'Eerherstel voor de middelbamrchief opleiding'
Readies op
archiefopleiding
Vak van archivaris is breder dan
inventariseren
Gerrit Valk pleit in zijn column in het
Archievenblad van maart jl. voor eerherstel van
de middelbare archiefopleiding. Bij ons roept dit
pleidooi de volgende reactie op.
In het werkveld is sprake van een voortschrij
dende digitalisering. Deze ontwikkeling maakt
dat de archivaris al bij het ontstaan van de digi
tale archiefbescheiden zijn kennis en vaardighe
den moet inzetten om het behoud, de ordening,
de toegankelijkheid en het beschikbaarstellen
van ons culturele erfgoed te waarborgen,
immers, op het moment van het ontstaan van
digitale archiefbescheiden worden ten aanzien
van genoemde aspecten belangrijke beslissingen
genomen. Als de opleiding tot archivaris niet
zou inspelen op deze ontwikkeling, dan zouden
er op den duur weieens helemaal geen archieven
meer kunnen zijn om te inventariseren.
Daarnaast vervagen de grenzen tussen de werk
velden archief, documentaire informatievoorzie
ning, bibliotheek en IT. Zowel het archiveren
van websites als het beschikbaarstellen van
archief via websites is een uitdaging. Dit bete
kent dat de archivaris zich een bredere kennis en
meer competenties moet verwerven. Pas dan
kunnen op een efficiënte en doeltreffende wijze
archieven toegankelijk worden gemaakt en
beschikbaar worden gesteld op een klantgerichte
manier.
De huidige opleiding Archivistiek B, die geïnte
greerd is in de opleiding Informatie Dienst
verlening en Management, biedt nu juist de
mogelijkheid om die nieuwe, voor het archief
vak noodzakelijke competenties te verwerven.
De opleiding geeft een nieuwe, op de huidige
ontwikkelingen toegespitste, inhoud aan het bij
de Archiefwet geregelde vak van archivaris. Een
vak dat zoals duidelijk mag zijn met veel meer
aspecten te maken heeft dan alleen het inventa
riseren van archieven. Overigens is het vak
inventariseren van archieven nog steeds een
belangrijk onderdeel van de opleiding. Het is
logisch dat deze nieuwe, brede opleiding 3,5 tot
vier jaar duurt.
Degene die een carrière wil opbouwen in het
inventariseren van archieven heeft zowel bij
particuliere instituten als bij de Archiefschool
keuze uit kortdurende opleidingen op het
gebied van inventarisatie. Maar ook degenen die
een specifieke inventarisatie-opleiding hebben
gedaan, zullen nog veel kennis moeten opdoen
in de praktijk en van hun collega-inventarisa-
tors. Wie zich echter wil beperken tot inventari
satie van archieven maakt zichzelf zeer nuttig,
maar kan geen aanspraak meer maken op de
titel van archivaris.
De briefschrijfsters zijn vorig jaar afgestudeerd aan
de opleiding IDM/Archivistiek B.
Spoor 2
Gerrit Valk heeft in zijn laatste columns
in het Archievenblad de knuppel in het
Archiefschool-hoenderhok gegooid en blijk
baar met succes. Succes omdat Gerrit claimt
grootschalig van verschillende kanten
instemming te hebben ontvangen voor zijn
stelling dat er weer een éénjarige beroepsop
leiding moet komen voor archivarissen.
Tweede punt in zijn betoog en in de reacties -
volgens Gerrit - heeft betrekking op de
Archiefschool, meer in het bijzonder het
onvermogen en/of de onwil om in te spelen
op de vraag naar de eerder genoemde éénjari
ge opleiding.
Zo'n discussie, noodzakelijk omdat er blijk
baar onvrede is onder de archivarissen over de
opbrengsten van de Archiefschool, heeft een
extra dimensie in deze tijd omdat het bezuini-
gingsspook van Van der Laan rondwaardt in
Den Haag. Met andere woorden de Judas-dis-
cussie wordt gevreesd.
ik stel een andere discussie voor: geen institu-
tengemeier, maar een gesprek door en met de
beroepsbeoefenaren 'archivarissen' over de
eindtermen van een vakopleiding. Ik stel kort
door de bocht voor: om toegelaten te worden
tot de vakopleiding - waarvan ik hieronder de
kernvakken zal noemen - is een vooroplei
ding op HBO/WO-niveau noodzakelijk.
