e c e n s i e s
ignalementen
m
ffl
36 I
literatuur
Techniek en modernisering,
balans van de twintigste eeuw
Het Genootschap
Christo Sacrum te Delft
Privatisering van de
godsdienst omstreeks 1800
Koningen van de Noordzee,
250-850
literatuur
Het Vaderlandse
Geschiedenis boek
Het schip van Willem Barents.
Een hypothetische recon
structie van een laat-zestien-
de-eeuws jacht
Midden-Kennemerland in de
Vroege en Hoge Middeleeuwen.
Het land, de bewoners en hun
heren tussen 700 en 1300
37
Signalementen door Barbara Boender, Maarten Brock, Eric Hennekam, Harry Strijkers en Peter Sijnke.
J.W. Schot en A. Rip
Techniek in Nederland in de twintigste
eeuw, deel VII
Stichting Historie der Techniek/Walburg
Pers, Zutphen, 2003
ISBN 90-5730-070-2, 372 blz., 39,95
De serie 'Techniek in Nederland in
de twintigste eeuw' is het resultaat van
een grootschalige samenwerking van
negen universiteiten en tal van maat
schappelijke instellingen. In het laatste
deel van deze zevendelige serie worden
in tien hoofdstukken de in de voorgaan
de delen neergezette onderzoekslijnen
bij elkaar gebracht. Het doel is inzicht te
verschaffen in de geschiedenis van de
betwiste modernisering van Nederland
in de twintigste eeuw.
In het boek kijken de auteurs naar de
materiële eenwording van Nederland via
de ontwikkeling van lokale, regionale en
nationale communicatie-, transport- en
energienetwerken. Tevens wordt inge
gaan op de vraag hoe deze netwerken
locaties zoals de stad, het kantoor en het
huishouden veranderden. De twintigste
eeuw wordt ook gekenmerkt door
schaalvergroting. In Nederland ontston
den grote nieuwe industriële com
plexen. De wenselijkheid van schaalver
groting in de industrie, de landbouw en
het huishouden bleef altijd betwist.
In het boek passeert verder nog een
breed scala aan veranderingen de revue:
de economische
groei, de ontwik
keling van een
nieuwe economi
sche structuur, de
opkomst van de
kennissamenle
ving, de toene
mende betekenis
van ingenieurs
voor de politieke
orde, de verande
rende wijze waarop de Nederlandse
bevolking de wereld beleefde en de ver
anderende relatie tussen Nederland en
Nederlands-Indië. Het boek biedt een
gevarieerd inzicht in de (her)schepping
van Nederland in de twintigste eeuw.
(HS)
E.G. Arnold
Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2003
ISBN 90-70403-51-x, 30,00
In 1796 werden kerk en staat in de
Republiek officieel van elkaar geschei
den. In de praktijk zou de protestantse
kerk nog tot vér in de vorige eeuw de
Nederlandse staat en cultuur vormen.
Tot de definitieve doodstrap van de
secularisatie vormen kerkelijke archie
ven daarom een belangrijke, zo niet de
meest gewichtige bron voor onderzoe
kers op het gebied van maatschappij- en
mentaliteitsgeschiedenis. Van deze weel
derige bron maakt Ed Arnold gebruik in
zijn studie naar het Delfts Godsdienstig
Genootschap Christo Sacrum. Hij stelt
Christo Sacrum als voorbeeld van het
proces van privatisering of individualise
ring van de godsdienst: religie werd in
toenemende mate een gezinsaangele
genheid. Het genootschap bestond niet
uit theologen, zoals gebruikelijk was, en
had als ambitie op te treden tegen het
zedelijk verval.
Niet eerder werd zo uitvoerig en compa
ratief onderzoek gedaan naar godsdien
stige genootschappelijkheid, terwijl
genootschappen op het gebied van bij
voorbeeld schone kunsten zich al jaren
in wetenschappelijke belangstelling
weten. Hoewel het proefschrift van
Arnold, met uitgebreide bronvermeldin
gen en notenapparaat, misschien niet
direct appelleert aan de historische grazer
of grasduiner, is het boek goed leesbaar
en (onverwacht) aantrekkelijk. De
schrijfstijl van Arnold is fris en het histo
risch kader uitgebreid. Aan de hand van
de geschiedenis van het genootschap
worden de mentaliteit en de sociale toe
stand van een tijdperk vastgelegd. (BB)
Evert Kramer, Ingrid Stoumann, Andrew
Greg (red.)
