universiteit van Nijmegen te
gaan studeren. Zijn hoofdvak was kerkge
schiedenis. Door zijn priesteropleiding
kon hij instromen en reeds in 1967 vol
tooide hij zijn doctoraalstudie. Hij studeer
de af op een scriptie over 'De brieven van
Judocus Smits'. Deze Smits was de oprich
ter van het katholieke dagblad De Tijd.
Even later werd Jan voorbestemd om
archivaris te worden van het bisdom. In
1967 werd hij hiervoor gevraagd. Hij had
maar één voorwaarde, namelijk het
mogen volgen van de noodzakelijke
archiefopleiding. Dat gebeurde aan de
Rijksarchiefschool in Den Haag. Na ruim
een jaar studie behaalde hij in 1969 in
twee gedeelten het diploma hogere
archiefambtenaar. Ingaande 1 augustus
1970 werd hij officieel benoemd tot archi
varis van het bisdom 's-Hertogenbosch,
als opvolger van rector Harrie Hens.
Promotie
Zijn studiedrang was nog niet over.
Zes jaar na zijn afstuderen promoveerde
hij bij prof.dr. J. van Laarhoven op zijn
eerdere 'studieobject', namelijk 'Judocus
Smits en zijn Tijd'. Heel bijzonder was
dat hij een exemplaar van een latere stu
die over bisschop Zwijsen op 2 oktober
1996 mocht overhandigen aan paus
Johannes Paulus II op het Sint-Pieters
plein te Rome.
Werkzaam bij de bron kon het niet anders
dan dat hij zich ontwikkelde tot de expert
op het gebied van de kerkgeschiedenis in
het bisdom 's-Hertogenbosch. Zijn oeuvre
omvat twee grote monografieën en drie
minder omvangrijke werken. Vanzelf
sprekend publiceerde hij vele artikelen in
allerlei geschied- en heemkundige tijd
schriften en gaf hij honderden lezingen
in de afgelopen 34 jaar als bisschoppelijk
archivaris. Natuurlijk was hij ook verant
woordelijk voor het goed beheren van
1500 meter archiefstukken en driehon
derd meter boeken.
Rector
Dr. Jan Peijnenburg heeft zich echter
niet alleen met archiefstukken bezigge
houden. Vanaf 1972 is hij ook rector
van het bejaardencentrum Zuider
schans in 's-Hertogenbosch. Iedere
avond gaat hij daar voor in een eucha
ristieviering. Zuiderschans beschouwt
hij als zijn parochie. Op die manier
heeft hij toch in de zielzorg kunnen
werken. Hij heeft wel meer ervaring
opgedaan in uitvaarten dan in doop
sels. Dat is ook niet vreemd als men
rector is in een bejaardenhuis.
Toekomst
Ondanks dat hij nu officieel met
pensioen is - een VUT heeft hij nooit
gekend - zal hij zich niet vervelen. Hij
neemt geen afscheid van de kerk. Jan
begint nu aan een studie over de pries
teropleidingen van het bisdom Den
Bosch vanaf het Concilie van Trente in
1571. Hij kijkt ook voorzichtig naar het
jaar 2009. Dan bestaat het bisdom
namelijk 450 jaar. Er zal dan een boek
verschijnen, waaraan hij graag wil
meewerken.
De combinatie van rector en archivaris
heeft hij als uniek en zeer veel voldoe
ning gevend ervaren. Hij is een dank
baar mens en een gelukkig priester. Jan
Peijnenburg is nog even graag priester
als op de dag waarop hij door bisschop
Bekkers werd gewijd.
Voorlopig zal hij nog vaak te vinden zijn
in het archief. Op die manier kan hij zijn
opvolger, drs. Eugène van Deutekom,
nog verder inwerken en zijn grote kennis
en kunde overbrengen. Computer
technologie zit hier echter niet bij...
Harry Strijkers
oktober 2004
archievenblad