e c e n s i e s
Oorlog verleden
ignalementen
Oorlog Verleden. Nationale geschiedenis in
België en Nederland, 1938-1947
literatuur
I
32
I
literatuur
Doing their bit. Wartime
American animated short
films 1939-1945
Het Kadaster. Historische
ontwikkeling in de eerste
helft van de 20e eeuw
Niet voor God en niet voor
het Vaderland.
Linkse soldaten, matrozen en
hun organisaties tijdens de
mobilisatie van 'i4-'i8
33
Marnix Beyen
Amsterdam University Press, Amsterdam, 2001
ISBN 90-5356-497-7. 606 blz., 24,50
In eerste instantie wordt men bij het
lezen van de titel Oorlog Verleden.
Nationale geschiedenis in België en Nederland,
1938-1947 op een dwaalspoor gebracht.
Gaat het om een soort nationale geschie
denis uit die periode? Neen dus. In dit
boek wordt nagegaan hoe gezagsdragers en
beoefenbaars van de geschiedenis in België
en Nederland omsprongen met het verle
den in oorlogstijd.
Al lezend komt men al snel tot de conclu
sie dat het behandelde onderwerp in deze
omvangrijke dissertatie ook veel te maken
heeft met ons gezamenlijk aandachtsge
bied: de archieven.
Marnix Beyen werkt als post-doctoraal
onderzoeker van het Vlaamse Fonds voor
Wetenschappelijk Onderzoek aan de
Universiteit van Leuven. Het boek is een
herziene versie van een proefschrift van de
auteur, dat hij in 1999 aan deze Leuvense
universiteit verdedigde. De rode draad van
het boek is zoals reeds gezegd het omgaan
met het verleden in oorlogstijd, met ande
re woorden: de geschiedenispolitiek van
archief- en monumentenzorg tot onder-
wijs- en tentoonstellingspolitiek. Maar ook
de moeizame koers die archivarissen en
academische historici voerden tussen
maatschappelijk engagement en weten
schappelijke autonomie en de invloed die
de Tweede Wereldoorlog heeft gehad op
het denken over het cultureel verleden.
Het boek is opgebouwd in twee delen. In
het eerste deel komen de overheid en het
nationaal verleden aan bod en in het twee
de deel 'de vaklui in het historisch bedrijf.
Met name hoofdstuk II van dit deel is zeer
lezenswaardig voor de Nederlandse colle
ga-archivarissen. In dit hoofdstuk wordt
het vroegere archiefwezen in Nederland
tussen bestuur en wetenschap geschetst,
met eerbiedwaardige archivarissen,
getooid met dubbele achternamen. Zo
wordt de rol van de
Algemeen Rijksarchivaris
jhr. mr. Roelof Bijlsma
uitvoerig uit de doeken
gedaan. Hij wordt neer
gezet als een persoon die
met zijn technocratische
benadering een typische
vertegenwoordiger was
van het Nederlandse
archiefideaal.
Bekend is dat het
Nederlandse archiefwe
zen op internationaal
gebied al sinds het einde
van de negentiende eeuw
in hoog aanzien stond.
Nederland was het eerste
land waar een Vereniging
voor Archivarissen werd
opgericht. De bekende
Handleiding behoeft geen
nadere uitleg. Bernard
Vollmer, rijksarchivaris
van Düsseldorf, die door
de Duitse bezettingsover
heid was aangewezen als
een soort toezichthouder in Nederland,
vroeg zich in het begin van zijn ambtsuit
oefening in Den Haag af wat hij hier nog
moest doen.
De geschiedenis van het Rijksarchiefwezen
in België en Nederland verliep niet precies
hetzelfde. De houding van de Belgische
Rijksarchivarissen tijdens de bezetting
werd duidelijker bepaald vanuit een patri
ottisch oogpunt en ze ondernamen zo wei
nig mogelijk initiatieven. Een weerspiege
ling van een andere bestuurlijke cultuur
dan in Nederland. Hier profileerden de
archivarissen zich als technocraten, die
hun beroepseer vonden in het zo efficiënt
en zo rationeel uitvoeren van de aan hen
toevertrouwde taken. Dit werd niet tegen
gewerkt door de bezettingsoverheid.
De auteur concludeert tot slot dat historici
niet in staat zijn de geschiedenis te bou
wen. Zij kunnen haar slechts, samen met
Marnix Beyen
Nationale geschiedenis in België en Nederland, 1938-1947
vele anderen, bewoonbaar trachten te
maken.
De auteur heeft ieder hoofdstuk van het
boek voorzien van een omvangrijk noten
apparaat. Ook is er een uitgebreide biblio
grafie, een afkortingenlijst en een per
soonsnamenregister opgenomen in dit
prestigieuze werk. Op die manier was Carel
Bloemen, in de vroegere VAN geen onbe
kende, snel getraceerd op bladzijde 302.
Hij wordt daar nog betiteld als 'een bevlo
gen, jonge archiefambtenaar'.
Harry Strijkers
archievenblad
oktober 2004
Signalementen door Robert Egeter van Kuyk, Eric Hennekam en Harry Strijkers.