Hierna volgt een éénjarige opleiding in de for
mule 'stage-school'. Vakkenpakket: institutio
nele geschiedenis, archivistiek, wet- en regel
geving, behoud/beheer en beschikbaarstellen.
Wat de branche echt moet regelen zijn de
eindtermen en de bewaking ervan (examen
commissie). Pak dan nog even door en regel
ook dat iedere archivaris periodiek moet aan
tonen zijn/haar vak bij te houden. Dan is
direct het probleem van her- en bijscholing
opgelost. Lijkt me een mooie taak voor de
beroepsvereniging(en)
Is dit geregeld - lijkt me een fluitje van
een cent, gelet op het draagvlak van
Gerrit - dan is de vraagkant in beeld
gebracht! Dan kan de aanbodkant - ik
noem in willekeurige volgorde de
SOD, HMDI, GO, Archiefschool, IDM-
opleidingen, UvA, Doxis, KB&P, Ecabo
- bezien of zij een traject in de markt
wil zetten dat opleidt voor dit exa
menpakket. Bedenk dat de Archief
school ook nog onderzoeksinstituut
is, dus dat de Van der Laan-gelden nog
steeds goed besteed worden.
De valkuil in deze discussie is zonder
meer een vermenging van doel
(beschikbaarheid goed opgeleide
archivarissen) en middel (al dan niet
goed functionerende Archiefschool).
Voorwaarde voor een mooie uitkomst
lijkt mij een heldere en breedgedragen
visie van de archivarissen op het vak
van vandaag en morgen. En een beet
je concreet en snel graag. Over dit
onderwerp wordt al tien jaar gekletst,
waarbij periodiek een partij naar de
slachtbank wordt gedragen. Maak
eens een keuze!
Opleiding van 1 a 1,5 jaar
biedt voldoende basis voor
functie in het archiefwezen
Ik had nooit verwacht dat mijn twee
columns over de herinvoering van een
korte, allround archiefopleiding zoveel reac
ties en discussie zouden oproepen. Zo waar
schuwt Hans Scheurkogel van de
Archiefschool mij in het vorige nummer
van dit blad dat ik misschien niet het
gevecht, maar uiteindelijk wel de oorlog zal
verliezen. Verrassend. Ik wist niet dat ik in
oorlog was en weet dan ook in het geheel
niet tegen wie. Zeker niet tegen de
Archiefschool. Dat kan ook niet, want die
nam zelf afscheid van de korte archiefoplei
ding om haar te verruilen voor een vierjari
ge HBO-opleiding. Waarom zou zij zich dan
toch zo aangevallen voelen?
Toch lijkt de persoonlijke toonzetting van
Scheurkogels artikel erop alsof hij wel op
oorlogspad is. Zo vindt hij mijn column het
niveau hebben van de onderbuik en verge
lijkt hij mij met Leo Derksen, de beruchte
voormalige columnist van De Telegraaf bij
wie vergeleken Paul Cliteur een marxisti
sche revolutionair is. Ook plaatst hij vraag
tekens bij de positieve reacties die ik beweer
te hebben ontvangen op mijn eerste
column. Helemaal vilein wordt hij daar
waar hij mij ervan beticht dat ik mijn
columns misbruik om reclame te maken
voor de Stichting GO, waarvan ik voorzitter
ben. Wat is het geval? Na de overdonderen
de reacties op mijn eerste column besloot ik
een aantal van degenen die reageerden uit
te nodigen voor een discussiebijeenkomst
over dit onderwerp. Om praktische redenen
verzocht ik de Stichting GO deze bijeen
komst te organiseren. Toen ik vernam dat
de Archiefschool daarover zeer vertoornd
was, werd ook zij hiervoor uitgenodigd.
Helaas wees de directeur deze uitnodiging
van de hand. Dan moet je verder ook niet
zeuren. Overigens, ik begrijp wel een beetje
de reacties van deze opleiding. Na eerst een
kritisch rapport van de Raad voor Cultuur
over de Archiefschool en vervolgens de ini
tiatieven van het Nationaal Archief om een
eigen opleiding te verzorgen, valt een
column over dit onderwerp van de vroegere
gemeentearchivaris van Alkmaar ook nau
welijks meer te verdragen.
