Digitale Oplossingen MAIS m Theater Instituut Nederland HaegheVelde BV BuroDenBoer 1 nnnnnnoonnnoonnn een krachtig i nSTRUm eNT van DE REE archiefsystemen Resultaat van daadkracht, visie en innovatie REDT UNIEKE THEATERREGISTRAT IES Document Management - uw technische tekeningen, tekstdocumenten en foto's bij elkaar in één file - doorzoekbaar op tekst, OMR en IMR - scannen van boeken en tijdschriften, dossiers, registers, akten, persoons- en woningkaarten - scannen in kleur: diverse bestandsformaten □□□□□□□□□□□□□□□O 's Gravenhage 070-3096039 lnfo@haegheVelde.nl www.haegheVelde.nl .f, doe\** DE REE O archiefsystemen meuws uit het veld Historisch archief Amstelveen verhuist naar Gemeentearchief Amsterdam Verfilming en digitalisering van de Handelingen der Staten- Generaal 1814-1995 gestart Onze medewerker die verspreid over heel het land wonen en werken, hebben jarenlange ervaring op het vakgebied van documentaire informatievoorziening, en een gedegen vakopleiding (minimaal SOD-2). Ze zijn daardoor direct op iedere plaats binnen de informatievoorziening inzetbaar. Ons dienstenpakket omvat ondermeer: detachering van dossiervormers inventarisatie inhaaloperaties Invallen tijden ziekte- of vacatureperioden advisering interim-management - consultancy Jan van Renesseweg 4 Postbus 37, 4325 ZG Renesse tel. 01 11 - 46 20 24 fax. 01 11 - www.burodenboer.nl E-mail: info@bdb.nl 46 35 50 rnmfc flexis Voor meer informatie of een vrijblijvende demonstratie van MAIS-Flexis kunt u contact met ons opnemen Lijnbaanstraat 2 9711 RV Groningen 0503112600 ederee@de-ree.nl MAIS-Flexis is een krachtige applicatie waarmee archieven en andere collecties, zoals foto-, geluid- en filmarchieven, effectief beschreven en ontsloten kunnen worden. Flexibiliteit, een gebruiksvriendelijke interface, exports naar onder meer Word en internet, dat is de kracht van MAIS-Flexis! Door onze expertise op het gebied van conversies van bestanden kan de overgang van uw huidige systeem naar MAIS-Flexis eenvoudig, snel j en adequaat verlopen. Theater Instituut Nederland gaat in 2004 bedreigde onderdelen van zijn collec tie theatererfgoed aanpakken. Hiervoor ont vangt het Theater Instituut een eenmalige extra bijdrage van 250.000 euro van het Ministerie van OC&W. Met name worden opnamen van toneel- en dansproducties gered door het overzetten van de opnamen op oude videobanden naar digitale dragers. Theater Instituut Nederland (TIN) beschikt over unieke toneel- en dansregistraties vanaf de jaren zeventig. De meeste daarvan zijn door gezelschappen voor eigen gebruik gemaakt met videocamera. Maar ook het TIN maakte opnamen. Veel van deze opna men zijn in de collectie videoregistraties van het TIN terug te vinden. De oudste exemplaren van de video's (de zogenaamde Umatics) gaan echter in kwaliteit hard ach teruit. Enkele jaren geleden zijn met finan ciële hulp van de Mondriaan Stichting de meest bedreigde video's gedigitaliseerd. Dankzij bijdragen van het Ministerie van OC&W en wederom de Mondriaan Stichting worden nu de resterende 1500 videobanden overgezet op digitale dragers (de zogenaamde DVC pro). Ook worden er dvd's van gebrand zodat gebruikers van de TIN-mediatheek toegang hebben tot deze unieke theaterregistraties. Met de extra bijdrage van het ministerie kan het TIN naast de theaterregistraties ook enkele andere dringende achterstanden in conservering, registratie en digitalisering van zijn collectie aanpakken. Dit sluit aan op de prioriteit van het TIN om de collectie Nederlands theatererfgoed door digitalise ring via het internet toegankelijk te maken. In de uitgebreide database van het TIN staat inmiddels informatie over ruim 65.000 voorstellingen. Vanaf 1985 zijn alle produc ties ingevoerd. Met het extra geld zullen versneld ook alle producties vanaf 1945 worden ingevoerd. Deze database is te raad- plegen via internet op www.tin.nl. In 2003 zijn al circa 12.000 prenten en teke ningen ingevoerd en gedigitaliseerd. Deze zijn medio 2004 op www.tin.nl te zien. Met de extra middelen worden de overige 5.000 prenten gedigitaliseerd. Met de bijdrage wordt het ook mogelijk om belangrijke stukken van de nog niet in de computer ingevoerde collectieonderdelen (met name maquettes en accessoires) te