EEN INITIATIEF VOOR HET VLAAMSE OVERHEIDSARCHIEF burengerucht burengerucht gevallen niet terug te vinden is. Vaak ont breken het begin van een handeling, de procedure, de betrokken diensten en de archiefproducten. Toch is deze lijst onmis baar om het verdere onderzoek voor te bereiden. Daarna volgt wat IAVA zo ver schillend maakt van PIVOT: de studie ter plaatse van het archiefbeheer van elke afdeling van het MVG. Centraal daarbij staan de bezoeken aan de archiefbewaar plaatsen en de interviews met de ambtena ren, want het MVG kent geen Dienst In formatievoorziening (DIV) zoals in Neder land. Op deze manier wordt informatie verzameld over de taken van een afdeling, de dynamische en statische archiefproduc ten die eruit voortvloei(d)en en de date ring, de ordening, de ontsluiting, de mate riële vorm en de omvang van de series. Het onderzoek ter plaatse laat ook toe om interne documenten te raadplegen, die de organisatie en de opdrachten van een afdeling kunnen verduidelijken. Om deze informatie om te vormen tot een bruikbaar instrument voor efficiënt archiefbeheer, wordt aan elk archiefpro duct een administratieve bewaartermijn en een definitieve bestemming toege kend. De bewaartermijnen worden inge vuld door de administratie. De medewer kers informeren reeds naar termijnen tij dens het interview met de ambtenaar die de stukken in kwestie behandelt. De vraag kan ook op een hoger niveau beantwoord worden: het afdelingshoofd of het college van afdelingshoofden (COVA) beslist dan over een bewaarter mijn. Over stukken met een juridisch belang kan dan weer uitspraak worden gedaan door een juridische afdeling of cel binnen het MVG. De definitieve bestemming van elk archiefproduct geeft aan wat er dient te gebeuren nadat de administratieve bewaartermijn verstre ken is. Er zijn maar twee mogelijkheden: permanent bewaren, eventueel na een selectie, of vernietigen. Deze beslissing wordt gemaakt door een archivaris van het Rijksarchief, die oordeelt over de cul turele en de historisch-wetenschappelij- ke waarde. Daarbij brengt hij zowel de taak en de handeling in rekening als de inhoud van het archiefproduct. PIVOT kent twee eindproducten: het Rapport Institutio neel Onderzoek (RIO) en het Basis Selectie Document (BSD). Het RIO bevat een overzicht van de handelingen per be leidsterrein, terwijl het BSD voor één actor de handelin gen en hun waarde ring weergeeft. Bij IAVA is er slechts één eindproduct: het archiefbeheersplan (ABP). Dit bestaat in feite uit een combi natie van RIO en BSD. Een institutionele studie van de archiefvormer wordt gevolgd door een systematisch overzicht van alle taken en handelingen die door die archiefvormer en/of zijn rechtsvoor- gangers uitgevoerd zijn. Aan elke hande ling zijn de bijhorende archiefproducten gekoppeld. De archiefproducten worden beschreven met vermelding van de admi nistratieve bewaartermijn en de definitie ve bestemming. De archiefbeheersplan nen vormen een leidraad bij het archief beheer door de archiefvormer en bij het toezicht op dit archiefbeheer door het Rijksarchief. Net als in Nederland wordt in Vlaanderen een 'handelingenbank' ontwikkeld. Het is de bedoeling om alle gegevens uit de archiefbeheersplannen in die databank in te voeren. Zo beschikt het Rijksarchief over een zoekinstrument dat alle archiefbeheersplannen bundelt en dat toelaat wijzigingen aan te brengen en het overzicht te behouden over de beleidsdomeinen heen. Hoewel de ambtenaren van het MVG via de interviews met de IAVA- medewerkers een belangrijke bijdrage leveren tot de realisatie van de archiefbe heersplannen, blijven de plannen een product van het Rijksarchief. De uitvoe ring van de archiefbeheersplannen is echter een taak voor het MVG. Aan gezien binnen het MVG geen structureel archiefbeheer aanwezig is, hangt de uit voering van de plannen af van de good will van de leidende ambtenaren om hiervoor mensen en middelen in te zet ten. Het IAVA-project verliep tot nu toe zeer vlot. De projectmedewerkers konden rekenen op de bereidwillige medewer king van de ambtenaren van het Ministerie van de Vlaamse Gemeen schap. Zij leverden in samenwerking met de archivarissen van het Rijksarchief reeds verschillende archiefbeheersplan nen af, die door de betrokken afdelingen duidelijk op prijs werden gesteld. In de komende twee jaar dat het project loopt, zal deze werkwijze worden voortgezet. Op die manier zullen voor een groot deel van het ministerie duidelijke richtlijnen opgesteld zijn met betrekking tot het archiefbeheer. Wat de verdere toekomst betreft, hopen de projectmedewerkers op de actieve medewerking van de hogere beleidsorga nen van het MVG. Prioritair zijn afspra ken over de toepassing en de opvolging van de archiefbeheersplannen op lange termijn. In een breder kader moet nage dacht worden over de oprichting van een eigen infrastructuur voor archiefbeheer binnen het MVG. Op die manier kan het IAVA-project worden omgezet in een duurzaam samenwerkingsverband tussen het Rijksarchief en het MVG. Voor 1970 kende België enkel de gemeenten, de provincies en de nationa le overheid als bestuursniveaus. Het nationale niveau bleek echter niet in staat om de groeiende culturele, sociale en economische spanningen tussen Vlaanderen en Wallonië op te vangen. Daarom creëerde men de gemeenschap pen en de gewesten, nieuwe bestuursni veaus tussen de provincies