a Man denkt an daswas man verliep- was man gewohnt warbleibt ein Paradies GoetheFaust r archiefopleiding archiefopleiding Diploma voor middelbaar archiefambtenaar '4; De eerste column van Valk leek vooral de cri de coeur waarop een columnist nu eenmaal recht schijnt te hebben: een column vanuit de onder buik. Het type waarmee uiteindelijk ook Leo Derksen indertijd een bekende Nederlander is geworden. De tweede bijdrage wijst naar een bedenkelijker niveau: Valk bespreekt hierin de 'vele positieve reacties' die hij heeft ontvangen, maar poneert in die context wel erg moeilijk te con troleren feiten en wel erg suggestieve waarheden. Bovendien haalt hij er zaken bij die niet per se zijn standpunt onderbouwen. Eén voorbeeld slechts: een 'directeur van een grote archiefdienst' krijgt een vacature niet vervuld. Gaat het hier dan toch niet eerder om de functie zelf? Waar blijven bijvoorbeeld de sol- licitanten-oude-stijl? Dus: heeft Valk nagegaan of de vacature interessant genoeg is? Heeft Valk zich überhaupt willen afvragen of vacatures buiten het openbaar archiefwezen interessanter zouden kunnen zijn - en zich gereali seerd dat daarin wellicht een heel ander aspect van het probleem ligt? Onthullend is zijn mededeling over 'een grote instelling die tal van oplei dingen verzorgt' en die Valk 'heeft laten weten' hiervoor een oplossing te gaan bieden. Dat is toch de instelling die in de Almanak 2004 (14.5) Valk opvoert als voorzitter van het bestuur: de Stichting GO? Valk heeft gewoon zijn column in het Archievenblad gebruikt om reclame (en/of stem ming) te maken voor zijn eigen opleiding. Wat zich hier wreekt is het ontbreken van een platform voor en/of interesse in een discussie op niveau. Immers, de veranderingen van 1995 zijn indertijd uitgebreid besproken met alle gre- mia van het archiefwezen; het draagvlak bleek uiteindelijk breed genoeg voor de ministeriële regeling. Sindsdien heeft een aanzwellende golf collega's zich opgewonden over het teloorgaan van de middelbare opleiding. Zij hebben hun stem al die jaren niet of nauwelijks laten horen maar melden zich nu opeens massaal - maar let wel: anoniem - bij een columnist. Waarom hebben zij zich niet eerder geroerd in de KVAN, zich gewend tot de Archiefschool of zich vervoegd bij de Adviescommissie Opleidingen, bedoeld als de vertegenwoordiging van het veld? Ik wil in dat verband de knuppel best in het hoenderhok gooien. De kern van mijn kritische opmerkingen is: het pleidooi van Valk voor eer herstel berust op een aantoonbaar onjuist beeld van de 'middelbare opleiding'. De leerlingen in de oude-stijl-opleiding waren vooral zij- en her-intreders; zij maakten een zeer gemotiveerde keuze voor het beroep. Deze karakteristiek van de rekrutering gaat wellicht op voor de actieve tijd van Valk als archivaris, maar klopt zeker niet met de laatste jaren van de oude-stijl-opleiding. Toen eind tachtiger jaren de selectie voor toelating tot de opleiding gecen traliseerd werd, kwamen kommer en kwel ondubbelzinnig boven. Er meldden zich inder daad ruim voldoende kandidaten en inderdaad overwegend zij- of herintreders aan, maar 'men sen die al wat langer in de maatschappij hadden rondgekeken en die vervolgens een zeer gemoti veerde keuze maakten voor het beroep van archivaris' zaten daar steeds minder bij. Een aan zienlijk percentage was door een uitkeringsin stantie gestuurd, een deel probeerde de oplei dingseis te omzeilen ('middelbaar' klinkt als MBO, dus waarom dan VWO als ingangseis?), weer een ander segment wilde wel, maar uitslui tend met een betaalde stageplaats bij de RAD. De selectiecommissies hebben regelmatig hun zorg erover geuit, dat zij nauwelijks in staat waren voldoende goede kandidaten te selecteren; zij hebben de Archiefschool dan ook geadviseerd de numerus fixus naar beneden bij te stellen. En die liep hard terug: van 45 naar 30 naar 18... Valk: 'De huidige opleiding is te lang voor zij- en herintreders, dus die haken af.' Hebben we nu te maken met zeer gemo tiveerde zij- en herintreders of niet? Hoe laat zich dat rijmen met de voorwaarde dat de opleiding niet langer dan een jaar mag duren? Klinkt dat niet toch een beetje te veel als het eerdere 'alleen als ik een betaalde stageplaats krijg'? Al decen nia lang maken immers tienduizenden zij- en herintreders in Nederland een zeer gemotiveerde keuze - en schrijven zich vervolgens in als deeltijdstudenten voor een vierjarige HBO-opleiding; alleen al op de