Het Digitaal Genootschap van het Verleden ofwel
VRAAG EN AANBOD
Napster voor historici
Ti
12 I
de praktijk
Haags zoekplaatje
13
Door Frans Hoving*
Eind 2001 verleende het Ministerie van
Economische Zaken een subsidie aan DIVA
voor het doen van een haalbaarheidsonder
zoek naar de toepassing van Napstertechno
logie op historische informatie. Die subsidie
was afkomstig uit het Nationaal Actieplan
Elektronische Snelwegen, dat tot doel heeft
de burger dichter te betrekken bij de digitale
informatiemaatschappij.
Napster voor historici, wat moet u
zich daar nu bij voorstellen? Informatie uit
archieven bevindt zich niet alleen bij over
heidsinstellingen, maar ook bij particuliere
organisaties en bij individuele burgers
thuis. Honderdduizenden Nederlanders
zijn historisch geïnteresseerd. Zij hebben
zelf gegevens verzameld, collecties aange
legd en beschreven en zij hebben hun ken
nis gepubliceerd.
DIVA wilde onderzoeken of en hoe databe
standen van particulieren kunnen worden
gekoppeld aan databestanden van profes
sionele instellingen. Wanneer je immers
alle historische informatie die opgeslagen
is op de pc's van individuele onderzoekers
via internet toegankelijk kunt maken,
open je daarmee een enorm areaal aan
gegevens. Want terwijl erfgoedinstellingen
toch vooral inzetten op het digitaliseren
van ontsluitende gegevens, verwerken
hun bezoekers juist de inhoud van de door
hen ontsloten bestanden.
En als je nog een stap verder redeneert,
kom je uit op een interactief netwerk waar
aan mensen en organisaties deelnemen,
die op een of andere manier belangstelling
hebben voor het (eigen) verleden. De deel
nemers delen hun kennis, becommenta
riëren eikaars werk, leveren aanvullingen
op eikaars bevindingen en stellen de resul
taten ter discussie.
Bovendien wordt de huidige eenzijdige
relatie leverancier (lees erfgoedinstelling) -
gebruiker een tweezijdige, particulieren
worden producenten en erfgoedinstellin
gen consumenten.
Hoofdpunten
Allerlei perspectieven openen zich,
maar wat betekent dat dan? En wie
zouden in zo'n Digitaal Genootschap van het
Verleden met al zijn mogelijkheden en
beperkingen geïnteresseerd zijn?
Het onderzoek concentreerde zich op vier
hoofdpunten:
het waardebod (wie zijn belanghebben
den en waarom zouden ze meedoen?);
de informatiediensten (welke diensten
moet het netwerk bieden om te kunnen
functioneren?);
de technologie;
de kosten.
Om te beginnen werd vastgesteld dat er
zowel onder gebruikers als onder aanbie
ders grote belangstelling bestaat voor een
dergelijke toepassing. Dat is natuurlijk
een gratuite constatering, want dat zegt
nog niets over het toekomstig gebruik.
Dat wordt namelijk eerder bepaald door
de ergonomie en functionaliteit van het
systeem, dan door de intrinsieke waarde.
Met andere woorden, het zijn de gebo
den informatiediensten, die doorslagge
vend zijn.
Wat gaat het systeem in de ideale situatie
nu bieden? Het moet drie functies ver
vullen. Allereerst moet het de publicatie
van gegevens, in welke digitale vorm dan
ook, mogelijk maken. Vervolgens moet
het de deelnemers in staat stellen die
informatie te verrijken, door commen
taar te kunnen toevoegen, door relaties
met andere informatie te kunnen aan
brengen en door waardeoordelen over de
informatie (en haar aanbieder) te kunnen
uitspreken. Ten slotte moet het ook inter
actie mogelijk maken tussen de aanbie
ders van informatie door het inrichten
van een zogenaamde community, waar de
deelnemers zich identificeren. Natuurlijk
spelen hier precies dezelfde vraagstukken
als elders op het internet rondom
authenticiteit, betrouwbaarheid en
houdbaarheid van informatie. Deze com
munity heeft van ons de naam Digitaal
Genootschap van het Verleden meege
kregen.1
De vraag naar de benodigde technologie is
niet een heel interessante vanuit innova
tief perspectief. De belangrijkste proble
men zijn eerder van organisatorische dan
van technische aard. Er moet een groot
aantal verschillende bestandsformaten
ondersteund gaan worden en informatie
zal niet altijd beschikbaar blijken. In
tegenstelling tot muziek, waarvoor
Napster bedacht is, is er niet een groot aan
tal kopieën van de gezochte informatie in
omloop. Vaak is er maar één uniek bestand
op één pc. Hoe verleen je daar nu toegang
toe? Dat veronderstelt een permanent on
line zijn van alle deelnemers, een weinig
realistisch uitgangspunt!
