■■II de praktijk de praktijk rj=!_^ar. Het begrip virtuele studiezaal wordt de laat ste jaren vaak gebruikt zonder dat er onder vak genoten overeenstemming bestaat over de inhoud ervan. Je kunt er van alles in zien, van 3D-simulatie van de fysieke studiezaal, tot de on-linechef studiezaal, die als vraagbaak voor bezoekers op afstand fungeert. Tijdens een medio 2003 door DIVA georgani seerde workshop heb ik de volgende werkdefinitie voorgesteld: De virtuele studiezaal is een webomgeving, die de fysieke studiezaal qua functionali teit benadert, deze zoveel mogelijk vervangt, en op belangrijke onderdelen kwa litatief overtreft. Met dit als uitgangspunt is de volgende standaard functionaliteit van de fysieke studiezaal relevant genoeg om naar een virtuele omgeving te willen transponeren: a. zelfstandig op vragen de antwoorden kunnen vinden dan wel de meest relevante bronnen kunnen vinden en - indien aanwezig - raad plegen; b. het begeleid vinden van antwoorden op vra gen (d.m.v. aanwijzingen, gidsen, hulp van personeel); c. het kunnen bestellen van kopieën, foto's en ander materiaal; d. het kunnen uitwisselen van informatie met andere studiezaalbezoekers. Een virtuele studiezaal is echter nooit een eenvoudige vertaling van een fysieke studiezaal in een internetomgeving. Het is een verhaal met minnen en plussen. Het met één opdracht kun nen doorzoeken van twintig km archief is een bijproduct van het on line plaatsen van alle inventarissen van een groot archief. Dit lijkt in de verste verte niet meer op een fysieke studie zaal, het is dus veel meer dan een strikte ver taling van de functionaliteit van de fysieke studiezaal: op onderdelen is het een belangrijke kwalitatieve verbetering. Maar virtueel is ook lang niet altijd een verbete ring. Een goede chef studiezaal bezit een enorme ervaring en routine. Bij bepaalde vraagstellingen kan hij associatieve verbanden leggen, die slechts ten dele zijn te vertalen in aanwijzingen en zoekroutines in de virtuele studiezaal. Wat ook slechts gebrekkig vertaalbaar is in een virtu ele omgeving is de onderlinge informatie-uitwis seling van de studiezaalbezoekers. En een nieuw probleem dat zal worden opgeroepen door de virtuele studiezaal, is de suggestie van volledig heid. Aangezien het medium internet ongeduld bevordert, moet daarbij niet te veel worden ver wacht van het lezen van helpteksten. We hebben als archiefinstellingen inmid dels zoveel progressie gemaakt op het gebied van internetpresentatie van ons bronnenmateri aal, dat het antwoord op de vraag naar het waar om van een virtuele studiezaal door de meesten van ons als een open deur zal worden aange merkt: om de miljoenen klanten te kunnen bereiken, die we met de traditionele studiezaal nooit konden bereiken. Maar minstens net zo zwaar weegt, dat het de komende jaren in toene mende mate als belachelijk zal worden ervaren dat je vanuit Noordoost-Groningen naar Den Haag moet reizen om daar iets in zelfbediening te kunnen raadplegen. De verplaatsing van alles wat nu nog in zelfbediening op de studiezaal gebeurt naar internet, is daarmee een tweede belangrijke reden voor een virtuele studiezaal. Een derde belangrijke reden is dat de virtuele studiezaal de mogelijkheid biedt om de interac tie met het on-linepubliek te verbeteren. Het Haags Gemeentearchief heeft niet geko zen voor het ontwerpen van de virtuele studie zaal als geheel nieuwe entiteit, maar voor het samenvoegen van nieuwe en reeds bestaande elementen, die alle als zelfstandige entiteiten zinvol zijn. Het voordeel hiervan is, dat de com plexiteit en daarmee de afbreukrisico's binnen de perken blijven en dat reeds gedane investe ringen niet direct hoeven te worden afgeschre- De kern: de objectgegevens De kern van de Haagse virtuele studiezaal zijn de objectgegevens, de ontsluitingsgegevens van collecties. De informatiewaarde daarvan is ver groot door de integrale zoekfunctie van Archimedes, gebouwd op het Thematis- platform van Deventit. Nu gaat het nog om acht collecties, maar later dit jaar zul len het er al elf zijn. Er zullen er daarna nog verschillende volgen. Dit is het mandje met de gouden eieren, waarom heen alle andere functies van de virtuele studiezaal als het ware in concentrische cirkels zullen worden georganiseerd. Verrijken van informatie De eerste cirkel betreft het verrijken van de informatiewaarde van deze collecties door het toevoegen van gestructureerde informatie over Den Haag. De complete reeks jaarboekjes van de geschiedkundige vereniging Die Haghe - meer dan 110 jaargangen - zal dit jaar worden aangebo den en doorzoekbaar gemaakt in de oor spronkelijke typografie, uiteraard ook in Archimedes. Dit soort 'handbibliotheek achtige' secundaire bronnen zullen ook de komende jaren toegevoegd blijven worden. De meest geraadpleegde bronnen De tweede cirkel vormt de on-line- beschikbaarstelling van de meest geraad pleegde bronnen. De selectie daarvan hebben we al: de miljoenen microfiche beeldjes op onze studiezaal. Deze zullen