Maar goed, laten we ons vooral beperken
tot de inhoud. Kern van mijn betoog is, dat
voor bijna iedere functie in het archiefwe
zen een opleiding van één a anderhalf jaar
een voldoende basis biedt. De rest kan wor
den geleerd in de praktijk of via gerichte
applicatieopleidingen. Kortom, ik mis de
inhoudelijke argumentatie om hier een
opleiding tegenover te plaatsen met een
studieduur van vier jaar. Een hoofd van een
studiezaal of een inventarisator of welke
andere functionaris op een archiefdienst
hoeft niet vier jaar bezig te worden gehou
den: hij of zij kan al veel eerder aan de slag
en daarmee kan ook handenvol overheids
geld worden bespaard. Het argument dat de
veranderingen in het archiefwezen zo tal
rijk zijn dat daar nu eenmaal veel meer tijd
voor nodig is, overtuigt mij al evenmin.
Ook dat zou pleiten voor een korte oplei
ding. Immers, wat je aan het begin van je
opleiding leert is na drie of vier jaar dan
weer hopeloos verouderd.
Een groot voordeel van zo'n korte oplei
ding, zo is mijn stellige overtuiging, is dat
die aantrekkelijk is voor mensen die al lan
ger in de samenleving rondlopen en die op
wat latere leeftijd hun keuze maken voor
het archiefvak. Volgens Scheurkogel was die
categorie mensen al aan het eind van de
jaren tachtig uitgestorven en kwamen er
alleen nog maar kneuzen af op de archief
opleiding. Daar geloof ik eerlijk gezegd niets
van. Als archivaris van Alkmaar was ik juist
zeer ingenomen met de mensen die zich
eind jaren tachtig meldden bij het
Alkmaarse archief: stuk voor stuk gemoti
veerde doordouwers.
En als deze mensen zo gemotiveerd zijn,
aldus Scheurkogel, dan kunnen ze toch ook
net zo goed een vierjarige opleiding volgen?
Dat getuigt toch wel van heel weinig kennis
van en begrip voor de mogelijkheden van
her- en zij-intreders. De meesten kunnen
zich niet zomaar vier jaar vrijmaken. En
waarom zouden ze ook? Na één of ander
half jaar zijn ze, ook door hun maatschap
pelijke ervaring en vooropleiding, uitste
kend gekwalificeerd voor de functies die het
archiefwezen in de aanbieding heeft.
Uit een onderzoek van de Rijksarchiefdienst
naar de personeelsbehoefte bij de archiefin
stellingen blijkt dat de huidige archiefoplei
ding niet aansluit bij wat wordt gevraagd in
het archiefwezen: kennis van vakken als
paleografie, geschiedenis en ordenen en
beschrijven schiet doorgaans tekort.1 Ook
de stages van de huidige opleiding (in totaal
drie maanden) zijn onvoldoende om goed
toegerust aan een loopbaan in het archief
wezen te beginnen. Bovendien is het aantal
afgestudeerden van de huidige archiefoplei
ding te gering om te voldoen aan de vraag.
Kortom, allemaal argumenten die pleiten
voor een nieuwe archiefopleiding die men
sen opleidt voor functies in het openbare
archiefwezen en waarin naast vakken als
digitalisering en communicatie weer volop
aandacht wordt besteed aan onderwerpen
als chronologie, geschiedenis, ordenen en
beschrijven alsmede paleografie.
Zelf rondde ik in 1980 de middelbare
archiefopleiding af. Zonder die korte oplei
ding zou ik nooit het archiefwezen hebben
betreden. Als Hans Scheurkogel dat eerder
had geweten, zou hij er al in 1979 een vier
jarige opleiding van hebben gemaakt.
31
Rosanne Vis en José van der Gun
Max Beekhuis,
directeur Doxis
Gerrit Valk
Noot
J.A.M.Y. Bos-Rops, Deskundigheidsbehoefte bij
RHC's, Rijksarchieven en het Nationaal Archief.
Eindrapport. 2003.
archievenblad
mei 2004
mei 2004
archievenblad