beschrijven, fotograferen, verpakken en/of restaureren. Dit gaat in 2004 gebeuren. Een deel van het depot zal worden voorzien van beter werkbare plaatsingscodes, zodat mate rialen efficiënter opgeslagen kunnen wor den. Ook zullen nog enkele honderden boe ken en video's aan de catalogus worden toe gevoegd. Via fondswerving probeert het TIN de effec tiviteit van de extra gelden nog te verho gen. Zo zijn voor het digitaliseren van de collecties poppen, maskers en geluid nog geen middelen beschikbaar. Het Amstelveense historisch archief gaat verhuizen naar het Gemeentearchief Amsterdam. Onder het Historisch Archief Amstelveen vallen naast de historische archieven van Nieuwer-Amstel en Amstel veen een aantal particuliere archieven en verzamelingen. De historische archieven van Nieuwer- Amstel en Amstelveen werden opgeslagen in de archiefruimte van het raadhuis. Deze archiefbewaarplaats voldoet niet aan de eisen die door de Archiefwet 1995 worden gesteld. De provinciale archiefinspectie heeft in maart 2000 een rapport uitge bracht over de status van de Amstelveense archieven. Aangezien Aalsmeer, Uithoorn, Ouder-Amstel en Diemen in dezelfde situ atie verkeren, is in eerste instantie gepro beerd tot een regionale oplossing te ko men. Helaas is geen overeenstemming be reikt voor het realiseren van een Regionaal Historisch Centrum met daarin een regio nale archiefdienst. Als gevolg hiervan is men op zoek gegaan naar alternatieven. Voor Amstelveen was het aanpassen van de bestaande archiefbewaarplaats geen optie, gezien de hoge kosten en het feit dat er geen goede bezoekersvoorziening met stu dieruimte kan worden gerealiseerd zoals aangegeven in de Archiefwet. Amstelveen heeft, op basis van vergelijking van de kosten, ligging en historische ach tergronden, gekozen voor het Gemeente archief Amsterdam. In de voorbereiding op deze besluitvorming heeft regelmatig afstemming plaatsgevonden met vertegen woordigers van de Vereniging Historisch Amstelveen (VHA). Onlangs zijn de archieven van Nieuwer- Amstel en Rietwijkeroord over de periode 1601 tot en met 1939 naar het Gemeen tearchief Amsterdam overgebracht. Ook de in het Amstelveense historisch archief be heerde particuliere archieven en verzame lingen maakten daar deel van uit. In 2006 moeten de Amstelveense archieven van 1940 tot en met de jaren tachtig bewerkt en toegankelijk zijn gemaakt. Vervolgens worden zij overgebracht naar het Amster damse gemeentearchief. Vanaf dat mo ment zullen de historische archieven van de gemeente Amstelveen voldoen aan de wettelijke eisen en toegankelijk zijn voor raadpleging. In 2003 zijn alle toegankelijke aktes op microfilm gezet. Deze gegevens kunnen straks in het Gemeentearchief Amsterdam op microfiche worden geraadpleegd. De ar chieven zullen enige tijd voor bezoekers niet te raadplegen zijn. De hernieuwde openstelling van de verschillende archie ven wordt op de websites van het Gemeen tearchief Amsterdam (www.gemeentear- chief.amsterdam.nl) en het Gemeente archief Amstelveen (www.amstelveen.nl) bekendgemaakt. Eind 2003 is de Koninklijke Biblio theek in nauwe samenwerking met de Tweede Kamer een nieuw project gestart. Doel van dit project is de Handelingen, Kamerstukken, Kamervragen en het Regis ter van de Staten-Generaal over de periode 1814-1995 via microverfilming te conserve ren en via digitalisering toegankelijk te maken voor het publiek. Het gaat om meer dan twee miljoen gedruk te pagina's, die in gebonden vorm versche nen zijn. Een groot deel van deze veel geraadpleegde bron verkeert in slechte staat. Het project bouwt voort op de bevindingen van een proefproject dat is uitgevoerd in 1999-2001De resultaten van deze pilot zijn te vinden op de website www.kb.nl/coop/ handelingen. Voor de uitvoering van het project is een speciale projectorganisatie gevormd. De microverfilming van een groot deel van het materiaal wordt ondergebracht bij Meta- morfoze, het nationaal programma voor conservering van de KB. Het project zal gefaseerd worden uitgevoerd. De looptijd voor het microverfilmingsgedeelte (1814- 1950) bedraagt twee jaar, de looptijd van het totale project zal zes jaar zijn. september 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2004 | | pagina 4