zet kolonialcollectie weer op de kaart F LTZ de praktijk In 2000 ontving het KIT van het Ministerie van Buitenlandse Zaken een extra subsidie van zes miljoen euro voor het inlopen van achterstallig onderhoud van de historische collecties die deel uit maken van het Nederlands cultureel erf goed. De ene helft van het bedrag was bestemd voor het Tropenmuseum (inclu sief fotobureau) en de andere helft voor de bibliotheek. Er werd een project opge zet om de activiteiten uit te voeren, het Erfgoed Extra Project, dat in december van dit jaar ten einde loopt. Het subsidie bedrag maakte het niet alleen mogelijk om deze collectie van de ondergang te redden, maar vormt tevens een erken ning van de cultuurhistorische waarde hiervan. De basis voor de bibliotheekcollectie werd gelegd aan het einde van de negen tiende eeuw, toen het KIT nog Koloniaal Museum heette en in Haarlem was geves tigd. Vanaf die tijd werden er consequent publicaties aangeschaft van en over kolo niën in het algemeen en die van Neder land in het bijzonder. Na de onafhanke lijkheid van Indonesië in 1949 werd er gecollectioneerd op ontwikkelingssa menwerking in tropische en subtropi sche gebieden. Tot het Nederlands cultu reel erfgoed wordt alleen dat gedeelte van de historische collectie gerekend, dat voor 1950 in Nederland of in Neder landstalige gebiedsdelen is gepubliceerd. Het merendeel hiervan betreft publica ties over voormalig Nederlands-Indië. De collectie bestaat uit zo'n 20.000 boeken en brochures, 3.500 tijdschrifttitels (ca. 600 meter), 10.000 kaarten en 1.400 ban den met ingebonden kranten (ca. 100 meter). Vooral de tijdschriftencollectie bevat unieke titels die nergens anders in Nederland bewaard zijn gebleven, zoals Blijversbond: orgaan voor de belangen der Indiërs en De brug: maandblad van de afde ling Tjilatjapt (van het Indo-Europees Verbond). De kaartencollectie omvat zee- en landkaarten en stadsplattegronden en wordt nog regelmatig geraadpleegd, niet alleen door onderzoekers en geïnteres seerden, maar bijvoorbeeld ook in het kader van internationale grensgeschillen. De achterstanden bij de bibliotheek van het KIT waren aanzienlijk. Om te beginnen moest het grootste gedeelte van de collectie nog retrospectief worden ingevoerd in het geautomatiseerde bibli otheeksysteem. Toen in de jaren tachtig van de vorige eeuw de kaartencatalogi in bibliotheken werden vervangen door geautomatiseerde systemen, werd daarbij het principe gehanteerd dat de bestaande collectie retrospectief van nieuw naar oud zou worden ingevoerd. Dit moest tussen de normale werkzaamheden door plaatsvinden, vandaar dat de meeste bibliotheken, ook die van het KIT, hier nog steeds mee bezig zijn. De fysieke staat van de collectie was over het algemeen slecht. Hier zijn twee oor zaken voor aan te wijzen. Allereerst komen veel publicaties uit de tropen en hebben daar blootgestaan aan extreme omstandigheden: hoge temperatuur en hoge luchtvochtigheid, om over schade lijke insecten maar te zwijgen. Maar daarnaast waren de bewaaromstan digheden in het KIT ook verre van ideaal: de collectie stond opgeslagen in een ruimte die in contact stond met de bui tenlucht, waardoor grote temperatuur verschillen optraden, en, door de ligging van het gebouw aan zowel een park als een druk verkeerspunt, de concentratie van uitlaatgassen en micro-organismen in de lucht hoog was. Er waren geen maatregelen genomen om het gehalte aan UV-straling in de ruimte tegen te gaan en tot overmaat van ramp stond de collectie, vanwege ruimtegebrek, ook nog eens tot vlak onder de verlichting in de boekenkasten opgestapeld. Alhoewel het Erfgoed Extra Project formeel geen Metamorfozeproject is, zijn vanaf het begin de richtlijnen en voor schriften van Metamorfoze zo veel moge lijk gevolgd. Daarvoor wordt nauw samengewerkt met medewerkers van de Koninklijke Bibliotheek en Metamorfoze. Het Instituut Collectie Nederland is, in de persoon van de heer J. Willink, belast met de kwaliteitscontrole. Prioriteiten De doelstellingen van het project zijn: - verbetering van de toegankelijkheid; - behoud van informatie; - verbetering van de opslag van de origi nelen. Verbetering van de toegankelijkheid Een eerste vereiste was om inzicht te krij gen in de omvang van de collectie. Vandaar dat de retrospectieve invoer de hoogste prioriteit heeft gekregen. Door een team van interne en externe mede werkers is hier twee jaar lang intensief aan gewerkt. Na afloop waren er zo'n 6.000 boeken en tijdschriften beschre ven, 8.600 ontdubbeld en ruim 27.000 geïndexeerd. Daarmee is de koloniale collectie weer via de geautomatiseerde bibliotheekcatalogus toegankelijk voor bezoekers. Behoud van informatie door microverfilming Bijna tegelijk met de retrospectieve invoer is, bij de firma Karmac in Lelystad, begonnen met microverfilming van de tijdschriftencollectie, omdat deze er fysiek het slechtst aan toe was. Een pro bleem hierbij was dat er toen nog niet kon worden geput uit de ervaring van Metamorfoze, omdat men daar nog niet aan verfilming van tijdschriften toe was. Microverfilming van tijdschriften ver schilt met die van boeken met name in de voorbereiding en de controle achteraf. Tijdschriften veranderen gedurende hun bestaan regelmatig van naam en formaat en het komt zelden voor dat een instel ling een tijdschrift compleet in haar bezit heeft. Meestal moet er bij andere instel lingen naar