Nederlands Muziek Instituut: het geheugen voor componerend enmusicerend Nederland thema thema De muziekbibliotheek is in eerste instantie bijeengebracht door de Haagse musicoloog Daniël Francois Scheurleer (1855-1927). Enkele jaren na zijn dood werd de bibliotheek samen met een ver zameling muziekinstrumenten en een muziekiconografische collectie onderge bracht in het Gemeentemuseum van Den Haag, waar de eerste muziekconser vator Dirk Balfoort (1886-1964) de col lectionering van de muziekarchieven (vooral componistenarchieven) ter hand nam. Willem Noske (1918-1995) begon zijn verzameling nadat hij door toedoen van Balfoort hevig geïnte resseerd was geraakt in de Nederlandse muziekge schiedenis. In enkele tien tallen jaren wist hij een groot aantal uitgaven van Nederlandse muziek en documentatie, vooral uit de periode 1850-1950, bij een te brengen. De drie col lecties samen vormen nu het Nederlands Muziek Instituut. Naast een omvangrijke collectie meer algemene werken op het gebied van de muziekgeschiedenis beheert het instituut zo'n 450 muzikale nalatenschappen (muziekarchieven) van Nederlandse componisten, uitvoerend musici en muziekverenigingen, denk bijvoorbeeld aan: Richard Hol, Henriëtte Bosmans, Kees van Baaren, het Nederlands Kamerkoor, Buma/Stemra en het Geneco. Met meer dan 45.000 muziekmanuscrip- ten, 120.000 brieven, 8.000 foto's, geluidsmateriaal en allerlei persoonlijke documentatie (van diploma's tot kran tenknipsels) is deze collectie niet alleen door haar omvang van eminent belang: feitelijk vormt ze het 'geheugen' van componerend en musicerend Nederland. Er bevinden zich in de collectie talloze oude drukken van beroemde muziektrak- taten en muziekuitgaven uit de periode 1500-1800, zoals de originele uitgaven van werken van J.J. Quantz, J.S. Bach en het Theatre Francais de la Haye. Het muziekinstituut beschikt verder over een groeiend corpus aan (wetenschappelijke) muziekliteratuur, waaronder een groot aantal historische tijdschriften uit de achttiende en negentiende eeuw. Het Nederlands Muziek Instituut verza melt en bewaart uiteraard ook gedrukte (vooral historische) Nederlandse blad muziek. De collectie bevat nu zo'n 45.000 titels. Veel van deze bladmuziek is op microfiche in te zien. Het Nederlands muziekleven wordt uit gebreid gedocumenteerd met behulp van een steeds aanwassende collectie pro gramma's van bijvoorbeeld het Concert gebouworkest en het Residentieorkest. Een omvangrijke verzameling kranten knipsels wordt dagelijks aangevuld en bijgehouden. De manier waarop het Nederlands Muziek Insti tuut de collectie archiveert en conserveert was tot voor kort telkens dezelfde: goed verpakken in zuurvrij papier en opbergen in een geklimatiseerde ruimte en zorgen dat de beschrijvin gen zodanig zijn dat je het betreffende werk of ar chiefstuk altijd terug kunt vinden. In de jaren tachtig nam het microficheren een vlucht. Documenten werden gefotogra feerd en op een microfilm of -fiche gezet. Het publiek hoefde het origineel niet meer ter hand te nemen en kopieën kon den zonder problemen worden gemaakt. Dat is: zonder schade aan het kwetsbare origineel. In het laatste decennium is daar een nieuwe methode bijgekomen: het digitaliseren van documenten en ook digitaal opvragen van documenten. Het Nederlands Muziek Instituut neemt deel aan het project Geheugen van Nederland, een sectoroverschrijdend digitaliseringsplan. De eerste gedigitali seerde collectie van het Nederlands Muziek Instituut wordt gevormd door de muziekmanuscripten van Alphons Diepenbrock (1862-1921), een qua muziek onomstreden kwaliteitscompo nist (zowel tijdens zijn leven als van daag). De bedoeling is om zijn muziek onder brede aandacht van divers publiek te brengen door zijn werken te digitalise ren en beschikbaar te stellen. De defini tieve manuscriptversie van al zijn com posities is nu beschikbaar op internet. Op deze manier kunnen musici (onder wie vooral dirigenten, vocalisten en pianis ten) op een makkelijke manier kennis nemen van Diepenbrocks muziek. Voor de promotie van Nederlandse muziek is Diepenbrock niet alleen de aangewezen componist omdat de muziek kwalitatief zo goed is, maar ook omdat de muziek in een relatief goed begrijpelijke 'taal' is geschreven. De website is geïllus treerd met foto's en korte informatieve teksten over Diepenbrock en zijn muziek. Zie voor meer informatie: www.geheugenvannederland.nl/diepen- brock. Om het publiek een goede indruk te geven van wat er in de collectie te vinden is, organiseert het Nederlands Muziek Instituut regelmatig algemene introduc ties. Deze zijn voor iedereen toeganke lijk. Via onze website (www.nederlands- muziekinstituut.nl) wordt het publiek geïnformeerd over data, tijden en even tuele themarondleidingen. Tijdens deze introducties wordt een aan tal hoogtepunten uit de collectie getoond zoals fraaie handschriften, oude drukken, foto's, curieuze objecten en interessante brieven. Veel van dit kostbare materiaal is normaal gesproken niet voor bezoekers toegankelijk en wordt dus bij wijze van uitzondering aan het publiek getoond. Ook kan men een bezoek aan het depot brengen en wordt er een algemene biblio theekinstructie