Bureau Walburg/Uitgeverij Noordboek,
Assen/Groningen, 2003
ISBN 90-330-1174-3, 184 blz., 25,00
Koningen van de Noordzee, 250-850 is
gebaseerd op een internationale archeolo-
gisch-historische tentoonstelling, die van
december 1999 tot juli 2001 achtereen
volgens op diverse plaatsen in Nederland,
Duitsland, Noorwegen, Engeland en De
nemarken te zien was. Een groot aantal
deskundigen uit de diverse landen werkte
zowel aan de tentoonstelling als aan het
boek mee. De tentoonstellingscatalogus is
achterin deze uitgave opgenomen.
Al sinds 1997 is een aantal musea uit
voornoemde landen bezig een hecht
internationaal samenwerkingsverband
rondom de Noordzee op te zetten. Deze
uitgave is een goed voorbeeld waartoe een
dergelijk samenwerkingsproject kan lei
den. Het onderzoekstijdperk behelst de
Late Romeinse Tijd en de Vroege
Middeleeuwen. Geografisch gezien gaat
het om de kustgebieden rondom de
Noordzee (voor Nederland vooral Fries
land en verder Noord-Duitsland, Dene
marken, Zuid-Noorwegen en de Engelse
oostkust). Er wordt ingegaan op de ont
wikkeling van landschap en nederzettin
gen, handel en scheepvaart en bestuurs
vormen. Hoewel er ook gebruik gemaakt is
van schriftelijke bronnen zijn die voor
Nederland uit die periode niet bewaard
gebleven. De oudste Engelse oorkonde
over grondbezit dateert uit 679. Het boek
op groot formaat (ruim A4) is zeer rijk geïl
lustreerd met voornamelijk kleurenafbeel
dingen. (PS)
1 archievenblad mei 2004
Paul Brood en Karijn Delen (samenstelling en
redactie)
Nationaal Archief/Waanders Uitgeverij,
Den Haag/Zwolle, 2003
ISBN 90-400-8888-8, 448 blz., 14,95
Al enkele jaren voert uitgeverij
Waanders uit Zwolle de populaire serie Het
boek. Zo verschenen er in verleden in
deze serie Het Nederlands kunst boek, Het
Boerderijen boek en in samenwerking met
het Nederlands Instituut voor Oorlogsdo
cumentatie: Het 40-45 boek. Allemaal uitga
ven in een handzaam gebonden formaat.
De uitgave Het Vaderlandse Geschiedenis
boek is uitgegeven in samenwerking met
het Nationaal Archief. Het boekje doet
zeker ons geheugen opfrissen met betrek
king tot de geschiedenis van Nederland.
Elke pagina een plaatje, meestal afkomstig
uit de collectie van het Nationaal Archief,
gelardeerd met een praatje en dat chrono
logisch weergegeven. De hoofdstukinde
ling had voor mij niet gehoeven, omdat
deze wat gekunsteld overkomt met titels
als 'Burgers en stoommachines' (1800-
1900) en 'Televisie en computer' (1950-
2003). Dat zijn vlaggen die de lading niet
helemaal dekken. Dit soort boekjes kan
zich terecht verheugen in een toenemende
populariteit, omdat ze zo toegankelijk zijn.