Kortom, het gaat om problemen die met
de bestaande technische kennis prima op
te lossen zijn, maar waarbij het vooral de
vraag is of die technische oplossingen aan
sluiten bij het gedrag van de deelnemers.
Omtrent de kosten valt nog weinig te zeg
gen. De ramingen lopen sterk uiteen, ter
wijl de kosten van de gevraagde technolo
gie nog altijd maar dalen.
De belangrijkste conclusie uit het onder
zoek was: er is een bewezen behoefte aan
het Digitaal Genootschap, de technologie
is beschikbaar, dus doe een pilot en onder
zoek in de praktijk of je het bij het rechte
eind hebt.
De oprichting van het Genootschap
Aan DIVA is nu uit hetzelfde
Nationaal Actieplan een vervolgsubsidie
ter beschikking gesteld om een start te
maken met het verwerkelijken van dit
Napstermodel.
DIVA heeft bijna twee jaar gekregen om
een technische infrastructuur op te zetten
voor een peer-to-peer netwerk waarbinnen
het Digitaal Genootschap kan bestaan en
om ermee proef te draaien. Dat proefdraai
en gebeurt met een drietal pilots, waarin
specifieke vraagstukken onderzocht wor
den. Daarin worden ook verschillende net
werkmodellen beproefd, waarbij het er
vooral om gaat om vast te stellen wat de
minimaal noodzakelijke behoefte is aan
sturing en centrale diensten.
Het gaat daarbij om de volgende onderzoe
ken:
1: De relatie tussen professionele instellingen
en individuele particuliere gebruikers.
Dit onderdeel van de pilot vindt plaats in
de gemeente Den Haag. Het Gemeente
archief Den Haag biedt momenteel via zijn
website een bijzondere functionaliteit aan.
Eigenaren van foto's van onbekende stads
en dorpsgezichten hebben de mogelijk
heid deze aan een groot publiek voor te
leggen. Bezoekers van de website kunnen
informatie aan deze foto's toevoegen.
De kernvragen die in dit onderdeel van de
pilot aan de orde worden gesteld zijn:
Wat is de toegevoegde waarde van de tus
senkomst van een professionele instelling
archievenblad december 2003
Deze opname door Simon E. Smit
laat een groentenwinkel zien rond
1954. Dat jaartal valt te lezen op
een kistje met worteltjes. Hero spi
nazie kostte 'uitgewogen' 45 cent
per pond. Van deze foto, afgebeeld
in 'Den Haag? Vertel mij wat!' op
pagina 28, is niet bekend om welke
winkel het gaat. Herkent u de inrich
ting of een van de medewerkers?
.1 '.it-*1'*.-;
v.W J?!<
Naam/datum
Paul Visser
12-11-2003 01:56
W. van der zalm
12-11-2003 09:59
Gerard Tentij
12-11-2003 12:43
joop Bleyie
15-11-2003 13:46
Wim van Lien
16-11-2003 00:59
waar is het?
Westeinde
indien
westeinde!!
Nog geen idee
De winkel van
Leen Franken
hoe zeker?
het zou heel
goed kunnen
het is maar een
idee
ik weet het zeker
het zou heel
goed kunnen
Van Kampen op het zou heel
het jonckbloetplein goed kunnen
toelichting
Zoon van groenteman
(helaas naam vergeten)
zat bij mij in 1955/57 in
dezelfde klas.
Ik herinner mij een groenteman.
De naam was: v. Alkemade
De jongeman op foto rechts
heeft een groentezaak gehad in
de Jan v.d Heydenstraat in de
bocht voor de haagweg.