ontbrekende exemplaren worden gezocht. Hoewel de samenwerking met de KB en Metamorfoze meteen tot stand is geko men en in overleg richtlijnen en proce dures zijn opgesteld, moest er ook veel zelf worden uitgevonden. In december 2003 is de magische grens van 1 miljoen verfilmde pagina's gepasseerd. Een lijst van verfilmde titels is te vinden op www. kit.nl/ils/ned/html/lverfilmdets.asp. De microfilms kunnen in de bibliotheek worden bekeken met een van de nieuw ste viewers, die gekoppeld is aan een pc. Zo kan met een simpele druk op de knop een verfilmde pagina worden omgezet naar een Worddocument en worden uit geprint of als e-mail worden verstuurd. Verbetering van de opslag In oktober 2001 is begonnen met de bouw van een geklimatiseerd depot en in augustus het jaar daarop kon de feestelij ke opening plaatsvinden. In de ruimte is plaats voor tenminste 1500 meter boe- ken of tijdschriften en 15.000 kaarten, komt geen daglicht binnen en wordt het klimaat door de modernste apparatuur geregeld. De papieren originelen kunnen niet zon der meer van het boekenmagazijn naar het depot worden overgebracht. Daarvoor is de fysieke staat van de collec tie te slecht en de kans op bijvoorbeeld een schimmelexplosie in het depot te groot. Eerst moeten alle documenten stuk voor stuk worden behandeld. De twee grootste problemen die zich hierbij voordoen zijn het vaststellen van het behandelingsniveau voor zo'n omvang rijke collectie, waarvan de fysieke staat van de documenten heel verschillend is, en het opzetten van een logistiek traject. Uitvoerige restauratie is uitgesloten, want dat is te duur en kost te veel tijd. In overleg met de firma Hoogduin Papierrestauratoren te Delft, waaraan de werkzaamheden zijn uitbesteed, is voor een behandeling gekozen op basis van eerstelijnsconservering, waarbij informa tieverlies en stabilisering van verval als uitgangspunt dienen. Voor de hele col lectie is een basisbehandeling opgesteld, maar in de praktijk blijkt dat deze regel matig, soms per transport, moet worden bijgesteld. Schade die buiten de eerste lijnsconservering valt, wordt vastgelegd in een schadeinventarisatie. Na afloop van het project kan op basis hiervan een conserveringsbeleidsplan worden opge steld voor vervolgbehandeling. Om inzicht te verkrijgen in de kosten, is een handelingen- en urenregistratiesys- teem opgezet, dat tevens dient als verant woording voor aanpassingen op de basis behandeling. Logistiek De logistieke kant van het project is bijna net zo complex als de inhoudelijke. Dit komt allereerst doordat de boeken en de tijdschriften van de erfgoedcollectie niet bij elkaar in één ruimte staan, maar over acht verdiepingen verspreid zijn opgeslagen tussen de nieuwe collectie van het propvolle boekenmagazijn. Stukje bij beetje worden delen van de collectie geselecteerd, gelicht, bekeken op catalogusgegevens, opname in de kli maatkamer (bij dubbele exemplaren wordt het beste opgenomen) en verza meld voor transport. Een tweede moeilijkheid wordt gevormd door de beperkte looptijd van het project waardoor alle activiteiten tegelijkertijd moeten plaatsvinden. Zo wordt het ene deel van de collectie verfilmd, terwijl het andere wordt geconserveerd of gedigitali seerd. De transporten van tijdschriften naar de verfilmer zijn begonnen in 2001, die van boeken en tijdschriften naar het restauratieatelier in 2002, die van kaarten in 2003 en dit jaar is daar nog het trans port van kaarten naar het digitaliserings- bedrijf bijgekomen. Alle transporten lopen door tot eind 2004. De kaartencollectie kent weer andere specifieke problemen. Het niveau van de dienstverlening in de kaartenzaal is lang zamerhand uniek in Nederland: nog steeds worden bezoekers bij hun zoek tocht persoonlijk geassisteerd door de beheerder. Mede daardoor is de belang stelling voor historische kaarten uit onze koloniale geschiedenis groot. Na opslag in het depot zullen de originelen niet meer raadpleegbaar zijn. Verfilmen is hier geen optie omdat dit teveel informa tieverlies tot gevolg zou hebben. Daarom is besloten om de hele collectie door de firma Strata in Den Haag te laten digitali seren en te zijner tijd op jpeg-formaat via internet beschikbaar te stellen. Voor assistentie bij het zoeken en voor één-op één-formaat afdrukken van kaarten, zal een bezoek aan de kaartenzaal noodzake lijk blijven. Met het geld van het Erfgoed Extra Project is het verval van de erfgoedcollec tie van de KIT-bibliotheek een halt toege roepen. De volgende uitdaging zal zijn om het onderhoud nu structureel aan te pakken, zodat ook deze cultuurhistorisch waardevolle collectie voor het nageslacht behouden kan blijven. l6 KIT-bibliotheek Door Jeanine Tieleman* Dat de staat van historische papieren col lecties uit de periode 1840-1950 te wensen overlaat, mag bekend worden veronder steld. De historische collectie van de biblio theek van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) vormde hierop geen uitzonde ring. Maar daar is recentelijk verandering in gekomen. De historische collectie De situatie voor 2000 Opslag van de collectie in de oude... Het project ...en de nieuwe situatie. Historische kaartencollectie De toekomst Jeanine Tieleman (j.tieleman@kit.nl) is projectleider Erfgoed Extra, KIT Information Library Services. archievenblad augustus 2004 augustus 2004 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2004 | | pagina 8