de praktijk Het symposium werd gehouden in het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documen tatie (RKD), gehuisvest in het complex van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Tijdens de ontvangst met thee en koffie, in een overigens krappe hal, zag ik aan de deelnemerslijst dat vanuit verschillende disciplines interesse bestaat voor dit onderwerp. Bedrijfsarchivarissen, archief- en museummedewerkers en (grafisch) vormgevers hadden gehoor gegeven aan de uit nodiging. Om 14.00 uur heette Jos Hoitkamp van Premsela de deelnemers welkom. In zijn inleiding gaf hij aan dat de hoofddoelstelling van de projectgroep het opstellen is van een Centraal Register van Vormgevingsarchieven. Het RKD stelde daartoe een longlist van 1200 vormge vingsarchieven samen. De komende tijd zal de aandacht vooral gericht zijn op de selectie van veertig a vijftig bedreigde vormgevingsarchieven. Zijn die archieven nog te redden en waar zouden ze geplaatst kunnen worden? De projectgroep streeft naar een optimaal gebruik van het bestaande netwerk van archiefinstellingen. Staatssecretaris van OCW Medy van der Laan zou de opening verzorgen. Helaas kon zij niet aanwezig zijn vanwege de speciale vergadering van de Eerste en Tweede Kamer ter gelegenheid van het overlijden van prinses Juliana. Rudi Ekkart, directeur van het RKD, las de tekst van de staatssecretaris voor. Van der Laan benadruk te de kunst om de keuze te maken tussen bewa ren en vernietigen. Vernietigen is voor het bedrijfsleven vaak gewoon, voor de culturele erf goedsector is het een gruwel. Volgens haar zit de kracht van vormgeving als cultureel erfgoed zowel in de breedte als in de diepte. Nederland bracht vele goede vormgevers voort die ook internationaal waardering kregen. Maar niet alleen het uiteindelijke ontwerp of product is van belang, ook het proces van totstandkoming en de (maatschappelijke) context waarin het product is ontworpen. Marie-Laure Jousset, conservator van het Centre Pompidou in Parijs, opende de eerste lezing met de opmerking dat zonder archieven de geschiedenis zich herhaalt. Ze legde de relatie tussen beeldende kunst, architectuur en toege paste kunst, oftewel design. Bij beeldende kunst is er vaak geen probleem met betrekking tot archiefvorming en -beheer. Als voorbeeld haalde ze Picasso aan die alles bewaarde. Ook in de architectuur is de archivering goed georgani seerd. Voor design is de situatie echter complex. Enerzijds omdat het een jong beroep is, ander zijds omdat toegepaste kunst gelieerd is aan bedrijven en de markt. De vormgevingsarchie ven bevinden zich in de bedrijven en het resul taat, het product, is op de markt. Verder gaf Jousset aan dat de prijzen van de archieven hand in hand gaan met de prijzen van de pro ducten. Zo werd onlangs in Ierland 1 miljoen euro betaald voor het archief van Eileen Gray, terwijl dat archief dertig jaar geleden voor niets geacquireerd had kunnen worden. Jousset pleitte voor samenwerkingsverbanden met universiteiten en computerbedrijven. Ze haalde de Universiteit van Parma als voorbeeld aan, waar onder leiding van Arturo Quintavalle volgens haar de beste collectie van vormgevings archieven is samengebracht. Computerbedrij ven kunnen behulpzaam zijn bij het digitalise ren van archieven en daarmee ook hun naams bekendheid verhogen. Waar Jousset het vooral had over de grote namen in de designwereld, sprak Timo de Rijk over de anonieme ontwerpers. Begin jaren negentig was De Rijk als onderzoeker aan de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft bezig met een onderzoek naar huishoudelijke apparaten. Er was toen niets te vinden over pro- ductvormgeving. In de jaren daarna voltrok zich de trend dat commerciële bedrijven hun eigen de praktijk ontwerpen gingen musealiseren. Aan de hand van een diapresentatie liet De Rijk een aantal voorbeelden zien. Het bedrijfsarchief van Philips had bijvoorbeeld maar enkele dozen archief bewaard met betrekking tot de vormgeving van Philips-producten. Bij Inventum waren de pro ducten en prototypes helemaal weg. De Gemeentelijke Electriciteitswerken in Amster dam verbaasden De Rijk daarentegen met een grote collectie bewaarde producten. De Rijk gaf tevens het belang aan van originele schetsen, aantekeningen of foto's. Door digitali sering kunnen aanwijzingen verloren gaan die juist iets over de betekenis en geschiedenis van een product vertellen. Ook demonstratiemateri aal laat zien met welke betekenis een product werd verkocht of gebruikt. Dit zijn allemaal ele menten van een vormgevingsarchief die een tra ditionele archivaris niet als archief zou beschou wen, maar die wel degelijk van waarde zijn. Esther