over het gebruik van de (elektronische) catalogus, belangrijke naslagwerken en microfiches gegeven. T r, .ii i i§Idl 7^ r Niet alleen voor geïnteresseerden maar ook voor studenten muziekwetenschap en conservatoriumstudenten organiseert het muziekinstituut instructies op ver zoek rond een speciaal thema dat past in het curriculum. Het Nederlands Muziek Instituut werkt al jaren aan een Lexicon van bio- en bibliografische gegevens van Neder landse componisten en uitvoerend musi ci. Op dit moment bevat de database zo'n 7.500 namen en dat wordt nog dagelijks aangevuld en uitgebreid. Alhoewel dit lexicon niet voor publiek toegankelijk is, kan er natuurlijk wel informatie uit opge vraagd worden. Het lexicon verwerkt informatie van allerlei soorten bronnen; hierdoor zijn de gegevens van onschatba re waarde aan het begin van een biografi sche studie. Ook in het aanwinstenoverzicht dat een aantal keer per jaar verschijnt is de vaste rubriek 'Lexicon' opgenomen. Een korte biografie met foto wordt opgenomen van een bekende of minder bekende compo nist of musicus van wie het Nederlands Muziek Instituut een muziekarchief heeft. Deze biografieën met foto worden ook geplaatst op de website in het over zicht van de muziekarchieven. Via onze website kan de geïnteres seerde bezoeker al veel informatie opvra gen en vinden zonder tussenkomst van bibliothecaris of archivaris. Zowel de geschiedenis als een deel van de catalo gus, als een compleet overzicht van alle muziekarchieven en collectieonderdelen, als alle bladmuziekuitgaven zijn er gemakkelijk te vinden. Vragen kunnen ook per e-mail gesteld worden. Mocht een en ander niet via de digitale snelweg afgehandeld kunnen worden, dan kan men elke werkdag tussen 09.00 en 17.00 uur bij het muziekinstituut terecht om te zoeken in de bibliotheek of archiefmate riaal in te zien. Eind augustus is het Nederlands Muziek Instituut verhuisd naar de eerste verdieping van het gebouw van de Koninklijke Bibliotheek. De ingang van het Nederlands Muziek Instituut is nu dezelfde ingang als die van de Koninklijke Bibliotheek. Met ingang van deze verhuizing is een gebruikers-/lenerspas geïntroduceerd. Na jarenlang kosteloos onze voorzieningen te hebben aangeboden, is daaraan een einde gekomen. Zonder gebruikers-/ lenerspas is het niet mogelijk om inten sief, dus wel in beperkte mate, van de collecties gebruik te maken. Na de verhuizing is er voor bezoekers een veel grotere ruimte beschikbaar in de leeszaal van het Nederlands Muziek Instituut. In de nieuwe leeszaal staan veel meer boeken en bladmuziekuitgaven opgesteld. Bij de presentatie van de muziekliteratuur is ook de muziekcollec tie van de Koninklijke Bibliotheek royaal vertegenwoordigd. Op de nieuwe locatie is eveneens weer een aparte ruimte om kostbare uitgaven en handschriften te raadplegen. Ook kan de bezoeker daar gebruikmaken van de mogelijkheid om muziek door te spelen op een piano in een aparte studio. Het Nederlands Muziek Instituut staat volop in het muziekleven door deel te nemen aan allerlei activiteiten, zoals de Landelijke Archievendag. Deze dag wordt dit jaar voor het eerst georgani seerd op zaterdag 30 oktober 2004 en draagt de titel 'Archiefschatten'. De dag opent de Week van de Geschiedenis met als thema 'Typisch Nederlands'. Tijdens de Landelijke Archievendag kan de bezoeker bij het Nederlands Muziek Instituut terecht voor een uitgebreide rondleiding in de collectie. Er zal bijzon dere aandacht worden besteed aan de Nederlandse muziekarchieven waarbij inzicht wordt geboden in een muzikan tenleven middels brieven, manuscripten, foto's en objecten. Het muziekinstituut richt een kleine ten toonstelling in met onder andere blad- muziekomslagen waarop typisch Hol landse taferelen zijn afgebeeld. Naast het feit dat wij eenieder hartelijk welkom heten in onze nieuwe behuizing zullen de medewerkers van het Nederlands Muziek Instituut de bezoekers die dag te woord staan over de werkzaamheden in het muziekinstituut en ook de muziek zal voor zich spreken! 23 Door Katja Brooijmans* Sinds 2001 kent Nederland het Nederlands Muziek Instituut. In dit muziekinstituut heb ben zich drie belangrijke 'papieren' muziek collecties verenigd, te weten: de muziekar chieven en muziekbibliotheek van het Gemeentemuseum Den Haag en de muziek- documentatieverzameling van de stichting Musica Neerlandica. Collecties, kennis en activiteiten op het gebied van de klassieke muziek in het alge meen en meer in het bijzonder van de Nederlandse muziek en het Nederlandse muziekleven zijn in dit muziekinstituut gebundeld. Het Nederlands Muziek Instituut conserveert, ontsluit en stelt het bronnenmateriaal beschikbaar aan geïnte resseerden. Willem Noske Digitaliseren Introducties P-F Mï.r, id ho <-■'ktoin Alphons Diepenbrock 1862-1921Eerste pagina van het muziekmanuscript Geistliches Lied 'Wenn ich ihn nur habe', 1915 voor sopraan, blaaskwintet en contrabas. Lexicon Website Veranderingen Landelijke Archievendag Katja Brooijmans is projectmedewerker bij het Nederlands Muziek Instituut in Den Haag. 22 archievenblad september 2004 september 2004 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2004 | | pagina 11