in een periode van vijf tot zeven jaar on line beschikbaar gesteld worden. Dat heeft bovendien een bevrijdend effect op onze studiezaal, die we dan anders kun nen gaan benutten. Rond de zomer zul len als eerste de trouwakten van Den Haag beschikbaar zijn. Daarna moeten de andere akten van de burgerlijke stand volgen, de DTB's, de bevolkingsregisters, de notariële akten, etc. De zoekstructuur die on line wordt aan geboden is identiek aan die welke thans op de studiezaal wordt aangeboden. Dat betekent dat aanvankelijk niet kan wor den gezocht in een database met ontslui tingsgegevens, maar via de eigentijdse toegangen: de tienjaarlijkse tafels. De daarvoor benodigde zoekgegevens wor den rechtstreeks van de titelstroken van de microfiches ingelezen in een database. Het publiek beschrijft en corrigeert Heeft men via de traditionele zoekgang een beeldje gevonden, dan wordt men uit genodigd dat beeldje te beschrijven. Dat gebeurt in XML-forms, die direct worden opgeslagen in een Oracle-database. Deze informatie is dan ook direct beschikbaar, en wel zonder de traditionele zoekgang. Iedereen die fouten constateert in beschrij vingen, kan alternatieven aangeven. Ook daarop kan direct worden gezocht. En alleen geautoriseerde personen kunnen beschrijvingen muteren of verwijderen. Aftappen van kennis De derde cirkel wordt gevormd door het kunnen aftappen van de kennis van het publiek. Iedere objectbeschrijving en ieder getoond object (een foto, een pagi na, een archiefstuk) moet door het publiek van relevante opmerkingen kun nen worden voorzien, kunnen worden geannoteerd: dit worden de glossen van de 21ste eeuw. De ervaring, die door het Haags Gemeentearchief de afgelopen jaren is opgedaan met aanvullende foto beschrijvingen door het publiek, ligt aan de basis hiervan. Alle publieksfuncties, of dat nu beschrij ven, corrigeren, aanvullen of uploaden is, worden in een apart framework vorm gegeven, zodat ze gebruikt kunnen wor den bij ieder willekeurig systeem. De virtuele studiezaal zorgt ervoor dat we veel van onze informatiebestanden online kunnen raadplegen. De vondst om dat bovendien te doen met behulp van de microfiches en het publiek te laten beschrijven heeft een aantal voor delen: digitaliseren van microfichebeeldjes is goedkoop en dat maakt het financieel 7MZ-J7/2: en organisatorisch haalbaar om al vast te gaan nadenken over een studiezaal zonder microficheleesapparaten; het toevoegen van de ontsluitingsgege vens op de titelstroken van de fiches gebeurt automatisch en is dus ook goedkoop; er hoeft niet geïnvesteerd te worden in het vullen van de database of het corri geren van de gegevens, maar uitslui tend in het werven en trainen van vrij willigers. En dat is bekend terrein voor de meeste archiefdiensten. Maar het grote belang van de virtuele studiezaal is met name ook de mogelijk heid om de interactie met het publiek dramatisch te verbeteren ten bate van datzelfde publiek: het biedt instellingen de mogelijkheid om grootschalig vrijwilligers te betrek ken bij het ontsluiten van hun on-line- bronnenmateriaal; het biedt het publiek de mogelijkheid om informatieleverancier te worden. Men wordt aangesproken op individu ele deskundigheid en op de waarde die de eigen informatie voor anderen kan hebben. Die hele nieuwe wijze van interactie met het publiek is nieuw, spannend en biedt enorme kansen. Het concept van de virtuele studie zaal kan in beginsel door iedere archief instelling toegepast worden, bij iedere collectie. Voor wat betreft de reproductie op internet van de zelfbediening zoals deze nu op de studiezaal plaatsvindt, is uiteraard de winst het grootst voor instel lingen die bronnenmateriaal hebben op microfiches of microfilm, maar een rela tieve achterstand hebben in digitale ont sluiting ervan. Ook voor bibliotheken en documentatie-instellingen die bronnen hebben ontsloten op microfiches of -films, is dit concept toepasbaar. 13 Oe Haagse virtuelcstudiezaal Na het vinden van een naam en datum in de tienjaarlijkse tafel kan vervolgens worden gezocht op de akte zelf. dVa |<8W»»»I -:.c- ■I 3s O 3 3 J Door Charles Noordam* De traditionele studiezaal wordt door de bezoeker hoog gewaardeerd. Dus waarom zouden we zoiets als een virtuele studiezaal moeten willen en wat is dat precies? En als we het 'wat' en het 'waarom' beantwoord hebben, hoe doen we dat dan vervol gens? Dit artikel laat de keuzes van het Haags Gemeentearchief hierin zien. Minnen en plussen Geautoriseerde vrijwilligers kunnen door het publiek gemaakte beschrijvingen wijzi gen of verwijderen. Miljoenen klanten De opbouw van de virtuele studiezaal archievenblad juni 2004 9,y.r,l. /ft/, 4/.-irifU.v- De gevonden akte kan ook in stukjes op het scherm wor den gepresenteerd en op een manier, zodat hij kan wor den beschreven. Volop kansen Toepasbaarheid voor anderen Charles Noordam is directeur van het Haags Gemeentearchief en voorzitter van de KVAN. juni 2004 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2004 | | pagina 6