Cleven, verbonden aan museum De Beyerd in Breda en aan de Universiteit van Amsterdam, ging als laatste spreker in op de problematiek van het beheer van grafische ont werpen. Terwijl de twee eerdere betogen over driedimensionale objecten gingen, gaat het bij grafische vormgeving om (oud) papier. Dat gegeven brengt weer problemen met zich mee, want is oud papier in een vormgevingsarchief nu een historisch document, een artefact of een creatief product? Daarbij komt nog dat artefacten in behoorlijke oplagen zijn gemaakt en het lastig te bepalen is of je met een uniek exemplaar te maken hebt of niet. Niet alleen de hoge oplagen, ook het grote aantal betrokken partijen bij het grafisch ontwerpproces beïn vloedt de spreiding van het erfgoed grafisch ontwerpen. Auteurs, fotografen, tekenaars, drukkers en uitgevers zijn allen potentiële archiefvormers. Inmiddels waren er ruim twee uur verstreken. De tijd was ongemerkt voorbijgegaan doordat de sprekers gebruik maakten van beeldmateri aal en hun publiek betrokken bij hun betoog. Na een korte pauze ging iedereen snel door naar de workshop van zijn of haar keuze. Er waren vier workshops georgani seerd. De eerste workshop onder lei ding van Anita Hopmans van het RKD ging in op het nieuwe Centrale Register van Vormgevingsarchieven dat per 1 januari jongstleden van start is gegaan. Het register biedt een inventarisatie en registratie van vormgevingsarchieven in Nederland. In de workshop werd de opzet van het register gede monstreerd. De tweede workshop was vooral bedoeld voor bedrijfsarchivarissen. Daarin werd door Mariet Wiliinge van het NAi aandacht besteed aan vormgeving in bedrijfsarchieven en aan belangrijke elementen van een vormgevings- bedrijfsarchief. De derde workshop werd gegeven door Karin van der Heiden van het NAGO en was bedoeld voor vormgevers. Zij kregen adviezen en tips bij het vormen van een eigen archief. De workshop waar ik me voor had aangemeld had de titel 'Archieven en Musea'. Ida van Zijl van het Centraal Museum deelde de groep in drie kleine groepjes, die elk een stelling ter discussie kregen. Ik sloot me aan bij de groep die de derde stelling onder de loep nam. De stelling luidde: 'op termijn moet er een NAi of een RKD voor de Nederlandse vormgeving komen'. We kwamen tot de conclusie dat er om te beginnen een cen trale database moet zijn waarin vermeld wordt wat waar te vinden is. Als het platte materiaal van een vormgevingsarchief bij een archiefinstel ling is ondergebracht en de bijbehorende objec ten bij een museum, moet dat uit de database blijken. Na aan klein uur discussie werden de uit komsten van de drie stellingen met de hele groep gedeeld en was het tijd voor de borrel. Alhoewel sommige deelnemers moeite hadden de borrellocatie te vinden, bleven veel mensen napraten en werd er nog kort aandacht besteed aan het tienjarig bestaan van het NAGO. Al met al was het een interessante dag die aan mijn ver wachtingen voldeed. Aandacht voor vormge vingsarchieven is nodig. Niet alleen voor het behoud van de archieven, ook inhoudelijk moe ten ze anders benaderd worden. Traditionele ont sluitingsmethoden schieten tekort. Archivering van vormgevingsarchie ven vereist een integrale aanpak door zowel de archiefsector als de museale sector. 29 Marie-Laure Jousset. rchiefin Vorm Door Virginie Mes* Anderhalf jaar geleden riep Premsela, stichting voor Nederlandse vormgeving, een projectgroep in het leven met als doel initiatieven te ontplooien op het gebied van archivering en vormgeving. Een van die initiatieven was het 24 maart jongstleden gehouden symposium 'Archief in Vorm'.1 Met dit symposium hoopt de projectgroep het vraagstuk van archive ring van vormgevingsarchieven op de (politieke) agenda te krijgen. Dat de behoefte aan informatie en discussie over dit vraagstuk groot is, bleek wel uit de opkomst van 160 personen. Toegepaste kunst Anonieme ontwerpers en bedrijfsarchieven archievenblad Grafische vormgeving Workshops Virginie Mes is archivist bij het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven. De workshop bedrijfsarchieven. Noot Het symposium 'Archief in Vorm' is een samenwerkingsproject van Premsela met NAi (Nederlands Architectuurinstituut), NAGO (Neder lands Archief Grafisch Ontwerpers), RKD (Rijksbureau voor Kunsthisto rische Documentatie), De Beyerd (museum voor grafische vormgeving in oprichting). Faculteit Industrieel Ontwerpen Technische Universiteit Delft, ICN (Instituut Collectie Nederland) en de BNO (Bond voor Nederlandse Ontwerpers) en BNI (Beroepsvereniging Nederlandse Interieurarchitecten). mei 2004 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2004 | | pagina 14