Een groot publiek krijgt de kans met de
prachtige collectie van een archiefinstel
ling, in dit geval vooral het Nationaal
Archief, kennis te maken. Daarnaast con-
sumeert men nog
wat geschiedenis
feitenkennis. Iets
waar het volgens
menigeen nogal
aan schort bij de
huidige generatie
jongeren. En dat is
een groot compli
ment voor de makers van dit alleraardigst
boekje. Zo weet ik nu weer dat de Slag bij
Nieuwpoort niets opleverde, behalve roem
voor Maurits als veldheer, en dat we in juni
2003 werden verblijd met het nieuws dat
prinses Maxima zwanger was met de mel
ding 'buitenlandse vorstenhuizen en fami
lies hebben wel altijd de partners geleverd
voor de telgen van het Nederlandse vor
stenhuis'. (EH)
Ab Hoving en Cor Emke, m.m.v. Peter Sigmond
en Gerald de Weerdt
Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2004
ISBN 90-6550-772-8, 128 blz., 47,00
Deze bijzondere uitgave, die naast de
tekst en zwart-witafbeeldingen een set recon
structietekeningen door G.A. de Weerdt (uit
1996) en een cd-rom bevat, kent een lange
ontstaansgeschiedenis. Dat blijkt onder
andere uit de datering van het slotwoord
(augustus 2002) en doordat in zowel de tekst
als de bronnenlijst gesproken wordt over het
Rijksarchief in Zeeland, dat al sedert 2000
onderdeel uitmaakt van het Zeeuws Archief.
Het schip waar het hier om gaat is vergaan
voor de kust van Nova Zembla. In dit boek
wordt een poging, of liever gezegd worden
pogingen, ondernomen om tot de recon
structie van een dergelijk klein schip van
rond 1600 te komen. Dit ondanks het ont
breken van harde scheepsbouwkundige gege
vens, die wel voor de latere zeventiende eeuw
bekend zijn.
Peter Sigmond geeft een relaas van de reis van
Willem Barents en Jacob van Heemskerk met
de befaamde overwintering op Nova Zembla
(1596-1597). Daarna gaat Ab Hoving in de
hoofdstukken twee en drie in op 'Bouw
stenen voor een reconstructie' en 'De recon
structie van het schip'. Uiteraard komen hier
in de nodige technische details uitgebreid
aan bod. Gerald de Weerdt geeft in hoofdstuk
vier een variant op de reconstructie en in het
vijfde hoofdstuk wordt ten slotte op het
gebruik van de cd-rom ingegaan.
Dergelijke reconstructies kunnen ons een
beter inzicht in bouwtechnieken en -metho
den uit het verleden verschaffen. (PS)
Bert Koene, Jan Morren, Fred Schweitzer
Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2003
ISBN 90-6550-774-1, 192 blz., 20,00
In het gebied van de huidige gemeen
ten Velsen, Beverwijk en Heemskerk, teza
men Midden-Kennemerland, lagen kort na
het begin van onze jaartelling de meest
noordelijke Romeinse forten. Omstreeks
720 vestigde de prediker Bonifatius een
vooruitgeschoven missiepost in Velsen
'omdat hij daar het dichtst bij de heidenen
was'. Volgens de auteurs van 'Midden-
Kennemerland in de Vroege en Hoge
Middeleeuwen' is het geen toeval dat
Romeinse legeraanvoerders en een christe
lijke missionaris hun oog op dezelfde plek
lieten vallen. De smalle strook land tussen
de zee en het IJ, later bekend als 'Holland op
zijn smalst', was een strategische locatie.
Om diezelfde reden verrees hier in de der
tiende eeuw een keten van burchten die
Haarlem en zuidelijker streken tegen inval
len van de Westfriezen moesten bescher
men. Voor hun boek combineerden de
auteurs geschreven bronnen, archeologi
sche gegevens en informatie die de namen
van wateren en wegen geven. Op die wijze
Vroege en Hoge Middeleeuwen
n
weten ze onder
meer aan te to
nen waar pre
cies in Bever
wijk Gerard van
Velsen (hoogst
waarschijnlijk)
huisde. Aan de
ze ambachts
heer van Bever
wijk, die de geschiedenis in zou gaan als
degene die Floris V met een houw van zijn
zwaard ombracht, is een van de hoofdstuk
ken gewijd. Andere onderwerpen die in het
boek aan bod komen zijn onder meer de
goederen van de abdij van Egmond en de
rol van wereldlijke en kerkelijke machtheb
bers. (MB)
mei 2004 archievenblad I