Hogeschool van Amsterdam is het aantal deeltijders gemiddeld zo'n 4200. Ter herinnering: de middelbare opleiding was een opleiding op HBO-niveau. De toelatingseis was VWO en een combina tie van diploma en drie jaar ervaring gaf bij het Rijk formeel recht op inzet en inschaling op HBO-niveau. Meerdere middelbaren hebben, vaak tevergeefs, gevochten om dat recht te krijgen: het kwam werkgevers blijkbaar goed uit deze werknemers onder hun formele niveau in te zetten. De nieuwe constructie zorg de op dit punt tenminste voor duidelijk heid: een echte HBO-opleiding - en dus een vierjarige opleiding. Ergo: als Valk medewerkers op HBO- niveau wil hebben zal hij die medewer kers ook op dat niveau moeten laten wer ken. Als hij medewerkers onder HBO- niveau wil, dient hij zich toch echt serieu zer af te vragen hoe zich dit in een moder ne setting laat realiseren. Frappant detail: de ECABO onderzoekt de mogelijkheden voor een opleiding op MBO-niveau, maar... ook die gaat vier jaar duren. Valk: 'De opleiding-oude-stijl was zo praktijkgericht dat de archiefschoolverlater onmiddellijk aan de gang kon.' Het geheugen van Valk laat hem hier een beetje in de steek, vrees ik. De verande ring in de opleiding werd mede gestimu leerd door de zorgwekkende ontwikkelin gen in het dynamisch archiefbeheer (overproductie, ontwikkeling ICT e.d.). Tegen die achtergrond werd algemeen geconstateerd dat de traditioneel opgelei de archivarissen op deze uitdagingen onvoldoende waren voorbereid. De opleiding werd immers vooral inge kleurd door de stageplaats, en dus niet per se door nieuwe uitdagingen. Stagiai res konden verplicht worden de compu ter op de stageplaats te negeren en ouder wets fiches aan te maken ('zo hebben wij het ook geleerd'). Als Valk dat bedoelt met 'zo praktijkgericht dat de archief schoolverlater onmiddellijk aan de gang kon' laat zich ook voorstellen, waarom een aanzienlijk percentage van het beroepsveld digitaal archief nog steeds niet als een belangrijke prioriteit beschouwt. De verschuiving van het accent naar 'cultureel erfgoed' laat onver let dat de archiefopleiding-oude-stijl hier op evenmin aangesloten zou hebben. Om kort te gaan, de 'middelbare oplei ding' leidde uiteindelijk nergens meer voor op: voor een verbreding in de rich ting van Records Management was zij te traditioneel, voor een verbreding in de richting van cultureel erfgoed te archivis- tisch. Niet voor niets wezen dan ook juist de archivarissen in de selectiecommissies de veelbelovende kandidaten erop, dat zij in een fuik aan het zwemmen waren: snel klaargestoomd worden voor een praktische functie in een wel erg klein beroepsveld. Is daarin sindsdien een spectaculaire ver andering opgetreden? Wemelt het op eens van de carrièreperspectieven? Re gent het opeens advertenties? En, indien niet, is het dan wel verantwoord een nieuwe lichting van - ooit door Joan van Albada als 'kanonnenvoer' gekarakteri seerde - medewerkers te creëren? Conclusie Harold MacMillan heeft eens geadvi seerd het verleden als springplank te gebruiken en niet als sofa. Valk opteert nadrukkelijk voor de sofa - en installeert zich daarop mijns inziens wel wat al te gemakkelijk. Ik vertrouw erop dat het archiefwezen de springplank verkiest en een constructievere oplossing zal willen vinden voor de knelpunten waarvoor het archiefwezen en de archiefopleidingen zich nu en in de toekomst gesteld zien. 22 23 Gerrit Vslk op do sofav/wi het toededen Door Hans Scheurkogel* De commissie bedoeld in artikel 34, derde lid, van het Archiefbesluit verklaart dat heden met goed gevolg het examen ter verkrijging van de hoedanigheid van middelbaar archiefambtenaar heeft afgelegd. Gerrit Valk heeft in zijn recente columns in het 'Archievenblad' een pleidooi gehouden voor 'Eerherstel voor de middelbare archiefopleiding'. Is dit nu waar het archiefwezen op zit te wachten? Er is natuurlijk veel aan het veranderen in het archiefwe zen en de opleiding van archivarissen verdient in die context serieuze aandacht. Maar met een pleidooi als dat van Valk komen we er niet: wie zich terugtrekt in nostalgische loopgraven verliest wellicht niet het gevecht, maar uiteindelijk wel de oorlog. De communicatie De discussie Deelnemers aan de werkweek van 20-24 maart 1972 in 'Woudschoten' te Zeist. Hans Scheurkogel is coördinator opleidingen van de Archiefschool. archievenblad april 2004 april 2004 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2004 | | pagina 11