en de nationa le overheid. Aanvankelijk waren de bevoegdheden van de gemeenschappen en de gewesten beperkt en gefragmen teerd. Blijvende communautaire span ningen leidden tot bijkomende staatsher vormingen, waardoor de deelstaten tel kens nieuwe bevoegdheden kregen. Het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap hebben een gemeenschap pelijke administratie. De kern daarvan is het Ministerie van de Vlaamse Gemeen schap (MVG). Als gevolg van de groei van het takenpakket steeg het perso neelsaantal van 3.000 ambtenaren in 1984 naar 12.000 in 2002. Binnen het MVG bestaat er geen centraal archiefbeheer. In de praktijk staat iedere entiteit in voor haar eigen archieven. Slechts sporadisch wordt iemand aange duid als archiefverantwoordelijke. De resultaten zijn navenant. Archieven van na 1990 worden doorgaans bijna inte graal bewaard; er wordt niet of nauwe lijks geselecteerd. Archieven afkomstig van rechtsvoorgangers daarentegen, wor den vaak stiefmoederlijk behandeld. De ambtenaren zijn in de regel niet bekom merd om dit statisch archief. Veel van deze archieven hebben reeds tal van ver- huisoperaties meegemaakt en het mag dan ook niet verwonderen dat daarbij geregeld archieven vernietigd, bescha digd of zelfs spoorloos verdwenen zijn. Het gebrekkige archiefbeheer heeft veel te maken met de afwezigheid van een duidelijke wetgeving inzake openbare archieven. De gemeenschappen en de gewesten zijn bevoegd om een eigen archiefdienst op te richten en om een archiefdecreet uit te vaardigen, maar de Vlaamse Gemeenschap heeft tot op heden niets ondernomen. Bijgevolg is in Vlaanderen nog steeds de verouderde archiefwet van 24 juni 1955 van kracht en is de administratie onderworpen aan het toezicht van de algemene rijksarchi varis. Het theoretisch model waarmee IAVA werkt, is gebaseerd op PIVOT. Een gelijk aardige functionele analyse wordt toege past op het overheidshandelen en dit omwille van het feit dat het MVG als gevolg van meerdere hervormingsinitiatie ven en bevoegdheidsoverdrachten door heen de tijd regelmatig van uitzicht is ver anderd. De handelingen die de ambtena ren stellen, vertonen een stabieler karakter dan de organisatiestructuur. Daarom zijn ze aangewezen om werkprocessen te ana lyseren en archief te ordenen. De handeling bestaat uit een geheel van werkzaamheden die door een archiefvor mer worden uitgevoerd om een bepaalde taak te vervullen en die een of meerdere archiefproducten opleveren. De taken zijn opdrachten van de overheid en wor den gegroepeerd in taakgebieden, die op hun beurt onderdelen zijn van een bepaald beleidsdomein. Voorbeeld: de taakgebieden Film en Musea binnen het beleidsdomein Cultuur. De hande lingen zijn voorzien van een datum en een wettelijke grond slag, indien die er is. In tegenstelling tot PIVOT maakt IAVA geen gebruik van de begrippen actor en zorgdrager, maar wel van het begrip ar chiefvormer. Dit is de organisatorisch- bestuurlijke eenheid die voor de admini- december 2003 stratieve uitvoering van een handeling verantwoordelijk is en daarbij archiefpro ducten opmaakt en/of ontvangt. Een ander belangrijk verschil is dat IAVA naast de beleidshandelingen, die gericht zijn op de samenleving, ook ondersteu nende handelingen, gericht op het func tioneren van de eigen organisatie, in kaart brengt. Een onderscheid tussen neerslag en product wordt evenmin gemaakt, de archiefproducten worden omschreven zoals ze in de archiefbewaar plaatsen worden aangetroffen. De waar dering van de archiefproducten gebeurt bij IAVA op basis van zowel de handeling als het archiefproduct. Dit impliceert dat voor één handeling beslist kan worden om sommige archiefproducten te bewa ren en andere archiefproducten te ver nietigen. Praktijk Tijdens het voorbereidend onder zoek worden in een eerste fase de bevoegdheden en de archiefvormers bin nen een beleidsdomein bestudeerd. Dit gebeurt vooral op basis van juridische werken en uitgaven van het MVG, zoals jaarverslagen en rapporten. In een twee de fase stellen de medewerkers een lijst van taakgebieden, taken en handelingen op. Daarvoor gebruiken zij hoofdzakelijk nationale en regionale wet- en regelge ving. De lijst is slechts voorlopig omdat de precieze invulling van een wettelijke opdracht door het MVG in de meeste IAVA: Door Joachim Derwael, Sylvie De Smet, Paul Drossens, Geert Leloup, Bart Sas en Veerle Soens* Eindproduct Het ontbreken van selectie lijsten leidt bij het ministerie vaak tot plaatsgebrek. Implementatie Conclusie Joachim Derwael, Sylvie De Smet, Paul Drossens, Geert Leloup, Bart Sas en Veerle Soens zijn projectme dewerkers van het Belgische Rijksarchief. december 2003 archievenblad Dat Vlaanderen sedert verscheidene jaren een eigen regering en administratie heeft, is in Nederland ondertussen bekend. Het pro ces van federalisering is gestart in 1970 en loopt nog steeds. Een van de gevolgen van dit proces en de talrijke hervormingen die ermee gepaard gingen, is het ontbreken van een structureel archiefbeheer en -beleid bij de Vlaamse administratie. Het Rijks archief probeert hierin verandering te bren gen en is in 2001 gestart met het IAVA-pro ject. 'IAVA' staat voor Instellingenstudie en Archiefbeheer Vlaamse Administratie. Methode archievenblad Ook statisch archief wordt in het kader van het project beschreven.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 14