Zijn naam is Henk Roest.
Er zijn geen of bijna geen
aanknopingspunten op de foto
te vinden. Ik zelf dacht de
winkel van Leen Franken te
herkennen. Deze was gevestigd
op de hoek Rijswijkseweg en
Wenckebachstraat
In mijn herinnering zag de zaak er
als op de foto uit. Ik begrijp dat er
nog meer van dat soort zaken
waren, maar toch....?
voor het functioneren van een dergelijke
voorziening?
Is een autonoom systeem waarbij geen
centrale sturing plaatsvindt mogelijk?
Op welke wijze komt het waardebod van de
individuele gebruiker tot stand en welke
factoren beïnvloeden dit waardebod?
2: De rol en functie van historische verenigin
gen.
Deze pilot vindt plaats in de provincie
Drenthe. Het Drents Archief onderhoudt
een uitgebreid netwerk met erfgoedinstel
lingen en historische verenigingen die
actief zijn in de provincie. Het beschikt
over hoogwaardig gedigitaliseerd en gevec-
toriseerd kaartmateriaal dat van grote bete
kenis is voor geïnteresseerden in de
geschiedenis van Drenthe. Dat kaartmate
riaal komt binnenkort op internet beschik
baar in het kader van het DIVA-project De
Woonomgeving. Er bestaat een lange traditie
van onderlinge samenwerking en uitwisse
ling van informatie binnen dit historisch
netwerk.
De vraagstelling richt zich met name op de
rol die historische verenigingen kunnen
en willen spelen bij het beschikbaar stellen
en onderling uitwisselen van informatie
die gerelateerd is aan het gedigitaliseerd
kaartmateriaal van het Drents Archief. De
pilot spitst zich toe op het tot stand komen
van een internetcommunity die historisch
materiaal bewerkt en beschikbaar stelt. Bij
het bewerken en beschikbaar stellen van
historisch materiaal is in het bijzonder
aandacht voor de problematiek rondom
betrouwbaarheid van informatie en de
bereidheid zich te conformeren aan een
metadatastructuur.
3: Interactieve participatie van erfgoedinstel
lingen, onderwijs- en onderzoekscentra.
Het Archief, centrum voor stads- en streek-
historie Nijmegen, beschikt over een uitge
breid databestand van eigenaren van ruim
2600 percelen in de Nijmeegse binnenstad
over de periode 1650-1832. Dit bestand is
gekoppeld aan oude en moderne kaarten
en vormt zo een unieke bron voor onder
zoek naar bewoningsgeschiedenis.
De historische betekenis van Nijmegen
gaat terug tot de Romeinse tijd. Dit materi
aal komt binnenkort beschikbaar op inter
net in het kader van het DIVA-project De
Woonomgeving. Vanuit verschillende
wetenschappelijke disciplines (archeolo
gie, bouwhistorie, mediëvistiek) vindt
reeds sinds jaar en dag onderzoek plaats
naar de nederzettingsgeschiedenis van
deze stad. Gegevens hierover bevinden
zich bij allerlei personen en instellingen.
De onderzoeksvragen richten zich op de
toegevoegde waarde van het Digitaal
Genootschap van het Verleden voor deze
gebruikers en leveranciers van erfgoedin
formatie.
Overigens is hiermee niet gezegd dat uw
instelling niet zou kunnen deelnemen aan
het netwerk, in de projectopzet is bewust
uitgegaan van een groeimodel. De grenzen
van het genootschap worden weliswaar
bepaald door het budget, maar niet door
onze ambitie. Heeft u concreet belangstel
ling voor deelname, neemt u dan contact
op met DIVA.
In januari 2004 gaat DIVA daadwerkelijk
van start met het project. Er wordt dan een
aparte projectsite ingericht, waar u de vor
deringen kunt volgen.
U kunt de hele rapportage van het vooron
derzoek, of een samenvatting daarvan,
downloaden van de website www.divakoe-
pel.nl, inclusief een kleine illustratieve pre
sentatie op de pc.
Frans Hoving is werkzaam bij DIVA.
Noot
1. Met dank aan Jos Taekema van de Vereniging DEN.
december 2003
archievenblad