M.S. Shull en D.E. Wilt
McFarland, Jefferson NC (USA), 2004
ISBN 0-7864-1555-X, 246 blz., US$ 38,50
Animatiefilms worden over het alge
meen niet direct geassocieerd met geschie
denis en al helemaal niet met oorlogen, en
toch hebben ze daar een rol gespeeld in de
propaganda van beide zijden. In hun publi
catie Meestal in 't verborgene. Animatiefilm in
Nederland 1940-1945 (Abcoude, Uniepers,
2000, ISBN 90-6825-1S2-X) gaven Mette
W. van Riessen
Dienst voor het Kadaster en de openbare
registers, Apeldoorn, 2004, 220 blz., 9,90
Veertig jaar na zijn overlijden in 1963 is
van ir. W. van Riessen (*1898), geodeet en
kandidaat-notaris, alsnog een manuscript
Ron Blom en Theunis Stelling
Uitgeverij Aspekt, Soesterberg, 2003
ISBN 90-5911-4671, 1117 blz., 45,00
Ron Blom, medewerker acquisitie bij
het Gemeentearchief Amsterdam, en
Theunis Stelling, docent aan het Regionaal
Opleidingscentrum IDcollege, geven in
hun proefschrift een beeld van het
Nederlandse verzet van Jan Soldaat. Zelf
spreken ze in hun ondertitel van 'Linkse
Peters en Egbert Barten een boeiende aan
zet tot de studie van de animatiefilm in de
Tweede Wereldoorlog in Nederland, die laat
zien hoe relevant het onderwerp is. De
omvangrijke studie van Shull en Wilt over
de animatiefilm in de oorlogsjaren in
Amerika, waarvan nu de tweede, bijgewerk
te en uitgebreide editie is verschenen, diept
het onderwerp verder uit, van Amerikaans
standpunt gezien uiteraard. In acht hoofd
stukken wordt samengevat hoe de houding
tegenover de Duitse en Japanse vijand zich
ontwikkelde van de relatief milde benade
ring van de jaren dertig via het patriottisme
van '42 en de verbetenheid van '43 tot een
zekere gewenning in '44/'45. In deze jaren
is nog geen 40 procent van de animatie
uitgegeven. Het is voor publicatie gereed
gemaakt door twee medewerkers van het
Kadaster, te weten Zacharias Klaasse en Piet
Schreuder. Het boek beschrijft in acht hoofd
stukken, aangevuld met vijf bijlagen, de regi
stratie en de technische ontwikkelingen bij
het kadaster van 1900 tot 1950. Ook allerlei
maatregelen die tijdens de Tweede Wereld
oorlog het kadaster werden opgelegd worden
hierin beschreven.De publicatie bevat ook
diverse foto's en illustraties. Het blijft echter
een zeer specialistisch boek voor liefhebbers
en geïnteresseerden. Voor archiefmedewer-
soldaten...' Het boek geeft een bijna com
pleet beeld van het verzet tijdens de mobi
lisatie van de Eerste Wereldoorlog. Ze doen
dit aan de hand van een gedegen bronnen
studie. Hun boek is gelardeerd met citaten
uit brieven, dagboeken, rapporten en kran
ten.
Het boek is verdeeld in vier delen. Deel 1
'Het soldatenleven tijdens de mobilisatie'
beschrijft onder andere de levensomstan
digheden in de kazernes waar de gemobili-
seerden wachtten op een oorlog waarbij
Nederland nooit direct betrokken zou
raken. Deel 2 'Socialistisch soldatenwerk'
geeft de bewegingen weer waar de soldaten
door 'beïnvloed' werden, zoals de anarchis
tische beweging, de SDAP en het
Revolutionair-Socialistisch Comité. In het
derde deel gaan de schrijvers met de mari
ne overzee naar onder meer voormalig
films gericht op de oorlog tegen bijna 70
procent het jaar ervoor. De titel van het
boek dekt overigens niet de hele lading,
want we krijgen nog een bonus: een apart
hoofdstuk is gewijd aan de animatiefilm in
de Eerste Wereldoorlog. De omvang van het
onderzoek (ca. 1000 titels van animatie
films) en de detaillering ervan blijkt uit de
omvang van de filmografie: 153 van de 246
bladzijden! Van elke productie zijn maker,
tekenaar, componist en scriptschrijver ver
meld en worden na een korte samenvatting
ook trefwoorden gegeven. In aparte staten
volgt een overzicht van de frequentie van
behandelde onderwerpen en van de her
komst van de films. Doing their bit is een
grondig en omvangrijk werk. (REvK)
kers kan een derge
lijk boek echter van
nut zijn. Zo wordt
op bladzijde 175
ook de zorg voor
het archief aange
haald. Een circulai
re van 10 mei 1929
richtte zich tot de
ambtenaren van de velddienst van het
Kadaster waarbij nog eens met nadruk op het
ordelijk opbergen van archiefstukken en
kadasterkaarten werd gewezen... (HS)
Nederlands-
Indië. Zelf
vond ik het
beeld dat hier
geschapen
werd het sterk
ste onderdeel
van het boek.
Het laatste deel
beschrijft de
demobilisatie,
de veranderin
gen in het
leger van 1918, de terugkeer in de burger
maatschappij van 'onze jongens' en de
opstelling van de linkse bewegingen.
In veel recensies over deze zeer lijvige stu
die wordt het woord 'monnikenwerk'
gebruikt, ik denk dat dit een terechte term
is voor dit prachtige werk. (EH)
Het Kadaster
Niet voor God en niet
voor het Vaderland
Ron Blom Tlieunis Stelling
Linkse soldaten, matrozen en
hun organisaties tijdens de
mobilisatie wan '14-"18
oktober 2004
archievenblad